Feature

Eindejaarsfeature: #MeToo, één jaar later


20 december 2018

Tweeduizendachttien loopt bijna ten einde en daarom zetten we bij The Daily Indie een vorig jaar gestarte traditie graag voort. Middels een serie eindejaarsfeatures kijken onze redacteurs terug op wat hen in 2018 opviel in de muziek, de invloed die dat had op de rest van de wereld, en omgekeerd. Het spits wordt afgebeten door Joëlle Koorneef, die terugkijkt op wat de vorig jaar gestarte #MeToo-beweging in 2018 teweegbracht.

Tekst Joëlle Koorneef

2017 was het jaar van de stilteverbrekers van #MeToo. We stonden erbij toen Sam Carter (Architects) op Lowlands woedend predikte dat we nou verdomme moeten kappen het grijpen van crowdsurfende meisjes en keken ernaar terwijl er meer en meer verhalen uitkwamen over het seksueel wangedrag in het muziekwereld. Als indieplatform, maar ook als individuele muziekfan, moet je dan de verantwoordelijkheid kunnen nemen om die artiesten te laten vallen en je achter de slachtoffers te scharen. Je kunt niet met terugwerkende kracht de artiest uit de scene wissen, maar je kunt er wel voor kiezen om deze artiest geen podium meer te geven.

Slachtoffers
Wat was het soms scheef om te zien hoe fans van aangeklaagden zichzelf als slachtoffers van de situatie zagen, vloekend op de #MeToo-beweging die het muzikale landschap opschudde. Natuurlijk slikte ikzelf ook wel even toen enkele van mijn favoriete bands ten onder gingen dit jaar. In augustus verscheen er een beschuldigende Google Doc vol verhalen en screenshots van minderjarige vrouwelijke fans van The Orwells: blijkbaar hadden de bandleden stuk voor stuk een aardig #MeToo-portfolio opgebouwd. Al toen ikzelf nog een jonge fan was van The Orwells gingen er al bedenkelijke verhalen rond. Door de Google Doc kwam wat jarenlang borrelde nu ineens tot ontploffing. Nog geen week nadat het document online verscheen, ging de band al uit elkaar.

Zoals bij alle #MeToo-beschuldigingen verdedig ik ook in dit geval de slachtoffers. Het bandshirtje blijft voor altijd in de kast en zolang de band te vinden is op Spotify, skip ik de songs als die op shuffle voorbij komen. Dat dubbele gevoel van afscheid nemen van beschuldigde artiesten is niet iets wat we achter hebben gelaten in 2017: helaas is seksueel wangedrag niet iets wat er met een hashtag en je een jaartje boos maken uit de industrie te slaan is.

Eeuwige realiteit
De plotselinge aandacht voor seksuele intimidatie was misschien een eyeopener voor velen, maar voor veel vrouwen was dit altijd al de realiteit. Toen Courtney Barnett dit jaar in Nameless, Faceless zong over de gevaren die vrouwen ervaren als ze in het donker alleen op straat lopen, was dat echt niet opeens een #MeToo-plaat, al werd hij zo wel ontvangen. ‘I wanna walk through the park in the dark. Men are scared that women will laugh at them. I wanna walk through the park in the dark. Women are scared that men will kill them’. De tekst is een slimme speling op een uitspraak van schrijfster Margaret Atwood (auteur van feministische klassiekers zoals The Handmaid’s Tale).

Zo’n quote blijft niet bij fictie, zo’n quote ontstaat in de realiteit. Als meisje raak je door catcalls op je dertiende al bewust van je vrouwenlichaam, hoe wrang dat ook is. Door #MeToo voelden vrouwen zich meer op hun gemak om dit bespreekbaar te maken. Daarom kunnen we het probleem dat Barnett beschrijft allemaal wat beter plaatsen, ook diegenen die het nog nooit hebben meegemaakt. Zo’n plaat als Nameless, Faceless is niet geheel vernieuwend: al jaren zingen vrouwen over hun ervaringen met seksuele intimidatie. Luister maar eens naar Liar van Bikini Kill. Het nummer is in 1991 geschreven, maar de zin ‘You profit from the rape lie, baby’ doet maar al te veel denken aan de uitspraken die dit jaar tegen slachtoffer Dr. Christine Ford gedaan werden in de zaak rond rechter Brett Kavanaugh. ‘Stand my whole life on trial baby. Deny, deny, deny, deny‘, zingt Bikini Kill toepasselijk door. We kunnen in 2018 het labeltje #MeToo plakken op nieuwe muziek die dat soort zelfde thema’s aanhaalt, maar het verhaal is echt nog hetzelfde als in 1991.

