In onze reisserie Ontdek Je Plekje nemen (gast)redacteurs je mee naar makkelijk te bereiken, onverwachte Europese steden waar je als muziek- en cultuurliefhebber volop aan je trekken komt. Dus toen we door New Fall Festival werden uitgenodigd om te komen ontdekken wat het Duitse Düsseldorf achter de façades van staal en glas te bieden heeft, wisten we het wel.

Tekst Robin van Essel
Foto’s Robin van Essel & Reiner Pfisterer

Als Rotterdammer (zoals ondergetekende) voel je je snel thuis in Düsseldorf: ook deze stad is in de Tweede Wereldoorlog effectief in de as gelegd en dus vanaf de grond toe opnieuw opgebouwd, vol abstracte en moderne architectuur. Met name in stadsdeel Medienhafen siert dit de oevers van de Rijn. Ook hier snijdt de rivier de stad in tweeën en is overspannen door meerdere moderne bruggen. Ook hier steekt een uitkijktoren als een naald ruim honderdvijftig meter boven de skyline uit. Ook hier ademt de stad rauwe én gepolijste creativiteit en ondernemerschap. Düsseldorf is een overzichtelijke, schone en compacte stad, waar je in een weekend gemakkelijk voldoende in kan duiken.

We zijn hier op uitnodiging van het New Fall Festival, waar we je eerder al aan voorstelden, en dat zich voornamelijk ’s avonds afspeelt. Genoeg tijd dus om te ontdekken wat deze stad nog meer te bieden heeft voor muziekliefhebbers!

Apparat op New Fall Festival

The Sound Of Düsseldorf
Düsseldorf was in de jaren zeventig het thuis van een rauwe, immens creatieve en grensverleggende muziekscene. Het is de plek waar, geïnspireerd door de omliggende industrie van het Ruhrgebied, de esthetiek van de punk en de mechanische sound van de techno voor het eerst een verbond smeedden. Zo stond Düsseldorf aan de wieg van de Krautrock en de Neue Deutsche Welle, muziekstromingen die de weg plaveiden voor hele genres die we vandaag de dag nog steeds luisteren.

Het was de plek waar Ralf Hütter en Florian Schneider-Esleben van Kraftwerk voor het eerst hun ‘model’ zagen langslopen, die Bowie inspireerde om naar Berlijn te gaan, waar Andreas Frege van Die Toten Hosen voor het eerst met punk in aanraking kwam en waar Depeche Mode zijn coverart maakte. Dankzij de invloedrijke kunstacademie (de oudste en grootste van Duitsland) was de muziekscene hier bovendien bovengemiddeld artistiek, met een opvallende eigen stijl verweven met beeldende kunst en architectuur, en drukte destijds een zichtbare stempel op het culturele leven in de stad.

The Sound of Düsseldorf-tour

Voor wie diep in die muzikale historie wil duiken, is The Sound Of Düsseldorf een aanrader. Elke zaterdag nemen Michael Wenzel en Sven-André Dreyer, lokale muziekjournalisten en auteurs van het boek Keine Atempause: Musik aus Düsseldorf, je mee op een twee uur durende tocht langs allerlei plekken die een rol spelen in de muzikale historie van de stad. Je komt langs de locaties van bekende albumhoezen, legendarische studio’s, platenzaken, clubs en podia. De goed geïnformeerde Wenzel en Dryer zitten vol met vermakelijke anekdotes en laten tijdens de tocht ook muziek van lokale bands als Kraftwerk, NEU!, Die Toten Hosen, Rheingold en La Düsseldorf ongegeneerd hard over de meegebrachte bluetoothspeaker knallen. Enige puntje is dat je je naamvallen wel op orde moet hebben: hoewel de titel van de tour anders suggereert, is deze Duitstalig.

Legendarische clubs
Leuk die geschiedenis, maar: das war. Net als helaas in zo veel andere steden, moet je in Düsseldorf tegenwoordig eerst een laagje vernis wegkrassen voordat je die verhalen terugvindt. Met het verstrijken der jaren vestigde een grote financiële dienstverlenende sector zich in de stad. Het bracht de gentrificatie-drift mee die ook hier in volle hevigheid heeft toegeslagen. Zaken en welvaart zijn moeilijk te verenigen met de conventies van een tegencultuur met anarchistische trekjes. Clubs en concertzalen moesten plaatsmaken voor hotelketens, kantoren of appartementen. Gelukkig zorgt de rijke historie van de muziekscene hier er ook voor dat deze veerkrachtig is. Je kunt hem op de ene plek de kop indrukken, maar dan steekt ‘ie wel op een andere die kop weer op.

Stone im Ratinger Hof

Zo bestaat de legendarische punkclub Stone im Ratinger Hof (Ratinger Straße 10) nog steeds, weliswaar als doorstart van de plek van weleer. Toen wij er waren, knalde de Duitse punk uit de speakers en waren de biertjes goedkoop; alsof de tijd heeft stilgestaan. We moeten bekennen dat we ook Green Day voorbij hoorden komen, waarschijnlijk om de aanwezige Engelse vrijgezellenfeesten tevreden te houden. Als je het wat authentieker wil, ga dan voor Salon des Amateurs (Grabbeplatz 4), een nachtclub onder museum Kunsthalle die zich qua legendarische status kan meten met de beste clubs van Berlijn en Keulen. Sinds de opening in 2005 was dit de club waar de dj’s voor het eerst midden in het publiek stonden en new wave en krautrock voor het eerst geschikt bleken voor de techno-dansvloer. Salon moest door achterstallig onderhoud vorig jaar de deuren sluiten, maar er werd pas vanuit het niets voor volgende week een re-opening aangekondigd.

Kunst en platen
We zeiden het al: de kunst- en muziekscene zijn maar op weinig plekken zo verweven als in Düsseldorf dankzij de grote Kunstakademie. Zo kan het dus zijn dat je in de metro (in station Heinrich-Heine-Allee) ineens onderdeel wordt van een muzikale kunstinstallatie waarvoor Kurt Dahlke, oprichter van de legendarische NDW-band DAF en net zo legendarische platenlabel Ata Tak, de muziek maakte. Ook vind je in de stad tien Säulenheiligen van kunstenaar Christoph Pöggeler: aanplakzuilen met daarop levensechte standbeelden zoals een vrouw in een trouwjurk of een vader met zijn zoontje op zijn nek. Ze zijn zo realistisch dat je elke keer je ogen niet helemaal gelooft.

Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen

Voor wie minder fan is van guerilla-art heeft de stad ook een aantal uitstekende musea. Vooral Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen (met locaties op de Grabbeplatz en Ständehausstraße) zijn de moeite waard, met verschillende moderne expo’s die de grens van audiovisuele visuele kunst opzoeken. Ook de moeite waard zijn de moderne schilderijen in het Kunstpalast (Ehrenhof 4) en de absurde beeldende kunst van de Kunsthalle (Grabbeplatz 4).

Met de handige Düsseldorf Card voor gratis openbaar vervoer krijg je bovendien bij de meeste musea korting of gratis entree. Meer weten what’s going on? Check het stadsmagazine The Dorf voor een actueel cultuurprogramma. Het is op Issuu beschikbaar in het Engels.

