De zomer is officieel begonnen, dus dat betekent natuurlijk dat het nu écht tijd is voor festivals. Dat zullen we weten ook, want op de allereerste editie van Loose Ends was het meteen kokend heet. Nu willen we natuurlijk niet klagen over mooi weer, maar voor een festival als Loose Ends waren deze omstandigheden misschien niet ideaal. Want in de brandende zon heb je toch minder snel zin om te moshen, toch?

Tekst Renier van der Zouw
Foto’s Michael Kattenbeld

Dat er toch vrij veel moshpits ontstonden, is bewijs dat er duidelijk nog een behoefte is aan een dag vol herrieschoppers als deze. Laten we beginnen met de feiten: Loose Ends is dus een spiksplinternieuw festival op de NDSM-werf in Amsterdam, dat ze delen met Strange Sounds From Beyond de dag ervoor, komt uit de koker van Friendly Fire en staat geheel in het teken van de betere (gitaar)herrie. Deze eerste editie heeft genoeg klinkende namen op de line-up: relatief oudgedienden als Sleaford Mods en Metz vullen nieuwe beloftes in de scene als Sports Team en Fontaines D.C. goed aan.

Het terrein is erg klein en biedt naast een pop-up winkel waar concertposters en ander artwork gekocht kan worden geen randzaken, dus het is duidelijk; op Loose Ends gaat het om de muziek. Met die muziek zit het gelukkig wel snor. De verhouding Nederlandse en buitenlandse bands is precies fifty-fifty en het aanbod is breed genoeg dat iedereen wel aan zijn trekken moet kunnen komen. Tenzij je fan bent van het écht harde werk, heel veel hoger dan bij Metz of Ploegendienst sloeg de decibellenmeter niet uit vandaag.

Indiefeestje
Nadat we het terrein verkend hebben – wat je dus in een minuut of vijf kan doen – beginnen we bij Personal Trainer. Deze Canshaker Pi-afsplitsing was ook al te zien op Best Kept Secret, dus de formule is bekend: Willem Smit en een hele hoop vrienden zorgen voor een ongeremd indiefeestje, waarbij de muziek net iets minder hard schuurt dan bij de grote broer. Ook vandaag op het kleine podium aan het water waar de band speelt is het weer een gezellige bedoening. Op het podium wordt er dermate veel gesprongen dat het af en toe lijkt alsof we bij een sessie ochtendgymnastiek zijn terechtgekomen. Vooral de toetsenist weet van geen ophouden. Het speelplezier is op zich aanstekelijk, maar slaat nog niet echt over op het publiek, daarvoor is het waarschijnlijk nog wat te vroeg en bovenal te heet. De springende toetsenist eindigt overigens bovenop een van de speakers, dus aan hem heeft het niet gelegen.

Ploegendienst

Daarna gaan we naar de tent voor Ploegendienst. Even geen zon dus, maar dat betekent niet dat er niet gezweet gaat worden. Ray Fuego’s punkband raast als een malle over het podium en zorgt vanaf de eerste minuten al voor de eerste pit die wij op Loose Ends zagen. Wij zijn overigens niet de enige die het heet hebben: Fuego komt al op zonder shirt, maar trekt ongeveer halverwege zelfs zijn broek uit, waarna hij ook het eerste heldenapplaus van de dag in ontvangst mag nemen. Maakt het dan uit dat zijn teksten niet te verstaan zijn en vrijwel ieder nummer hetzelfde klinkt? Mwah. Er zijn veel technisch verfijndere bands te vinden, maar er zijn er maar weinig die het publiek zo makkelijk mee krijgen als Fuego en zijn mannen.

Ploegendienst

Want dat dat niet altijd makkelijk gaat, bewijst Mozes and the Fistborn even later op het hoofdpodium. De band speelt prima, maar lijkt in de eerste helft niet helemaal hittebestendig. “Ik zie echt niks in de zon”, verzucht frontman Melle Dielesen als hij zijn gitaar probeert te stemmen en de uitroepen van ‘spéleuh!’ die daarop volgen lijken daadwerkelijk voor wat irritatie te zorgen. De sfeer is dus soms wat ongemakkelijk, wat misschien ook verklaart waarom hit Sad Supermarket Song enigszins doodslaat. In de tweede helft komt de band gelukkig meer op stoom. Vanaf een fijn meeslepend Scotch Tape/Stick With Me is het publiek mee. De aanhouder wint.

Mozes and the Firstborn

Vermakelijk
Hoewel er dus op zich genoeg verschillende bands te vinden zijn, ligt de boventoon toch duidelijk op indierock met een punk- en garagerandje. Dat is geen probleem, maar dat zorgt er soms wel voor dat het lijkt alsof je keer op keer naar dezelfde show staat te kijken. Zo kunnen we over Sports Team eigenlijk hetzelfde zeggen als over Mozes: prima band, maar het wil niet helemaal vlotten, totdat het dat uiteindelijk wel doet. Afsluiter Stanton mag zich zelfs tot de hoogtepunten van het festival rekenen. Overigens is het zelfs als de show nog niet helemaal los komt wel heel vermakelijk om naar te kijken, want Sports Team heeft met Alex Rice een frontman waar je je ogen niet vanaf kan houden. Zijn capriolen zijn ook een goed contrast met de zeer stoïcijnse toetsenist annex tamboerijn-speler Ben Mac, die op het podium staat alsof hij voor iedere beweging die hij maakt belasting moet betalen. Als het met de band niks wordt, kunnen ze altijd nog als komisch duo op tour gaan.

