Al sinds mensenheugenis is iedereen aan het zeiken over het verdienmodel van Spotify. Terecht, maar veel oplossingen of alternatieven zie ik niet voorbijkomen van al die ‘creatievelingen’. Om eerlijk te zijn: ik ben er steeds minder mee bezig, de toekomst is immers al begonnen. Kijk bijvoorbeeld eens naar Audius, het streamingplatform dat op blockchain-technologie draait, inmiddels miljoenen actieve gebruikers heeft en eigendom is van artiesten, ontwikkelaars en fans.

Ik zeg niet direct dat Audius dé oplossing is, maar ik denk wel dat het onderliggende systeem ons kan verlossen van een uit de klauwen gelopen scheefgroei binnen de muziekindustrie. En dat is nodig, want er moet iets gebeuren. Hoe is het in hemelsnaam zo ver gekomen dat artiesten in deze sector nog slechts ‘een puzzelstukje’ zijn. De inkomstenverdeling binnen de muziekindustrie verdient geen schoonheidsprijs: van de tientallen miljarden die er jaarlijks worden omgezet gaat er zo’n 12 procent naar artiesten. Mogelijk een onverwachte vergelijking, maar binnen een sportcompetitie als de NBA gaat tussen de 47 en 51 procent van de omzet naar de sporters. Klinkt een stuk logischer, als je het mij vraagt. Gelukkig is het dankzij het internet voor een hoop artiesten een stuk makkelijker geworden om een publiek te bereiken. En door middel van blockchain-technologie kunnen ze zelf de spelregels bepalen en er ook nog eens wat aan verdienen.

De 21ste eeuw is begonnen
Enter streamingplatform Audius: een service die de interactie tussen fans en artiesten totaal veranderd. Een muziekplatform dat muzikanten, ontwikkelaars en luisteraars bij elkaar brengt en met nieuwe technologie de 21ste eeuw inslingert. Het doel van Audius is om artiesten meer controle, flexibiliteit en vrijheid te geven als het aankomt op het distribueren van hun werk en het contact met hun fans. Dat kan onder meer doordat Audius draait op een gedecentraliseerde blockchain, de code open-source is en het allerlei unieke mogelijkheden biedt voor fans en muzikanten. Wat dat voorgaande allemaal in de praktijk betekent? Dat leg ik je hieronder uit.

Te beginnen bij het belangrijkste onderdeel, waarschijnlijk heb je wat vraagtekens rondom het ‘gedecentraliseerde’ aspect van Audius. Het is volledig anders dan de gecentraliseerde manier waarop onze wereld nu grotendeels ingericht is. Want of het nou Facebook, jouw bank, de overheid of Spotify is: de beslissingen worden genomen door een select groepje mensen. Dankzij blockchain wordt dit oude en door macht en hebzucht omgeven systeem doorbroken. Bij een gedecentraliseerde applicatie als Audius wordt het bedrijf gerund door de community en niet in een gesloten directiekamer. Wat er met Audius gebeurt, wordt niet bepaald van een of andere kale Zweed waarvan je maar moet hopen dat hij de beste intenties heeft met Spotify en de majorlabels die daar flinke aandeelhouders zijn (lees: kartel, volgens sommigen).

Mede-eigenaar van het platform
Alleen: hoe werkt dat dan? Daarbij is het en eerste goed om te weten dat het platform gebruikmaakt een eigen digitale munt genaamd AUDIO. Een cryptocurrency waarin artiesten direct worden betaald door de mensen die hun muziek luisteren. Waar je in de winkel dus iets afrekent met euro’s, doe je dat hier met een digitale munt van het platform. Op deze manier hoeven artiesten geen maanden of zelfs jaren te wachten op hun royalties, maar ontvangen ze die direct. En ‘direct’ is in dit geval tweeledig. Het wordt linea recta naar je digitale portemonnee overgemaakt en het is crypto, wat betekent dat er niemand tussenzit. Geen bank, bedrijf, start-up of wat voor soort tussenpartij dan ook. Althans: je ontvangt negentig procent, de overige tien procent wordt in de ontwikkeling van het platform gestoken. In principe is dat een investering, aangezien je als gebruiker mede-eigenaar van het platform bent. Waarover later meer.

Ik kan mij in eerste instantie voorstellen dat dit allemaal even wennen is, zeker omdat AUDIO een cryptocurrency is die verhandeld wordt op crypto-exchanges en die je dus ook kunt gebruiken binnen het platform zelf. Maar de waarde stijgt en daalt dus ook. Dat kan leuk uitpakken: waar AUDIO in januari nog tussen de vijftien en twintig dollarcent schommelde, bereikte de digitale munt afgelopen maart nog een recordhoogte van boven de vier dollar. Dat komt deels door de populariteit van crypto-trading, maar ook omdat Audius steeds populairder wordt en er dus meer mensen AUDIO-muntjes kopen om het platform te gebruiken. En aangezien crypto heter is dan ooit, kan het zomaar een goede deal zijn. Mocht je in januari als artiest bijvoorbeeld 100 dollar hebben verdiend in de tijd dat AUDIO een koerswaarde had van laten we zeggen 0,175 cent had: dan had je destijds 571 AUDIO-tokens ontvangen. Met die koerswaarde van 4 dollar zijn die zo’n 2.284 dollar waard. Niet slecht. Belangrijk is dus wel om cryptocurrency’s niet te zien als euro’s op je bankrekening, maar als investeringen. Want hoe groter Audius wordt, hoe meer die tokens waard worden. De onderliggende gedachte is natuurlijk dat iedereen in de community zijn best doet om het platform (en daarmee zijn inkomsten) te laten groeien. Daarnaast wordt er wel gekeken naar de mogelijkheden om in de toekomst met zogenaamde stablecoins te betalen (een digitale variant van de dollar), voor wie zo’n fluctuerende markt toch te spannend vindt.

De afsluitende woorden van de whitepaper van Audius:
‘To those who have been plagued by industry incumbents for the duration of their artistic career, let this be a call to arms to reimagine and pave a new path—one in which every aspect of the experience is grounded in sovereignty and decentralization. We look forward to seeing you along the way.’

Hoe zit het met die royaltiessss?
Maar goed, kom maar op met the million dollar question: hoe hoog zijn de royalties voor elke Audius-play? Nou, ja… die zijn er dus nog niet. Als ik navraag doe bij Audius, dan blijkt dat er nog niets uitbetaald wordt, al gaat dat in de toekomst “zeker gebeuren”. In een plan uit maart 2020 vertelt Audius vooral ‘missie-georiënteerd’ te zijn en nog in de ontwikkelfase te zitten. Niet zolang geleden is er overigens een verdienmodel gelanceerd, in de vorm van $AUDIO Rewards. Alleen die worden enkel gegeven aan de ‘Trending Track’ van de week, aan de ‘Trending Playlist’ en ontwikkelaars die het platform verder helpen. En die mensen moeten ook nog zelf achter die rewards aangaan. Een volledig betaalsysteem volgt “sooner or later”, over de vorm is nog niets bekend. Ik moet zeggen dat deze punten mijn enthousiasme voor Audius temperen. Tenzij ze hiermee snel op de proppen komen, aangezien het platform naar mijn idee nog altijd veel potentie heeft.

Er is overigens wel een idee over hoe de uitbetaling eruit zou kunnen zien: als artiest zou je zelf de hoogte kunnen bepalen van wat je per stream wilt ontvangen. Als luisteraar kun je een bepaalde grens aangeven wat je per stream wilt betalen, zodat een gebruiker een waarschuwing krijgt als een band ineens honderd piek voor een track vraagt. Hoe dit er in de praktijk precies uit gaat zien is nog de vraag en daar heeft het platform geen direct antwoord op. Zelf zie ik het ook nog niet helemaal voor mij om eerlijk te zijn. Het idee hierachter voel ik wel, want enerzijds moet het de luisteraar meer betrokken maken bij de muziek en anderzijds bij artiesten het gevoel wegnemen dat hun muziek continu in de uitverkoop staat. Voor een tientje in de maand kun je iedereens muziek non-stop draaien. Een formule die ooit zo mooi klonk, maar muziek is sindsdien steeds meer achtergrondgeluid geworden en het blijkt haast niemand wat op te leveren. Bovendien houd je als artiest vooral een ondoorgrondelijk systeem in stand waar de aandeelhouders vooral zo rijk mogelijk van willen worden. Daarom stelt Audius zichzelf de vraag: wat als het platform van de gebruikers zelf is? Dat concept klinkt mij nog steeds als muziek in de oren.