Ook voor de betere platenzaak kom je in Düsseldorf nog steeds aan je trekken. De tijden waar je onder de counter zeldzame punkplaten kon kopen in het legendarische Rock On zijn weliswaar voorbij, maar het lastig vindbare Hitsville (Wallstraße 21) is een goede vervanger. Het is de bekendste zaak van de stad, mede dankzij de eigenaar; de voormalige Ratinger Hof-dj Jürgen Krause. Je kunt hier op zoek in een verzameling van muur tot muur vol met goed gecategoriseerd vinyl, veel tweedehands, naar die ene NDW-parel. Rainking Records (Düsselthaler Straße 2) en Slowboy (Lindenstraße 186) zijn eveneens goede alternatieven. Electronica-liefhebbers moeten naar Beat Retreat (Ackerstraße 53).

New Fall Festival
Met New Fall Festival heeft Düsseldorf een bijzonder festival te pakken, en een extra aantrekkelijke reden om de stad te bezoeken. Het is een kleinschalig festival dat een beetje aandoet als een showcase. Deels is dat het ook: er staan ook panels, conferenties en thema-showcases op het programma. Uit de prominente aanwezigheid van de posters en programmaboekjes, die je overal in de stad terugziet, en grote aandeel lokale bands, rijst het vermoeden dat de gemeente diép in New Fall zit om de muziekscene van Nordrhein-Westfalen een boost te geven (en het toerisme naar de stad in de slipstream).

Allah-Las

Dat stoort echter totaal niet. New Fall profileert zich als ‘festival voor muziekliefhebbers, niet voor muziekverslinders’. Hier geen bomvolle blokkenschema’s, maar vier dagen lang één tot vier volwaardige shows en showcases per dag, op diverse fraaie locaties rond cultuur-hotspot de Ehrenhof.  Het idee is ongetwijfeld dat je middels de ‘gewone’ headliners – dit jaar Allah-Las, Apparat, Roosevelt en Nils Frahm – zo ook wat lokaal talent meepakt. Die zijn soms een beetje hit & miss. Maar toch: de fijnste shows die het weekend zien, zijn de licht-psychedelische indie van Suzan Köchner Supraphon, singersongwriter-waar-wij-nog-nooit-van-hadden-gehoord-maar-heel-veel-Duitsers-wel Antje Schomaker en de zonnige maar razendknappe slackerpop (ja, we wisten ook niet dat Duitsers dat konden maken) van The Mañana People.

Antje Schomaker

Net als Düsseldorf zelf, is New Fall net effe anders dan je gewend bent. Maar ook, dankzij het bescheiden programma en bezoekersaantal, juist heel erg relaxt. Dankzij de inbedding die het festival heeft in de stad en de bijzondere locaties waar het plaatsvindt is het absoluut een heel goede reden om Düsseldorf specifiek in het tweede weekend van oktober te bezoeken.

Bier in de Altstadt en Instagrammable eten
Je zou het haast vergeten, maar je bent in Duitsland. We associëren meestal de zuidelijke provincie Beieren met bierhallen, lange tafels en volle pullen, maar hun Rheinische landgenoten kunnen er ook wat van. Die Toten Hosen noemden de binnenstad van Düsseldorf in Der Altbierlied ‘de langste bar ter wereld’ en dat is niet overdreven: het centrum telt ruim 260 bars, waarvan vele een eigen variant van het lokale, donkere Alt-bier brouwen, dat met tientallen glazen tegelijk door de obers op enorme dienbladen non-stop getransporteerd wordt naar de schijnbaar onstilbaar dorstige bezoekers. Vooral de Flinger Straße, Ratinger Straße en Bolkerstraße veranderen na werktijd in een immense blockparty die tot in de kleine uurtjes doorgaat.

Bolkerstraße

Stoppen om te eten hoeft ook niet trouwens. De vele Brauereien daar, zoals de Im Füchschen, Zum Schlüssel, Zum Schiffchen of Zum Uerige, zijn van die stereotype Duitse bierholen en serveren voer dat meer dan uitstekend fungeert als bodempje voor nog meer bier. Lokale specialiteiten zijn Schweinehaxe (geroosterde varkensenkel) en Sauerbraten (zuur stoofvlees), uiteraard geserveerd met overdaad aan zuurkool, rodekool en aardappels. Erg subtiel is het allemaal niet, maar hé: je bent in Duitsland.

Mocht bovenstaande niet je ding zijn, geen nood. Net als in andere grote Duitse steden heeft de jongere generatie weinig op met de twijfelachtige dieetkeuzes van zijn ouders. En dus struikel je in Düsseldorf over hippe, moderne cafés waar je naast een bakkie espresso of flat white ook gewoon een prima Instagrammable avo-toast of açai bowl kunt krijgen. Probeer ook vooral de (wel traditionele, maar stuk lichter verteerbare) Halve Hahn die je overal op de kaart vindt: twee stukken vers roggebrood met hüttenkäse, zilveruitjes en mosterd. Café Velvet (Stresemannstraße 8) in het centrum was een erg aangename plek voor een cafeïnepauze en ook op de hipsterfähige Lorettostraße (vlakbij Medienhafen) vind je veel vintagezaken en cafés, waarvan Greentrees (Lorettostraße 54) onze favoriete koffie serveerde.

Greentrees

Voor lunch is de markt op de Carlzplatz een aanrader. Naast marktkraampjes met vers fruit, groente, vis en vlees vind je hier allerlei street food, dat je opeet aan een van de lange statafels. Voor je avondmaal kun je vertrouwen op de enorme Japanse community van Düsseldorf, die heeft gezorgd voor ongeveer een miljoen ramen noodle-bars die je overal in de stad ziet. De nu ook in Nederland gevestigde keten Takumi (Immermannstraße 28) is hier begonnen als piepkleine zaak.

Hoe kom je er?
Bespaar je de vliegschaamte en pak gewoon de trein of bus, waarmee Düsseldorf ook lachwekkend snel te bereiken is vanuit Nederland. Met NS International sta je vanuit Utrecht binnen twee uur op het Hauptbahnhof. De Deutsche Bahn heeft een rechtstreekse intercitybusdienst tussen Antwerpen, Eindhoven en Düsseldorf. Ook andere aanbieders zoals BlaBlaBus en Flixbus rijden vanuit het hele land al dan niet direct naar de stad.


De allerlaatste week van de zomer is aangebroken, maar why stop? In onze reisserie Ontdek Je Plekje nemen (gast)redacteurs je mee naar makkelijk te bereiken, onverwachte Europese steden waar je als muziek- en cultuurliefhebber volop aan je trekken komt. Na dit jaar in BrightonCluj-Napoca en Edinburgh te zijn geweest, gaan we er nog een keer op uit, en wel naar de Oekraïense hoofdstad Kiev.

Tekst en foto’s Theo van der Veer

Als er één Oost-Europees land veel in het nieuws is geweest de laatste jaren, dan is het Oekraïne wel. Om uiteenlopen redenen haalde het hier de kolommen van de dagbladen: de Oranje revolutie, de songfestivalwinst van Svetlana, de perikelen rondom de Krim en recentelijk nog de uitverkiezing van de komiek Volodymyr Zelensky tot president van de voormalige Sovjetstaat. Oekraïne is op z’n zachtst gezegd een bijzonder land, waar we weinig van weten. Veel minder dan dat we eigenlijk denken.

