Na twee dagen waar we al lekker tot het gaatje gingen, is de derde dag van Motel Mozaïque aangebroken. Of nou ja, derde dag, het festival lijkt tegenwoordig één lang en aangeschakeld moment te zijn, met een uitgestrekte nachtprogrammering en een programma dat van start gaat als je net weer op je benen kunt staan. De belachelijk goedgevulde zaterdag vroeg dat ook het uiterste van ons team, maar we trokken nog één keer door Rotterdam en beleefden erop los.

Tekst Robin van Essel, Ricardo Jupijn & Leni Sonck
Foto’s Jan Rijk & Leni Sonck

Verslag van de donderdag is hier terug te lezen, van de vrijdag hier.

MOMO lijkt dit jaar nog meer op een soort pretpark voor cultuurliefhebbers, waarbij je continu van de ene in de andere belevenis valt. Dat begint al op het Schouwburgplein waar hordes mensen op het zachte kunstgras genieten van lokale bands, een temperatuur die niet beter had gekund en een optreden van de overal aanwezige Gil The Grid. De terugkeer naar het plein voor de Schouwburg is absoluut een van de beste stappen die MOMO dit jaar heeft gezet. Het terrein is ruimer, voelt vrijer en de inkapseling door de unieke Rotterdamse architectuur als decor maakt het een heerlijke ontmoetingsplek.

Foto: Leni Sonck

Tegen een uur of vijf wandelen we door de deuren van de Schouwburg om Kokoroko te aanschouwen. Helaas haalt niet iedereen het, voor de ingang van de zaal is iemand onwel geworden en daarmee gestrand op de finishlijn. Een gemis, want de band bouwt het komende uur een dikke fissa die onze vermoeide festival-lichamen schoonspoelt en klaarmaakt voor nieuwe avonturen. Het Londense jazzcollectief slaat zijn vleugels steeds verder uit en bereikt sinds de jazzscene-verzamelplaat We Out Here van Shabaka Hutchings een groter wordend publiek.

Wij snappen die Hutchings wel, de achtkoppige band staat met grote glimlachen van oor tot oor te swingen in de Schouwburg en de epische crossover-jazz schalt door het theater. Bij tijden is de muziek van de meeslepend en zit je erin vastgezogen, maar met momenten kan het nogal overdadig en bombastisch worden. Als er zo heel af en toe gas terug wordt genomen, komt er een balans in de show die het nodig heeft. Dan zweven de muzikanten op het podium en krijgen ze de zaal in beweging met hun aanstekelijke dansen. Want wat de groep ook doet, de goede sferen van Kokoroko hebben we tot in onze tenen gevoeld en dat was een bijzonder fijne kennismaking. (RJ)

In juni sluit BAR voorgoed de deuren en het zou best kunnen dat we met de zaterdag van Motel Mozaïque de laatste bandjesavond in de club gehad hebben. Die avond werd ingezet door TESSEL, de garage-surfband waarvan we een tijdje terug de eerste single in première lieten gaan. Met Beach House trapt de band de avond af, waarmee het er na gister opnieuw eentje voor de boeken zou gaan worden. (LS) Ondertussen hobbelt 1/3 van het team richting WORM om zich onder te dompelen in de elektro-jazz van Bendik Giske, de eigenzinnige queer-saxofonist die kwetsbaarheid, lichamelijkheid en uithoudingsvermogen als thema’s in zijn indrukwekkende muziek verwerkt. Eerder dit jaar verscheen zijn album Surrender, waar hij vanavond doorheen zweeft tijdens MOMO. Tijdens een wandeling naar de bar hoor ik iemand in het publiek zeggen: ‘dit doet mij wel denken aan…’, terwijl de verlossende woorden vervliegen in de golfbad-geluidsgolven van Giske. Jammer, want daar was ik nou wel nieuwsgierig naar.

Tessel / Foto: Leni Sonck

Onder het mom ‘laat je verrassen’, zien we in WORM een buitenaardse en avantgardistische set. Een verzameling geluiden die onze oren in deze vorm nog nooit hebben bereikt. Giske zijn muziek klinkt als een stoomtrein die in de verte blaast en piept, terwijl hij schittert in een glanzend zwart pak dat uit de toekomst lijkt te komen. Zijn saxofoon hangt vol draadjes en microfoontjes die zijn aangesloten op de meest uiteenlopende triggers met geluidseffecten. Bakken van geluid die uitmonden in drones vol getik van de kleppen en scheurende noten. (RJ)

Geen band die dit jaar al zoveel tongen losmaakte als black midi. Het piepjonge viertal uit Londen werd vorig jaar (nadat Shame de band tipte op zijn social media) al lekker Engels gebombardeerd tot beste nieuwe band ooit en op showcasefestivals wereldwijd waren de zalen bij lange na niet groot genoeg voor de toegestroomde nieuwsgierigen. En dat allemaal op basis van één vaag YouTube-clipje van een jamsessie. Ziehier: het recept voor een flinke hype. De Europese programmeurs buitelden over elkaar om de band vast te leggen voor de festivals deze zomer (onder andere op Lowlands). Maar omdat wij niet zo zijn van dom achter hypes aanlopen en er (afgezien van inmiddels twee studio-opnames op Spotify en een KEXP-sessie) simpelweg nog nauwelijks muziek van black midi te horen is, was MOMO een uitgelezen kans om met ons eigen ogen en oren te gaan zien en horen what all the fuss is about

black midi / Foto: Jan Rijk

Nu geeft de bandnaam al enigszins weg wat te verwachten: een midi is een audiobestand dat veel wordt gebruikt door producers en dat zelf geen audio bevat maar een (elektronisch) instrument vertelt welke noot op welk moment te spelen. Het genre ‘black midi’ komt van Japanse ‘bullet hell’-games waarbij de hoeveelheid noten en geluidseffecten zo complex is, dat de visuele weergave ervan een geheel zwarte notenbalk is. In de Arminiuskerk wordt die referentie inderdaad bevestigd, want we weten bijna niet hoe we moeten beginnen met dit omschrijven. ‘Onnavolgbaar’ is niet toereikend, black midi speelt in één song makkelijk van een jazz-intro langs mathcore naar een funky bruggetje. Deze bizarre clusterfuck van stijlen werkt alleen dankzij de ritmesectie van bassist Cameron Picton (met Sparta-shirt, zijn opa schijnt fan te zijn) en zijn drumkit geselende drummer Morgan Simpson, die met mathematische precisie een basis leggen die op het eerste gehoor zo verwarrend is dat je er even in moet komen, voordat je hoort dat de timing juist wel klopt. Daaroverheen liggen repetitieve stukken waarin steeds een paar nootjes veranderen en die elke seconde kunnen ontaarden in een noise-explosie, waarbij zanger Geordie Greep van knauwende country-achtige praatzang ontaardt in maniakaal gekrijs. Zo ongeveer.

Daarbij heeft de band een soort cartooneske act ontwikkeld die voor nog meer verwarring zorgt. De band komt op met Since U Been Gone van Kelly Clarkson en als de over het podium stuiterende gitarist Matt Kelvin (gekleed in een poncho, mondkapje, zonnebril en cowboyhoed) zijn versterker opblaast en nijdig zijn gitaar neergooit, hebben we aanvankelijk geen idee of dit nu bij de act hoort of dat er daadwerkelijk iets misgaat. Het zorgt ervoor dat we een uur lang met ons bek open staan kijken en ons afvragen of we dit nu heel goed, of vooral fascinerend vinden. We besluiten het eerste: black midi slaagt er namelijk wel in om de verwarring die de intens complexe muziek creëert, daadwerkelijk goede liedjes te verstoppen. Bovendien straalt het viertal uit dat ze ronduit goed door hebben wat ze aan het doen zijn. Wij zijn om: dit is een meer dan terechte hype. (RvE)

Maar wil je alles gezien hebben op MOMO, dan moet je jezelf minstens een paar keer klonen. Dat is ongeveer wat we deden om Prairie WWWW in de Schouwburg te zien. In de aanloop naar Motel Mozaïque spraken we artistiek directeur Harry Hamelink nog over de Taiwanese band en in de Schouwburg kunnen we het zelf ervaren. En ja, het is betoverend. Verstaan doen we het niet, maar de muziek spreekt voor zich, die wordt ondersteund door visuals die uit een andere wereld lijken te komen. Er worden instrumenten gebruikt waarvan je nooit gedacht had ze op het podium van de Schouwburg te zien en het draagt allemaal bij tot de psychedelische sound van Prairie WWWW. De avond is nog maar goed begonnen of we hebben mogelijk al dé ontdekking van MOMO 2019 gevonden. (LS)

Prairie WWWW / Foto: Leni Sonck

Club Vibes wordt tijdens MOMO afgesloten door de Zuid-Koreaanse band Say Sue Me. Mocht je bij het woord Zuid-Koreaans meteen denken aan K-pop, dan moeten we je teleurstellen: de indiepop van Say Sue Me valt op geen enkele mogelijke manier onder deze noemer te plaatsen. Het viertal speelt prettig doorkabbelende, aan Beach House schatplichtige feelgoodmuziek. Heel spannend is het allemaal niet, maar de band geniet duidelijk van de overvolle Club Vibes. Dat er ook nog neonletters met good vibes aan de muur hangen, lijkt de sfeer alleen maar te onderschrijven. (LS)

Say Sue Me / Foto: Leni Sonck

‘Feelgood’ is om de hoek niet aan de orde, in een overvol en snikheet Rotown bij Fontaines D.C., ook al zo’n veelbesproken hype. In ons interview vertelde het vijftal onlangs dat ze de rauwheid van hun stad Dublin op de plaat Dogrel hebben proberen vast te leggen, en dat is wel spot on, horen en zien we bij de show op MOMO. Zanger Grian Chatten ijsbeert gejaagd over het podium, terwijl de band het publiek de trommelvliezen eruit probeert te blazen. Dat gaat eigenlijk te ver: de bas staat zo hard afgesteld dat ‘ie regelmatig overstuurt en de mix compleet zoek is. De geluidsproblemen zorgen ervoor dat de band lange breaks tussen de songs moet nemen, waardoor de energie en het tempo elke keer in een dipje raken. Fontaines D.C. is een goudeerlijke en keihard werkende band met een ontzettend goede plaat, maar het optreden in Rotown voldoet niet helemaal aan de verwachtingen. (RvE)

Fontaines D.C. / Foto: Jan Rijk

De hele wereld leek zijn adem een tijdje geleden in te houden met de eerste beelden van een zwart gat, terwijl wij in de Schouwburg ontdekken hoe die dan precies van binnen klinkt, als je erin opgezogen wordt. Over wie we het dan hebben? Noah Lennox AKA Panda Bear natuurlijk. Dit jaar kwam zijn nieuwe album Buoys uit, waarop hij ons meeneemt tijdens een van zijn ruimteavonturen waarop hij nieuwe werelden ontdekt. Thuis luister je dat lekker op je speakertjes, maar in de Schouwburg krijg je het effetjes tien keer zo hard binnen en is het een ‘andere ervaring’, om het licht uit te drukken. Vanuit zijn cockpit stuurt Lennox zijn surrealistische composities de zaal in, zingt hij zijn gekke en vervormde vocal-trappetjes en weet hij een bepaalde basfrequentie uit zijn instrument te toveren waarmee je bang bent dat je ziel uit je lichaam trilt.

De show van Panda Bear is een soort continue loophole waarin je maar rondjes blijft draaien en je lichaam en ziel in en uit de muziek vallen. Het is daarnaast uitkijken dat je niet zomaar je verstand verliest tijdens de show, het woord intens dekt nog niet de halve lading van dit kleurrijke en geestverruimende spektakel. (RJ)

Panda Bear / Foto: Jan Rijk

Voor het nachtprogramma in WORM ingezet wordt, wordt de temperatuur alvast naar exotische hoogten gedreven met Sylvie Kreusch (bekend van onder meer Warhaus) gehuld in een soort goudkleurige kamerjas. Denk: dansbare ritmes met Afrikaanse invloeden. En of er gedanst werd. Flesjes water op het podium worden al snel omgegooid, daar gaat de setlist. Alles moest en zou plaats ruimen voor een zo groot mogelijke dansvloer voor Kreusch. Wanneer meest recente single Please To Devon ingezet wordt, barst het feest helemaal los. Uit het publiek worden een paar achtergronddanseressen gehaald die vervolgens meedansen alsof ze bezeten zijn. En dat is ook een beetje hoe de muziek van Kreusch voelt: alsof je onder invloed bent en beweegt op de ritmes van een of andere Afrikaanse stam. (LS)

Sylvie Kreusch / Foto: Leni Sonck

Zo dansen we de nacht in, richting de laatste uren van Motel Mozaïque. Althans, dansen? In Rotown vragen we ons af: is het een vogel? Is het een vliegtuig? Is het Courtney Barnett on crack? Nope, het is Amyl & the Sniffers die zich aan de schone taak heeft gewijd het laatste beetje energie uit het publiek te beuken. En hoe: het optreden is één grote moshpit. Muzikaal is de seventies-punk met hardrocksolo’s niet bijzonder spannend, maar wel doeltreffend: het biedt zangeres/publieksmenner Amy Taylor de ideale basis om het publiek te bespugen met dan wel haar seksistische teksten, dan wel een bek vol bier.

Foto: Kamiel Scholten

Mocht je daarna nog echt energie over hebben gehad, kon je nog naar een van de vijf (!) nachtprogramma’s die MOMO dit jaar op zaterdag telt. Wij kiezen voor het non-descripte Club K op een ‘secret location’, dat Rotterdams onbekendste zaal PinkPank blijkt te zijn, een voormalige vesting van de Vrijmetselarij. Gelijke hoeveelheden drugs, snoeiharde Electronic Body Music en dragqueen-dansers genereren een duistere, Berlijnse vibe in de kleine ruimte, genoeg om de meest hardcore bezoeker van MOMO dit jaar voor op zijn minst de rest van het Paasweekend knockout te slaan. En na te laten genieten natuurlijk, van een weekend dat er zoals elk jaar in slaagde om zelfs de meest doorgewinterde bezoeker te verbluffen, verrassen, fascineren, vermaken en volledig af te peigeren. (RvE)

Motel Mozaïque
Rotterdam – 18 t/m 20 april

Rotterdam staat op klappen, volgende week staat de stad in het teken van Motel Mozaique. Op allerlei manieren belichten wij het festival en vandaag duiken we in een aantal acts met een bijzonder verhaal dat je misschien niet direct ziet als je door de line-up scrollt. En dan met name over twee Taiwanese bands: Prairie WWWW en Outlet Drift.

Van muziek door de hele stad tot een compleet nachtprogramma, perfomances, kunst, guided tours door de stad, overnachten in het MOMO Art Motel, een markt met lokale producten, de film Wild Rose op de day after en nog veel meer is er te beleven.

Onze tips voor het festival kon je hier al vinden, een interview met een van de festivalprogrammeurs Guido van Dieren lees je hier, interviews met twee optredende acts: Sylvie Kreusch en Panda Bear, en een wandeling door de stad met artistiek directeur Harry Hamelink ging vorige week nog online. Met die laatste spraken we die dag over meer zaken, onder meer over de bijzondere selectie van Taiwanese acts door Hamelink.

Harry Hamelink, foto door Leni Sonck

LUCfest
Dat is een verhaal op zich, dat allemaal begon met de uitnodiging voor een festival op Taiwan. “In november 2017 werd ik uitgenodigd voor een nieuw showcase-festival LUCfest in de Taiwanese stad Tainan, dat wordt georganiseerd door twee Taiwanese dames. Waarvan eentje een platenzaak runt plus concerten organiseert. En die andere woont deels op Taiwan en deels in Utrecht. Het was een prachtig en kleinschalig festival met een crew die overigens bijna uitsluitend uit vrouwen bestond. Iets dat je in de muziekwereld toch niet vaak ziet”, vertelt Hamelink.

“Ik heb daar ontzettend veel bijzondere Taiwanese acts gezien en een aantal bands die ik ontzettend graag naar Rotterdam zou willen halen. Vorig jaar in mei is dat al eens gelukt in Roodkapje met Outlet Drift en The Fur, zonder dat het een MOMO-concert was overigens. Maar ik had daar nog meer mooie dingen gezien. Met MOMO willen we de focus vanaf nu en in de toekomst meer leggen op Aziatische acts, zo speelt de Zuid-Koreaanse band Say Sue Me tijdens het festival en hebben we naast een aantal de Taiwanese designer Szu-Yi Wang uitgenodigd met haar werk The Hanzi Space, dat drie dagen te zien zal zijn in de Schouwburg.”


Prairie WWWW
Afgelopen november ging Hamelink namelijk opnieuw naar het showcasefestival en verbleef hij drie weken op het eiland: “Daar liep ik in de hoofdstad Taipei tegen een show aan van Prairie WWWW. Een band die ik het jaar daarvoor ook had gezien op dat showcasefestival en destijds vond ik het al waanzinnig. Die showcase-show duurde maar een halfuurtje, maar ik was ontzettend nieuwsgierig om het nog een keer te zien. Het was onwijs fascinerend”, zegt hij.

“In de tussentijd was ik de band gaan volgen en had ik allerlei platen gekocht, zeker dat laatste album Pán, dat draai ik nog dagelijks. De bandleden zijn daarnaast ontwerpers, wat je terugziet in de prachtige artworks en de band zijn Instagram-pagina is de mooiste die ik ken. Later kwam ik de band dus nog eens tegen en toen werd ik helemaal weggeblazen. Het was op een of andere manier een heel ander concert dan het jaar daarvoor en het was een van de beste shows die ik de afgelopen jaren heb gezien. Er waren zo’n vijf à zeshonderd mensen en de band heeft daar een uur en veertig minuten lang gespeeld, het was net alsof er een storm over je heen kwam. Het was zó intens.”

“Die show had nog iets anders bijzonders, dat ik nog nooit had gezien. Na die show stond ik nog bij de kleedkamers met de band wat te praten, waarna ik terugkwam in een lege zaal. Daar zag ik ineens recht voor het podium, op de vloer voor de podium-barrière, een soort pilaar staan met een kunstwerk erop. Ik vond dat zo gek, waarom zou je dat na een show daar neerzetten? Dus ik loop nog eens terug naar de band en vraag waarom ze dat daar neer hebben gezet na het concert. Zij kijken mij allemaal een beetje verbaasd: ‘ja maar, dat kunstwerk heeft er tijdens de hele show gestaan…’ Dat je zoiets verzint, dat vind ik echt te gek! Hoe zij hun muziek en kunst samenbrengen, dat vind ik wel echt bijzonder.”


Outlet Drift
Als volgende leggen we Outlet Drift op tafel en dat wordt als volgt samengevat door de artistiek directeur: “Die zijn live écht fucking tof! Het is een broer en een zus met een neef. Ongelooflijk sensuele garage met blues en Taiwanese invloeden. Ik zag de band tijdens dat showcasefestival in een kleine tent van tachtig, negentig mensen en het was onvoorstelbaar rauw”, vertelt Hamelink enthousiast. “Tijdens die show dook die zanger het podium af en gaf zijn gitaar zomaar aan iemand in het publiek terwijl de rest van de band door bleef jammen. Die jongen met de gitaar loopt terug naar het podium, want die denkt: ‘ja, leuk en aardig, maar ik speel helemaal geen gitaar.’ Maar die zanger gebaart: ‘nee, nee, houd hem bij je’ en die blijft rustig op dat podium voor zich uit kijken. Uiteindelijk belandt die gitaar bij iemand die mee begint te spelen met die band. Van dat soort onverwachte acties houd ik altijd wel.”

“Toen Outlet Drift vorig jaar in Rotterdam speelde, heb ik de band mee door de stad genomen en allerlei leuke dingen laten zien. Toen ik in november in Taiwan was, hebben ze mij op hun beurt rondgeleid door hun omgeving. Daar ontdekte ik nogmaals wat voor bijzonder land het is, een land waar onder meer twaalf verschillende talen worden gesproken. Wat onder meer komt doordat omdat er nog veel aboriginals wonen en elke stam zijn eigen taal en cultuur heeft. De band is op een gegeven moment terug verhuisd naar de plek waar ze vandaan komen en dat is een soort ontspannen surfdorp. Daar ben ik een paar dagen geweest en ben ik met een van die bandleden naar zijn werk geweest.”

“Dat was wel een belevenis. Ik stapte bij hem in een jeep, waarna we op een gegeven moment een chique park binnenreden. En midden in dat park kwamen we aan bij een oudere man, die naast twee flinke boten stond. Een soort kajakken, gemaakt van bamboe. Ik dacht: ‘Hoe krijgt hij hier die boten nou midden in zo’n park?’ Alleen dat bleek dus de werkplek te zijn. Daar in de open lucht werkten ze de hele dag aan die boten. En als je het dan hebt over LIQUID, ons thema van dit jaar (lees hier een uitgebreid interview daarover, red.), dan past het verhaal van Outlet Drift perfect. Die bandleden zijn daar op zoek naar hun roots, bij de stam waar ze hun genen mee delen en die invloeden hoor je vervolgens terug in de band zijn muziek. Ik ben erg blij dat ze dit jaar bij Motel Mozaique kunnen zijn.”


WEBSITE MOTEL MOZAIQUE | FACEBOOK-EVENT | TICKETS