Bij dat punt komen die tokens weer om de hoek kijken. Niet alleen zijn ze het smeermiddel tussen artiesten en hun fans, deze tokens zijn ook te ‘staken’, oftewel: vast te leggen. Want hoe meer van die munten zijn bevroren/niet worden verkocht, hoe minder de koerswaarde schommelt en hoe hoger de ondergrens daarvan is. Mocht je dat nou doen, dan krijg je daar allerlei beloningen voor terug. Niet alleen rente in de vorm van AUDIO-tokens, maar dit is eveneens de manier waarop je een stem krijgt in de richting van het platform, de zogenaamde governance. Iedere gebruiker kan dus meestemmen bij beslissingen over het platform, die door deze groep token-eigenaren worden genomen. Daarnaast kunnen artiesten speciale diensten aanbieden aan ‘AUDIO-stakers’: denk daarbij aan exclusieve content. Op die manier zorgt zo’n token ervoor dat je nog meer betrokken raakt bij het platform en er dus in investeert, zowel qua tijd als geld. Logischerwijs zullen die aandeelhouders het platform gaan pushen in hun eigen netwerk om Audius sneller te laten groeien. Kort gezegd: dit is de revolutie die artiesten zelf met hun achterban kunnen starten. Blockchain is de grote middelvinger richting Spotify, Apple, Amazon, Google en al die andere bedrijven die je eigenlijk met geen vinger aan zou willen raken.

De toekomst van muziek
Al het bovenstaande zorgt er in mijn opinie voor dat Audius een serieuze kandidaat is om ‘traditionele’ streamingservices te vervangen en de muziekindustrie op zijn kop te zetten. Het zou tijd worden dat de middleman uitgeschakeld wordt en artiesten ontvangen waar ze recht op hebben. Maar voordat we daar zijn, voel ik nog een vraag in de lucht hangen. Want hoe verdienen de oprichters dan geld aan het platform dat ze opgericht hebben en waar ze feitelijk geen eigenaar van zijn? Nou, zoals in vrijwel alle crypto-bedrijven: de oprichters, medewerkers en strategische adviseurs hebben een deel van de tokens in bezit. In het geval van Audius is dit 40,6 procent. Wat voor een crypto-bedrijf eerlijk gezegd best een hoog percentage is. Daarnaast ging 5,5 procent van de beschikbare tokens naar early adopters en mocht je nog willen weten wie er achter de schermen adviseren: in dat team bevinden zich onder meer Deadmau5, 3LAU, mede-oprichters van EA Games en Twitch, de oude manager van Avicii en mensen van Beatport en BitTorrent.

Een van de zaken waar deze groep al vanaf het begin mee bezig is, is een soort Patreon-achtige dienst waarmee je als artiest exclusieve content kunt droppen voor je fans. Iets dat op platforms als Spotify, Apple Music en Deezer niet mogelijk is, want alles wat je daarop zet is door iedereen te beluisteren voor dezelfde tarieven. Bij dit systeem kun je denken aan exclusieve bonustracks, video- en demo-materiaal of NFT’s. Het is niet alleen cool dat je als fan binnen het platform iets exclusiefs kunt krijgen, tegelijkertijd hebben muzikanten niet meer het gevoel dat ze altijd maar aan het bedelen zijn voor wat streams die niets opleveren. Muzikanten ondersteunen lijkt de laatste jaren sowieso steeds meer op het steunen van een goed doel, terwijl muzikanten simpelweg gewaardeerd moeten worden om hun werk en een goede beloning daarvoor zou niet meer dan logisch moeten zijn. Met een aantrekkelijk platform waar je je betrokken bij voelt en aandeelhouder van bent, zou dat doel een stuk dichterbij kunnen komen.

De toekomst van Audius
Wat de toekomst brengt voor Audius weet niemand, maar het leuke is: dat is aan alle gebruikers van AUDIO. Het is naar mijn idee behoorlijk tof dat je daar onderdeel van kunt zijn en bij kunt dragen aan de ontwikkeling van zo’n platform. Wat Audius nu vooral nog nodig heeft, is meer snelheid in het uitrollen van hun plannen, duidelijkheid en artiesten die zich aansluiten bij het platform, zodat het muziekaanbod een stuk breder wordt.

De aantrekkingskracht en de ‘revolutie’ moet in dit geval vanuit de artiest komen. Want de gebruiker heeft zijn Spotify’tje, zijn Bandcampje en vindt het over het algemeen wel prima zo. Pas als hun favoriete artiesten zich aansluiten bij aan platform als Audius en de toegevoegde waarde onder de aandacht brengen, dan kunnen zij hun fans meenemen in dit verhaal. Dus als artiesten geloven in wat Audius te bieden heeft, dan kunnen ze daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Let’s do it!

Het is natuurlijk geen geheim dat er muzikaal ontzettend veel moois wordt gemaakt bij onze zuiderburen. Bovendien beschikt onze Belgische correspondent John over een bijzonder eclectische smaak, dus vroegen we hem om elke maand een aantal vers ontdekte muzikale parels te tippen, zodat jij voor de verandering eens lekker thuis kunt blijven.

Tekst John Van De Mergel

Sophie Speck
De Gentse Sophie Speck brengt met Cold Stone haar vierde, en wat mij betreft, veruit sterkste single uit. De licht mysterieuze, ietwat donkere sfeer die ze hier uitdraagt ligt mij helemaal. Het nummer gaat over loslaten en dat dit verre van eenvoudig is. Het verdriet dat hiermee gepaard gaat, voel je… en zie je natuurlijk ook in de ronduit prachtige video. Qua productie is alles wat voller nu, al blijven de instrumenten subtiel ten dienste van die stem waar ik van bij de eerste noot (back in 2016) helemaal weg van ben. Sophie heeft een wat hees timbre maar kan ook straf uithalen. Nog even vermelden dat Anke Verslype werd gevraagd de drums in te spelen. Met haar jazzachtergrond legt ze op een subliem speelse wijze een schitterende ritmische bodem. Eind juli speelt Sophie voor het eerst live met de nieuwe, vaste bezetting tijdens een livestream-concert. Er zou dit jaar tevens een volledig album aankomen.

Empty Head
België bestaat niet! België is een (ooit noodzakelijke?) constructie bestaande uit Vlaanderen, Wallonië, een Duitstalige gemeenschap en iets dat alles bij elkaar moet houden, genaamd Brussel. Allemaal op zichzelf staande entiteiten die op alle mogelijke vlakken enorm van elkaar verschillen, niets met elkaar gemeen hebben. Geloof het of niet, maar dat er plots een band uit Luik (= Liège = stad én provincie in Wallonië) bekendheid krijgt in Vlaanderen is verre van evident. Cocaine Piss en It It Anita hebben als bij wonder het pad geëffend voor deze Empty Head: een vijfkoppige band die een smeltkroes brouwt van garagerock, grunge en stoner én ook nog eens helemaal ‘vandaag’ klinkt. Enter zijn tweede single plus een zalige videoclip met psychedelische animaties van de hand van de Belgische kunstenaar Gilles Deschamps alias King Rat. Oh, wat zijn die Vlamingen nu pisnijdig, maar gelijk ook héél erg benieuwd naar de officiële debuut-EP die op 14 mei verschijnt.