Denk je aan Kiev, dan denk je waarschijnlijk niet aan een bruisende, hippe en westerse stad. Niks is echter minder waar. Kiev (of Kyiv zoals ze zelf zeggen; Kiev is een ouderwetse Russische uitspraak, Oekraïners zullen gevleid zijn als je de stad op een Oekraïense manier noemt) is moderner dan je verwacht en een stad die binnen afzienbare tijd uit zou kunnen groeien tot misschien wel ‘het nieuwe’ Berlijn of Leipzig. Toegegeven, dit predicaat wordt tegenwoordig te pas en te onpas op steden geplakt waar iets broeit, toch is Kiev en stad met (culturele) potentie. Al loopt het er nog niet over van toeristen: van fotograferende Aziaten blijf je vooralsnog gevrijwaard.

Verdwalen
Om niet te verdwalen in Kiev – de stad bestrijkt per slot van rekening 836 km² en telt bijna drie miljoen inwoners – heb ik afgesproken met Alona Dmukhovska. Ik heb haar vorig jaar leren kennen tijdens een cultureel uitwisselingsproject, waarvoor ze toen in Nederland was. We ontmoeten elkaar bij het metrostation Arsenale, op zich al een belevenis. Station Arsenalna (vernoemd Arsenal Factory, is een van de oudste en meest beroemde industriële fabrieken) ligt ruim 100 meter onder de oppervlakte en is daarmee het diepste metrostation ter wereld. Vanaf daar is het tien minuten lopen naar de Wake CUP Bar (Ivan Mazepa Str. 18/29) een hippe bar onder de grond waar je we gaan dineren. De kaart telt talloze vegetarische en veganistische gerechten. Maar je kunt er ook terecht voor een goed ontbijt, lunch, maar het is ook een prima werkplek, met goede koffie!

National Museum of the History of Ukraine
Vanuit daar maken we een wandeling naar het National Museum of the History of Ukraine in the Second World War (Lavrska Str. 24), een park dat even buiten het centrum ligt. Vanaf hier heb een prachtig uitzicht over de oostkant van de stad, en de rivier de Dnipro, die de Kiev in tweeën deelt. Ook het park zelf is een adembenemende verzameling van visuele hoogstandjes. Het is aangelegd tijdens het Sovjetregime en het park staat dan ook vol met megalomane Sovjet-standbeeelden. Indrukwekkend, voor wie een fascinatie heeft Oost-Europese architectuur, zoals ondergetekende (die wat dat betreft in Kiev goed aan zijn trekken komt). Helden en gevallenen worden hier groots geëerd. Of beter gezegd werden: de hedendaagse, jonge inwoners van Kiev hebben niet veel op met de toenmalige Sovjet-Unie. Het Motherland Monument van ruim honderd meter, dt trouwens zeer prominent aanwezig in een clip van Frightened Rabbit, is gebouwd ter verheerlijking van de toenmalige ‘Unie van Socialistische Sovjet Republieken’.

Majdan Nezalezjnosti
Na een wandeling langs overheidsgebouwen en de ambtswoning van de recentelijk verkozen president, belanden we op het Onafhankelijkheidsplein (Majdan Nezalezjnosti). Wereldberoemd geworden als strijdtoneel van de Oranjerevolutie (2004-2005) en Euromaidan (de Revolutie van de Waardigheid): protesten en politieke manifestaties waarbij tientallen doden vielen te betreuren. De gevallenen worden middels portretten op indrukwekkende wijze herdacht.

En hoe wrang ook, door de recente geschiedenis is het plein tevens de grootste toeristische trekpleister en kloppend hart van de stad. Het is nog opvallend druk op de late avond, maar het is dan ook nog altijd ruim 25 graden. De zomers in Oekraïne zijn erg warm: dagen van rond de 30 graden zijn geen uitzondering (maar een onverwachte wolkbreuk al evenmin). We vinden enigszins verkoeling wanneer we de het metrostation inlopen, hier neem ik afscheid van Alona. Op steenworp afstand van het Majdan Nezalezjnosti is Cuba Coffee (Tarasa Shevchenkalaan 2) gevestigd, hier schenken ze misschien we de beste koffie van Kiev.

Majdan Nezalezjnosti

Koфeepия
De volgende dag bezoek ik Podil, een van de hipste wijken van de stad en tevens een van de oudste. Podil is het culturele hart van Kiev. Daarnaast kun je hier prima eten en zijn er zijn tal van leuke koffietentjes, waar veel opgeklapte laptops opvallen en zeer goede (en sterke) koffie geschonken wordt. Mijn favoriet is koffietent Koфeepия (Mezhyhirska Str. 7), wat zoiets betekent als ‘lekkere koffie waar je blij van wordt’. Een klein schattig zaakje, waar vintage meubilair de boventoon voert. Al weet je in Oost-Europa nooit of dit de bedoeling is, of dat het interieur al die jaren onaangeroerd is gebleven. De koffie is er voortreffelijk en niet duur. Op een goede tweede plaats gevolgd door Hum:Hum (Mezhyhirska Str. 13/34), zelfde recept: goede koffie, maar ook een prima vegetarische kaart.

Want voor een goede vegetarische (en zelfs een veganistische) maaltijd kun je in Podil te kust en te keur terecht. Een goed voorbeeld hiervan is KOLO (Illinska Str, 20). Een klein restaurantje, op steenworp afstand van de Dnipro, waar een goede vegetarische maaltijd geserveerd wordt. Minstens zo lekker kun je eten bij MOMO (Petra Sahaidachnoho Str. 24), gelegen aan het Kontraktova plein, in het kloppende hart van Podil. Een hip restaurant dat van buitenaf de uitstraling heeft van een fastfoodrestaurant en dat in zeker zin ook wel is, alleen staat de kaart hier vol met biologische, vegetarische en veganistische lekkernijen. Zoals smoothies en drankjes maar ook gerechten die je zelf samenstelt. Dit alles voor een zeer schappelijke prijs. Dit in tegenstelling tot in ons land, waar verantwoord eten en drinken synoniem zijn voor hoge prijzen.

MOMO

Closer
In zo’n hippe stad zal het ook wel goed zitten met het muzikale landschap, zou je zeggen, maar de muziekscene van Kiev is niet gecentraliseerd. Desondanks zijn er genoeg podia om leuke concerten te bezoeken. Kunst en cultuur was sowieso geen ondergeschoven kindje in de Sovjettijd en daar plukt (op het gebied van vastgoed) Oekraïne nog altijd de vruchten van. Er zijn talloze theaters en musea (wat te denken van het Jellyfish Museum, serieus!) in de stad, én er zijn een paar hele interessante poppodia.

Yurkovytsya

Een van die podia is Closer (Nyzhnoiurkivska Str. 31), bekend om zijn dance- en techno-avonden, maar er treden ook regelmatig bands op. De club zelf ligt achteraf, in gebied dat Yurkovytsya heet. Closer is een wereldberoemd podium waarvoor zelf The Guardian en The New York Times vleiende woorden over hadden. DJs als Richie Hawtin, Helena Hauff en Moodyman zijn hier kind aan huis. Maar er wordt breder geprogrammeerd: op de (doordeweekse)avond dat ik er ben, treedt het lokale DZ’OB op, een zevenkoppig orkest met strijkers, een drummer en een DJ. De prijzen bij Closer liggen aanzienlijk hoger dan elders in de stad en de ervaringen met betrekking tot gastvrijheid schijnen nogal wisselend te zijn. Ik heb hier in elk geval een prima avond gehad.

