Even een ander venster op de wereld, dat is wat muziek je bieden kan. Momenteel vooral thuis, verzonken in je eigen afspeellijsten en muzikale media. Maar soms is er opeens toch een kans op een tijdelijke ontsnapping. Zoals afgelopen zaterdag in Eindhoven, toen Iris Penning samen met celliste Mirthe de Jonge even het gordijn opengooide voor een luisterervaring die juist net wel past binnen de grenzen van het mogelijke.

Afhaaltheater in een muzikale kijkdoos, zo noemden ze het in de aankondiging. En precies zo is het. Samen met mijn vriendin en onze eveneens muziekliefhebbende dochter van vier, namen we plaats op een bankje, wachtend tot het gordijn van het geïmproviseerde podium openzwiert. Met koptelefoons op ons hoofd en paraplu’s daarboven, om ons enigszins te beschermen tegen het storm- en regenachtige weer van deze middag. Ondanks – en misschien ook wel dankzij – dit decor is muziek een mooie manier om even te ontsnappen. Het past in het credo van Iris Penning: ‘Liever vieze voeten dan altijd schoenen aan.’ Maar ook bij de tekst die ze tijdens de heftigste windvlagen subtiel richting onze oren stuurt: “Vandaag wil ik alleen maar dat het dondert, dan pas stopt de storm / Morgen wil ik vast wel weer de zon terug, dan pas breekt het los.”

Even daarvoor was de politie al een kijkje komen nemen en luisterde zelfs kort even goedkeurend mee. Maar de setting past prima binnen de strikte regels. Een privéconcert, vanaf het bankje aan de vijver naast de al maanden muisstille Effenaar. Met de artiesten veilig achter het glas en de koffie en thee binnen handbereik. Dichter bij een concertervaring komen we momenteel niet.

Een kinderhand is snel gevuld. Penning – ook stadsdichter van Eindhoven – benadrukt ook precies die kinderlijke manier van genieten. Van poëtisch omdenken. En onze dochter beaamt die als geen ander, want die zit ademloos te genieten, de ervaring te absorberen en maalt nog het minste om de neerkletterende regendruppels. Ruim twintig minuten, inclusief het hoopvolle gedicht dat ze eerder maakte en voordroeg voor en over Eindhoven in coronatijd, vliegen voorbij. Het voert ons even weg van het hier en nu. Hopend op en dromend van meer van dit. Net voor het verstrijken van de sessie vormt ze de letters die ‘Maak iets beters van iets lelijks’ vormen op het venster nog om naar ‘Lelijk bestaat niet meer’. Opdat we de zon achter de onstuimige wolken blijven zien.


Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Banner-Magazine-25-660x246.png

Onze radar draait op volle toeren en elke week presenteren we je een act die je hoogstwaarschijnlijk nog niet kent. What a shame! Vandaag GHUM, een oorverdovend Londens postpunk-viertal dat je normaliter deze zomer op Best Kept Secret het strand had afgeblazen.

Wie of wat is GHUM?
Nee, niet GUM, het soloproject van Tame Impala- en POND-gitarist Jay Watson. GHUM is een stuk minder zonnig. Dit Londense viertal maakt behoorlijk duistere postpunk en klinkt zo’n beetje als je perfecte mix tussen Savages en Warpaint: net zo warm en soulvol als kil en angstaanjagend.

De band noemt zijn muziek zelf ‘ghost grunge’ en dat slaat de spijker wel op de kop. Paranoïde zoek je je weg door het donkere bos dat dit coronajaar soms is. Drums slaan om je heen in als een bombardement en een allesverzengende postpunk-gitaarriff snijdt door je ziel. Je wordt opgejaagd door een geest met de stem van Laura Guerrero Lora, frontvrouw met Britse en Spaanse roots, dito teksten en een register van fluisteren tot pure terror; net als haar schijnbaar grote voorbeeld PJ Harvey.