The Wild Century
Laat mij gewoon verder de psychedelische toer opgaan en ditmaal wél helemaal terugkeren naar de jaren zestig/zeventig. Move On van de band The Wild Century is het compleet tegengestelde van ‘vandaag’. Een diepe bassound, wervelende drums, in reverb gedrenkte gitaren, een vette Hammondorgel en zelfs een stem die uit de oude doos komt. Het geluid is zo rijk dat je helemaal geen toeter nodig hebt om in de juiste sfeer te komen: gewoon je haren losgooien, een wijd bloemenhemd met dito broek aantrekken, die paarse sjaal en sandalen uit de kast halen en je besprenkelen met véél te veel patchoeli. That should do the trick. De derde worp getiteld 5 verscheen begin maart en bevat nog meer om van dat lekkers.

Dans Dans
Wanneer Bert Dockx (Flying Horseman), Fred ‘Lyenn’ Jacques (Lyenn, Lanegan Band) en Steven Cassiers (Dez Mona, DAAU) de koppen bij elkaar steken voor Dans Dans, kan het resultaat niet anders dan subliem zijn. Naiad gaat dromerig van start en creëert op basis van sober ingezette instrumenten een filmische soundscape. Wanneer de storm echter opsteekt, slaat het geluid om in epische postrock, om dan opnieuw zachtjes af te ronden. Het album Zink verscheen op 23 april.

Charles
Niets leuker dan muziekpuristen een kloot aftrekken door aan te tonen dat er aan een programma als The Voice wel talentvolle muzikanten deelnemen. Luister maar eens naar Charlotte Foret, de winnares van de Franstalige (BE) editie van 2019. De twintigjarige dweept met bands uit diverse genres, van Nirvana over The Strokes tot Billie Eilish en Lady Gaga, en gruwelt van hokjesdenken. Op haar laatste single laat ze donkere, vrij bombastische pop horen, terwijl He Knows een intieme, ingetogen piano ballad is. Beide vol gevoel gebracht. En neen, het is niet enkel een stem: Charlotte schrijft haar nummers en teksten wel degelijk zelf.

Er zijn behoorlijk wat mooie fluiters in de huidige indiescene. Interessante personen die zich inzetten om de kunst van de muziek een stapje verder te brengen. Wie zijn dan deze valken, ganzen en flamingo’s, wat houdt hun bezig en hoe ziet hun nestje eruit? 

Met onze nieuwe videoserie Krijsvogels/Zangvogels gaan we door de lens van de camera op bezoek. Met camcorder en videocamera in de hand stappen de jongens van Plathaar (Jim Brink en Jordi Holterman), in het leven van deze vreemde vogels. Als eerste bekeken we Willem Smit, frontman van onder meer Personal Trainer. De volgende mus is puntjudith. Met haar eclectische teksten probeert ze anderen bewust te maken over hun leven in de hectiek, zowel stad als platteland. Dat bevalt meer mensen, want gisteren werd bekend dat ze dit jaar is geselecteerd voor Popronde!
 
Haar nieuwe single Zomer In Oktober is recent uitgebracht en eerder kon je al bij ons meer over haar lezen toen we de single Lichter in première lieten gaan. Sprekende over de muziek achtervolgen we haar door het Groene Hart voor een kijkje in haar leven.

Heel de afgelopen maand april zetten we bij The Daily Indie de schijnwerper op de platenlabels die schuilgaan achter alle muzikale parels die je op dagelijkse basis hier ontdekt. Waarom in april? Nou, waarom niet?

Desondanks bleek een maand eigenlijk veel te kort: we hebben je aan nog geen fractie van de labels kunnen voorstellen die we op ons lijstje hadden staan. Onze labelmaand smaakte zeker naar meer, dus dat wordt ongetwijfeld vervolgd.

Voor nu: klik dit regenachtige weekend nog eens rustig door de verhalen die we je afgelopen maand voorschotelden!


We begonnen op 1 april met een van onze favorieten: Ninja Tune, een klein Brits undergroundlabel uit de jaren negentig dat uitgroeide tot een grote internationale speler.

We gingen door met Speedy Wunderground, het high-speed, no-nonsense geesteskind van Dan Carey.

We hadden ook obscure parels. Zoals Third Eye Stimuli, de thuishaven van vele psychedelische parels uit Down Under.

Ook Holm Front kwam voorbij, het label van de welbekende vrienden van het Britse Sports Team.

In dit interview lees je hoe Faberyayo en Abel van Gijlswijk (Hang Youth) met hun label Burning Fik met punk en kunst de wereld te lijf gaan.

Terug in de UK behandelden we een andere dikke favoriet: The Leaf Label, dat van ‘het label van Caribou’ uitgroeide tot een gerespecteerde naam waarbij creativiteit en originaliteit de hoogste waarden zijn.

Toen was het de beurt aan Mexican Summer, het label dat geldt als de belichaming van creatieve onafhankelijkheid en dat zijn bands lekker hun gang laat gaan.  

In Leiden maakte we kennis met Insert Blank Records, een vriendenclub waarin we vele bekende gezichten uit de indiescene herkenden.

Op de muziek van het piepjonge boutique label Ivy Records van de Amsterdamse singersongwriter Celine Cairo wordt veel geëxperimenteerd met elektronische soundscapes.

We spraken Stefan Breuer van Tiny Room Records over zijn interessante ideologie.

En met Tim Beuckels van Unday Records spraken we over muziek voor verloren weekenddagen.

We bewaarden een van onze favorieten tot het laatst: Innovative Leisure is verantwoordelijk voor een hoop legendarische albums in onze platenkast.

We sloten de maand af met een label dat we al zo lang volgen als het bestaat: Subroutine Records, en specifieker het nieuwe sublabel Glove Compartment.

April, oftewel de labelmaand van The Daily Indie, loopt ten einde. Heel de maand lieten we je kennismaken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert en ontdekte je (hopelijk) ook nieuwe muziek. We sluiten de maand af met een label dat we al zo lang volgen als het bestaat: Subroutine Records, en specifieker het nieuwe sublabel Glove Compartment.

Al vijftien jaar en ruim honderd releases lang doen Niek Hofstetter en Koen Ter Heegde van Subroutine de dingen op hun eigen manier. Altijd met een kenmerkende Groningse nuchterheid, zonder winstoogmerk en de muziek en muzikanten als primair doel en niet, zoals je soms bij labels ziet, als middel. Wat wél is veranderd in die vijftien jaar is dat het duo inmiddels zijn poten stevig vast heeft zitten in de modder van de vaderlandse scene. Want als je aan de wieg stond van inmiddels internationaal erkende bands als The Homesick, The Sweet Release of Death en Rats on Rafts, word je echt niet meer gezien als hobbyproject.

De liefhebberij is nooit weggegaan, maar toen de lockdown Hofstetter en Ter Heegde vorig jaar de tijd gaf om op het vijftienjarig bestaan te reflecteren, kwamen ze tot de conclusie dat de kleinschaligheid, spontaniteit en snelheid van die vroege jaren toch ook wel erg tof was. Vandaar dat ze een oud idee uit de koelkast haalden: de imprint Glove Compartment, waarop platen als cassette uitgebracht kunnen worden en die, naar eigen zeggen “over de rode draad van Subroutine heen klotsen of projecten die überhaupt niet aan Subroutine zijn verbonden, maar wel gaaf zijn”.

We spraken, als kers op onze labelmaand, Hofstetter en Ter Heegde daarom uitgebreid over het nieuwe sublabel en de liefhebberij, erkenning en community rond hun labels.

Hoe gaat het met jullie? Afgelopen jaar een beetje doorstaan?
“Het gebrek aan optredens is ontzettend vervelend, maar het blijft relatief. The Sweet Release of Death zag de oogst van de muzikale investering van het jaar ervoor in rook opgaan, maar rond de releases van Apneu en Global Charming hebben we toch nog best veel optredens gedaan. Omdat we vlak voor het uitbreken van de pandemie alle investeringen voor de releases van 2020 hadden gedaan en langzaamaan het perspectief voor de hele wereld in duigen viel, stevenden we af op een lastig jaar. Gelukkig hadden we veel steun van de community, waardoor we het jaar redelijk oké zijn doorgekomen.”