DZ’OB

Muziek op Trykhaniv Island
Een andere locatie waar zomers met regelmaat festivals en concerten plaats vinden is Южный Берег Киева (wat zoiets als ‘Zuidkust Kiev’ betekent). Een prachtige strandtent (inclusief zandstrand) met podium op het eiland Trykhaniv island, gelegen aan de Dnipro. Overdag ook een prima plek om te vertoeven. Om hier te komen kun je vanuit het centrum het best de voetgangersbrug Parkovy Pedestrian Bridge over de rivier nemen. Op de avond dat ik Trykhaniv island bezoek, treedt Lucas Bird er op, een jonge hipster van nog geen twintig jaar. Южный Берег Киева is een plek waar je ziet en gezien mag worden. Het publiek is jong (mid twintig) en westers uitgedost.

Na het optreden spreek ik kort met Bird, ik vraag hem hoe populair hij is in Kiev. Hij kan nog moeiteloos over straat kan lopen, ‘zonder herkend te worden’, antwoordt hij serieus. Maar een doorbraak, binnen maar ook buiten Oekraïne hoeft niet lang op zich te laten wachten. Zijn blik is vooral gericht op het  westen. “In Kiev is geen popscene, iedereen werkt op z’n eigen een eilandje”, legt hij uit. Naast het westen zou hij ook graag oostwaarts trekken. “Naar Japan”, vertelt hij enthousiast. “Na Oekraïne worden mijn liedjes daar het meest gedraaid.” Het is niet voor het eerst dat ik hoor dat er geen samenhangende muziekscene is in Kiev. Dat is jammer, want hierdoor zijn artiesten veelal op zichzelf aangewezen, of op Music Export Ukraine, de organisatie waarvoor ook Alona werkt.

Lucas Bird

Scenevorming kun je ook niet creëren, het moet ontstaan. Potentie in Kiev is er genoeg, zoals de afgelopen jaren ook al te zien was op Eurosonic. Daarnaast is het een heel interessante stad, die mijn hart heeft gestolen. Het leven is goedkoop en je kunt er goed overnachten. Reizen doe je het beste met de metro: voor nog geen 10 cent koop je al een muntje voor een ritje, zonder zones. Het is een stad waar historie en vooruitgang hand in hand lopen en een aanrader voor iedereen die niet achter in de rij van toeristen wil aansluiten, maar wel het nodige wil zien.

Hoe kom je er?
Voor mensen met vliegschaamte is Kiev op zich goed te bereiken met de auto, hoewel de wegen na Warschau niet van de kwaliteit zijn als wat wij hier in het westen gewenst zijn. Daarnaast is de douane een uitdaging en niet slechts een horde. Vliegen een betere optie. Dat kan dagelijks vanaf Schiphol en daarnaast met regelmaat vanaf Rotterdam en Eindhoven.

De zomer is bijna voorbij, maar why stop? In onze reisserie Ontdek Je Plekje nemen (gast)redacteurs je mee naar makkelijk te bereiken, onverwachte Europese steden waar je als muziek- en cultuurliefhebber volop aan je trekken komt. Nadat we dit jaar Brighton en Cluj-Napoca aandeden, willen we je van harte aanraden om er in de nazomer nog eens op uit te gaan richting dit culturele pareltje: de Schotse hoofdstad Edinburgh.

Tekst & foto’s Jort van Meeteren en Iris Luimstra

Edinburgh, de hoofdstad en twee na grootste van Schotland, staat bij menigeen bekend als de geboorteplaats van J.K. Rowling’s Harry Potter-boekenreeks. Ook is het in augustus terrein van ’s werelds grootse kunstfestival: Edinburgh Festival Fringe. Maar Edinburgh biedt meer. Cultuur, historie, traditie, het is een stad die bomvol staat van de inspiratie en creativiteit. Vanuit Edinburgh is het ook vrij gemakkelijk om tochtjes te maken naar de Highlands. Bezoek de stad in de lente of net voor Edinburgh Fringe, want dan is het klimaat (en het toerisme, en dus de prijzen) op zijn best.

Bier en muziek aan Cowgate
In Old Town kan elke muziekliefhebber met name ’s avonds aan zijn trekken komen, en dan vooral aan Cowgate en omliggende straten. Een speciaalbiertje en pizza haal je bij Brewdog (143-145 Cowgate), een van de populairste brouwerijen van Schotland. Vervolgens vind je ofwel bij Sneaky Pete’s (73 Cowgate) ofwel bij Three Sisters (139 Cowgate) een band of performer die je prima de hele avond vermaakt. Mocht je het daar niet vinden, loop dan door richting het café Stramash, ook aan Cowgate (nummer 2017), of een van de livemuziek bars in Blair St, Grassmarket en omliggende straten. (IL)

Greyfriars Bobby’s Bar (30-34 Candlemaker Row)
Vernoemd naar Bobby, de beroemdste hond van Edinburgh, en een toffe locatie voor een goeie pint en een hartige snack. Deze pub is sfeervol ingericht in traditionele stijl, wat helaas betekent dat het allemaal ook wat aan de krappe kant is; als je veel spullen bij je hebt, is dit niet de ideale plek om neer te ploffen. Het jonge, vriendelijke personeel maakt echter veel goed. Ondanks de drukte die wij ervoeren bleven ze enthousiast en beleefd en ze vertellen je graag over gerechten waar wij wij als Hollanders minder bekend mee zijn. (JM)

Unknown Pleasures
Aan Canongate 110 zit Unknown Pleasures, een heel klein platenzaakje dat desalniettemin een aardig assortiment aan muziek heeft. Er wordt vooral gemikt op liefhebbers van vinyl, met een grote selectie jazzplaten en een heel gevarieerd aanbod aan pop- en rock alsmede new wave en punk. Het is er krap en bij meer dan vijf bezoekers kun je eigenlijk je kont niet keren, maar de sfeer is goed, er is een aardig aanbod aan merchandise en de prijzen zijn heel lekker. Wij kochten een tweedehands Spacemen 3-lp voor iets meer dan 15 euro en werden door de kassamedewerker gecomplimenteerd met deze goede aankoop. (JM)

Southern Cross Cafe (63A Cockburn St)
Een trip naar Edinburgh is niet compleet zonder een ontbijt met Schotse porridge en een dikke mok Yorkshire Tea met melk. Na een lange zoektocht door Old Town naar een café die porridge serveerde, kwamen we uiteindelijk uit bij dit café. Er was ruim plek buiten en binnen leek het ook erg gezellig. De serveersters waren vriendelijk en we werden snel geholpen. En de porridge was heerlijk. Zeker een aanrader als je een traditioneel ontbijt wilt eten. (IL)

Pie In The Sky (47 Cockburn St)
Als je op zoek bent naar authentieke popcultuur-tierelantijntjes of een nieuwe merchandise van culthelden moet je bij Pie In The Sky zijn. Een paar deuren naast Southern Cross Cafe vindt je deze winkel vol originele spullen. We konden ons hier uren vertoeven met al het moois wat deze winkel te bieden had. De winkel is niet heel groot maar wel lekker ruim opgezet. (IL)

Calton Hill
Voor een prachtig uitzicht op de stad, zijn omgeving en monumentale panden moet je op de Calton Hill zijn. Een imposant monument op het hoogste punt van de heuvel vormt een mooie plek om de stad rondom te bekijken. De National Monument of Scotland, uit 1829, is nooit afgemaakt door een gebrek aan geld, maar is alsnog een ode aan de oud-Griekse architectuur. De sfeer wordt gezet door lokale muzikanten die hun doedelzak bespelen en de mengelmoes van locals en toeristen op de heuvel.