Naast Lora bestaat GHUM uit Marina MJ (bas), Jojo Khor (gitaar) and Vicki Butler (drums). Het viertal bracht een debuut-EP uit in 2017, maar ging in de UK pas echt lekker toen de BBC Music ze strikte voor een Introducing-sessie. Er werd inmiddels getourd met L.A. Witch, The Underground Youth en Dream Wife. Met die laatste band speelde GHUM een paar jaar terug al eens in Roodkapje in Rotterdam. Een tweede Nederlandse show stond gepland op Best Kept Secret totdat, nouja, je weet wel.

Voor fans van:
Savages, Whispering Sons en Drahla.

Fun fact:
Wellicht heeft GHUM de ‘H’ alleen maar toegevoegd om verwarring te voorkomen met het soloproject van de Tame Impala-gitarist. De bandnaam schijnt afkomstig te zijn van advertentiesite Gumtree, waar de leden elkaar vonden nadat bassiste Marina MJ een oproepje plaatste om een band te beginnen.

Voor in je playlist:
Het meest recente wapenfeit van GHUM is het vorig jaar verschenen California (Edit). Het Spaanstalige couplet, de video en titel suggereren zonnigheid, maar ook hier ontaardt het nummer in een oorverdovende kick in the gut. Net als wel meer lockdown-video’s die we vorig jaar voorbij zagen komen, bestaat de bijbehorende clip uit beelden die fans wereldwijd instuurden.

Steuntje in de rug:
Zoals gebruikelijk vind je alle muziek en merch van GHUM op Bandcamp. Een nieuwe Nederlandse show staat nog niet op de agenda. Fingers crossed.


Het is hartstikke leuk om muzikant te zijn in Nederland, maar een vetpot? Nee, dat is het niet. De meeste zangers, gitaristen, drummers en toetsenisten hebben daarom ook een andere baan naast het muzikantenbestaan. Daarom laten wij de day jobs zien van onze favoriete indie-muzikanten, die het ook in 2021 nog steeds niet makkelijk hebben.

Deze keer spreken we Pim Walter, bassist bij Alvaro Soler en frontman van Dino Kids. Over die laatste band schreven we al vaker bij The Daily Indie en we waren wel weer eens nieuwsgierig hoe het ging met onze Arnhemse vrienden.

Tekst Eric Veltink


Pim Walter
Fietskoerier bij de Groene Rijders
“Het begon met de afzegging van het eerste optreden, daardoor liep ik mijn eerste inkomsten mis. Daarna volgde de volgende afzegging, en nog één en nog één. In de zomermaanden ga ik normaal gesproken als bassist op tour met Alvaro Soler. We zouden gaan spelen in Europa en Zuid-Amerika, maar de hele tour van 2020 ging niet door. Ook de geplande optredens met Dino Kids, en het inval- en theaterwerk dat ik doe, werden afgezegd. Ik kon wel gebruik maken van de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers, red.), maar ik wilde liever werken.”

“Dat vond ik toen ik in het centrum van Arnhem een boek kocht bij Hijman Ongerijmd en vroeg of ik hun boeken kon bezorgen. Dat bleken de Groene Rijders al voor hen te doen. Ik heb dat bedrijf opgezocht en kwam erachter dat dit het idee is van twee leuke Arnhemse ondernemers die CO2-neutraal logistiek willen leveren. Drie dagen later zat ik op de fiets. ‘Ga maar rijden, joh!’ kreeg ik nageroepen toen ik vertrok voor mijn eerste rit. Het is super leuk, ik ben lekker buiten en ik tref vooral blije mensen.”


Pim Walter
Bassist bij Alvaro Soler en frontman Dino Kids

“Afgelopen jaar was een jaar van reflectie: wil ik mijn koers wijzigen, ga ik studeren, moet ik volwassen worden? Ik heb geaccepteerd dat ik nu geen grip heb op de situatie. De zomer staat vol met optredens en we zien wel wat daarvan komt. Ik ben in ieder geval blij dat ik de wetten niet hoef te schrijven. Tja, het is zoals het is.”

