Interview

Sylvie Kreusch: “Alles begint vanuit dans, ik kan niet stilstaan op muziek, nooit”


14 maart 2019

Motel Mozaique
Rotterdam – 18 t/m 20 april

Nog een maandje en dan is het eindelijk weer tijd voor een van onze favoriete festivals: Motel Mozaïque. Een weekend lang wordt Rotterdam op zijn kop gezet – voor zover dat nog mogelijk is – door vernieuwende muziek, performance en kunst. Naar aanloop van het festival, ging de telefoon over bij Sylvie Kreusch, in Antwerpen.

De naam Sylvie Kreusch doet misschien nog niet meteen een belletje rinkelen, maar projecten als Soldier’s Heart en Warhaus hoogstwaarschijnlijk wel. Warhaus is het soloproject van Balthazar-frontman Maarten Devoldere, die Kreusch regelmatig omschrijft als zijn muze. Inmiddels is het tijd voor de zangeres om onder eigen naam muziek uit te brengen.


Hoe kijk je terug op Soldier’s Heart en Warhaus?
“Ik heb veel geleerd. Als ik dat niet meegemaakt had, dan had ik ook heel anders in mijn soloproject gestaan. Naïever. Ik heb nooit spijt gehad, het was een goeie leerschool op vlak van live spelen.”

Hoe hebben die projecten zich een weg gebaand naar je soloproject?
“Bij Soldier’s Heart ben ik er echt ingerold, heel naïef. Ik had nooit gedacht dat ik dat op een professionele manier zou doen, maar dat is eigenlijk heel snel gegaan. Maar mijn soloproject, dat is honderd procent mezelf. Ervoor was het meer een samenwerking, minder persoonlijk en eerder een manier van ontdekken hoe je muziek maakt en jezelf leren kennen. Toen ik 24 of 25 was, was het voor mij duidelijk wie ik was en dat was een goed moment om te stoppen met Soldier’s Heart. Warhaus was ook echt een leerschool wat betreft het maken van songs en in grotere zalen spelen. Ook omdat ik met iemand als Maarten kon samenwerken die ook echt heel ervaren was en veel platen heeft geschreven.”

“Eigenlijk kan ik Maarten dan ook wel mijn muze noemen, maar hij is ook wel mijn voorbeeld”

We komen bij een bijna onvermijdelijk onderwerp aan: Maarten. Hij verwijst vaak naar jou als zijn muze, hoe zit dat bij jou?
“Ik heb niet echt een muze. Bij Maarten is dat eigenlijk heel logisch, zijn teksten gaan over liefde en vrouwen en ik ben zijn vriendin. Bij mij gaat het meer over mezelf leren kennen. Misschien toch wel Maarten? Het komt er altijd wel op neer dat het uiteindelijk toch over hem gaat. Eigenlijk kan ik hem dan ook wel mijn muze noemen. Maar hij is ook wel mijn voorbeeld.”

Je hebt het over jezelf leren kennen, heb je het gevoel dat dat lukt met je soloproject?
“Eigenlijk wel. Het was al snel duidelijk, want een paar jaar gelden was ik er zeker van wie ik was en dat het ook zo zou blijven. Nu heb ik ontdekt dat je altijd wel blijft veranderen. Ik heb al een volledig album geschreven, maar voor de tweede plaat zit ik toch weer naar mijzelf te zoeken, in a way. Ik denk dat dat ook nodig is om creatief te kunnen blijven en andere richtingen uit te gaan. Eigenlijk is het vrij logisch dat je als persoon tot je dood blijft veranderen, maar je moet wel jezelf blijven en je niet laten beïnvloeden door andere mensen of verwachtingen.”


In 2018 kwam je eerste nummer uit, Seedy Tricks, wat betekende dat moment voor jou?
“Het was heel leuk om dat eindelijk de wereld in te sturen. Dat voelt een beetje als een kind dat het huis uit mag! Je kijkt wel ineens anders naar dat nummer, want tegen die tijd kun je het zelf echt niet meer horen. Het is niet meer van jezelf, tenzij je moet optreden, maar eigenlijk geef je het gewoon aan andere mensen. Er is niets zo lastig als wachten tot je een nummer de wereld in mag sturen, want je blijft ernaar luisteren en gaat er dan weer aan sleutelen.”

Hoelang ben je achter de schermen al bezig?
“Eigenlijk sinds het einde van Soldier’s Heart, twee jaar geleden denk ik. Of is dat al drie jaar? Dat gaat zo snel. Op zich was ik rap met alles afwerken, nu is het gewoon wachten tot het juiste moment om dingen uit te brengen. Het hele plan daarachter kan best slopend zijn. Afgelopen zomer heb ik het album in de studio opgenomen, maar er is nog geen datum.”

“Ik kan niet stilstaan op muziek. Nooit”

In je muziek zijn best wat Afrikaanse invloeden te horen, waar komen die vandaan?
“Het vertrekt voor mij altijd vanuit het idee dat ik graag dans. Dat is voor mij belangrijk op podium, ik kan niet stilstaan op muziek, nooit. Daarnaast heb ik niet echt een gevoel bij het maken van elektronische beats. Ik hou van warme kleuren en geluiden, de echtheid van drums. Ik daalde af naar de oorsprong en dan kom je al snel bij voodoo terecht en Afrikaanse ritmes. Dat is trouwens ook de oorsprong van veel elektronische muziek die we nu luisteren.”