Heeft de start van Glove Compartment ermee te maken?
“Ja, het idee heeft al meerdere vormen gehad, maar verdween steeds weer in de kast. Tijdens de pandemie gingen onze muzikanten hun archieven opruimen of tussen het puzzelen door wat knutselen aan slaapkamerprojecten, die soms ver afstonden van dat wat we van ze kenden. Een groot deel van de opnames hadden zoveel spontaniteit en enthousiasme in zich, dat wij er iets mee wilden doen. De ruimte binnen Subroutine is beperkt, wat het uitbrengen van dit soort inspirerende tapes lastig maakt. Nu kunnen we ze met Glove Compartment proberen te vangen: snel, artist-driven en kleinschalig. En zonder afgebakende grenzen. Vooralsnog is niks in steen gebeiteld. Het is nu vooral een middel om snel en spontaan dingen uit te brengen, zonder door een jaarplanning, overlapping of wachttijden bij vinylpersers te worden geremd.”

Is het ook een manier om terug te gaan naar de ongedwongen liefhebberij van de vroege jaren?
“De liefhebberij is nooit weg geweest. Het format van Glove Compartment zorgt wel voor een welkome versnelling van het productieproces, waardoor je de energie rond nieuwe opnames, zowel bij de artiesten zelf als bij ons, beter vast kan houden. Het initiële enthousiasme kan sneller concreet worden, vorm vinden en bij de luisteraar terecht komen.”

Waarom cassettes?
“We zijn er allebei mee opgegroeid. In de jaren na de eeuwwisseling werden er nog regelmatig tapes uitgewisseld in de vriendenkring. In 2010 verscheen de eerste cassette op Subroutine en sindsdien is ‘ie eigenlijk nooit verdwenen. Het is een soort anachronisme. In het Beastie Boys Book is er een heel hoofdstuk over de fysieke relatie met de geluidsdrager, als onderdeel van je gekozen identiteit. Zelf hoesjes en mixtapes maken en de juiste tapes in je zak voor in je walkman. Herkenbaar. Het is nog altijd een analoge, tastbare geluidsdrager, die snel en goedkoop te maken is, in principe het betaalbaarste item op je merch-tafel. Daardoor is het ook een visitekaartje. Tegelijk denk ik niet dat veel mensen thuis tapes draaien, in tijden van online streaming. Maar je hebt wel rechtstreeks een band ondersteund. Dat is wat telt. Je kunt de releases op Glove Compartment zien in dat licht: we delen toffe nieuwe muziek uit onze community met de buitenwereld.”

Is die community belangrijk voor jullie? De bands op jullie label, maar ook er omheen, lijken soms een grote familie.
“Een community is een noodzakelijk fundament, want zonder een stevige, van onderop ontstane basis, is een scene te wankel. Een community of scene houdt elkaar scherp, inspireert, daagt uit en stuwt elkaar samen naar grotere hoogten. Dan gaat er een vlekwerking van uit. Bij Subroutine zagen we jaren geleden datgene ontstaan waarover we al zo vaak hadden gelezen bij andere scenes: muzikanten die in elkaars bands spelen, elkaars grootste fans zijn en bij shows vooraan staan in het publiek. Subroutine heeft daarin ongetwijfeld een rol gespeeld, alleen al door publiek en bands uit verschillende delen van Nederland bij elkaar te brengen. Uiteraard zijn de bands het meest bepalend, maar zo’n community ontstaat alleen als er waardering en wederzijdse inspiratie is.”

Heeft dat bijgedragen aan het succes van Subroutine, denk je?
“Als je er middenin zit, is het soms lastig om de reikwijdte van de community zien, maar als ze in het buitenland over een Nederlandse scene praten, dan doe je iets goed. Niet voor niets tekenen vooraanstaande buitenlandse labels nu Nederlandse bands, zoals The Homesick (Sub Pop, red.), Pip Blom, Amber Arcades (beide Heavenly, red.) en Rats on Rafts (Fire Records, red.).”

Voelen jullie je inmiddels ook een vooraanstaande naam in Nederland?
“Wij doen dingen al sinds 2005 op onze manier. Daar hebben mensen ook al vijftien jaar een mening over, zoals men in Nederland overal een mening over heeft. Meningen zijn belangrijk, maar het gaat ons vooral om de relatie en samenwerking met muzikanten. Hoe wij hen kunnen ondersteunen naar een groter platform, nieuw publiek of een nieuwe stap. Aan de andere kant, onze releases worden door de internationale pers goed ontvangen, ‘onze’ bands kunnen op de grootste podia spelen en mooie buitenlandse labels zijn enthousiast over ‘onze’ bands. Met de transfer van The Homesick naar Sub Pop als grootste compliment. Het kan altijd beter, maar we doen het niet slecht.”

Wat zijn de plannen dit jaar?
“Naast het debuutalbum van Alicia Breton Ferrer verschijnen er voor de zomer nog twee back catalogue-tapes van Spilt Milk, een nieuwe EP van Euroboy (de nieuwe band rond Doortje Hiddema, red.), een sterk instrumentaal album van Maushaund (het lofi hiphop-project van Kat Kalkman van Neighbours Burning Neighbours, red.), een EP van Lo/now (een singersong-project van WOLVON-voorman Ike de Zeeuw, red.) en een experimenteel, ambient soloalbum van Melle Kromhout (Glice, red.). Bij Subroutine komt er op korte termijn nieuw werk van HOWRAH en The Avonden uit. Hopelijk kunnen we dit jaar nog een klein, uitgesteld feestje inhalen voor ons jubileum!”

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is labelmaand-website-banner-660x245.jpg

April is labelmaand bij The Daily Indie. Heel de maand laten we je kennismaken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert. Waarom? Nou, omdat dat leuk is, en omdat in een label duiken een perfecte manier is om nieuwe muziek te ontdekken! In deze aflevering vertellen we je meer over Innovative Leisure, verantwoordelijk voor een hoop legendarische indieplaten.

Hieronder vertellen we je meer over de oprichting van het label, de visie van de oprichter en de bekendste artiesten die zich aan hebben gesloten bij de platenmaatschappij.

Wie of wat zit erachter?
Het Amerikaanse west coast-label Innovative Leisure werd opgericht door Nate Nelson, Jamie Strong, en Hanni El Khatib in 2010. Nelson en Strong kenden elkaar van hun tijd bij Stones Throw Records, waar ze verantwoordelijk waren voor marketing en licensing. Het duo prees vaak artiesten aan bij Stones Throw die zij zelf zagen zitten, maar zonder succes. Daarom besloten zij zelf een label op te richten. De twee sloegen de handen ineen met muzikant El Khatib, die destijds creative director was voor modemerk HUF, en brachten zijn debuutalbum Will The Guns Come Out uit dat meteen aansloeg. Snel daarna werden onder andere Nick Waterhouse, Rhye, en Allah-Las getekend.

Innovative Leisure zette de oude opvattingen over wat een label zou kunnen zijn op zijn kop. Plots leek het idee om soul en funk, jazz en hiphop, garagerock, house, disco en punk en een beetje psychedelische Thaise rock uit te brengen, niet meer vreemd. Het enige principe dat telde, was kwaliteit. Huidige namen op het label zijn artiesten zoals BADBADNOTGOOD, Classixx, Tijuana Panthers en Claude Fontaine.

What’s in a name?
De naam Innovative Leisure lijkt iets wat op een bedrijfsfilosofie zou kunnen slaan, en misschien is dat tegenwoordig ook het geval. Maar destijds plukte Nelson de naam Innovative Leisure gewoon uit een oude handleiding voor videogames. Niet bepaald romantisch, maar na tien jaar toch bijzonder passend voor een muzieklabel dat graag vernieuwd en over grenzen heen kijkt.