Yak

Yak in de tent heeft vervolgens alle in zich om een kolkend hoogtepunt te worden. De live-reputatie van deze Britten is met recht ijzersterk en hun nieuwe album Pursuit of Momentary Happiness behoort tot de fijnste herrieplaten van dit jaar (lees hier het interview dat we onlangs met de band deden terug). Helaas blijkt de tent een maatje te groot voor Yak. In de zaal van een poppodium is het heerlijk zweten op de schurende riffs en slepende zang van Oli Burslem, maar hier komt het niet helemaal over. Het is ook jammer dat prijsnummer Harbour The Feeling wordt overgeslagen. Een band hoeft natuurlijk niet te pleasen, maar Yak heeft nou ook weer niet zó’n geweldige discografie dat de grootste hit niet gemist wordt als die niet voorbij komt. Een heerlijk venijnig Victorious (National Anthem) in de slotfase maakt een hoop goed, maar gezien de hoge verwachtingen mag dit optreden toch de boeken in als een gemiste kans.

Als de middag op zijn einde begint te lopen, beginnen er toch wat kinderziektes op te vallen. Dat het terrein vrij kleinschalig is, is op zich lekker knus, maar zorgt er wel voor dat het gedeelte waar je eten kan halen rond etenstijd volledig volloopt, waardoor je makkelijk een half uur in de rij staat en er voor de langste rijen niet eens echt ruimte is. Daar komt dan ook nog bij dat het aanbod qua eten vrij beperkt is, al zijn we misschien gewoon verwend door de Best Kept Secrets en Down The Rabbit Holes van deze wereld.

(De tekst gaat door onder de afbeeldingen)

Dead on arrival
Niet dat wie in de rij staat heel veel mist, want precies op dit punt begint het programma wat in te kakken. Indian Askin en Iguana Death Cult spelen gelijktijdig degelijke shows, maar wel shows die we van beide bands al wel vaker hebben gezien, zonder dat er echt iets aan opvalt in positieve of negatieve zin. Dat geeft tijd om na te denken, waarna we tot de conclusie komen dat de line-up toch wel iets avontuurlijker had mogen zijn. Op een paar nieuwe talenten na, zien we toch vooral veel namen die al váák in ons land te zien geweest zijn.

Indian Askin

Dat de shows van Nederlandse bands niet echt uniek zijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar je kan je bijvoorbeeld best afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van deze show van Sunflower Bean. Diens album Twentytwo in Blue stamt alweer uit maart 2018 en de band was sindsdien al twee keer te zien in ons land. Daar komt dan nog eens bij dat het drietal qua sound hier niet enorm op zijn plek is en frontvrouw Julia Cummings er vocaal wel eens naast zit en je hebt een show die eigenlijk dead on arrival is.

Sunflower Bean

Gelukkig is daarna Iceage de optater die we wel konden gebruiken. Oké, de laatste worp van deze Denen is ook al weer meer dan een jaar oud en ook hebben we ze sindsdien al wel een paar keer kunnen bewonderen, maar muzikaal gezien past hun theatrale postpunk Loose Ends als een handschoen. Frontman Elias Bender Rønnenfelt struint over het podium alsof de duivel hem op de hielen zit en sleurt de tent moeiteloos mee in het duistere universum die de band met zijn muziek creëert, waar het een klein uur lang goed toeven is. Al kan dat blijkbaar niet iedereen goed smaken: de tent loopt al vrij snel leeg, maar voor de liefhebber is dit onvervalst genieten.  

Iceage

Aan METZ vervolgens de taak om het publiek klaar te maken voor de eindsprint. Dat lukt redelijk, maar toch zien we ook deze band veel liever in pak hem beet de bovenzaal van Paradiso, dan op een open veld in de zon. Aan de Canadezen ligt het niet. Zoals we van ze gewend zijn voeren ze hun stuwende noise-rock met enorm veel passie op. Je voelt het zweet bijna op het podium druppelen, maar vanaf een afstandje is het toch minder meeslepend dan in een setting waar je echt up close and personal met de band mee kan zweten.

METZ

Beste rockshow in tijden
Op het dipje rond het avondeten na hebben we ons prima vermaakt hoor, maar een echt hoogtepunt zijn we nog niet tegengekomen. Enter Fontaines D.C. Dit Ierse vijftal dat we onlangs interviewden heeft waarschijnlijk ook wel de meeste buzz rond zich hangen van alle bands vandaag, met name dankzij het ijzersterke debuutalbum Dogrel. In april zagen we ze nog op Motel Mozaique, waar de show helaas niet helemaal uit de verf kwam. Vanavond gaat gelukkig wel alles goed. Sterker nog, de band geeft een van de beste rockshows die ondergetekende in tijden gezien heeft.

Fontaines D.C.

Fontaines D.C. is simpelweg de juiste band op de juiste plaats. Frontman Grian Chatten is een bijzondere podiumpersoonlijkheid,  heeft dankzij zijn Ierse accent een stem uit duizenden en wordt bijgestaan door een band in bloedvorm. Heel Dogrel komt voorbij, waardoor duidelijk wordt dat die plaat eigenlijk geen zwak nummer kent. Tranentrekkende meezingers voor in de pub (Roy’s Tune, Dublin City Sky) worden afgewisseld met krakers (Chequeless Reckless, Liberty Belle, Boys In The Better Land) die zorgen voor de grootste moshpit van heel Loose Ends. Maar bovenal is Fontaines D.C. vanavond een band die verbroedert. Grote, zweterige mannen vallen elkaar zingend in de armen en pinken bij de ballads misschien zelfs stiekem een traantje weg. Soms zagen we vandaag een bewijs dat de moderne gitaarmuziek een beetje saaiig aan het worden is, maar dit was rock op zijn mooist.