Onderwerp / Lijdend Voorwerp
Het is dus een beetje naïef om een lijstje te maken met platen die het #MeToo-verhaal anno 2018 echoën. In plaats daarvan viel mij een andere beweging op: namelijk het terugwinnen van de vrouwelijke seksuele ervaring. Door het debat wat er nu wordt gevoerd over de wandaden waarin vrouwen het vaakst de slachtoffers zijn, is de associatie tussen vrouwelijke lichamen en het uitdrukken van seksuele gevoelens negatief geworden. Men durft niet meer, het kan niet meer, want alles kan gelinkt worden aan die kwade hashtag. Het hele idee dat wanneer je een vrouw bent en over seks zingt, dat dan meteen gelinkt moet zijn aan #MeToo, is nogal achterhaald. Het gaat compleet voorbij aan de vrije wil van de vrouw zij alleen nog maar gezien kan worden als het lijdend voorwerp, en niet het onderwerp, van de seksuele ervaring.

Bij het maken van mijn eigen jaarslijstje viel het me op dat er dit jaar veel toffe platen gemaakt zijn waarbij er openlijk over seksuele ervaringen werd gezongen door vrouwelijke en queerartiesten (normaal ging het natuurlijk voornamelijk over de ervaringen van heteromannen). Ik haal Courtney Barnett er weer bij, maar ook Janelle Monáe, Christine and the Queens en de meesterlijke platen van Blood Orange en SOPHIE. Bij ons stond Blood Orange op nummer 2, Monáe kreeg bij OOR de nummer 1, Rosalía op de hoogste plek bij de Volkskrant en SOPHIE werd dit jaar een van de eerste transgender-artiesten met een Grammy-nominatie. Waar 2017 het jaar van de stilte verbreken was, leek 2018 het jaar te zijn dat die stilte langzaam werd opgevuld met een steeds seksueel diverser canon van topartiesten.

‘See, everything is sex. Except sex, which is power. You know power is just sex. You screw me and I’ll screw you too’. De songtekst van Janelle Monáes Screwed is misschien wel de perfecte samenvatting van haar album Dirty Computer. Seks en macht zijn zo aan elkaar verbonden. Ook de hele kwestie #MeToo gaat om macht: machtsmisbruik, de macht die de beweging bij de slachtoffers probeert te leggen. Op Dirty Computer draait het om de macht om je seksualiteit in eigen handen te nemen. ‘If you try to grab my pussy cat, this pussy grab you back’ zingt Monáe op I Got The Juice. Het is een uitspraak die we sinds de inauguratie van Trump op allerlei spandoeken hebben gezien. De panseksuele zangeres eist ruimte op voor een vorm van seksualiteit waar mannelijke lust niet per se een rol speelt. Zo is Pynk (feat. Grimes) een anthem van zelfliefde en vrouwenliefde waarin er niks gegrepen of teruggegrepen wordt. In de videoclip wordt er gedanst in vrolijke vaginabroeken, als het nog niet duidelijk was dat Pynk daaraan een ode is. Janelle Monáe liet dit jaar zien dat terugeisen ook een vorm van protest is.

Sexuele ambivalentie
Chris is de nieuwe plaat en overigens het nieuwe alterego van Christine and the Queens. De Franse Héloïse Letissier is net als Janelle Monáe openlijk panseksueel en speelt op haar tweede album nog meer met gender en seksualiteit dan op haar debuut. Al in 2015 vroeg ze zich in het nummer iT af hoe het zou zijn om te leven als man, maar dit jaar begon ze zich te kleden en te gedragen als Chris. De machoman zijn, dat is waar Chris over gaat: niet de girlfriend, maar de lover. Dat ze daarvoor een androgyne look en mannelijke naam aanneemt, lijkt een knipoog of middelvinger naar de maatschappij te zijn.

Zelf moet Héloïse/Chris er wel om lachen dat ze in Frankrijk nu pas haar seksuele ambivalentie doorhebben, want ze verschool zich lang voor het afknippen van haar lokken al in haar muziek en teksten. Door zich de privileges van de man aan te meten, durft Chris te zingen over ’typische mannendingen’, zoals geilheid, in Damn (What Must A Woman Do): ‘Damn, what must a woman do? Para follarse, para follarse’. Het Portugese ‘follarse’ kunnen we hier eigenlijk alleen vertalen met ‘neuken’: waarom zou dat geen vrouwending mogen zijn? Precies die vraag stelt Chris op dit rete strakke album.

Al om al is mijn punt natuurlijk niet dat het ontwijken van heteroseksualiteit de oplossing van #MeToo is. Wat ik probeer te zeggen, is dat we best wat kunnen leren van de queer-stemmen in onze eindejaarslijstjes. Het luisteren naar artiesten die afwijken van de norm, die bijvoorbeeld een andere geaardheid hebben in deze hetero-normatieve wereld, kan ons helpen met het ontwikkelen van een kritische blik op het seksuele landschap van 2018. Ik ben benieuwd hoe we er volgend jaar in staan.