Welke leus staat op de kantoormuur?
Bij Innovative Leisure is men van mening dat de beste ideeën vaak het simpelste zijn. De visie van het label is dan ook kristalhelder, er wordt gewerkt met artiesten die men zelf leuk vindt, ongeacht het genre of de huidige hype. Het is deze diversiteit waardoor het label zich destijds kon onderscheiden van andere indie-labels die strak vasthielden aan nauwe genre-categorieën en het najagen van de laatste trends. Artiesten krijgen de vrijheid en het vertrouwen om hun eigen ding te doen, met wat door het label ingebrachte promotie-trucjes hier en daar. Maar van een echte succesformule is geen sprake. Sommige dingen werken, andere niet. De mannen van Innovative Leisure zijn er heilig van overtuigd dat wanneer je hard werkt voor artiesten waar je zelf ook van geniet, alles vanzelf op zijn plek valt.

Klinkt als:
Omdat dit een genre-overschrijdend label is, is het geluid lastig te bevangen in een omschrijving. Maar wat alle acts met elkaar verenigd is dat alles een zekere mate van experiment of vernieuwing bevat. Denk hierbij aan BADBADNOTGOOD, wat een stelletje jonge jazzstudenten waren die opeens zalen vol jonge mensen lieten moshen op jazz. Of een duo zoals Peel, bestaande uit leden van Foster the People, dat gothic-postpunk combineert met psychedelische synthpop.

Hoogtepuntjes

Lionel Boy – Kam Highway
Lionel Boy maakt luchtige, jazzy elektropop met invloeden uit zijn geboorteplaats Hawaï. Nadat hij getekend had bij Innovative Leisure, bracht Lionel Boy in juni 2020 zijn debuut-EP uit, Who is Dovey?. De single Kam Highway maakt deel uit van zijn nieuwe, zelfgetitelde album dat uitkomt op 14 mei.

De Lux – Some Things Never Break
De Lux is een Amerikaans duo wiens muziek omschreven wordt als ‘postdisco’. De band bracht zijn debuutalbum Voyage uit in 2014 en zijn sinds 2017 getekend bij Innovative Leisure. Het nieuwste nummer Some Things Never Break maakt deel uit van EP Uneven dat uitgebracht werd op 23 april. De Lux beschrijft op Bandcamp het nummer in twee zinnen: ‘Dit nummer gaat over dingen in je leven die moeilijk te doorbreken zijn, zoals een gewoonte of een relatie. Je staat op het punt er een einde aan te maken, maar om een of andere reden breekt het gewoon nooit.’

A Decade of Innovative Leisure – Playlist

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is labelmaand-website-banner-660x245.jpg

April is labelmaand bij The Daily Indie. Heel de maand laten we je kennismaken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert. Waarom? Nou, omdat dat leuk is, en omdat in een label duiken een perfecte manier is om nieuwe muziek te ontdekken! Vandaag spreken we met Unday Records, of beter gezegd met Tim Beuckels, de man die het Vlaamse indielabel sinds de start onder zijn hoede heeft.

Unday Records is onderdeel van platenfirma N.E.W.S. uit Gent. Als in 2011 bij N.E.W.S. – dat zich vooral richt op elektronische muziek – de behoefte ontstaat een label op te richten dat zich meer focust op indie, pop en rock, neemt Tim Beuckels deze taak maar wat graag op zich. Met artiesten als Flying Horseman, Faces on TV, The Bony King Of Nowhere en Nordmann, beschikt het label inmiddels over een roster dat voor menig indieliefhebber er een is om scherp in de gaten te houden! We spreken Beuckels over het wel en wee van Unday.

Vanwaar de naam Unday Records?
“Toen we nog vóór de oprichting aan het brainstormen waren over de naam die het label moest hebben, had ik het gevoel dat het een soort ‘zondagsmuziek’ moest zijn: de sfeer van een relaxte en onbezorgde namiddag. Zo kwamen er een heel aantal woorden op een moodboard terecht, waaronder het woord ‘sunday’; de designers die op dat moment bij ons werkten hebben de ‘s’ weggehaald waardoor ‘Unday’ overbleef en dat vond ik meteen een heel mooi woord! Zo kan die ‘ondag’ namelijk ook staan voor de uitbrakdag na een slopende uitgaansnacht, zoals we die ‘vroeger’ vaak op zaterdag hadden. Kun je het je nog herinneren? Aan de ene kant beleef je zo’n dag altijd als een verloren weekenddag, maar aan de andere kant is het ook leuk en brengt het een bepaalde sfeer met zich mee dat past bij het label.”

Is dit sfeerbeeld nu, na tien jaar, nog steeds van toepassing?
“Ja en nee. Krampachtig vasthouden aan dit sfeerbeeld werkt in mijn ogen niet, maar toch krijgen we vaak het compliment dat we ondanks een verscheidenheid aan geluiden toch een soort rode draad in ons roster hebben. Die rode draad is moeilijk te vatten, maar ik ben wel altijd op zoek naar artiesten die iets ongrijpbaars hebben dat andere acts niet hebben. Ik houd ervan als artiesten beschikken over overtuiging en een hang naar avontuur. Vooral live merk je snel of iemand dit wel of niet heeft.”

Tot zover de naam en het geluid. Wat typeert Unday Records verder?
“Ik vind het belangrijk dat we als label niet een anoniem doorgeefluik zijn. Ik praat graag veel met mijn artiesten en denk eigenlijk op veel aspecten met hen mee: het schrijfproces, de productie, communicatie, vormgeving en bijvoorbeeld ook videoclips. Doordat we zo’n kleine organisatie zijn, kun je het verschil maken in deze persoonlijke aanpak.”

Vervul je dan tegelijkertijd een soort management-rol?
“Nee, het gaat te ver om het zo te stellen. De meeste artiesten uit ons roster hebben een management en natuurlijk ook een boeker, maar we doen denk ik wel een stuk meer dan de meeste labels.”

Welke invloed heeft de pandemie op het label?
“Door het wegvallen van livemuziek zijn in de hele industrie releases uitgesteld. Het valt op zich mee hoeveel wijzelf hebben opgeschoven, maar dan merk je ook wel hoe belangrijk het is om de muziek live onder de mensen te brengen. Hoezeer je ook goede persaandacht kunt hebben bij een release, je merkt nu gewoon dat het lastig is om het momentum vast te houden zonder de tours die normaal gesproken aan een release hangen.”

Hoe kijk je nu vooruit?
“Hoopvol. Niet per se optimistisch, maar wel hoopvol. Ik denk dat we nu een heel bizarre zomer krijgen met veel last-minute en lokale boekingen en veel geïmproviseerde podia. Waarschijnlijk ontstaan in het najaar weer de contouren zoals we die kennen van vóór corona, maar waarschijnlijk krijgen we dan ook een explosie aan releases. Hopelijk blijft er dan ruimte voor artiesten van kleinere labels om live te spelen. Ik ben heel benieuwd hoe dat allemaal gaat uitpakken.”

Wat kunnen we binnenkort verwachten?
“Toevallig hadden we afgelopen vrijdag nog een mooie albumrelease met Dans Dans, die met Zink het langverwachte vervolg op Sand brachten. Verder hebben we morgen (29 april, red.) de première van Sam De Nefs liveregistratie van zijn nieuwste minialbum Lonely Day, Crowded Year – opgenomen in een lege De Roma – en komende vrijdag brengen we de nieuwe single uit van Mauro Pawlowski’s album dat deze zomer verschijnt. En we kondigen binnenkort een nieuwe solocarrière aan: ik kan nu nog niet verklappen wie het is, maar een muzikant uit een van de bands uit ons roster brengt deze zomer zijn eigen single uit. Zo hebben we ook de komende tijd weer veel om naar uit te kijken!”

April is labelmaand bij The Daily Indie. Heel de maand laten we je kennis maken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert. Waarom? Nou, omdat dat leuk is, en omdat in een label duiken een perfecte manier is om nieuwe muziek te ontdekken! Vandaag het piepjonge boutique label Ivy Records van Amsterdamse singersongwriter Celine Cairo.

Wie of wat zit erachter?
Ivy Records is het label van indiepop-singersongwriter Celine Cairo. Zo’n tien jaar geleden liet de Amsterdamse voor het eerst van zich horen toen ze meedeed aan De Grote Prijs, in De Wereld Draait Door speelde en zelfs werd uitgenodigd om in Carnegie Hall op te treden. Nadat haar muziek door de radio werd opgepikt, bracht ze twee EP’s uit en werkte ze samen met bekende namen als Fin Greenall (Fink), Grammy-genomineerde Bill Lefler en Jorrit Keijnen (HEAVN).