Helaas is na dit zinderende hoogtepunt headliner Sleaford Mods juist de verkeerde band op de verkeerde plaats, want wat geeft dit dynamische duo een strontvervelende show. De formule – Jason Williamson spuwt in zijn zware Britse accent venijnige teksten uit in een gedesinteresseerd toontje, terwijl zijn kompaan rustig de beats op het publiek afvuurt – kan best leuk zijn, maar op Loose Ends slaat het in als een lul op een drumstel. Nummer na nummer komt voorbij zonder dat er maar een enkele klik met het publiek ontstaat. Na een minuut of veertig begint het geheel eindelijk een beetje tot leven te komen, maar dan is voor Sleaford Mods de wedstrijd al lang verloren.

Als afsluiter is dat dus een beetje een domper, maar verder beleefde Loose Ends een degelijke eerste editie. Een echte identiteit heeft het festival nog niet gevonden – geen van deze bands had misstaan op een Best Kept Secret of Down The Rabbit Hole – maar het was aangenaam om even een dag lang ondergedompeld te worden in, meestal, de betere herrie. Een tip van ons: zowel in de aankleding als in de programmering mag het allemaal best wat meer schuren. We waanden ons maar op een paar selecte momenten echt op een ode aan de betere herrie, nog iets te vaak was het een wat brave bedoening. Om de wijze woorden van Fontaines D.C. maar even te citeren: ‘you’re not alive until you start kicking‘.


Het is bijna geen 2017 meer. De laatste twee weken van het jaar rondt The Daily Indie 2017 af met een serie features over de onderwerpen die onze redacteurs bezig hielden de afgelopen maanden. In de laatste feature op onze adventskalender herinnert Dirk Baart zich hoe Harry Styles in mei terecht kwam in The Daily Indie Playlist en hoe dat symbool staat voor een grotere verandering.

Tekst Dirk Baart
Coverafbeelding Kevin Smink


 

Ergens midden mei moet het zijn geweest, dat er een berichtje opdook in het groepsgesprek van onze webredactie. Hoofdredacteur Ricardo Jupijn was zo onder de indruk van de nieuwe solosingle van de frontman van Peace dat hij het nummer meteen maar in The Daily Indie Playlist had gezet. De oplettende kijker ontdekte echter al snel dat niet de naam van Harry Koisser, maar die van Harry Styles als auteur achter songtitel Sign Of The Times prijkte. Ongelukje op de werkvloer, maar vooral een voorval dat steeds meer symbool begon te staan voor een nieuw streven in ons vaandel.

De gebeurtenis legde de voedingsbodem voor de nodige grappen en grollen, maar de grootste grap moest nog volgen. Althans, zo bleek toen het voormalige lid van One Direction later die maand zijn volledige debuutalbum uitbracht en het niet eens slecht was. Sterker nog, Styles bracht een van de beste popplaten van het jaar uit. De bubbel van onze hoofdredacteur werd gedecideerd doorgeprikt, terwijl Styles een interessante vraag opriep. Waarom zouden we hem waarschijnlijk wél een lovende recensie gegeven hebben als z’n achternaam Koisser was, maar niet nu z’n achternaam Styles is?

Natuurlijk wisten we al langer dat indie een rekbaar begrip is, als het überhaupt al iets betekent. Maar dit jaar werd eens te meer duidelijk dat de grenzen tussen genres voorgoed aan het vervagen zijn. Daarmee willen we niet zeggen dat we ons voortaan voornamelijk richten op voormalige leden van boybands en andere popsterren, maar wel dat we open willen staan voor alle verschillende soorten muziek. De geest die de afgelopen decennia het handelsmerk van ‘gitaarmuziek’  was, lijkt vandaag de dag vooral terug te vinden in andere genres. De hiphop van nu is het neefje van de punk van toen. Dat is terug te zien aan de succesvolle releases van Run The Jewels, Vince Staples en Tyler, The Creator, maar ook aan de opmars van meer controversiële figuren als Future, Migos en Lil Uzi Vert.

Wij spraken er dit jaar onder meer over met het Londense talent Loyle Carner. Zoals het een Brit betaamt liggen zijn wortels in grime, het brutale Britse broertje van Amerikaanse hiphop. Aan de hand van Skepta en Stormzy reikte dat subgenre de afgelopen jaren tot grote hoogten. Zelfs Drake pikte het op. Reden genoeg voor ons om deze zomer wat onderzoek te verrichten naar de in Nederland nog grotendeels ondergesneeuwde stroming (al bracht viralhit Man’s Not Hot daar dit jaar verandering in). Wat in ons land wél gebeurde op het gebied van hiphop? Dat doet vooral terugdenken aan de taboedoorbrekende queerhiphop of het Friese festival Welcome To The Village.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over jazzscenes als de Londense, waar aan de lopende band interessante innovaties gedaan worden. Ook in Nederland worden die rimpelingen in het water steeds ruwer. In Rotterdam bijvoorbeeld, waar we dit jaar uitgebreid verslag deden van REC. Ook in Utrecht komt steeds vaker de hele wereld samen, met name als in november het steeds meer ideologisch ingeslagen Le Guess Who? de stad vult met alle muziek waarvan je nog nooit hebt gehoord maar die je wel móet horen. Perfume Genius en Protomartyr, die kenden we al wel, maar ook de vooruitstrevende constellaties van Shabazz Palaces bleken perfect te passen in het immer uitweidende universum van The Daily Indie.