Blijf op de hoogte van waar Dino Kids mee bezig is, door de band te volgen op Instagram en Facebook.


Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Banner-Magazine-25-660x246.png

De Londense jazzscene heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot het epicentrum van een nieuwe stroming binnen de hedendaagse jazz, waarbij een generatie van jonge, innovatieve muzikanten het voortouw neemt. Ergens aan de rand van deze explosie van nieuwe, spannende muziek bevindt zich Robohands, het soloproject van de Londense multi-instrumentalist Andy Baxter.

Met zijn derde plaat Shapes bewijst Baxter dat hij ook tot deze generatie creatievelingen mag worden gerekend. In een tijdperk waarin de sound van jazzy hiphop-instrumentals zo populair is, tot het punt dat het haast synoniem is geworden aan muzikaal behang, kan het lastig zijn om op te vallen in de grote menigte van slaapkamerproducers die de wereld rijk is. Gelukkig kreeg het debuutalbum Green van Robohands uit 2018 hier wat hulp bij van het immer mysterieuze YouTube-algoritme, waardoor de plaat in korte tijd miljoenen keren werd beluisterd. Zo ongeveer de natte droom van iedere opkomende artiest met een beperkt promobudget.

Strak en groovy
Zijn debuutplaat was een eclectische mix van jazz, elektronica en op hiphop geïnspireerde beats. Dit wordt doorgezet op het nieuwe album, al klinkt Baxter hier nog meer in zijn element dan voorheen. De sound van Shapes is strak en groovy, en de drums staan lekker hard gemixt. Dat is terecht, Baxter laat namelijk horen dat hij zich in een paar jaar tijd een stuk verder heeft ontwikkeld als drummer. De beats zijn origineel en gevarieerd, en Baxter deinst niet terug voor plotselinge tempowisselingen halverwege een nummer. Een goed voorbeeld hiervan is de track Leaves. De invloed van hiphop is duidelijk hoorbaar in de drums, maar voor het gitaarwerk klinkt het vaak alsof Baxter verder terug in de tijd gaat, naar de hoogtijdagen van jazzfusion in de jaren zeventig.

Kevin Parker van de jazzwereld
Misschien nog wel het meest indrukwekkende aan Robohands is het feit dat Baxter vrijwel ieder instrument zelf inspeelt, waaronder drums, gitaar, bas, piano en synths. Dat is op z’n zachtst gezegd geen traditionele manier om jazzmuziek te maken, wat meestal in groepsverband gebeurt, met ruimte voor improvisatie. Toch slaagt Baxter erin om de muziek spontaan en organisch te laten klinken, alsof je naar een live-band luistert. Hebben we hier te maken met de Kevin Parker van de jazzwereld? De tijd zal het leren.

Als er een kritiekpunt voor dit album is, dan is het dat de muziek soms iets te veel in dezelfde stemming blijft hangen. Toch is de plaat van begin tot eind interessant en met slechts negen tracks en 28 minuten erg de moeite waard om te replayen. Zodra de Londense podia weer openen, zullen ze zeker te maken krijgen met Robohands.


Een intrigerende naam en fascinerende liedjes, dat is wat Alaska Reid je voorschotelt. Ze vertelt een bijzonder verhaal. Haar solodebuut Big Bunny handelt over de manier waarop ze opgroeide in – en tussen – twee werelden: enerzijds het weidse en wonderschone Montana en anderzijds de enorme, urbane omgeving van Los Angeles. Ook muzikaal levert dat een symbiose op van stijlen, waarin met name country, folk en indie verenigd worden.