Wij belandden er rond het einde van de middag met een fles Irn Bru (een soort Schotse Red Bull on speed) in de hand, terwijl er net een jongen aan kwam zetten met zijn doedelzak en hij ons voor even volledig in Schotse sferen onderdompelde. We klommen op het imposante monument en hadden vanaf daar een schitterend uitzicht over de stad en de heuvels aan de andere kant. Mocht je hetzelfde willen doen, let er dan op dat het best hoog is en het wat moeite kost om erop te klimmen. Maar is het absoluut waard.  (IL)

Princes Street Gardens
Princes Street is een van de drukstbezochte winkelstraten van de staat, maar de twee tuinen die eraan grenzen, de East en West Princes Street Gardens, zijn een oase van rust. Beide staan bekend als de mooiste parken van Edinburgh en zijn een bezoek waard. Ondergetekende raad aan om door de East Princes Street Gardens te lopen als je van Old naar New Town, of andersom, loopt. Mocht je dan nog in de stemming zijn om een attractie te bezoeken, dan is de Festival Wheel, een groot reuzenrad, een optie voor een mooi uitzicht over de stad. (IL)

Scottish National Gallery (The Mound)
Ben je dan toch in de buurt van de Gardens, dan begeef je je ook al in de buurt van de Scottish National Gallery. Het mooie aan dit museum is dat je over het algemeen gratis naar binnen mag, en voor noppes meesterwerken van oude Schotse meesters, Zuid-Europees Romantische kunst en zelfs een Van Gogh en Monet kan spotten. Kunstliefhebbers halen dus hun hart op bij dit museum. Let er wel even op welke ingang je bij dit museum binnengaat. Wij maakten namelijk eerst de fout om de verkeerde ingang naar de moderne kunst te nemen aan de voorkant en kwamen er pas een dag later achter dat er meerdere wegen naar Rome leidden. (IL)

Fopp (3-15 Rose St)
In een opvallend pand van rode bakstenen aan Rose Street vind je Fopp, waar de serieuze muziekliefhebber waarschijnlijk moeilijk voorbij zal kunnen lopen na het bekijken van etalages vol met prachtige merchandise. De traditionele grote namen zijn natuurlijk vertegenwoordigd, maar er hangen bijvoorbeeld ook t-shirts van The Residents en posters van Captain Beefheart.

Fopp is een keten van multimediazaken in het Verenigd Koninkrijk en verkoopt naast een gigantische hoeveelheid cd’s en lp’s ook alles dat met film te maken heeft. Het muzikale aanbod loopt uiteen van Brian Eno en The Brian Jonestown Massacre tot Wire en Frank Zappa. De rekken zijn overzichtelijk ingedeeld en het personeel is uiterst vriendelijk. Zij helpen je ook graag bij het vinden van toffe dingen. Zo schreven ze voor ons een post-it vol met andere interessante adresjes en raakten we aan de praat over de plaat van The Verve (A Storm In Heaven) die ik kocht.

Leuk om te zien is ook dat het aanbod erg verschilt van wat we in Nederland aantreffen in de platenzaken. In  ons kikkerlandje kom je bijvoorbeeld maar weinig Primal Scream en Jesus And Mary Chain tegen, waar ze in Edinburgh prominent in de etalage staan, Schotse iconen die ze zijn. Al met al is Fopp een niet te missen adres voor wie tijdens zijn trip nog wat mooie platen wil scoren. Het mist misschien de charme van de kleine indie-retailer, maar het voelt allerminst stijf en klinisch aan en er zit voor werkelijk iedereen wel wat tussen. (JM)

The Caley Sample Room (42-58 Angle Park Terrace)
Een aardig stukje buiten het centrum vind je The Caley Sample Room. Wij aten hier op een donkere, regenachtige avond en dat bleek de perfecte setting voor een diner in deze fraaie bar. In een van de zithoeken bij het raam ervaar je de Schotse sfeer zoals je die in films voor je ziet, terwijl de regen tegen de ramen slaat en de geur van haggis je neusgaten binnendringt. (JM)

Hoe kom je er?
De makkelijkste manier om naar Edinburgh te komen is per vliegtuig. Vanaf Schiphol vlieg je al vanaf een spotprijsje met EasyJet naar de stad. Vanaf het vliegtuig brengt een gloednieuwe tram van Edinburgh Trams je in ongeveer een half uur naar het centrum van de stad. Edinburgh biedt genoeg hostels en Airbnb’s waar je voor redelijk weinig geld kunt overnachten. Als je eentje kiest, let er dan op in welke wijk hij ligt. Het meest ideale is om iets in Old of New Town te boeken, zeker als je bezoek kort is. Het openbaar vervoer laat namelijk soms te wensen over.


De zomer is in volle gang en dat betekent nu al een paar jaar: TDI goes Lonely Planet, met onze reisserie Ontdek Je Plekje. (Gast)redacteurs nemen je mee naar makkelijk te bereiken, onverwachte Europese steden waar je als muziek- en cultuurliefhebber volop aan je trekken komt. We gingen eerder dit jaar al naar Brighton, voor de tweede dompelen we ons weer eens onder in de immer hipper wordende Oostblok: de Roemeense festivalparel Cluj-Napoca.

Tekst Arlette Hovinga
Foto’s Lucian Nuta

Cluj-Napoca, of kortweg Cluj (spreek uit: Kloezj) is om de één of andere reden geen populaire, laat staan heel bekende bestemming. Ook niet voor nieuwsgierige muziekliefhebbers. Dat is jammer, want er gebeurt van alles in de grootste stad van Transsylvanië. Of je nu – zoals ik – dol bent op verhalen over Dracula en de rijke geschiedenis van de regio, of je gewoon op zoek bent naar fantastisch eten en te gekke feestjes: Cluj is je plek.

Jazz in the Park
In eerste instantie kwam ik naar Cluj voor Jazz in the Park, een gratis (!) festival met funkgiganten als Judith Hill en Marcus Miller op de line-up. Ik heb me te pletter genoten van die optredens en van het festival zelf. Central Park, waar het festival plaatsvindt, ligt op een paar minuten lopen van het oude centrum. Dat park is bijna anderhalve kilometer lang en breed genoeg om een veld vol hangmatten aan de ene kant en een pagode vol zwaanvormige waterfietsen aan de andere kant te herbergen. Klinkt dit nog niet superrelaxed? Dan ben je vast te verleiden door het casino, dat voor het festival vier dagen lang is leeggehaald. In plaats van gokkasten en roulettetafels vind je er tijdens Jazz in the Park een Yamaha-merkactivatie waar elke muziekliefhebber van zal watertanden. Prachtige gitaren, een babygrand die je wel móét willen hebben en een aantal stevige elektrische piano’s behoren onder meer tot de collectie. Het beste hieraan is natuurlijk dat je alle instrumenten onbeperkt mag uitproberen.

De oude stad
Maar ook als je niet van gratis festivals, hangmatten of zomerse funk houdt, is Cluj een fantastische bestemming. Het oude centrum is prachtig. Struinend door de smalle straatjes hobbel je van het ene plein naar het andere onder kleurige paraplu’s en zwevende gloeilampen. In zes dagen liep ik tientallen kilometers naar voor, naar achter, naar links en naar rechts en dus ook naar boven en beneden, want Cluj ligt in een heuvelachtig gebied. Dat betekent dat je vanaf Central Park binnen een uurtje wandelen naar een uitkijkpunt kunt wandelen om van het uitzicht te genieten, bijvoorbeeld. Tip: wees niet zoals ik en doe dat niet op het heetst van de dag, want het kan écht flink warm worden in Cluj.

