Van een wijs woord naar een opengespalkt hoofd in één donderdagavond: Le Guess Who? 2018 is begonnen
9 november 2018
Je zit in het rechte pluche van de grote zaal van TivoliVredenburg. Je hoort het rumoer van mensen, je ziet de verschillende bevolkingslagen binnen struinen. Aan je linkerkant: Engelstalig stel, een jaar of zeventig. Aan je rechterkant: een man met een rechte nek en een biertje, ook recht. De crew maakt het podium in orde voor Art Ensemble of Chicago. Aan mijn recht-genekte bankgenoot stel ik de behoorlijk achterlijke vraag of hij nog een tip heeft voordat ik het Ensemble over mij uitgestort krijg. Hij zegt: “Je moet het maar gewoon over je heen laten komen.”
Tekst Roelof Schipper & Mabel Zwaan
Dat zijn uiteraard onsterfelijke woorden, en woorden die een mens dwars door alle keuzestress met stift maar het beste over de timetable van Le Guess Who? kan kalken. Niet als een neuroot je route uitstippelen, als een slak in je eigen muzikale huis blijven hangen. Het zoekwerk is al gedaan: dit jaar in de vorm van de volgende curatoren: Devendra Barnhart, Shabaka Hutchings en Moor Mother.
Dan begint de avond
In 2013 verhuisde Cate Le Bon vanaf Wales naar Los Angeles, rond diezelfde tijd pakte Tim Presley (die ene van White Fence) zijn biezen om vanaf San Francisco diezelfde kant op te verkassen. Ze woonden allebei in dezelfde artsy wijk en vonden elkaar in hun liefde voor muziek uit de jaren zeventig. And the rest is history. Aan hun band DRINKS – die zij het liefst beschrijven als een soloproject met acht ledematen – de eer om de poorten naar de madness van Le Guess Who? open te trappen.
Presley en Le Bon keren terug naar de origine van hun sound en swipen een sepia-filter over de Pandora van TivoliVredenburg. Bedwelmende, stroperige riffs die je in een trance brengen en waarvan de kracht vooral schuilt in het repetitieve. Spontaan en vrij, zonder dat het verandert in een gimmick, hun grootste charme is de zorgvuldige slordigheid.
Bij het vertrekken spot je een druilerige variant van Nick Cave in een muurnis. Hij laat het zorgvuldige podiumgekras en de kunstmatige handbewegingen van Cate Le Bon over zich heen komen. Hij drinkt een biertje, draagt een kunstig jasje.
Voorbode
Het trauma van Le Guess Who? vorig jaar leeft nog onder de bezoekers. Die tweets met ‘at capacity’, die je kortstondige concertdroom in duigen liet vallen. Die eindeloze rijen. En het is om acht uur op de eerste avond al raak: Een omvangrijke rij waaiert over het Janskerkhof, terwijl men ongeduldig naar de immense Janskerk staart. Een voorbode voor de rest van het weekend en een motivatie om minstens een uur van te voren al aanwezig te zijn voor die ene artiest waar jij je kaartje voor hebt aangeschaft.
De laatste halloween-schmink wordt nog achter de oren gespot, de kostuums liggen nog bovenin de wasmand en die pompoenen met enge gezichten zijn in de bonus van de Albert Heijn: griezelen hangt een week na Halloween nog zuinig in de lucht. En dan heb je aan saxofonist Colin Stetson de juiste. Hij heeft namelijk de soundtracks van de meest gehypte horrorfilm van het jaar: Hereditary. Stenton is boven alles een saxofonist, die wordt begeleid door een doodeng bandje. Met gesloten ogen wiegt hij heen en weer, terwijl zijn zwaarbeladen muziek pulseert over de eindeloze rijen in de stampusvolle kerk terwijl zijn saxofoon aan je trommelvliezen klauwt. Het werkt benauwend, beklemmend, claustrofobisch: de zwarte tonen dreunen neer op je borstkas. Hij weet je mee te slepen, vormt de soundtrack van je ergste nachtmerrie. Een soundtrack die zo goed is dat je die nachtmerrie keer op keer opnieuw wil beleven.