I’m in love with a ghost of the past, zo zingt ze op de single Oblivion. Vergeten doet ze niet, verwerken des te meer. Haar liedjes zijn een samenballing van de bijzondere jeugd die ze had. Vanaf haar tienerjaren reisde ze met haar familie heen en weer tussen één van de dunst bevolkte staten van de Verenigde Staten en de metropool aan de Stille Oceaan. Al jong begon ze met optreden in bars in LA en deed zo al de broodnodige ervaring op. Nu is Reid een vroege twintiger en geeft ze met haar eerste album een eerste krachttoer weg. Die is ronduit overtuigend. Ze werd hierbij geholpen door de momenteel bijzonder gewilde producer A.G. Cook, die onder meer met Charli XCX werkt. Hij wist samen met de jongeling de puzzelstukjes op de juiste plek te dirigeren. Naar verluidt kregen de twee een relatie en gingen ze zelfs samen in quarantaine bij Reids familie in Montana tijdens coronatijd. Genoeg tijd om verder samen te werken, dus.

Grungy en subtiel
Dinosaur Jr., één van haar favoriete bands, bracht haar op het pad om meer te doen met luide, fuzzy gitaren en wat meer af te stappen van het puristische ambacht van de singer-songwriter. Haar stem – die hier en daar herinneringen aan Joni Mitchell oproept – blijft haar kracht, net zoals de verhalen die ze vertelt. Over haar eigen reis en die van anderen. De liedjes zijn grungy en soms subtiel, maar vooral authentiek. Kwetsbaar en eerlijk bundelt ze haar verleden in verhalen, voorzien van een stoere, rafelige omlijsting. Lieflijk en rauw tegelijk en nog steeds met één cowboylaars stevig in de weiden en bergen van Park County, Montana. Dit is een dame om in de gaten te houden.


Vrijdag 20 november is het zover: dan bestaat The Daily Indie alweer tien jaar! Om dat te vieren hadden we allemaal wilde plannen, maar we zullen het ‘op afstand’ moeten doen. Hoe kunnen we dat beter doen dan met een extra dik tijdschrift waar je de hele winter plezier van hebt?

Op 20 november vieren we ons jubileum overigens met een tien uur durende livestream, inclusief een talkshow, popquiz en onze digitale clubavond Lekkend Licht. Maar voor nu kijken we naar de inhoud van ons nieuwe magazine. Want dat is niet zomaar een blad: het is ook nog eens de 25ste editie van The Daily Indie Magazine: over jubilea gesproken!

*Het blad kost vijftien euro, inclusief een lidmaatschap van The Daily Indie t.w.v. tien euro en inclusief BTW én verzending.

**Geen PayPal? Tik ‘m af met een Tikkie en stuur dan nog even een mailtje naar onze redactie met je adres.

The Daily Indie Magazine #25
In dit blad vind je naast een overzicht van tien jaar The Daily Indie, allerlei specials en rubrieken vol nieuwe muziek, uiteraard ook veel interviews en longreads. Zo onderging Will Butler de fameuze Proust Questionnaire, een negentiende-eeuwse persoonlijkheidsquiz waarbij we er onder meer achter kwamen dat hij ooit eens iets uit het Witte Huis heeft gestolen…!

Interviews zijn er verder met de sensatie van het jaar: Working Men’s Club. De band van de tiener Syd Minsky-Sargeant die muziekliefhebbers over de hele wereld omver blies met elektronische postpunk die nog nooit zo fris klonk. Verderop in het blad kom je Spinvis tegen, die we uitgebreid spreken over zijn nieuwe album 7.6.9.6., songteksten en nieuwe hobby’s. Meer van eigen bodem is er met Nouveau Vélo en Spill Gold, bands die dit najaar nog eens lieten zien wat voor moois er in Nederland toch allemaal gemaakt wordt.