Ivy Records is een ‘boutique label’ en houdt de artistieke keuzes in eigen hand. Er wordt continu lang en aandachtig aan nieuwe muziek gewerkt. De releases worden gepland op eigen tempo onafhankelijk van commerciële belangen. Op dit moment focust Ivy Records zich voornamelijk op Cairo en haar albumrelease in augustus dit jaar. De enige andere artiest die op Ivy Records muziek uitbracht is dreampoppy singersongwriter Madoux. Die samenwerking kwam ook voort uit een lijntje met het team van Cairo.

What’s in a name?
De naam (‘Ivy’ is Engels voor klimop) zegt het al: Ivy Records staat voor eigen keuzes maken, onafhankelijkheid en een carrièreplanning waarbij de artiest en de muziek (en niet andere belangen) op één staan. Net als klimop onder alle omstandigheden kan groeien, sterk is en na verloop van tijd hele oppervlaktes kan beklimmen, bouwt ook Ivy Records langzaam, maar doelgericht aan het bereik van hun artiesten. De liefde is ook terug te vinden in de vele klimplanten die zich ook thuisvoelen in de studio van Ivy Records. Er wordt verder veel buiten Hollandse kantoormuren gewerkt: vooral Londen neemt een speciale plek in het creatieproces van de Ivy Records-platen in. Daar komt veel inspiratie vandaan, wordt er geschreven en geproduceerd.

Welke leus staat er op de kantoormuur?
Samenwerking staat centraal. Het label is opgericht met de gedachte dat dierbare samenwerkingen tussen gelijkgestemde muzikanten, het team en andere getalenteerde betrokkenen de stevigste basis leggen voor een langdurige carrière. Daarom wordt er intensief samengewerkt met onder andere distributiepartijen LAB Music, FUGA en Filter Music Group. Zij hebben eenzelfde visie op wat het is om artiest te zijn anno 2021. Het leverde het jonge label met DIY spirit tot nu toe vijftien miljoen streams op, drie Amerikaanse syncs en uitverkochte shows in pop- en theaterzalen in Nederland en buitenland.

Klinkt als:
De producties van Ivy Records zijn vaak erg gelaagd er wordt veel geëxperimenteerd met elektronische soundscapes. Toch is de organische en akoestische sound van gitaar of piano vaak te horen in de tracks. Ivy omschrijft zichzelf als een label dat een mix van pop en indie brengt. Voeg daar hun kenmerkende melancholische touch aan toe en je hebt Ivy Records. De songs hebben vaak een dromerige sound zoals de dreampop van acts als Daughter. Daarnaast zitten er ook veel filmische elementen in, zoals in de tracks van de koningin van de vergeten Hollywoodfilmsound Lana del Rey. Ook de signatuur van Keijnen van HEAVN is te horen.

Hoogtepuntjes

Celine Cairo – The Fire
The Fire kwam op 16 april uit en is een samenwerking met de Britse producer Tim Bran, die onder andere London Grammar en de Noorse artiest Aurora produceerde. De band van Caïro werd in Amsterdam opgenomen tijdens de lockdown, waarbij Bran in Londen via een live audioverbinding de opnames leidde. The Fire is een sonore ballad met een hoofdrol voor de piano èn een krachtige voorproef van het album dat later dit jaar wordt verwacht. 

Madoux – Runner
Luister ook even naar de track Runner van Madoux. Zij laat een wat donkerder en elektronischer geluid horen en vormt een mooie tegenhanger voor de lichtere sound van Celine Cairo.


April is labelmaand bij The Daily Indie. Heel de maand laten we je kennis maken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert. Waarom? Nou, omdat dat leuk is, en omdat in een label duiken een perfecte manier is om nieuwe muziek te ontdekken! Vandaag is het de beurt aan Mexican Summer, de belichaming van creatieve onafhankelijkheid die zijn bands lekker hun gang laat gaan.  

Wie of wat zit erachter?
Mexican Summer is als imprint begonnen vanuit Kemado Records uit Brooklyn. Kemado Records ontstond in de tijd dat indie in New York (en voornamelijk in Brooklyn) een revival meemaakte en veel kleine, onafhankelijke platenmaatschappijen opgericht werden. Mexican Summer, in 2008 door het duo Keith Abrahamsson en Andres Santo Domingo gecreëerd als een vinyl-only abonnementendienst, groeide hard mee. Hoewel Kemado Records zich vooral richtte op hardrock en heavy metal, gingen Abrahamsson en Santo Domingo al snel de richting op van een meer independent sound.

Hun passie lag in de creatieve onafhankelijkheid van bands die in hun slaapkamer of kelder op eigen houtje muziek maakten en uitbrachten wanneer zij wilden, compleet onafhankelijk van tijdsdruk en eisen van een platenmaatschappij. Het tweetal wilde dit proces stimuleren en bands onder het juk van een groot label vandaan halen en hen de vrijheid geven die zij nodig hadden. Al snel werd Mexican Summer onafhankelijk van Kemado Records. De ene na de andere indieband heeft zijn doorbraak meegemaakt op Mexican Summer: Real Estate, The Alps, Arp, Pill en Tamaryn. Nu staat het bekend als de New Yorkse belichaming van muzikale onafhankelijkheid en heeft het zijn portfolio met opnamestudios, boeken en festivals uitgebreid.

What’s in a name?
Mexican Summer is vernoemd naar een lied van de Amerikaanse muzikante Marissa Nadler, die zelf ook muziek op het label heeft uitgebracht. In dit nummer heerst zo’n zomers gevoel van vrijheid dat in meer muziek van Mexican Summer doorklinkt. De muziek is niet alleen maar zomers of zonnig: elke artiest heeft zo’n eigen sound waar de eigenzinnigheid van afdruipt. De naam slaat terug op de experimentele en avontuurlijke filosofie van het label. Daar staan zij voor: de vrijheid om te experimenteren, om als band je eigen ding te kunnen doen en muziek uit te brengen hoe en wanneer je wilt. 

Welke leus staat er op de kantoormuur?
Abrahamsson en Santo Domingo vinden het essentieel om artiesten hun eigen gang te laten gaan en hen te helpen waar nodig. Zij wilden voorkomen dat bands een verplichting voelen naar hun label om muziek uit te brengen, waardoor zij minder creatieve vrijheid zouden ervaren. Daarom besloten zij het anders te doen: ‘develop artists in a different way’: no pressure, breng je muziek uit wanneer je wilt, wij vertrouwen onze bands volledig. Zo heeft het label een eigen opnamestudio aan huis, Gary’s Electric, waar zij artiesten alle nodige hulp bieden.

Klinkt als:
Mexican Summer richt zich niet op één bepaalde sound, al staat het wel bekend om het verkennen van de zonnige kant van de indie. Het label begon met het uitbrengen van de Zweedse rock van Dungen, maar kwam al snel met wat eigenwijzere muziek van onder andere Peaking Lights, The Alps, Lansing-Dreiden en het doorbraakwerk van Real Estate en Allah-Las. Eigenlijk is het nooit opgehouden met dreampop en zonnige indie. Maar niet lang na het ontstaan van het label breidde Mexican Summer zich succesvol uit naar de elektronische kant met dochteronderneming Software Recording Co. Hier kwam muziek uit voort die zijn wortels had in jaren tachtig-synthpop en ambient, zoals Replica en Sculpture. Wat in alle muziek van Mexican Summer overheerst, is die ambiance van eigenzinnigheid en creatieve vrijheid.

Recente hoogtepunten

Iceage
Mexican Summer is wat je noemt een bezige bij. Binnen die eigenzinnige stijl waar het label om bekend staat, komen constant nieuwe platen uit. Het label schroomt zich niet om gevestigde bands onder zijn hoede te nemen. Zo is vrij recent onze Deense indie darling Iceage toegevoegd aan de familie in Brooklyn. De band brengt mei 2021 de LP Seek Shelter uit op het label. Met het toevoegen van deze band laat Mexican Summer zien dat het ook uit de voeten kan met stevigere, duistere postpunk.

L’Rain
Door de jaren heen is Mexican Summer meer experimentele muziek uit gaan brengen. Het liefst uit hun eigen stad. Zo is onlangs de experimentele multi-instrumentalist L’Rain uit Brooklyn aan de stal toegevoegd. Zij past volledig in de dromerige en experimentele sfeer van Mexican Summer. Luister naar haar nieuwe single Two Face en je merkt dit meteen op.

Geneva Jacuzzi
Experimenteel gaat al helemaal op voor de lofi synthpop van Geneva Jacuzzi, die haar nieuwe EP Human Head op Mexican Summer uitgebracht heeft.

Family Editions
De Anthology Series is een kleine aftakking van Mexican Summer waarop reissues van (klassieke) indieplaten worden uitgebracht. Onder de noemer van Family Editions, een samenwerking tussen Mexican Summer en Anthology, zijn prachtig gekleurde vinyls uit de Anthology Series gecreëerd die als een collectors item fungeren voor de échte label-liefhebber, zoals de ambient-elektro van Photay.

Looking Glass
Om het avontuurlijke karakter van Mexican Summer nog even te benadrukken, brengt het label digitale singles uit via Bandcamp met muziek gericht op de ‘human condition’ van connecties op afstand. Het concept Looking Glass springt handig om met hoe wij als mensheid met de pandemie om kunnen gaan en zoomt in op onze emotionele reis door deze unieke situatie.

Bonustrack: nevenactiviteiten
Dit label is een geweldig voorbeeld van een onafhankelijke platenmaatschappij die zijn onafhankelijkheid compleet omarmt. Het heeft altijd gedaan waar het zin in heeft. Een boek en een festival (Mexican Summer Marfa Fest, een samenwerking met kunstgalerij Ballroom Marfa in het kleine kunstdorp Marfa, Texas), een eigen opnamestudio, geen release deadlines en al heel vroeg succesvolle reissues. In de krap dertien jaar dat Mexican Summer nu aan de weg timmert, heeft het een enorme bijdrage aan de indie geleverd. Duik vooral in hun playlists met oude klassiekers en nieuwe knallers van hun artiesten en proef die eigenzinnigheid!


In onze serie ‘Inspired By…’ gaat Cor de Jong op zoek naar de literaire inspiratiebronnen achter popsongs. Iedere maand licht hij één schrijver of dichter uit, die op zijn of haar manier een stempel(tje) heeft gedrukt op de popmuziek. Dat kan zijn in de vorm van een citaat, een subtiel knipoogje, het terloops noemen van een titel of een naam.

Illustratie Zep de Bruyn

Toen The Libertines in 2014 weer bij elkaar kwam, betekende dit de reünie van de twee frontmannen Carl Barât en Pete Doherty. De break-up van de band, zo’n tien jaar eerder, was te danken aan het overmatige drugsgebruik, maar ook aan de haat-liefdeverhouding tussen de twee, die beurtelings als kemphanen en tortelduiven door het leven gingen.

De reünie leverde bovendien een derde studio-album op, Anthems For Doomed Youth (2015). Dat album werd behoorlijk positief ontvangen. Het album bevat verschillende literaire referenties, zoals vaker het geval is bij The Libertines (lees hier bijvoorbeeld over Pete Doherty en de Franse avant-garde schrijver Jean Genet). De titel van het album springt het meest in het oog. Die verwijst, evenals de title-track, naar een gedicht van Wilfred Owen, een van de bekendste Great War Poets.

The Libertines – Anthem For Doomed Youth
Here’s a story about the rules of death or glory
To be learned by heart by all children of men
It’s the hour of the morning on the day after the dawning
When the sun they said would never set finally set again
Was it Cromwell or Orwell who first led you to the stairwell
Which leads only forever to kingdom come
Rushed along by guiding hands whispers of the promised land
They wished you luck and handed you a gun

Life could be so handsome
Life could be so gay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way

In the pub that night
Racking out the lines of shite
Putting to right
All of the world’s great wrongs
Yes we thought that they were brothers
Then they half-murdered each other
Then they did a karaoke turn
And murdered our best song

Told the governor’s wife
About the last night of his life
She turned away in tears
Called you a liar
Where are all the old dreams now?
The batallions, once so proud
Lost in some old song and hanging on the old barbedwire

Life could be so handsome
It’s all gonna be okay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way

Nowhere in the institutions
Did they teach that revolution
Was something that could ever come to pass
Oh we tried one, once before
Was the king’s head on the floor
And we got booted out the boozer
Cause someone smashed the glass

Life could be so handsome
Life could be okay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way


‘Rules of death and glory’
Wilfred Owen kwam om in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog. In zijn gedichten doet hij verslag van het onmenselijke bestaan in de loopgraven. Waar in zijn vroegste gedichten nog een zekere strijdlust en vaderlandsliefde doorklinken, zien we in zijn latere gedichten alleen nog cynische commentaren op de zinloze slachtpartij waar hij deel van uitmaakte.

Dat zien we ook in dit gedicht waarin de dichter zich hardop afvraagt wat voor kerkklokken zullen luiden voor ‘hen die sterven als vee’. Het enige koor dat voor hen zal zingen wordt gevormd door het schrille gefluit van de granaten. Het zijn schrijnende beelden die Owen oproept, die de meedogenloosheid van de oorlog tonen en benadrukken hoe mensonterend de soldaten aan hun eind komen.

De oorlogsbeelden uit het gedicht komen terug in de songtekst, waarin het ook gaat over de ‘rules of death and glory’ en waar beschreven wordt hoe mannen onder valse beloftes naar een zekere dood worden gestuurd. En ook hier eindigt het mensonterend: ‘The batallions, once so proud / Lost in some old song and hanging on the old barbed wire’.

Gaat het alleen over oorlog? Of wordt die oorlog ook als metafoor gebruikt voor de problematische verhouding tussen Doherty en Barât? Zeker de zinsnede: ‘Yes we thought that they were brothers / Then they half-murdered each other / Then they did a karaoke turn / And murdered our best song’ lijkt betrekking te hebben op hun tweeslachtige relatie. Er is vaak gespeculeerd over de vraag in hoeverre Doherty en Barât geliefden waren. Zelf zijn ze hier altijd schimmig over geweest.

Dat stelt de verwijzing naar het gedicht van Wilfred Owen in een bijzonder daglicht. Owen schreef het gedicht in het hospitaal Craiglockhart, waar hij de dichter Siegfried Sassoon leerde kennen, die zich ontpopte tot zijn mentor. Over hun onderlinge relatie is al evenveel gespeculeerd als over die van Doherty en Barât. Het staat in elk geval vast dat dit gedicht, ‘Anthem For Doomed Youth’, sterk beïnvloed is door de commentaren van Sassoon. Sassoon las het niet alleen, hij zette er ook verbeteringen bij. In het oorspronkelijke handschrift is te zien dat Owen het gedicht ‘Anthem For Dead Youth’ had willen noemen. Sassoon zette er een streep door:

Wilfred Owen – Anthem For Doomed Youth
What passing-bells for these who die as cattle?
— Only the monstrous anger of the guns.
Only the stuttering rifles’ rapid rattle
Can patter out their hasty orisons.
No mockeries now for them; no prayers nor bells;
Nor any voice of mourning save the choirs,—
The shrill, demented choirs of wailing shells;
And bugles calling for them from sad shires.

What candles may be held to speed them all?
Not in the hands of boys, but in their eyes
Shall shine the holy glimmers of goodbyes.
The pallor of girls’ brows shall be their pall;
Their flowers the tenderness of patient minds,
And each slow dusk a drawing-down of blinds.