Muziek, muziek, muziek!
De Roemenen zijn dol op goede feestjes. Op Jazz in the Park betaalde ik een schamele 8 Lei (ongeveer 1,70 euro) voor een halve liter bier. Het weekend na dat festival was er een bierfestival buiten het centrum, bij het enige échte Europese winkelcentrum dat de stad telt. Nog niet uitgefeest? Het weekend daarna stond Electric Castle op het programma, een festival bomvol electro, rock en alternative in, jawel, een groot kasteel op het randje van de stad. Onder andere Florence+The Machine, Nils Frahm, Chvrches en The Vaccines traden dit jaar op. Daarnaast is er een groot aanbod aan Roemeense opkomende acts en dj’s: een ideale plek voor een muzikale ontdekkingsreis dus.

Als je het op de één of andere manier voor elkaar krijgt om in de zomer naar Cluj te komen en geen festivals mee te pikken, niet getreurd! Er zijn een aantal uitstekende kroegen die livemuziek programmeren. Het studentikoze Euphoria (Calea Mănăștur 2-6) bijvoorbeeld heeft elke avond bands en dj’s staan en geeft regelmatig themafeestjes. In de Irish Music Pub (Strada Horea 05) wordt ongeveer ieder genre op aarde warm verwelkomd. Aalternative is sowieso een vrij populair genre in Roemenië en in ‘The Irish’ knalt dat dan ook lekker uit de speakers.

The Soviet
Er zijn verder nog talloze bars en restaurants te vinden in de oude stad. Veel van deze plekjes zijn extreem Instagramwaardig door hun hippe, industriële inrichting. Ik heb eigenlijk nergens slecht gegeten of gedronken, het aanbod is enorm én van hoge kwaliteit. Er is echter maar één plek waar je absoluut niet omheen kunt tijdens je verblijf in Cluj: The Soviet (Strada Franklin Delano Roosevelt). Roemenië heeft nogal geleden onder het communisme en het regime van Sovjet-dicator Nicolae Ceaușescu. Heftig? Zeker, maar de Roemenen zouden de Roemenen niet zijn als ze daar niet op geheel eigen wijze mee omgingen. Dus wat tref je aan in The Soviet? Een bombastisch en, eerlijk is eerlijk, compleet idioot decor vol Russische propaganda, gasmaskers en de complete werken van Lenin.

Daarnaast biedt The Soviet een (extreem) uitgebreide menukaart vol cocktails met namen als ‘Chernobyl’ (ik kan hem aanraden). Een shotje waar de Roemenen trots op zijn, is Zaitev: vodka met chilipeper en augurkensap. Dat klinkt een stuk ranziger dan het is, beloofd. Bijkomend voordeel: die augurken zijn dus supergoed tegen je kater, dus je wordt de volgende ochtend fris als een hoentje wakker. Geen nare thuisreis dus, behalve dan als je net zoveel heimwee naar Cluj krijgt als ik.

Hoe kom je er?
Dus hoe komen we in Cluj? Vanaf Eindhoven Airport vlieg je er met WizzAir spotgoedkoop naartoe. Een retourtje heb je al voor 60 euro. Mijn privékamer in Zen Hostel (Bulevardul Eroilor 47) op het randje van de stad en dus op loopafstand van alles, kostte voor vijf nachten iets meer dan 165 euro. Als je daar de lage bierprijs bij optelt, is er eigenlijk geen reden meer om Transsylvanië niet op je verlanglijstje te zetten, toch?


De zomer is in volle gang en dat betekent nu al een paar jaar: TDI goes Lonely Planet, met onze reisserie Ontdek Je Plekje. (Gast)redacteurs nemen je mee naar makkelijk te bereiken, onverwachte Europese steden waar je als muziek- en cultuurliefhebber volop aan je trekken komt. Voorgaande jaren passeerden al AarhusAkenBoedapest, Riga en Poznán de revue, maar tot onze schrik hadden we je nog nooit over onze favoriete plaats verteld, en muzikaal een bijzonder relevante bovendien: Brighton!

Tekst & foto’s Bente Hout

Kuststad Brighton is onder veel muziekliefhebbers geen onbekende stad. Jaarlijks vindt er in mei The Great Escape plaats, een van de meest prestigieuze showcasefestivals van Europa. Maar ook buiten het festival is de bruisende Britse stad het bezoeken waard, onder meer vanwege de vele winkels, cafés, clubs, bars en events, het strand met de pier en de prachtige omgeving. Daarnaast kun je een stedentrip naar Brighton heel goed combineren met een dag winkelen of concert in Londen, slechts een uurtje met de trein. Het hele jaar rond is Brighton voor hipsters en indiefans the place to be.

In Engeland staat Brighton bekend als een onwijs linkse stad met veelal politiek links georiënteerde inwoners. Van zijn pakweg 290.000 inwoners is daarnaast ook een uitzonderlijk groot deel vegetariër of veganist en geïnteresseerd in cultuur. Deze elementen zijn overal in de stad zichtbaar: veel huizen en gebouwen zijn gekleurd of beschilderd met kunstwerken, restaurants serveren relatief weinig gerechten met vlees en op vrijwel iedere straathoek vind je een galerie, muziekcafé of bar.

Brighton and Hove Pride
Al in de negentiende eeuw ontstond in Brighton een LGBTQ-community, die sindsdien steeds verder uitgebreid is. Vanaf 1930 werden steeds meer gaybars en -pubs in de stad opgericht, die na de Tweede Wereldoorlog ook bekendheid kregen over de grens, waardoor steeds meer mensen vanuit allerlei andere Europese landen de stad bezochten en er veilige omstandigheden ervoeren om hun geaardheid te kunnen uiten. Vandaag de dag staat Brighton bekend als dé LGBTQ-hoofdstad van Engeland. Jaarlijks vindt er de Brighton and Hove Pride plaats in augustus, een van de grootste internationale prides ter wereld, waar in 2018 zo’n 300.000 bezoekers op afkwamen. Dit jaar vindt de pride plaats van 2 tot en met 4 augustus.

North Laine
De allerleukste wijk in Brighton is de North Laine, ook wel het ‘hipsterhart’ van de stad genoemd door de locals. Van de kraampjes en boetiekjes in de Kensington Gardens tot de zaterdagmarkt in de Upper Gardner Street: er is zoveel leuks te zien en te doen in deze wijk. Loop bijvoorbeeld eens binnen bij het warenhuis Snooper’s Paradise, waar je vintagekleding kunt kopen, bij The Family Store, voor tof artwork op T-shirts, kaarten en posters, of bij Resident Music, een van de vele platenzaken.

The Marwood Bar & Coffeehouse
Twee jaar op rij stond The Marwood (52 Ship St.) in de topdrie van beste koffie van de stad. In het gezellige kleine cafeetje drink je overdag niet alleen steengoeie koffie, je bestelt er ook een lekkere punt taart of een vega-maaltijd. ’s Avonds worden er speciaalbiertjes en cocktails geserveerd. Kortom: je kunt er een hele dag zoet zijn. Andere goede koffiezaakjes in Brighton zijn Bond St. Coffee (15 Bond St.) en Nowhere Man (53 Upper North St.). Bij Trading Post Coffee Roasters (40 Kensington Gardens) vind je naast heerlijke koffie ook een dakterras, perfect voor zonnige zomerdagen.

The Hope & Ruin
Een van de meest populaire kleinere venues in Brighton is The Hope & Ruin (11-12 Queens Rd.). Op de begane grond zit een gezellige pub waar je lokaal speciaalbier en vegan-kebab kunt bestellen en op de bovenverdieping zit een concertzaal waar zo’n honderdvijftig man terecht kan. Je kunt er vrijwel dagelijks terecht voor een concert. In The Hope & Ruin spelen regelmatig lokale indiebands, maar ook internationale bands uit bijvoorbeeld het Sub Pop-roster.

Andere toffe, kleinere venues naast The Hope & Ruin zijn onder andere The Green Door Store (2-3-4 Trafalgar Arches), The Prince Albert (48 Trafalgar St.), The Rose Hill  (70-71 Rosehill Terrace) en Patterns (10 Marine Parade). Grotere concerten bezoek je in The Haunt (10 Pool Valley) of Concorde 2 (286A Madeira Dr).

The Cowley Club
Een plek die typerend is voor Brighton en de mentaliteit in de stad is The Cowley Club. Een cultureel centrum aan de London Road waar je overdag een boekenwinkel en café vindt en ’s avonds een bar. Iedere donderdagavond kun je er voor £5 een vegan-maaltijd mee-eten. The Cowley Club wordt op een anarchistische manier gerund. Het centrum heeft namelijk niet één eigenaar, maar wordt beheerd door een grote groep vrijwilligers met een anti-hiërarchisch systeem.

Bella Union Vinyl Shop
Wie fan is van het Brighton-based indielabel Bella Union (onder andere John Grant, Beach House, Father John Misty en Ezra Furman) moet zeker een bezoek brengen aan de Bella Union Vinyl Shop (13 Ship St. Gardens), die gerund wordt door labelbaas Simon Raymonde. De platenzaak verkoopt platen en merch van Bella Union-artiesten. Het is wel even zoeken om het piepkleine zaakje te kunnen vinden. Het zit namelijk verscholen in een smalle steeg, waar je niet direct een platenzaak verwacht.

Seven Sisters Country Park
Ook in de omgeving van Brighton is genoeg moois te zien. Pak bijvoorbeeld de Coaster 12-bus naar het Seven Sisters Country Park, waar je een prachtige kustwandeling kunt maken langs de kliffen. Prima gelegenheid om flink uit te waaien na een wilde uitgaansnacht.

Een bezoek aan Brighton
De makkelijkste manier om Brighton te bezoeken is het vliegtuig pakken van Amsterdam naar Londen Gatwick en vanuit daar de trein nemen, die je binnen een half uur voor nog geen tientje naar Brighton brengt. Een leuk hostel om te verblijven is YHA, dat op steenworp afstand van de beroemde Brighton Pier ligt en vlakbij het centrum, maar zijn ook een heleboel Airbnb’s in de stad te vinden.

De Nederlandse muzikante Michelle Hindriks, oftewel CIEL, woont sinds een jaar in Brighton. Speciaal voor bij dit artikel maakte ze deze playlist met een selectie van bekende of minder bekende artiesten die uit Brighton komen of er wonen.


De zomer lijkt definitief voorbij. Maar niet voordat een gastredacteur je nog wat echte insider-tips geeft voor een minder voor de hand liggende citytrip in onze reisserie Ontdek Je Plekje. Na AarhusAken, Boedapest en Riga mag je dit keer je vlucht boeken naar het Poolse Poznán. Daar woont en werkt Weronika Bartkowiak, die je precies kan vertellen welke toffe tips deze stad een bezoek waard maken.

Tekst Weronika Bartkowiak
Foto’s Artur Poterski
Coördinatie en vertaling Bente Hout

Als ze naar Polen gaan, kiezen toeristen meestal voor een bezoek aan steden als Kraków of Gdánsk. Daar ergens tussenin ligt echter een stad die vaak over het hoofd gezien wordt, maar het bezoeken meer dan waard is. Poznán is met zijn 750.000 inwoners één van de grootste en oudste steden in Polen. Toch voelt de plaats knus en bijna dorps aan. Vrijwel alles is te voet bereikbaar vanuit het centrum. Poznán staat bekend om zijn grote diversiteit aan universiteiten, waaronder de University of Fine Arts en de Academy of Music, waarvan de studenten door de hele stad krioelen en betrokken zijn bij leuke, culturele hotspots.

 

Nocny Targ Towarzyski, Kolejowa 23
Deze markt wordt ook wel de ‘nachtmarkt’ genoemd, ook al is hij de hele dag geopend. Hij is gevestigd langs een oud treinspoor en bestaat uit twee delen. Het eerste deel staat vol met foodtrucks en in het tweede deel vind je een venue en een nachtclub. Wekelijks vinden er tal van feestjes en events plaats, met live-muziek en DJ-sets. Dit is het type club waar je gegarandeerd pas om 5 uur ‘s ochtends vertrekt.

KontenertArt
Dit event werd tien jaar geleden voor het eerst georganiseerden keer jaarlijks terug, op dezelfde plek langs de rivier de Warta in de zomer. De naam van het event is gebaseerd op een grote stapel cargo-containers, die versierd en geverfd zijn, en het middelpunt vormen. KontenerArt wordt ieder jaar door veel mensen bezocht. Zij nemen deel aan workshops, bezoeken concerten of relaxen met een biertje op het strand dat speciaal voor het event wordt aangelegd. De ideale plek om lokale cultuur te snuiven, of om gewoon lekker rond te kijken en uit te rusten na een bezoek aan de Old Market Square.

 

Wypas, Jackowskiego 39
Twee woorden: ‘vegan heaven’. Wypas serveert veganistische gerechten, geïnspireerd op gerechten van over de hele wereld. Hier bestel je bijvoorbeeld heerlijke ramen met gerookte tofu, of een zogenaamde Japanese plate, met daarop veganistische sushi.

Niet zo geïnteresseerd in veganistisch eten? De straat Wawrzyniaka is een zogenaamde Bermudadriehoek voor mensen met honger. In een straal van 20 meter vind je een Noors restaurant, de Pho Bar met zijn beroemde Vietnamese soepen, Pod Lasem met originele, Italiaanse pizza’s en NajsCream, met huisgemaakt ijs. Tip: probeer bij die laatste eens de combinatie banaan en gezouten karamel. Je vindt bovenstaande restaurants in de prachtige wijk Jeżyce, die grotendeels bestaat uit art deco gebouwen. Struin er vooral even rond na je maaltijd.

Overigens is Jeżyce niet de enige wijk in Poznán die het bezoeken waard is. Er zijn er nog een aantal waar je je prima een middag kunt vermaken met ronddwalen en waar je genoeg leuke, unieke plekken tegenkomt. Een van die wijken ligt langs de Warta. Vooral ‘s zomers worden hier veel events georganiseerd, van outdoor filmvertoningen tot yogalessen en kleinschalige concerten. Al deze activiteiten zijn gratis te bezoeken.

 

Fripp/MultiKulti Record Store, Stary Rynek 52B
De place to be voor vinyl liefhebbers. In deze platenzaak tref je naast populaire platen ook zorgvuldig geselecteerde onbekende parels, waaronder een aantal experimentele Poolse platen die je verder nergens anders zult vinden. De zaak is erg klein en valt niet op in de straat, dus zoek met aandacht naar de kleine Fripp-inscriptie.