Interviews
Bijzondere interviews hadden we eveneens met Clipping. en Beverly Glenn-Copeland, de eerste spraken we over horrorfilms en de invloeden op diens muziek en Glenn-Copeland spreken we over zijn plotselinge succes na decennia en hij vertelt ons over zijn hoop in de millennial-generatie en dat zij het belangrijke verschil gaan maken op deze planeet. Dat is nog niet alles: met frontman Samuel Herring van Future Islands hebben we een bijzonder openhartig gesprek over de bands nieuwe plaat en hoe hij tegenwoordig volledig open communiceert en wat hem dat allemaal gebracht heeft.

Lonnggggreads
Twee lekker lange longreads hebben we deze keer over Foals, de band die nog een waanzinniger verhaal heeft (vooral de ‘waanzin’) dan je wellicht al dacht. Daarnaast nemen we je mee door ’tien jaar Blood Orange‘, de popvernieuwer die met zijn act door hetzelfde tijdperk als The Daily Indie bewoog. Verder doken we in die ongelooflijk opwindende Londense jazzscene die de laatste jaren zo ontploft is, met namen als Shabaka Hutchings, Nubya Garcia, KOKOROKO, Makaya McCraven, Binker Golding, en Dan Casimir.

Blinkende features
Specials zijn er over Popronde, we gingen bij vier muzikanten langs in hun thuisstudio, in onze literaire rubriek leggen we de link tussen Algernon Swinburne en Patrick Wolf, onze redactrice Meike Jentjens vertelt in een column hoe het kan zijn om als vrouwelijke journalist door de muziekindustrie te bewegen en in de rubriek Mooie Woorden hebben we Meetsysteem gevraagd of we zijn songteksten af mochten drukken als poëzie (wat het ook is), vergezeld van een schitterende portretfoto.

In 2021 We Play
Hopend op meer livemuziek in 2021, namen we in een speciale fotoshoot alvast een voorproefje met de fotoserie ‘In 2021 We Play’. Waarin we onder meer Jordy Dijkshoorn (De Likt en Het Gezelschap), Danique van der Vlugt (KUZKO), Tato Wesselo (LE MOTAT) en Josimar Gomes helemaal corona-proof voor de camera kregen.

Bestel het magazine voordat het te laat is: lekker voor jezelf of als een mooi cadeautje voor Sinterklaas of Kerstmis. Je kunt hem hieronder via de link bestellen of op deze pagina.


Op vrijdag 20 november is The Daily Indie precies 10 jaar oud en dat gaan we uiteraard niet ongemerkt voorbij laten gaan! Daarom crashen we die dag 10 uur lang je timeline.

14:00 – 17:00 TDI LIVE!
17:00 – 18:00 THIS MUST BE THE QUIZ (scroll verder voor antwoordformulieren)
18:00 – 00:00 CLUB LEKKEND LICHT

Antwoordformulieren THIS MUST BE THE QUIZ (17:00 – 18:00)
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
Ronde 4

Line-up CLUB LEKKEND LICHT (18:00 – 00:00)
18:00-19:30 Coco Coquelicot
19:30-21:00 DJ ZEZ
21:00-22:30 Iris Luimstra
22:30-00:00 Robin van Essel


Onze radar draait op volle toeren en elke week presenteren we je een act die je hoogstwaarschijnlijk nog niet kent. What a shame! Vandaag het eclectische vijftal Mother Tongues, dat al vijf jaar aan de weg timmert in de undergroundscene van Toronto met niet super originele, maar wel rammend lekkere mix van Franse sixties-pop en shoegazy krautrock.

Wie of wat is Mother Tongues?
Mother Tongues bestaat uit oprichter Lukas Cheung, Charise Aragoza, Konrad Karczewski, Nick Kervin en Hannah Bussiere Kim. Het gemêleerde vijftal vond elkaar zo’n vijf jaar terug in de bloeiende undergroundscene van Toronto over de gezamenlijke liefde voor een muzikaal spectrum dat zich uitstrekt tussen psychpop, krautrock en filmmuziek. Ze smeedden dat tot een eclectische maar coherente mix, die ons vanaf seconde één van onze sokken blies toen we de bandnaam onlangs voorbij zagen komen in een lijstje nieuwe releases van Buzz Records.