Dat universum beslaat sinds dit jaar ook heuse talkshows, waarin verschillende programmeurs ter ere van Le Guess Who? hun avontuurlijke plannen uitspraken. Kurt Overbergh, programmeur van de Brusselse Ancienne Belgique, sloeg er keer op keer de spijker op zijn kop. Hij vertelde dat trends er niet alleen zijn om te vatten, maar ook om te sturen. Ter ere van de honderdste verjaardag van de eerste jazzplaat en de maatschappelijke relevantie van hiphop besloot hij zelfs de programmering van het Belgische podium flink aan te passen.

Natuurlijk hoeft in de waardering van muziek geen keuze gemaakt te worden: er is geen sprake van een of/of-kwestie. De ontzuiling van de muziekwereld biedt eenieder juist de mogelijkheid een volledig individueel palet aan voorkeuren samen te stellen dat geen rekening meer hoeft te houden met ongeschreven regels over wat wel en geen goede muziek is. Er is simpelweg goede en slechte muziek in ieder genre.

Godzijdank houdt dat ook in dat er te allen tijde nog goede gitaarmuziek is, al bevindt zich die anno 2017 misschien meer in de marge dan de mainstream. Het eerdergenoemde Protomartyr is daarvan een uitstekend voorbeeld, net als ‘nieuwkomers’ van Alvvays en Jay Som tot Iguana Death Cult en The Homesick. Daarnaast maakten indie-iconen als LCD Soundsystem, Slowdive en Grizzly Bear indruk met lang- of onverwachte comebacks. De laatstgenoemde spraken we uitgebreid over de volledig veranderde muziekwereld waarin de geslaagde albums American Dream, Slowdive en Painted Ruins uitkwamen.

Ongegrond pessimisme ten opzichte van populaire muziek is, kortom, niet meer van deze tijd. Wie dat in 2017 misschien wel meer bewees dan wie dan ook was de nog altijd pas 21-jarige Lorde, die met Melodrama haar debuut overtrof en uitgroeide tot een ster die serieus genomen dient te worden. Niet tegen de verhoudingen, maar wél tegen de verwachtingen in belandde haar album dit jaar plots op nummer twee in onze eindlijst. Natuurlijk zijn zowel wij als de wereld om ons heen veranderd, maar zoiets was zeven jaar geleden bij de oprichting van The Daily Indie vast en zeker nog niet mogelijk geweest.

Toch toont ieder jaar ook opnieuw aan dat doorgeslagen poptimisme net zo onwenselijk is als verouderde vooroordelen. Dat komt mede omdat de trend niet altijd even tweezijdig lijkt te zijn. Hoeveel Lorde-liefhebbers werden dit jaar fan van haar mannelijke tegenhanger, Alex Cameron? Vast minder dan andersom. Daar komt bij dat niet ieder nummer goed is ómdat een bekende popster het uitbracht. Grizzly Bear-frontman Ed Droste drukte het in een interview met Fleet Foxes’ Robin Pecknold als volgt uit: “Why is this Top 40 artist with this random song that’s fine being championed as the best thing ever right now?

In 2017 werd het, vooral met het oog op seksueel misbruik in de muziekindustrie, soms onwenselijk of zelfs onmogelijk een muzikant los te zien van zijn muziek. Toch lijkt het in sommige gevallen juist wél wenselijk om dat eens te proberen. Het geeft je de kans om nummers te beoordelen op hoe ze klinken, niet op wie ze gemaakt heeft. Dan ontdek je pas dat er simpelweg goede en slechte popmuziek is, onafhankelijk van genre of populariteit. De tijd van gitaarpuristen en pophaters (of andersom natuurlijk) is voorgoed voorbij. Voor wie dat nog niet weten wil, heeft Harry Styles nog wel een wijsheidje liggen: ‘Just stop your crying / It’s a sign of the times.’


Lees ook vooral onze andere artikels in deze serie features nog eens terug! Klik hier voor all-female bandsThe War on Drugsfilmmuziek#metoo, en anti-Trump-songs.

Na vier keer leek het ons wel eens tijd gasten uit te nodigen in de Operator Radio-studio. Zo geschiedde, Iguana Death Cult kwam langs en ze namen een volle Spotify-playlist mee om te laten horen. En het mooiste is nog dat het niet alleen terug te luisteren maar ook terug te kijken is!

Iguana Death Cult speelt deze maand overal en nergens in het kader van hun Iguanarama Tour, die o.a. van The Gravel Pit, via het Tilburgse Psycho Mind Festival en het Duitse showcasefestival Reeperbahn uiteindelijk eindigt met twee volledige Iguanarama-shows in Breda en Amsterdam. Voordat zij de tour gingen openen op Misty Fields in Heusden, kwamen Jeroen en Tobias langs bij Operator om een berg van hun favoriete tracks te draaien.

(Let op: Meestal wordt de Operator-livestream achteraf door Facebook verwijderd. Tot nu toe is deze video niet verwijderd, maar dat kan altijd alsnog gebeuren. Is de video weg? Geef ons een seintje, dan regelen wij dat de audio in dit artikel komt te staan.)

Onze volgende uitzending bij Operator is op zaterdag 7 oktober van 14:00 tot 16:00 uur. Daarnaast zijn we ook wekelijks te horen op Pinguin Radio (iedere dinsdag tussen 21:00 en 22:00 uur) met een door ons gecureerde playlist.

In Katwijk aan Zee weten ze wel hoe je een lekker feestje geeft met Koningsdag, blijkt althans uit de line-up van het gratis festival dat JVC De Schuit organiseert op 27 april. Met NOAD, BARTEK, MOOON en Iguana Death Cult raden wij je aan om oordoppen mee te nemen. 

