Feature

The Daily Indie neemt je mee op reis, volgende stop: Portugal


30 juni 2020

The Daily Indie neemt je mee op reis vanuit je luie stoel en het is alweer tijd voor onze volgende bestemming. De zomerse temperaturen van de laatste tijd vragen om een zomerse bestemming: we gaan naar Portugal!

Benieuwd naar onze vorige bestemmingen? klik op de volgende linkjes voor de specials over AustraliëJapanSpanjeZwedenWalesCanadaMexicoArgentiniëZuid-AfrikaZuid-Korea en Tsjechië.

Met landen als Spanje, Mexico en Argentinië hebben we in deze rubriek al een mooie dosis Spaanstalige indie voorbij horen komen. Deze week is het tijd voor een andere zomerse tongval en stellen we je voor aan een viertal Portugese acts.


Foto: Ricardo Gomes

Vaiapraia
We beginnen onze reis deze week in Setúbal, een stadje net onder de hoofdstad Lissabon. Hier treffen de creatieve geest van multi-instrumentalist Rodrigo Vaiapraia aan. Vaiapraia leerde zichzelf omgaan met verschillende instrumenten en begon in de periode tussen 2013 en 2016 met het werken aan demo’s. In 2017 kwam het eerste concrete werk van deze artiest op de markt, in de vorm van debuutalbum 1755. Een album dat dit jaar eindelijk een vervolg kreeg met zijn tweede album 100% Carisma. Een album waarop de Portugees zestien nummers in veertig minuten heeft weten te stoppen.

De korte duur van de nummers passen bij het postpunk-achtige karakter van Vaiapraia. Snelle drumbeats zorgen voor een constant gevoel van snelheid, terwijl de hese stem van Vaiapraia zich genadeloos een weg van de speakers naar je trommelvliezen baant. Hoewel de meeste nummers op de plaat tussen de twee en drie minuten zijn, sluit de plaat af met É Que À Noite, met iets meer dan vier minuten het langste nummer op het album. Een nummer dat zich langzaam ontvouwt tot een opzwepende punk-song.


Foto: Adriana Oliveira

Miramar
Bij onze volgende halte stellen we jullie graag voor aan de instrumentale gitaar-folk van Miramar. De band is eigenlijk het verhaal van twee ervaren muzikanten: Frankie Chavez en Peixe, uit verschillende windstreken, die verschillende levenspaden hebben bewandeld, maar elkaar toch hebben weten te vinden in de muziek. Peixe vergaarde in de jaren negentig de nodige bekendheid in Portugal met Ornatos Violeta, terwijl Chaves sinds 2010 drie albums en een EP onder zijn eigen naam uitbracht.

Hoewel zowel het solowerk van Chaves als Ornatos Violeta meer de rock-kant opgaat, maakt het tweetal met Miramar juist rustgevende en instrumentale gitaarmuziek. In 2018 kwam debuutsingle I’m Leaving uit, wat een jaar later gevolgd werd met het zelfgetitelde debuutalbum. Een album waarop het tweetal een kleine veertig minuten gitaar speelt en een oase van rust creëert.


Madrepaz
Voor de derde band trekken we naar Lissabon, voor de ietwat psychedelische indiepop van Madrepaz. De band kwam in 2015 bij elkaar en bracht een jaar later debuutsingle O Sol Amarelo, Vol. 1 uit. In 2017 pakte Madrepaz door met debuutplaat Panoramix, dat een jaar later meteen een vervolg kreeg met het zomerse Bonanza. Vorig jaar werd een eigen versie gemaakt van Mundo a Mudar, een nummer dat oorspronkelijk van de eerdergenoemde Frankie Chavez is. Tenslotte bracht de band ook dit jaar nog een fijne single uit, genaamd Costas Quentes.

Het geluid van de band hangt, zeker op de nieuwe plaat, tegen het psychedelische aan zonder echt trippy te worden. Op Panoramix daarentegen zijn, bijvoorbeeld met Tudo Morto, Tudo Vive, wel een paar psychedelische geluksmomenten te vinden. Daarnaast zorgen de Portugese teksten voor een extra waas van mysterie om de nummers heen. De instrumentatie klinkt veelal vrolijk en zomers, maar toch zorgt deze in combinatie met de dromerige zangstem voor een gevoel van melancholie.


Foto: Joana Castelo

Black Bombaim
Voor onze laatste stop van deze week, trekken we naar het noordwesten van het land, naar een klein plaatsje genaamd Bercelos. Dit is de uitvalsbasis van het psychrock-trio Black Bombaim, bestaande uit gitarist Ricardo Miranda, bassist Tojo Rodrigues en drummer Paulo Gonçalves. Het drietal leerde elkaar kennen op de middelbare school, toen ze onderdeel waren van een groep die tussen lessen door samenkwam om te roken en muziek uit te wisselen. Ten tijde van het ontstaan van de band waren ze pas rond de vijftien jaar oud.

Waar we onze reis begonnen met de korte postpunk-songs van Vaiapraia, gaan we met Black Bombaim 180-graden de andere kant op. Zelf typeert de band zijn sound als heavy instrumental psychrock en daar is geen woord aan gelogen. Met instrumentale nummers die met regelmaat de tien, vijftien of zelfs twintig minuten passeren, lijkt de band een aanhanger van de filosofie ‘lengte boven hoeveelheid’ te zijn. De band heeft sinds debuutplaat Titans in 2012 inmiddels vijf langspelers op zijn naam staan, met allemaal slechts tussen de twee en vijf nummers.

En die mogen er zijn! Neem bijvoorbeeld het meest recente album, Dragonflies with Birds and Snake, dat overigens letterlijk vernoemd is naar de drie tracks die erop staan. De plaat opent met Dragonflies, een instrumentale trip van twintig minuten. Maar als je even niet oplet dan zijn dit meteen de snelste twintig minuten van je leven. De opbouw van de instrumentatie zit zo vernuftig in elkaar dat deze je vanaf het begin in een houdgreep neemt, zonder de intentie je voortijdig los te laten.