Spring Break Showcase Festival
Sinds 2013 vindt in Poznán het grootste Poolse showcasefestival plaats, het Spring Break showcasefestival, dat zo’n vijftig concerten op zes locaties organiseert, verspreid over drie dagen. Het festival wordt met het jaar populairder onder muziekliefhebbers vanuit heel Europa. Meemaken? Spring Break wordt jaarlijks georganiseerd in april.

De beste manier om veel van Poznán te zien is door het openbaar vervoer te vermijden en gewoon rond te lopen, of eventueel een fiets of scooter te huren. Je vindt dan ongetwijfeld ook een aantal lofts en voormalige fabriekshallen die zijn omgetoverd tot galerie, venue of vintagewinkel. Een voorbeeld is de Stary Browar, ooit een brouwerij, nu een culturele broedplaats.

Poznán is een waar walhalla voor kunst- en cultuurliefhebbers. De plekken hierboven zijn mijn persoonlijke favorieten, maar er valt nog zoveel meer te zien en te ontdekken. Een retourvlucht vanuit Amsterdam kost je wanneer je het goed timed nog geen €100. Waar wacht je nog op?

Het is weer zomer en dus terug van weg geweest: onze reisserie Ontdek Je Plekje. Nadat we vorig jaar onze redacteurs naar Aarhus, Aken en Boedapest stuurden, pakken we het dit jaar wat anders aan. Want wie kunnen je nu beter voorzien van échte insider-tips dan, ehm, de insiders? Daarom hebben we dit jaar de eer om je voor te stellen aan een aantal gastredacteurs, die zullen vertellen welke toffe tips hun steden de moeite waard maken om te bezoeken deze zomer. Deel 1: de Letse hoofdstad Riga, geschreven door de lokale muzikante en fotografe Valérija Kravale.

Tekst en foto’s Valérija Kravale
Coördinatie en vertaling Bente Hout

Heb je je ooit afgevraagd hoe een mix van een Sovjet-verleden, unieke taal en demografische catastrofe eruit ziet? Bezoek dan Riga. Op het eerste gezicht oogt de Letse hoofdstad verlaten, onveilig en weemoedig, maar als je beter kijkt, ontdek je al snel dat Riga niet is wat het lijkt. De vlag van Letland, dat in november dit jaar honderd jaar onafhankelijkheid viert, wappert trots aan de oever van de rivier de Daugava. Voor de Letten vormt de Daugava een symbool, zoals de Seine dat voor de Parijzenaren is en de kanalen voor de Amsterdammers. Er zijn tal van liedjes geschreven over deze ‘magische rivier’.

Laten we beginnen met een korte geschiedenisles. Riga ontstond in 1201. De stad stond lange tijd bekend om zijn barnsteen en visindustrie. Zo’n tweehonderd jaar lang was Letland onderdeel van de Sovjet-Unie. In 1918, na de Russische revolutie, verklaarde Letland zichzelf onafhankelijk en transformeerde het in een land met zijn eigen munteenheid, politiek en culturele erfgoed. Tot 1940, toen de Nazi’s Letland innamen, was Letland een autoritair land waar veel bekende merken vandaan kwamen, zoals VEF Radio, MINOX camera’s en de andere vintage items die je vandaag de dag kunt bekijken in het Latvian Museum of History en in het Fotomuseum.

Door de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid zijn historische gebeurtenissen dit jaar extra belangrijk voor de Letten. De nationale liederen worden komend weekend vol trots voorgedragen tijdens het door UNESCO als Werelderfgoed aangemerkte Song & Dance Festival in Mezaparks, waar het Letse culturele erfgoed gevierd wordt. Mocht je wel een keer dertigduizend zangers en dansers in authentieke kostuums willen zien optreden, maar geen last minute meer kunnen boeken: het festival vindt eens in de vijf jaar plaats. Je hebt dus 2023 weer een kans.

Een kunstgalerij op het water
Voor mensen die meer verbintenis voelen met alternatieve muziek en underground: ook hierin heeft Riga meer dan genoeg te bieden. Riga komt politiek gezien wellicht nogal westers over, maar  de conservatieve samenleving en de littekens van het rauwe verleden spelen nog steeds een grote rol binnen de tragikomische cultuur en kunst. Juist op de meest onverwachte locaties in Riga kun je heel toffe plekken ontdekken. Bijvoorbeeld de kunstgalerij NOASS, die te vinden is op een boot op de Daugava, en die met grote regelmaat het decor vormt van vette concerten en tentoonstellingen.

Op muzikaal vlak steken steeds meer Letse artiesten de afgelopen jaren de grens over om concerten te geven in heel Europa. Elizabete Balcus is zo’n artieste. Ze bracht haar experimentele indie al ten gehore op verschillende festivals in Engeland. Ook Reinis Jaunais is het waard om te checken. Hij staat op het punt om zijn nieuwe album te releasen, na net een wereldtour te hebben gedaan.

Tegenover NOASS, aan de andere kant van de rivier, vind je het pulserende hart van de indiescene. Kalnciema Quarter organiseert concerten en tentoonstellingen in de open lucht, maar staat daarnaast ook bekend om zijn vlooienmarkt en DIY-producten. Ecolifestyle- en natuurlijke producten worden ook in Letland met het jaar hipper en daar speelt het Quarter flink op in. Houten lepels, speelgoed van katoen en vintage items, alles is er te koop.

Biertje?
In Letland houden we wel van het gele goud. Er zijn honderden kleine brouwerijen te vinden door het hele land, waar voornamelijk pilsener en IPA’s worden gebrouwen. Stuk voor stuk zijn ze het proberen waard. Om de grootste diversiteit aan Letse bieren te proeven, bezoek je bierwinkel Miestiņš. Een aanrader is lokale favoriet Kraslavas Alus, een biertje met een unieke en zoete smaak.

Als je veel van Letland wil zien in korte tijd, spendeer je tijd dan niet te veel in musea en het oude stadsdeel van Riga. Bezoek in plaats daarvan het zogenaamde Quiet Centre, het culturele underground-hart in halfverlaten Art Nouveau-gebouwen. Door alleen al door Miera Street te lopen, vang je een hele hoop van de magie van Riga. Zo passeer je plekken als Autentika, Fon Stricka Villa, TAKA en Labietis, die stuk voor stuk veel te bieden hebben op gebied van DIY-cultuur en creatief interieurdesign. Fon Stricka Villa bijvoorbeeld, was een verlaten negentiende-eeuwse villa in het centrum van Riga dat elf jaar geleden werd omgetoverd tot de thuishaven voor het internationale kunstfestival Survival K(n)it.

Het Quiet Centre is ook the place to be als het om het nachtleven gaat. Tussen Aristida Briana Street en Krisjana Valdemara Street vind je de beste nachtclubs van Riga. ONE ONE, Aristids, Piens en Nemiers bijvoorbeeld. Ook in het biercafé Valmiermuizas Alus Vestnieciba kun je je prima een avond vermaken. In de zomer bieden deze clubs en café’s vaak ook een podium aan lokale muzikanten in de indierockscene. Muzikanten zoals Mur en Franco Franco zetten er hun eerste stappen en betreden momenteel al verschillende podia van grote Letse festivals als Positivus, Summer Sound en Laba Daba.

Dat Riga bruist van een hoopvolle, culturele en onafhankelijke toekomst is wel duidelijk. Genoeg reden om de stad deze zomer op je must-see-list te zetten!