“De ritmes in mijn muziek creëren een soort van trance, dat is ook zo bij voodoo, dat verandert niet van ritme. Al mijn lievelingsnummers bevatten een bepaalde groove, dat werkt hypnotiserend. Je kan daar echt uren naar luisteren. Veel mensen hebben dat nu met techno, maar daar kan ik niet op dansen, op Afrikaanse grooves kan ik dat wel.”

“Die elementen zitten ook vaak in muziek van de sixties en seventies. Een muzikale periode waar ik veel naar luisterde, meer dan nineties-r&b en hiphop. Ik ga op zoek naar ritmes en kom dan bij de gekste filmpjes op YouTube. Dan begin ik met het zoeken en knippen van samples en zo komt ik bij leuke ritmes terecht. Samen met een jazzdrummer en percussionist maken we het wat levendiger, maar het ontstaat voor mij echt allemaal vanuit dans en het broeierige sfeertje op podium.”

Dus geen reiservaringen als inspiratie?
“Nee, absoluut niet. Ik voel ook niet de nood om naar de andere kant van de wereld te gaan en daar dan drie maanden rond te trekken. Ook omdat ik daar nooit tijd of geld voor heb, al denk ik nu dat dat ook wel tof kan zijn.”

Waar luister je zelf vooral naar?
“Bij het schrijven van de eerste plaat luisterde ik veel naar Nina Simone, Nick Cave, dat soort muzikanten. Ik was vooral op zoek naar grooves en ik ging nooit met voorbedachte rade aan de slag, meer een buikgevoel. Uiteindelijk zijn dat allemaal stijlen door elkaar, soms hoor ik een eighties-sound waar ik totaal niet over nagedacht heb. Die klanken komen er vanzelf bij.”

“Ik vind dat alles nu wel heel erg hetzelfde klinkt. Vaak heb ik wel iets van ‘dit is tof gemaakt’, maar ik voel niet de drang om die plaat dan echt op repeat te zetten. Het gaat niet dieper voor mij.”

“Iedereen wil uiteindelijk toch in een film leven?”

Wat maakt – naast de Afrikaanse invloeden – een nummer tot een echt Sylvie Kreusch-nummer?
“Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik de wereld moet verbeteren of een bepaalde boodschap moet uitsturen. Ik wil gewoon eerlijk zijn en alles puur houden. Iedereen kan zichzelf er altijd wel in vinden. Ik hou wel van over-dramatiseren en teksten op een theatrale en filmische manier brengen. Dat komt wel door mijn liefde voor films, dat is een grote inspiratie. Ik kan echt zo geraakt worden door een scène, net zoals ik dat met muziek kan hebben. Ik probeer dingen op een filmische manier neer te schrijven, iedereen wil uiteindelijk toch in een film leven? En dat zelfmedelijden natuurlijk, daar hebben we tegenwoordig ook veel last van.”

Please To Devon is je nieuwste single, hoe is die tot stand gekomen?
“Het nummer is vertrokken vanuit een groove, maar ook geïnspireerd op The Rolling Stones. Die hebben een nummer, Sympathy For The Devil, en je zou het niet meteen zeggen, maar als je die naast elkaar legt, herken je wel een beetje dezelfde groove. Dat was het startpunt, maar de tekst die komt altijd pas op het eind. Dan zit ik soms al in een andere fase van mijn leven, maar op een of andere manier komt alles samen. Ik heb nog nooit een nummer aan de piano geschreven, alles start vanuit interessante grooves.”

Motel Mozaïque komt eraan, wat kunnen mensen verwachten van een optreden van Sylvie Kreusch?
“Dat wordt onze eerste show met een nieuw bandlid. Vroeger speelde ik met een drummer en een percussionist, dat was heel tof en visueel verfrissend. Net wat anders dan de standaard bandopstelling. We spelen nu ook met een gitarist, denk Ennio Morricone-gitaren erbij. We hebben de laatste maanden heel erg gewerkt aan een nieuwe set die toch een stuk krachtiger wordt dan de vorige.”

“Ik ga vooral gelukkig zijn als ik iedereen zie dansen. Ik denk dat dat ook de reden is waarom ik zelf helemaal los ga. Andere mensen moeten ook bewegen. Ik hou er niet van als ze me gewoon maar aanstaren, iedereen moet zich even hard vermaken als ik zelf doe wanneer ik op dat podium sta.”

“Achter mijn eigen naam kan ik mij niet verbergen”

Wat kunnen we in de toekomst nog verwachten van Sylvie Kreusch?
“Een album, meer shows, singles en clips. Ik ben momenteel de videoclip voor Please To Devon aan het monteren. Ik hoop dat ik zo snel mogelijk nieuwe nummers uit kan brengen, want ik ben al bezig met het volgende album. De komende maanden en jaren wil ik gewoon zo actief mogelijk blijven en meer samenwerkingen aangaan. Het soloproject gaat wel blijven, ik ga niet meer occasioneel een liedje meezingen met een band. Maar het is spannend, er is geen weg terug want het is mijn eigen naam en daarachter kan ik mij niet verbergen.”


WEBSITE MOTEL MOZAIQUE | FACEBOOK-EVENT | TICKETS