Owen en Sassoon
Het heeft iets van een songwritersduo: samen een tekst aanscherpen voor het beste resultaat. Net als Doherty en Barât werden Owen en Sassoon kort na hun periode in Craiglockhart van elkaar gescheiden, al was dat in hun geval geen vrije keuze. De oorlog riep. Sassoon keerde terug naar Frankrijk, maar raakte er gewond en kwam voorgoed naar huis. Hij probeerde Owen ervan te weerhouden om terug in dienst te gaan en dreigde zelfs een mes in zijn been te steken als hij het zou doen. Owen deed het toch. Een week voor de wapenstilstand kwam hij om het leven.

April is labelmaand bij The Daily Indie. Heel de maand laten we je kennismaken met de bedrijven die schuilgaan achter de muziek die je luistert. Waarom? Nou, omdat dat leuk is, en omdat in een label duiken een perfecte manier is om nieuwe muziek te ontdekken! Vandaag: het Britse The Leaf, dat van ‘het label van Caribou’ uitgroeide tot een gerespecteerde naam waarbij creativiteit en originaliteit de hoogste waarden zijn.

Wie of wat zit erachter?
The Leaf Label werd in 1994 opgericht door Tony Morley en Julian Carrera, twee heren uit Yorkshire die beiden al ervaring hadden binnen de muziekindustrie. Morley werkte als persvoorlichter bij het monumentale Londense indielabel 4AD, Carrera was werkzaam bij PR-maatschappij Stone Immaculate. Het label werd in de eerste instantie opgericht met als enige doel om muziek uit te brengen van Boymerang, het drum & bass-project van Graham Sutton, bekend als frontman van de postrockband Bark Psychosis. Toen dit een succesvol project bleek te zijn, besloten ze hiermee verder te gaan.

In 1996 scheiden de wegen van Morley en Carrera en besluit die eerste op te stappen bij zijn andere baan bij 4AD en zijn aandacht volledig op Leaf te richten. Ondanks het feit dat dit een zware periode was voor de muziekindustrie, vanwege de opmars van het internet, lukte het Morley om van Leaf een gevestigde naam te maken, dat bekend staat om haar brede en internationale focus, constante evolutie en persoonlijke aandacht voor de artiest.

What’s in a name?
De herkomst van de naam is niet helemaal duidelijk, maar als we een beetje creatieve vrijheid nemen, dan zou je kunnen zeggen dat de naam Leaf goed aansluit bij de filosofie van organische groei en evolutie die binnen het label heerst. Waarschijnlijk vond Morley het gewoon een mooie naam.

Welke leus staat er op de kantoormuur?
‘Moving the goalposts since 1995’. Hoewel Leaf haar start maakte als label dat vrijwel uitsluitend elektronische (dance-)muziek uitbracht, is de focus over de jaren heen verbreed met een scala aan artiesten die de grensvlakken bewandelen van techno, ambient, jazz, postpunk, minimalisme, folk en andere stijlen die lastig zijn om te voorzien van een label.

Inmiddels is Leaf uitgegroeid tot een gerespecteerd label waarbij creativiteit en originaliteit de hoogste waarden zijn. Geïnteresseerde artiesten kunnen dit al direct afleiden uit de tekst waarmee ze worden begroet op de contactpagina van de website: ‘If you sound exactly like one of the artists on the label, we are probably not interested – we already have that artist’. Dit zegt veel over de filosofie van het label: in herhaling vallen staat gelijk aan falen.

Was je net klaar met het producen van je EP met op Caribou geïnspireerde tracks? Ga dan maar weer terug naar de tekentafel.

Klinkt als:
Bij een label dat zo’n diversiteit aan verschillende genres huist, is het lastig om een rode draad te zien (of horen) tussen de afzonderlijke artiesten. Als we toch een verbindende factor zouden moeten noemen, dan is het de creatieve geest die artiesten op Leaf drijft om te experimenteren met nieuwe geluiden, meestal met een elektronische ondergrond. De muziek is vaak avontuurlijk, en actief luisteren wordt evenveel beloond bij de introspectieve acts als bij de uitbundige en explosieve tegenhangers. Het belangrijkste is dat iedereen het Leaf-DNA deelt, met die sterke drang naar creatieve expressie.

In het kort: hooghangend fruit met synthesizers.

Hoogtepuntjes

The Comet is Coming
Dit is een van de drie groepen onder leiding van Shabaka Hutchings, de officieuze koning van de Londense jazzscene. Naast deze band zwaait de Britse saxofonist ook de scepter over de groepen Sons of Kemet (bombastische jazz met Caribische invloeden) en Shabaka & The Ancestors (spirituele jazz met Zuid-Afrikaanse bezetting). Het debuutalbum van The Comet Is Coming genaamd Channel The Spirits kwam uit op Leaf en hiermee was een waar fenomeen geboren.

De band staat bekend om zijn psychedelische jams, geworteld in de stijl van Sun Ra en Pharoah Sanders, en de meedogenloze liveshows op Le Guess Who? en Footprints Festival. Naast het debuutalbum kwamen er twee EP’s uit op Leaf voordat de band verhuisde naar het legendarische Impulse! Records, bekend van grootheden zoals John Coltrane, Archie Shepp en Charles Mingus.

Snapped Ankles
Nog een hoogtepunt op het affiche van Leaf is de Londense band Snapped Ankles. Deze groep specialiseert zich in manische dancepunk die antwoord geeft op de vraag hoe DEVO had geklonken als de bandleden waren geboren in een Berlijnse bunker, levend op een strikt dieet van Can en NEU!-cassettes. De band scoorde al hits, zoals I Want my Minutes Back en Johnny Guitar Calling Gosta Berlin. De leden verschijnen vaak op het podium verkleed als bomen en struiken. Niet per se om aandacht te vragen voor het klimaat, maar omdat ze allen hun identiteit verborgen proberen te houden.

Daar zullen ze vast goede redenen voor hebben, naast het feit dat het natuurlijk een mysterieus tintje geeft aan de band. Toch neemt de band zichzelf niet al te serieus. De naamloze frontman lijkt het heerlijk te vinden om zijn absurdistische lyrics als mantra te herhalen, tot het punt dat je er alleen maar om kunt grijnzen. Een perfect voorbeeld is de onlangs verschenen track Rhythm Is Our Business. Het nieuwste album van de band Forest Of Your Problems verschijnt op 2 juli 2021 op Leaf.

Susumu Yokota
Tenslotte nog een beetje speciale aandacht voor een minder recente artiest, namelijk de Japanse producer Susumu Yokota. Naast de vroege releases van Manitoba/Caribou is het werk van Yokota een van de redenen dat Leaf als label op de kaart werd gezet. Yokota hield er een unieke stijl van ambient en techno op na, door dromerige soundscapes te mengen met minimalistische beats en samples van natuurgeluiden en artiesten waar hij veel bewondering voor had (Steve Reich en Harold Budd). Yokota overleed in 2015 op 54-jarige leeftijd na een lang ziektebed. Hij bracht tussen 1999 en 2002 meerdere albums en EP’s uit op Leaf die inmiddels als klassiekers worden beschouwd, waaronder Sakura, Grinning Cat en The Boy and the Tree.

Bonustrack: het selectieproces
Over het selectieproces van demo’s is Leaf wederom nuchter en direct: ‘Just because you are the greatest new artist on the planet, doesn’t mean you are necessarily appropriate for The Leaf Label’. Het wordt niet compleet ontmoedigd om ongevraagd demo’s op te sturen, maar er wordt wel een oproep aan artiesten gedaan om goed na te denken of er wel een match is.

Mocht je toch die stap willen zetten, stuur dan een CD op met één of meer voorgeselecteerde tracks, het liefst in recyclebare verpakking. Het team van Leaf luistert uiteindelijk naar alle demo’s, bij voorkeur in de auto. Als je muziek niet binnen dertig seconden wordt afgezet, beland je met een beetje mazzel op de maybe-stapel. Heb je minder geluk, dan hoor je nooit meer iets van ze en wordt je CD hergebruikt als versiering voor kinderkamers en vogelverschrikkers. Toch ook een troostende gedachte.

Check The Leaf Label op Bandcamp.