Dit underground indielabel uit diezelfde stad heeft een hele rits fijne, kunstzinnige, eigenwijze, shoegazy bands op zijn roster staan, waaronder het al wat bekendere Dilly Dally, Fake Palms en Weaves. Mother Tongues had ons daartussen qua esthetiek niet eens per se opgevallen, als we bij eerste single Let You Down niet onze oren hadden gespitst. Want die track hé! Het klinkt (toegeven, soms heel erg) als TDI-favoriet Temples in absolute topvorm: metronome ritmes, fuzzy gitaren, psychedelisch zwevende synths en nostalgische zanglijntjes geleend uit Franse sixties-pop.

Luister verder op de onlangs uitgekomen EP Everything You Wanted en je denkt ook vast meer dan eens aan de vroegere Tame Impala of Melody’s Echo Chamber. Maar hé: beter goed gejat dan slecht verzonnen, toch. En goed gejat heeft Mother Tongues, hoewel het ook wel weer wat flauw is om dit allemaal als simpel jatwerk af te doen, want daarvoor zijn de songs te goed uitgevoerd en de wat mystieke, bedwelmende esthetiek waarmee de band zich omringt te eigenzinnig.

Voor fans van:
Temples, de oude Tame Impala, Melody’s Echo Chamber en Best Coast.

Fun fact:
In thuisland Canada en de Verenigde Staten tourde Mother Tongues al met een net zo gevarieerd gezelschap als de muziek van de band doet vermoeden: onder meer met labelgenoten Dilly Dally, punkband Fucked Up, U.S. Girls en Doldrums. Net als hun tourmaatjes schijnt Monther Tongues live een behoorlijk intense ervaring te zijn.

Voor in je playlist:
Na een intro dat niet had misstaan op Tame Impala’s Lonerism, ontpopt EP-opener Eternity zich tot een zeven-en-een-halve minuten durende krautrockende banger van jewelste waarin de phasers niet aan te slepen zijn. Props ook voor de geanimeerde videoclip vol mysterieuze verwijzingen naar de Illuminati.

Steuntje in de rug:
Ten eerste door Mother Tongues niet te verwarren met een gelijknamige band uit Texas (hoewel die overigens ook best de moeite waard is!). Je koopt de de EP van ‘onze’ band via Bandcamp, waar ze trouwens ook een vette limited edition longsleeve te koop hebben met psychedelische slangenprint.


Prima dag om in leven te zijn, want het is druk op de release-markt met mooie plaatjes. Zoals elke vrijdag nemen we je mee door de nieuwste albums en singletjes.

Zo komt Son Lux vandaag met het nieuwe album Tomorrows I, brengt All We Are het bonte Providence uit, komt de jazzy hiphopper Oscar Jerome met nieuw werk en tippen we je graag de EP’s van Rosehip Teahouse, Black Marble en die van Orville Peck, inclusief een lekker nummer met Shania Twain.

Op het gebied van singles sturen we je een wildwaterbaan in met onder meer IDLES, King Gizzard & The Lizard Wizard, Daniel Romano, Ron Gallo, Hovvdy, The Magic Gang, Fake Laugh, TRAAMS, Beshken, Sylvan Esso, SLONK, Future Islands, GUYY, Oliver Malcolm, On Video, Mint Field, Slow Res, The Japanese House, Psychedelic Porn Crumpets, Spirit Ghost, Eades, Working Men’s Club, tSufjan Stevens en Saint Jude. Ja, dat zijn nogal wat flinke namen!

Altijd op de hoogte zijn? Houd dan onze Spotify-playlist en onze pagina vol Album Releases en New Music in de gaten.