In het rechte pluche van de grote zaal, opnieuw
Terug in de grote zaal. Je bedankt de man met zijn recht-genekte biertje en zijn onsterfelijke raad. Bedachtzaam drink je van je eigen Le Guess Who?-biertje, bewondert het kleurige etiket en denkt aan de warboel van smaken die door je mond raast. Er komt een wat oudere vrouw aanzetten met bruine wijn in een plastic beker. Zwart suikerspinhaar. Ze glimlacht als ze gaat zitten; op het podium worden bongo’s uitgepakt. Twintig minuten eerder zat op het podium: Lonnie Holley.
Lonnie – ‘Thumbs up for mother universe’ – Holley, aangevuld met trombone en drumstel. Kosmische, vrije jazz, ad-libs (yeah – whoa – mmm) die in al langere lussen door de zaal gaan. De tijd vloog om. De luiheid van de dag komt binnen – de wrap die je kocht op het station was buitengewoon goor en duur – en nu zit je bijna in de nok van de zaal, in het rechte pluche. Een schemerdroom die zo aangenaam is dat je die droom keer op keer opnieuw wil beleven. Er werd geklapt en gejoeld.
Ondertussen in de EKKO
Micheal Rault heeft een behoorlijk aantal tourmaatjes op z’n LinkedIn-pagina staan, van King Gizzard & The Lizard Wizard en Charles Bradley, tot de meest recente: Mattiel. maar toch wil het nog niet lukken z’n eigen smoeltje boven het maaiveld uit te steken. Wie weet brengt deze show daar verandering in. De Canadees heeft een kersvers album uit, folk met een lofi-inslag. En hij komt tijdens deze avond op Le Guess Who? als geroepen: je moet namelijk je rustmomentjes pakken.
Simpele, maar evenzo verrukkelijke hap-slik-weg-indie tussen al het ingewikkelde gedoe door: drie gitaren en hier en daar een piano, zonder poespas. Fluweelzachte koorstemmen die de rauwe stem van Rault benadrukken en al met al zorgen dat het prima vertoeven is in EKKO. Die doorbraak is ‘m van harte gegund.
In het rechte pluche van de grote zaal, nog één keer dan
Met dat zakje rozijntjes in je hand ben je net een padvinder. Op het podium verschijnen blaasinstrumenten en je buurman stopt zijn smartphone schuin in zijn eigen oor om naar een krakende video-opname van Colin Stetson en zijn bariton-saxofoon te luisteren. Dan staan de zeven leden van Art Ensemble of Chicago op de planken.
Je naar Colin Stetson luisterende buurman zegt: ‘THEY’RE FUCKING LEGENDS’, en ergens daagt voorzichtig het besef dat je getuige gaat zijn van een bijzondere gebeurtenis. Je andere buurman zei: “Toen ik zag dat ze kwamen wilde ik zeker komen.” Suikerspinhaar drinkt nog steeds van haar bruine wijn. Een harde noot klinkt en de eerste van een hele serie aan free jazz-solo’s denderen als een goederentrein over de zaal. TivoliVredenburg wordt opengespalkt met geluid. Je hoofd wordt opengespalkt met geluid. Daar kun je eventueel bij dansen, daar kun je stil bij zitten. Je buurman probeert iets te duiden tussen ‘het geluidsspectrum tussen hoog en laag’. Wat er op het podium gaande is: je laat het gebeuren. Het heeft niets meer met begrijpen te maken, met het volgen van regels, met wijsjes die zich op een aangename manier tot elkaar verhouden. Daar zit je dan met je zakje rozijntjes. Je laat het over je heen komen – bij volledig gebrek aan een andere optie of uitweg. Je bent opengespalkt.
Alle Spotify-afspeellijstjes, alle hippe indie-mixtapes, alle hemelbestormende pitchfork-rock-saviours rollen als oud vuil over de vloer van de grote zaal. Le Guess Who? 2018 is begonnen.
Nog wat mooie beelden van de donderdag van het festival: