Feature

De tien beste albums van 2018 volgens The Daily Indie


11 december 2018

Zijn we weer. Dit is het moment om terug te blikken en te roepen dat 2018 een geweldig muziekjaar was (want dat was het!). De hoogste tijd om de balans op te maken en te kijken wie na Mac DeMarco’s Salad Days (2014), Tame Impala’s Currents (2015), Bon Iver’s 22, A Million (2016) en The National’s Sleep Well Beast (2017) het Album van het Jaar wordt volgens de redactie van The Daily Indie. 

Zoals elk jaar is onze albumlijst het product van optimale democratie. Onze redacteurs en fotografen hebben vele nachten wakker gelegen, vele uren gezwoegd om hun definitieve Album Top 10 samen te stellen.

Benieuwd hoe die lijstjes eruitzien? Dat komt mooi uit, want ook die lijstjes zijn natuurlijk ook op onze site te vinden.

Wil je meeluisteren terwijl je leest wat we over onze favoriete albums van 2018 te zeggen? Check dan vooral onze Spotify-playlist, waar niet alleen de top 10, maar ook de albums die het nét niet gehaald hebben in staan.


Bubbling under: 
20. U.S. Girls – In a Poem Unlimited
19. Pinegrove – Skylight
18. JOHAN – Pull Up
17. Sons of Kemet – Your Queen Is A Reptile
16. Beach House – 7
15. Kamasi Washington – Heaven & Earth
14. Mitski – Be The Cowboy
13. Against All Logic – 2012-2017
12. Amen Dunes – Freedom
11. Arctic Monkeys – Tranquility Base Hotel & Casino

10. Noname – Room 25
Misschien heb je nog nooit van Noname gehoord. Dat zou kunnen omdat rapper en dichter Fatimah Nyeema Warner uit Chicago haar mixtapes en albums in eigen beheer uitbrengt en daardoor niet in de platenzaak ligt. Maar je Spotify-algoritmes of je favoriete muziekblog zou je weleens naar de moeilijk vindbare, serene hiphop van Noname kunnen leiden. Haar poëtische teksten, kalme stemgeluid en jazzy klanken maakten al indruk op mixtape Telefone uit 2016, live in Bitterzoet in de zomer van 2017 en onlangs nog in Melkweg, maar nu is er haar officiële debuut Room 25 en is de rest geschiedenis. De ontwikkeling op Room 25 is verbluffend: het stemgebruik van Warner is van een veel hoger kaliber dan voorheen, de live-instrumentatie is spannend en fris, haar teksten zijn woker en zelfbewuster dan ooit. De combinatie jazz en rap werkte niet meer zó goed sinds How to Pimp A Butterfly.

9. Soccer Mommy – Clean
“Humble relatability” schreef Pitchfork haar eerder dit jaar als belangrijkste eigenschap toe en daar is geen woord van gelogen. Hoe clichématig ook, de twintigjarige Sophie Allison zou je buurmeisje kunnen zijn met haar licht verstrooide, soms bijna alledaags aandoende zang, die er daardoor niet minder krachtig om is. Allison worstelt met de liefde, onzekerheid, problematische vriendschappen en nog zoveel meer pijnlijke kopzorgen die ook altijd pijnlijk herkenbaar zijn, maar dat doet ze. En daarin schuilt een andere kracht van Clean, verpakt in puntige, soms vurige poppunksongs als Skin, Last Girl en Your Dog. “I don’t wanna be your fucking dog,” zingt ze op laatstgenoemde, waarmee ze zich zowel kwetsbaar als enorm empowering toont.

8. Shame – Songs of Praise
De eeuwige pubers van Shame maken geen geheim van hun politieke kleur gemaakt. Zo schreven ze met Visa Vulture, nog voor het Brexit-referendum toen zij minister was, al eens een ironische liefdesverklaring aan Theresa May vol vernietigende kritiek op haar beleid. Op Songs of Praise gieren de heren er vooral heerlijk op los, presenteren ze zich als de redders van de rock-‘n’-roll, terwijl ze zelf ook donders goed weten dat ze dat hoogstwaarschijnlijk niet zijn. Zoals voor hen Slaves en Fat White Family dat al deden, worden hier de lijken van talloze Britse (post)punkhelden wederom genadeloos uit de grond getrokken. De pretentie dat Shame iets nieuws doet is dan ook ver te zoeken, maar godverdegodver, wat klinkt het lekker.

7. Damien Jurado – The Horizon Just Laughed
Eén van de bijzonderste interviews die wij dit jaar publiceerden, was het gesprek dat Daan Krahmer had met Damien Jurado. “Ik vind het mijn persoonlijkste plaat ooit. Een eye-opener”, vertelde Jurado over The Horizon Just Laughed, het eerste album in jaren dat hij schreef en produceerde zonder de dit jaar overleden Richard Swift. Zoals dat al zijn hele leven als ware met de getijden opkomt en dan weer verdwijnt, kampte Jurado de afgelopen tijd met fikse depressies: “Het maken van mijn nieuwe plaat was voor mij de beste genezing. Voor het eerst ging ik reflecteren via mijn muziek. Heel persoonlijk, op een manier zoals ik dat niet eerder deed. Ik zing op The Horizon Just Laughed over heel persoonlijke dingen. Bij de Maraqopa-trilogie verschuilde ik mij achter karakters, nu gaan de liedjes over mijzelf.” Zo voelbaar pijnlijk, maar vooral zo ongelooflijk mooi als Over Rainbows and Rainier en The Last Great Washington State heeft Jurado ze zelden gemaakt.

6. Rolling Blackouts Coastal Fever – Hope Downs
Het is een rare tijd, maar toch staan de vijf heren van Rolling Blackouts Coastal Fever met beide voeten stevig op de zonovergoten grond waar ze hun zonovergoten album opnamen, het zand tussen de tenen. Studio’s zijn voor de Australiërs niet weggelegd. Liever sluiten ze zich met z’n vijven op een in een vakantiehuisje, voortdurend met elkaar in hetzelfde kleine kamertje. De drie(!) songwriters: Tom, Joe en Francis, kunnen welhaast elkaars gedachten lezen, vertelde de band ons eerder dit jaar: “Toen we ieder onze songs geschreven hadden, beseften we dat ze allemaal een bepaald narratief gemeen hadden. Het merendeel is een jaar geleden geschreven en dat was een rumoerige tijd. In Australië leek het alsof de oude wereld was vervaagd en we iets nieuws tegemoet gingen. In ons onderbewustzijn voelden we dat allemaal: de wereld werd een vreemdere plek.” Het was in die wereld dat de Rolling Blackouts zochten naar houvast – in de vorm van onweerstaanbare melodieën en oogverblindende roadtripsongs. Vergeet je zonnebril niet.

5. Jon Hopkins – Singularity
In de stad waar hij recentelijk nog tijd doorbracht in een psychedelische retraite gaf de 39-jarige grootmeester Jon Hopkins ons begin dit jaar tekst en uitleg over zijn nieuwste album. Singularity vraagt erom. Het persoonlijke doch abstracte album verkent Hopkins’ ervaringen met trance, de Wim Hof-methode en meditatie, alsmede zijn liefde voor de natuur; het is het eindproduct van een geestverruimend maakproces dat over alles behalve één nacht ijs ging. Hopkins stoeit met het concept dat hij voor Singularity in zijn hoofd heeft. Alles moet en zal verbonden zijn, iedere noot en ieder akkoord. “Het frustreerde mij ontzettend hoe ingewikkeld het werd”, herinnert Hopkins zich. “Uiteindelijk besloot ik het roer om te gooien en alles op instinct te doen. Ik luisterde naar de nummers die ik gemaakt had en verbeterde de ene fout voor de andere. Dan ben je uiteindelijk klaar.” Een klein deel van het oorspronkelijke plan bewaart Hopkins, zo verraadt Everything Connected. Singularity bevindt zich grotendeels in dezelfde toonsoorten en eindigt na een solo pianostuk op precies dezelfde noot als waarop het album begon. “Dat idee had ik al sinds ik 25 ben, maar het lukte me nu pas het uit te voeren.”

4. Car Seat Headrest – Twin Fantasy
Het album Twin Fantasy van Car Seat Headrest bestond al. Al ruim zeven jaar zelfs, maar in een tijdperk waar muzikanten als Kanye West niet kunnen stoppen met het sleutelen aan hun reeds uitgebrachte muziek, besloot Will Toledo een oude plaat een totale hifi-make-over te geven. Het origineel was al niet bijster luchtig, maar Toledo doet er hier nog tien schepjes bovenop. Twin Fantasy is namelijk een semi-conceptplaat over Toledo’s tumultueuze relatie met een al-dan-niet fictionele jongen en barst als gevolg daarvan dus bijna uit zijn voegen van de teen angst. Door de heftige emoties in de nummers en de vrij monsterlijke speelduur van tien nummers in zeventig minuten – tien minuten langer dan het origineel – is het dus zeker geen makkelijke zit. Dat het ondanks de zwaarte van de thematiek en de complexiteit van de songs zelf toch nog steeds een leuke en bij vlagen uiterst ontroerende plaat is geworden is misschien wel het grootste mirakel wat Toledo tot nu toe heeft verricht. De statige opener Twin Fantasy (My Boy) en Cute Thing voelen eigenlijk nu al aan als indie rock-evergreens. En zo is dit een plaat die Teens of Denial op het eerste gehoor misschien niet overtreft, maar stiekem (nog) veel rijker is. Kijk er niet gek van op als deze plaat voor een hele zooi aan Spotify-kids net zo belangrijk zal blijken als hij dat is geweest voor een heleboel Bandcamp-kids.  