Son Lux – Tomorrows I

All We Are – Providence

Oscar Jerome – Breathe Deep 

Orville Peck – Show Pony

Rosehip Teahouse – Chillin in the Void EP

Black Marble – I Must Be Living Twice EP


Onze radar draait op volle toeren en elke week presenteren we je een act die je hoogstwaarschijnlijk nog niet kent. What a shame! Vandaag is het de beurt aan Tei Shi, die weliswaar al een tijdje meedraait, maar toch een plek op onze Radar verdient. Waarom? Lees snel verder.

Wie of wat is Tei Shi?
‘Ze heeft een paar EP’tjes uit met elektronische hipsterpop’, schreven we in een tip-artikel voor London Calling begin 2015. Wisten wij veel: het was ook de eerste keer dat de Colombiaans-Canadese Valerie Teicher Barbosa, die achter het alter ego Tei Shi schuilgaat, in onze archieven opdook. Barbosa was destijds her en der op de dansvloer te horen met het meer-dan-prima-clubhitje Bassically, waarop de zangeres effectief haar indrukwekkende stem en register tentoonspreidde. De track ging bovendien samen met de overtuigende EP’s Saudade (2013) en Verde (2015) en Tei Shi stond dus direct in de startblokken voor wat zeker een zegetocht langs alle zalen en festivals zou gaan worden.

Die zegetocht kwam er echter niet – daar was (of is) Barbosa te eigenzinnig en onrustig voor. In plaats daarvan bracht ze een volwaardige plaat uit (Crawl Space uit 2017) en maakte achtereenvolgens muziek in Brooklyn, Bogotá, Vancouver, Montreal, Boston en Los Angeles. Tussenin selecteerde ze haar vrienden op dezelfde eigenzinnigheid: ze toerde met Grimes, Jungle en Years & Years en werkte samen met Glass Animals, Blood Orange en, jawel, Puff Daddy. Ook stond ze op Coachella. Wij keken vervolgens dus uit naar de eerste Nederlandse festivalshow op Best Kept Secret 2017, maar die werd last-minute afgezegd. En toen werd het stil.

Tot recentelijk, wat dan ook de reden is dat we Tei Shi ondanks haar flinke carrière nog steeds wel in deze rubriek durven op te nemen. De zangeres is allerminst een household name, zeker niet aan deze kant van de oceaan. We durven te zeggen dat dat nog gaat veranderen: vorig jaar verscheen de uitstekende, tweetalige plaat La Linda, met daarop zwoele synth-r&b én wederom een duet met Blood Orange. De versnelling is inmiddels ook weer gevonden, want twee weken terug verscheen er alweer een nieuwe EP, Die 4 Ur Love, waarop Barbosa meer zwoel en poppy en urgenter dan ooit klinkt. Bovendien blijft ze nog steeds weg van grote labels en houdt ze zowel de muziekproductie als carrière-teugels stevig zelf in handen. Dan gunnen we je dus onze Radar.

Voor fans van:
FKA Twigs, Blood Orange en Grimes.

Fun fact:
Tei Shi omschreef haar muziek in een interview met The Cut ooit zelf als ‘mermaid music‘, zeemeerminnen-muziek: “I understand the need in the internet world for people to have to label things and create [a brand] for people to catch onto. But personally it’s always hard for me to label it as a genre because it shifts and I try to make music that isn’t one thing or the other. It’s also up for interpretation.”

Voor in je playlist:
De afsluiter van de meest recente EP heet Goodbye, een break-up-liedje. Het combineert dromerige en emotionele zang met een aanzwellende synthesizer die sméékt om een club-remix. Het nummer staat daarmee wat verder af van de zelfverzekerde poppy r&b op de rest van de EP en grijpt meer terug op hoe we Tei Shi anno 2015 kenden. En dat Barbosa nog steeds echt kan zingen, bewijst ze even met deze live-from-home-video van het nummer. Meer van dit!