Het festival wordt geopend door een band die een thuiswedstrijd gaat spelen in Katwijk: NOAD. Drie vrienden die zich een aantal jaren terug vonden in een schurende mix van garage, blues en stoner. Denk een beetje The Black Keys, Band Of Skulls, The Kills en je hebt een idee. Uitstekende keuze om het festival om 12:30 uur te laten openen door dit trio, want zij geven het stokje door aan hun garage-stoner-collega’s van BARTEK (hieronder)!

 

De dag zit boekingstechnisch vernuftig in elkaar, want alle bands vloeien muzikaal heel natuurlijk in elkaar over. Want met NOAD als opener, gaan we namelijk door naar BARTEK die garage en stoner naar een volgend niveau heeft gebracht op hun laatste EP en op hun debuutalbum HOLLAND dat 13 april uitkomt via Suburban Records. Toen wij afgelopen Popronde met de band op tour gingen, zagen wij direct dat 2017 het jaar van BARTEK zou gaan worden. Avond na avond stapte de band de bus in om weer een stad of dorp in Nederland te gaan veroveren. De shows van BARTEK hebben een pure coolness over zich heen hangen die zich lastig laat omschrijven, maar waarvan je – als je het hoort – direct begrijpt waar we het over hebben. Tijdens de releasetour van de band staat Katwijk op het programma, dat na de show van deze heren waarschijnlijk Katwijk in Zee heet.

 

MOOON is een piepjong trio, ontstaan in een tuinhuisje in het altijd gezellige Aarle-Rixtel. Twee broertjes en hun neef gingen er simpelweg goede en groovy muziek maken. Gedoe met een boze buurman heeft hen er gelukkig niet van kunnen weerhouden hun sixties-garagerock met psychedelische invloeden tot in de puntjes uit te werken. Het debuutalbum van de band komt later uit via Excelsior, maar er is nu al genoeg om van te smullen. Zo hadden we de band op onze avond tijdens Tweetakt in Utrecht staan, wat beeldresultaten zie je hier.

 

Om ervoor te zorgen dat je aan het einde van de dag echt niet meer kunt lopen, worden de Rotterdamse heren van Iguana Death Cult ingevlogen. Die trekken om 16:30 een laatje vol psychedelische garage open waarmee de ene helft van de zaal driekwartier op de andere helft van de zaal ligt te crowdsurfen. Hun debuutalbum The First Stirrings Of Hideous Insect Life kwam afgelopen februari uit (onze review lees je hier) en veroverde afgelopen weken zaal na zaal in het hele land. Deze jongens gaan dus warm en geolied in de bus naar Katwijk op 27 april.

 


FACEBOOK-EVENT  | WEBSITE JVC DE SCHUIT 

 

 

Gisteren was ‘ie er dan: de langverwachte debuutplaat van Iguana Death Cult, getiteld The First Stirrings Of Hideous Insect Life. Ter viering van de release gaf de (half) Rotterdamse band een feestje in een uitverkocht(!) Rotown, tevens de aftrap van de releasetour die de komende maanden heel ’t land doorgaat. Na Grasnapolsky vorige week al te hebben afgebroken, kon het niet anders dan dat dit weer een goed garage-rockfeestje zou worden. 

Creepy Karpis
Het is iets over half negen als het Zwolse Creepy Karpis het podium van Rotown betreedt, waar de band naast nummers van hun EP Oh So Happy ook oorstrelend nieuw werk ten gehore brengt. Energie in de band is er wel, maar komt nog niet echt over op het achteruitdeinzende publiek. Gelukkig lijkt Creepy Karpis er zelf niet veel last van te hebben dat er achterin nog volop over koetjes en kalfjes gepraat wordt. Hoe dan ook een goede opwarmer voor de Iguana-boys!

 

 

Iguana Death Cult
De decibelmeter schiet gelijk in het rood wanneer Iguana Death Cult de set aftrapt met één van hun eerste nummers Seven Tongues. Rotown beweegt mee, maar komt nog niet op gang. Opvallend: de gemiddelde leeftijd van het publiek ligt een stuk hoger dan normaal. Desalniettemin speelt de band kneiterhard, zoals altijd, en daarbovenop ook nog eens kneiterstrak. Na het wat lomere The Dreamer en de melding van frontman Jeroen Reek “We zijn uitverkocht, heeeeeeeuj!” bouwt de band hun set heel verzorgd op. Bij Sirens zien we al enkele tekenen van een moshpit, en doet de drummer van Creepy Karpis nog een poging tot crowdsurfen, maar tevergeefs. Het aantal biertjes wat men achter de kiezen moet hebben om los te gaan is nog niet bereikt.

Iguana Death Cult speelt al haar nummers met volle overgave, en doet net als op de plaat denken aan Thee Oh Sees en King Gizzard & The Lizard Wizard on acid. Die overgave is de kracht van de band. Waar veel garagerock bands ietwat sloppy kunnen spelen “omdat dat wel kan met zulke muziek”, zit Iguana Death Cult overal bovenop. Hoewel alles op een gegeven moment kapot leek te gaan (hoe kan het ook anders met zulke opzwepende tracks), bleef het een feestje rond íets te christelijke tijden. Voor volledige overgave van het publiek had de show een paar uurtjes later niet misstaan, of had er gewoon sneller gedronken moeten worden.