3. IDLES – Joy As An Act Of Resistance.
IDLES heeft het hart op de tong én op de juiste plaats, want hoewel de muziek van agressie spat, is de boodschap van de Britse band juist empathisch. Wat dat betreft is de titel van hun nieuwe album Joy As An Act of Resistance. Naast pakkend ook een hele passende. Frontman Joe Talbot zette het voor aanvang van hun show in Rotown eerder dit jaar nog eens uiteen: “Ik geef eigenlijk geen moer om punk, hoewel we af en toe wel zo klinken. Wat wij willen doen als een band is gewoon eerlijk zijn en die eerlijkheid brengt meningen met zich mee. Daar zit empathie in. Ik voel compassie tegenover mijn medemensen, ik ben geïnteresseerd in de meningen van andere mensen. Dus ik gooi mijn meningen de wereld in, in de hoop dat andere mensen hun meningen delen, en we daardoor elkaar beter kunnen begrijpen. Momenteel is er een hoop desillusie in Europa en in Amerika. Dat betekent dat er behoefte is aan mensen die wat positiviteit verspreiden. En wij doen dat graag op deze manier.”

2. Blood Orange – Negro Swan
Zonder enige twijfel heeft Devonté Hynes een van de krachtigste albums van het jaar gemaakt. De Londense muzikant is al jaren bezig aan een wonderbaarlijk oeuvre: van dancepunk met Test Icicles, solo als Lightspeed Champion en als producer met artiesten als Solange, FKA twigs, Sky Ferreira en A$AP Rocky. Op zijn vierde en waanzinnige kwetsbare album Negro Swan overtreft hij zichzelf in de diepte en de breedte. Een album over identiteit, anders zijn, (zelf)acceptatie, geweld, queerness, eenzaamheid, angsten en allerhande soorten pijn die in onze samenleving voortkomt uit discriminatoire bekrompenheid.

Maar ondanks alle trieste onderwerpen is het een hoopvol verhaal dat Hynes vertelt. Een verhaal inderdaad. Het is een conceptalbum waarop helder bergwater zich vermengt met een brakke sloot. Het vruchtbare water laat het ene hoofdstuk in het andere overstromen en zuivert langzaam alle prut. Gelijkheidshymnes vol zachte jazz, verstilde piano-partijen, poëtische teksten, een ballonvouwer die gitaarpartijen inspeelt, monologen en ingenieuze beats. Met Negro Swan heeft Hynes een wereld geschapen voor iedereen die anders is, een geborgen plek vol liefde en verdraagzaamheid.

1. Parquet Courts – Wide Awake!
Maatschappijkritiek is Parquet Courts niet vreemd – met voorheen Content Nauseau als meest sprekende voorbeeld: een opeenvolging van scherpe, grimmige en uitzichtloze observaties, die pijnlijk dicht aan de werkelijkheid grenzen. Het is maatschappijkritiek op z’n Orwelliaans, protestmuziek op z’n allerkilst. Daar is op Wide Awake! verandering in gekomen, zoals de band op dat album wel meer over een andere boeg gooit: de songs zijn weelderig, kleurrijk, funky en gelikter dan ooit (deels het werk van mega-producer Brian ‘Danger Mouse’ Burton) met ruim een dozijn aan catchy hooks en meezingmomenten. Het leverde ze zowaar een 3FM-megahit op en misschien wat gefronste wenkbrauwen van old school Parquet Courts-liefhebbers. Maar laat je niet van de wijs doorbrengen door schone schijn. Wat dat betreft is Wide Awake! als een sunbathing animal, naar de meest ongetemde wervelwind van een track die de heren ooit uitbrachten: hoe onbekommerd en vredig het aangezicht van zo’n beest dan ook mag zijn, de klauwen zijn er niet minder dodelijk op en het is in die staat van onoplettendheid dat ze je grijpen.

‘I don’t read open letters, long reads or give talks’, schreeuwde Andrew Savage al eens op No, No, No!, maar meer dan een album als Wide Awake! heeft Parquet Courts ook niet nodig om de noodzaak van verandering te duiden. En het is die duiding waarmee Parquet Courts een stukje punk in leven houdt. De band biedt meer dan spitsvondige slogans en duikt diep in de ideeën en de constructies die aan veel van de hedendaagse problematiek ten grondslag liggen. Parquet Courts roept niet alleen dat Tom Brady een lul is, maar beargumenteert ook dat hij als alpha male tekenend is voor het individualisme in de Amerikaanse maatschappij en de schade die het aanricht in de strijd tegen onrecht en het collectieve belang – want, tsja, ‘collectivism and political autonomy are not mutually exclusive.’

Parquet Courts was al eerder politiek en al veel vaker boos, maar nu die allesverzengende woede vertolkt wordt middels eloquent verwoorde filosofieën en verpakt zit in een paar van de beste songs die de band ooit schreef, blijkt de woede van Parquet Courts een noodzaak en een échte vuist in de lucht voor verandering.

Lees hier de volledige longread over Wide Awake! die redacteur Ruben van Dijk eerder dit jaar schreef.