Steuntje in de rug:
Tei Shi is dus, net als veel artiesten momenteel, aan huis gekluisterd, en dat in het jaar dat met alle gemak poging twee zou zijn voor een doorbraak. Zoals je hierboven ziet, blijft de zangeres desondanks stug muziek maken zonder tussenkomst van andere partijen. Ze was pas ook te horen in een podcast over thuisproductie van de BBC, samen met onder andere Jehnny Beth van Savages. Je blijft op de hoogte van Tei Shi’s nieuwe releases via haar (overigens zeer persoonlijke en behoorlijk hilarische) Instagram. Haar recente EP is te krijgen via Bandcamp.


Onze radar draait op volle toeren en elke week presenteren we je een band die je hoogstwaarschijnlijk nog niet kent. What a shame! Vandaag stellen we je voor aan Ferdous, een Afghaans-Nederlandse songwriter en producer die al te zien was op Lowlands en het voorprogramma deed van Metronomy, Years & Years en Christine and The Queens.

Wie of wat is Ferdous?
Ferdous is de 27-jarige Ferdous Dehzad uit Eindhoven. En oké, dat van Lowlands en die voorprogramma’s was een beetje vals spelen. Dat deed Dehzad namelijk samen met zijn buddy Nick Klein, die je vervolgens gezamenlijk weer zou kunnen kennen als Klyne. Die act ging een jaar of vier, vijf geleden ineens keihard in de hypegevoelige blogosphere in de UK. Klyne werd daar opgepikt door de BBC en het hippe Aesop Label (van onder andere SOHN), mocht Omen van Disclosure remixen en speelde dus de eerdergenoemde shows. De hit van destijds, Water Flow, heeft inmiddels meer dan 23 miljoen streams op Spotify. Klyne was heel even the next big thing van Nederlandse bodem, maar een echt grote doorbraak bleef uit.

Oké, geen onervaren jongen dus die Ferdous, maar anno 2020 is hij alleen met zijn gelijknamige soloproject. Volgens hemzelf was het years in the making, en inderdaad doet ‘ie het niet onverdienstelijk. Zijn meest recente single Talk 2 werd namelijk uitgebracht op het gerenommeerde Parijse label-slash-kledingmerk Kitsuné, dat een haarfijn neusje heeft voor alles dat op het hitgevoelige koord tussen indiepop en elektronica danst (in de catalogus van het label prijken onder andere Digitalism, Parcels, Years & Years, Two Door Cinema Club, Bloc Party, Hot Chip, Phoenix en ga zo nog even door).

Voor fans van:
Years & Years, Glass Animals, SOHN.

Fun fact:
Oud-bandmaatje Nick Klein timmert momenteel ook solo aan de weg onder de naam Nick Klyne. Hij was al te zien en horen op NPO Radio 2.

Voor in je playlist:
Op Talk 2 zet Ferdous duidelijk een stap weg van de makkelijker in het gehoor liggende elektronische r&b die daarvoor op zijn Soundcloud te horen was. Het is een aangenaam langzaam, prachtig gelaagd soulvol popliedje met melancholieke ondertoon.

Zelf zegt hij erover: “Mensen zijn niet perfect, alhoewel de reflecties van dit digitale tijdperk ons dat willen doen geloven. Mens zijn betekent voor mij dat we imperfect zijn, maar ik geloof dat we de natuurlijke drang hebben om dichter bij elkaar te komen, zelfs als gesprekken moeilijk, confronterend of lelijk worden. Soms is het de moeite waard om hier doorheen te gaan, zelfs als je gekwetst kan worden en het niet zeker is of je een oplossing kan vinden. Dat is waar Talk 2 over gaat’.”

Steuntje in de rug:
Alle opbrengsten van de muziek die Ferdous deze maand via zijn Bandcamp verkoopt, doneert hij aan de burgerrechtenbeweging NAACP.