 

  

Geen scene zo springlevend in Nederland als die van Rotterdam, maar laat dat geen nieuws voor u zijn. Het nieuws betreft enkel wie er nu weer de vaandeldrager mag zijn, want dat lijkt met iedere ademteug te veranderen. Werp één blik op het blokkenschema van Grasnapolsky, afgelopen weekend in Radio Kootwijk, en het begint al te duizelen. De Likt, The Sweet Release Of Death, Crying Boys Cafe, The Jerry Hormone Ego Trip. Nee, bovenop de Maastoren staat Iguana Death Cult, in ieder geval vandaag.

The First Stirrings Of Hideous Insect Life heet het langspeeldebuut van de band, en die ligt nu, in ordinair zwart óf pimpelpaars, in de schappen van ’s lands betere platenzaken. Daarop horen we precies wat we van Iguana Death Cult hadden verwacht, en meer. Garage rock in de essentie, ingekleurd met een beste scheut surf & rock-‘n-roll, verpakt in een jasje van kraut. Luister enkel naar Mutterschiff 308, het magnum opus van de band tot dusver, en je hoort het allemaal voorbij komen. De klappen zijn hard, de riffs niet te versmaden en het swingt als John Travolta na een dubbele dosis xtc. Die ene track is alsof iemand al het mooi aan Thee Oh Sees in drie minuten versneld heeft afgespeeld, en dat is dus pas één van de vele kanten die deze plaat in het verschiet heeft.

Scherp door de bocht gieren kan Iguana Death Cult namelijk ook, zoals op de vrolijke stuiterbal Seven Tongues, of smerig schuren en schuifelen, zoals op het laid-back The Dreamer. Man, de heren kunnen zelfs onversneden surf pop maken, al is daar de spanningsboog wel érg kort. Binnen honderd seconden ontspoort de olijke hekkensluiter Jellyfish – over kwallen, niets meer en niets minder – volledig en stommelt, dreunt en hamert de plaat richting een gruizig einde.

“WHUUAAAAAAAAHHHHHHHHHH!!!! Jelly, jelly, jelly, jelly, jelly, jelly, jelly, jelly…”

Maak een lijstje met alles wat je verlangt van een garagerockplaat en vink een eind weg. “Verslavend”, check. “Moshpitmateriaal,” check. “Goede productie,” dubbelcheck – de analoge benadering van engineer Chris van Velde heeft zich driedubbel en dwars uitbetaald. Dat enkel het tabje “vernieuwend” open blijft mag geen schande heten. The First Stirrings Of Hideous Insect Life, een moshpit in je huiskamer.

De band speelt vanavond (16 februari) een releaseshow in Rotown en speelt de komende week ook nog in Bitterzoet, Patronaat en ACU

 

 

Het mooie weer gaat na de zomervakantie voorlopig nog even door, en er vallen in september dan ook genoeg mooie buitenfestivals te bezoeken. Bruis Maastricht, meerdere foodie-festivals en bandjes in het park. Zo ook Breda Barst: een tweedaags festival in het, vanzelfsprekend, Bredase Valkenbergpark, in één van de mooiste parken van het land. 

Goed nieuws: het festival is gratis te bezoeken voor iedereen. Score! Een greep uit de line-up vertelt ons dat DeWolff, Handsome Poets, De Likt en Birth of Joy in Breda te zien zijn in het weekend van 17 en 18 september. Naast deze bekende acts zullen er een aantal indie-lievelingetjes optreden, die absoluut de moeite waard zijn om te gaan checken op het festival.

Iguana Death Cult
Do we need to say more? Het vierkoppige Iguana Death Cult heeft het afgelopen jaar zijn livestatus meer dan waargemaakt, met als kers op de taart een optreden in het voorprogramma van King Gizzard & The Lizard Wizard in Paradiso. De band werkt nu aan een debuutplaat, die hopelijk binnenkort te luisteren is. Wees erbij, want voor je het weet staat deze extreem hyper-actieve garageband in de grotere zalen.

 

The K.
De Belgische band The K. maakt muziek die slingert tussen noise en punk, vergelijkbaar met The Melvins en Pissed Jeans. Het drietal gaat al een aantal jaren mee: de stuwende debuutplat uit 2012, getiteld My Flesh Reveals of Souls werd door de Belgische media goed ontvangen. Bereid je voor op een optreden zonder genade: knikkende hipstermeisjes worden door The K. niet gewaardeerd. Raggen, dus!

Indian Askin
Dit Amsterdamse viertal heeft zich dit jaar volledig bewezen: eerder dit jaar deed de band onder andere Lowlands en Best Kept Secret aan en werd door OOR en 3voor12 bestempeld als hét geluid van 2016. Indian Askin heeft voor ieder wat wils: de band maakt ‘nu-punk’ met invloeden uit de psychedelische rock uit de jaren 60, 70 én 90. In issue #23 van The Daily Indie lees je een interview met de band.

The Brahms
The Brahms is geen onbekende naam meer in de Nederlandse muziekindustrie. De band studeerde afgelopen jaar af van de Herman Brood Academie en maakt aanstekelijke indiepop, waarbij de aan Vampire Weekend schatplichtige gitaarlijntjes voor de rest van je leven door je hoofd blijven spoken. De band speelde inmiddels zowat elke zaal plat en vormt daarmee in Breda nog een perfecte afsluiter van de zomer.

 

In navolging van de mixtapes die we door artiesten van Beaches Brew lieten maken, tellen we deze week af naar Metropolis Festival. En hoe kunnen we beter aftrappen dan met een bijdrage van eigen bodem? Deze band is koud terug van een ongetwijfeld hectische tour naar Berlijn en nam toch de tijd om ons hun favoriete tracks te sturen. Hier is de mixtape van Iguana Death Cult!

Zanger Jeroen heeft zijn voorliefde voor de obscuriteiten en complete camp die hij op deze mixtape heeft gezet, ook meteen even toegelicht. Althans, hij deed een poging, want regelmatig zorgde zijn enthousiasme vooral voor een welgemeende ‘fuck yea’. Dus druk op play en leer begrijpen waarom Iguana Death Cult op het podium zo’n volslagen gekte is.

Zelf zien? De band speelt aanstaande zondag om 19:00 uur op de Workers Stage van Metropolis Festival.

The Stranglers – Hangin Around
The Stranglers, fuck yea.

J. J. Burnel – Jellyfish
Toen we ons nummer Jellyfish aan het opnemen waren zei Chris (van Velde a.k.a. The Earl Grey Christ, LGM Studio represent) dat J. J. Burnel (de bassist van The Stranglers) ook een nummer heeft dat zo heet. Staat op zijn soloplaat Euroman Cometh, waarop hij pleit voor een verenigd Europa. Dus ook nog eens effe super actueel en relevant enzo.

Chrome – Electric Chair
Nog een tip van Chris. Heel die plaat aan gort gedraaid onderweg naar Berlijn vorige week. Vet experimentele postpunk en proto-industrial.

Esin Afsar – Zühtu
Deze komt altijd wel een keer voorbij als we onderweg zijn of ergens stoer aan het doen zijn. 

Talking Heads – Girlfriend Is Better (Stop Making Sense)
Ja, veel beter dan dit wordt het niet. Iedereen zou Stop Making Sense (een concertregistratie van Talking Heads uit 1984, red.) een moeten kijken. Staat gewoon voor gratis op Youtube. Geniale band, geniale frontman. Staat voor mij op grote hoogte, tussen gasten als Bowie en Iggy Pop.

Donna Summer – I Feel Love (Patrick Cowley Remix)
En dan hier een betoog over hoe dit nummer grote invloed heeft gehad op de moderne dancemuziek. Maar dan zestien minuten lang. Echt een topplaat. 

https://youtu.be/xSTf0B-9laQ

 

Devo – The Girl You Want
Devo. Fuck yea.

B-52’s – Rock Lobster
De goeie, manische energie waar wij zo van houden.

Toots and The Maytals – Monkey Man
Toen ik een jaar of zes was, liet m’n moeder me zien hoe haar oude platenspeler werkte. Het eerste nummer dat er toen uit de speakers kwam, was Monkey Man van de eerste plaat van The Specials. Ik ben nooit gestopt  met dansen. Deze versie van The Maytals, volgens mij het origineel, is ook geweldig.

Chaka Khan – I Feel For You
Ja…

Op 6 mei is het potverdikkeme tijd voor een portie harde muziek in Studio/K! De muren van de zaal aan het Timorplein in Amsterdam-Oost zullen die avond druipen van het vocht, want niemand minder dan Iguana Death Cult, Creepy Karpis en Teddy’s Hit komen die avond spelen! 

Avondje om de vingers bij af te likken dachten wij. Leden van The Daily Indie kunnen ook nog eens extra drankje nemen op vrijdag 6 mei, want zij kunnen aan de deur hun kaarten met 50% korting kopen! Nog geen lid van TDI, maar wil je wel graag vier keer per jaar ontvangen, gratis naar onze magazine launches en van meer ledenvoordelen profiteren? Word dan hier indie-ambassadeur!

Check ook het event op 17 april met Holy Waves + Torii + Moon Tapes! 

 

 

Na een onstuimig, rusteloos 2014 én 2015 hadden we verwacht dat de uit Los Angeles afkomstige garagepunkrockers van together PANGEA wel genoeg haddden gehad van al dat touren. Maar toen was daar ineens de EP ‘The Phage’, die net zoals zijn voorgangers de hemel in werd geprezen. Daar hoort natuurlijk een tour bij, die deze week heel Nederland aandoet. Bovendien heeft together PANGEA een knallend goede live-reputatie hoog te houden.

Een half gevuld Rotown met een gevuld glas bier kijkt achteloos toe wanneer de inmiddels welbekende garagerockers van Iguana Death Cult, het podium betreden voor de support-act. Te zien aan de brakke koppies van de gasten hebben ze het erg naar hun zin gehad op hun korte tour met PANGEA, maar de band speelt er niet slechter om. Integendeel, Iguana Death Cult weet zich zelfs als support-act te profileren als een van de meest energieke en beweeglijke bands van Nederland. Maar wanneer een kleine moshpit wordt gestart, blijft het grootste deel van het Rotterdamse publiek stoïcijns op haar plek staan. Hopelijk brengt together PANGEA daar verandering in.

Rond een uurtje of tien betreedt onder de openingstune van ‘Flodder’ de band uit LA het podium en zet meteen de toon voor de avond, met het energieke Looked In Too van de ‘The Phage’. Het duurt even, maar bij hitje Sick Shit weet de frontman William Keegan het publiek zo ver te krijgen uit zijn plaat te gaan. De band speelt strak en alsof het geen enkele moeite kost, serveren ze het publiek een set die track na track op een nonchalante doch geperfectioneerde manier wordt gebracht. In het nieuwe, nog niet uitgebrachte werk dat de band speelt horen we hints naar Cloud Nothings en Wavves: zeker niet slecht. De riffjes kloppen, de teksten zijn wat liever en de band is duidelijk opgelucht dat het aansluit bij het publiek.

together PANGEA’s optreden kent geen inkakkers. William Keegan ontpopt zich niet tot een ware frontman deze avond, maar de performance heeft hij absoluut. De temperatuur stijgt tot een zomers niveau, wat het publiek van Rotown weer een beetje leven geeft. Regelmatig wordt een crowdsurfer door de zaal gedragen: precies wat nodig is. Maar hé, jongens op de voorste rij, na twintig mislukte pogingen tot crowdsurfen is het toch wel duidelijk dat het niet gaat lukken? Het bederft de opgetogen sfeer in ieder geval niet. De set wordt afgesloten met meeschreeuwer Too Drunk To Come, gevolgd door River, het weergaloze Snakedog en toegift Gates Of Heaven. together PANGEA houdt zijn reputatie hoog.

 

 

Le Guess Who? festival staat steevast vol vrolijke doodels in onze agenda, maar ook kleine broertje Le Mini Who? is niet voor de poes. Deze gratis variant met ruim vfijtig opkomende Nederlandse bands vindt dit weekend plaats op locaties rondom Voorstraat en Westerkade. Dit jaar laten de artiesten van de toekomst onder ander de ruiten schudden van The Village (ook de nieuwe locatie op Wolvenplein),  Hutspot, Plato en ACU. Dus dat wordt een weekendje flink door Utrecht hollen. Nog geen idee waarheen? Wij hebben onze indiedarlings voor je op een rijtje gezet!

Boner Petit – 21 november / 13:00 / Hutspot

De award voor de briljantste bandnaam van het weekend gaat zonder twijfel naar Boner Petit. Ze zijn begonnen als folkbandje, maar maken inmiddels frisse pop met fuzzy gitaren. Deze band speelt tijdens Le Mini Who? een thuiswedstrijd, maar heeft afgelopen Popronde alle hoeken van Nederland kunnen bewonderen. Boner Petit zit bij Purple Noise Record Club, het label van de leden van Yuko Yuko en The Homesick. De boys van deze bands hebben het inmiddels al tot aan de line-up van Le Guess Who? geschopt, maar Boner Petit zelf zit ze op de hielen.

 

Naive Set – 21 november / 14:30 / Café Tilt

Het Amsterdamse viertal Naive Set timmert al drie jaar fanatiek aan de indieweg. De debuutplaat ‘Recling Nude’ werd in 2014 vol lof ontvangen. Deze maand verschijnt nummer twee, genaamd ‘Dragon.’ Het is dan ook geen wonder dat hun verslavende, catchy gitaarmuziek – die zij zelf vergelijken met The Kinks, The Modern Lovers, The Clean en Twerps – al enige tijd op onze radar zit. Maar goed, ook de radar van de rest van Nederland lijkt bereikt, getuige dit plaatsje op de Le Mini Who?-timetable.

 

Moon Tapes – 21 november / 16:00 / Hutspot

De debuut-EP van Moon Tapes kwam afgelopen week uit op Coaster Records, het label van mede Le Mini Who?’er Goodnight Moonlight. Maar ook de voorgaande singles zijn zeker niet onopgemerkt gebleven. Hun dromerige shoegazepop werd namelijk onder handen genomen door Daniel James Schlett, die ook DIIV en The Drums al op zijn cv had staan. Naast ons eigen land werden deze singles boordevol pakkende zangmelodieën in een reverbsausje opgepikt in Japan, Australië, Mexico en Engeland. Nadat frontman Joep Meyer enige tijd gebukt ging onder een hersenschudding en hierdoor diverse Popronde-gigs moest afzeggen, is Moon Tapes weer terug van weggeweest om Utrecht op haar grondvesten te doen dansen.

 

Iguana Death Cult – 21 november / 17:00 / ACU

Een van onze favoriete bands dit jaar is met stip Iguana Death Cult. Deze Rotterdamse gasten gaan de stad op hun kop zetten met hun swingende garagegroove. Live is de band ontzettend opwindend, strooit het met in gierende en in reverb gedrenkte surfsolo’s. De band klinkt lekker  en gaat tijdens de LMW? haar live-reputatie ook een flinke duw in de goede richting geven.

 

Goodnight Moonlight – 21 november / 14:30 / Hutspot

Voor een portie beukwerk kun je je lol zeker op tijdens Le Mini Who?, maar voor het wat meer gevoelige en sensibele werk kun je terecht bij Goodnight Moonlight. De Rotterdamse band speelde dit jaar onder andere al op Metropolis en Motel Mozaique en wist daar met een stapel dromerige liedjes een goede sfeer achter te laten. Qua stijl heeft het wel wat weg van de vorig jaar zo succesvolle Friezen van Yuko Yuko. Ook qua leeftijd matcht het mastermind Jasper Boogaard ook perfect, want deze lofipopper is geboren in 1997. Holy shit! Wat ons nog maar tot één vraag. Kun je rekenen? Reken er dan maar op dat dit nog veel gaat beloven voor de toekomst.

 

TV Wonder – 21 november / 14:00 / ACU

Als laatste kunnen we het niet laten om nog twee vurige noise-bands te tippen. TV Wonder is inmiddels kind aan huis bij ons. Niet zo gek ook als je naar de intense en machtige EP ‘Bird Sounds’ luistert van deze Haarlemse/Amsterdamse combinatie. Nóg spannender zal het haast niet worden tijdens Le Mini Who?

 

The Lumes – 21 november / 16:45 / Kapitaal

Of het noisy en postpunkende The Lumes uit Rotterdam dan, dat er anders ook wel raad mee weet! De muziek wringt, schuurt en schurkt en je kunt er niet los van komen. Het zuigt je helemaal op in de meest spannende noiselandschappen vol ruis, haperingen en verslavende loops. Wat kan noise bloedmooi zijn!