Als we vanavond de Ronda van TivoliVredenburg binnenlopen is het even schrikken wanneer de balkons dicht zijn en er staat slechts anderhalve man en een paardenkop in de zaal aanwezig zijn. We zijn niet eens overdreven vroeg: het vaste voorprogramma Naked Giants trapt binnen tien minuten al af. Eventjes vrezen we dat de zegetocht van de band rond Will Toledo vanavond tot zijn einde komt.

Dat valt gelukkig alleszins mee. Tijdens de typisch stevige en vermakelijke set van Naked Giants loopt het al aardig vol en als Car Seat Headrest om stipt negen uur aftrapt blijkt het aanwezige publiek zo gretig dat de show zich qua euforie makkelijk kan meten met de laatste passage in Paradiso eerder dit jaar.

Laten we eerst even de balans opmaken over het jaar van Toledo en consorten tot nu toe. In februari van dat jaar bracht hij een herbewerking uit van het in 2011 verschenen Twin Fantasy. Een plaat die de toen piepjonge Toledo opnam op de achterbank van zijn auto en eentje die wegens zijn progressieve thematiek erg aansloeg op het internet. Nadat Toledo in 2016 doorbrak met het in een volwaardige studio opgenomen Teens of Denial waagde hij zich aan een heropname van die eerdere plaat, die wij in onze review bestempelden als ‘een van de meest ambiteuze platen van 2018’. Om die plaat goed live over te kunnen brengen voegden de drie leden van Naked Giants zich bij Toledo’s liveband, die hierdoor is uitgegroeid naar zes man.

 

Dit ‘Car Seat Headrest 2.0’ trapt vanavond direct af met een verrassing. De band opent met Cosmic Hero, een van de vele prijsnummers van Teens of Denial, wiens afwezigheid we in de setlist van het eerste Paradiso-concert vorig jaar zelfs nog beklaagden in ons verslag van die avond. Hier valt meteen op dat het niet alleen het Twin Fantasy-materiaal is wat over de jaren heen geëvolueerd is, ook Cosmic Hero heeft een make-over ondergaan. Dat is in het begin even wennen, maar de tweede helft van het nummer knalt gelukkig net zo venijnig uit de speakers als de studioversie. Het heerlijke meeschreeuwrefrein (“You won’t go to heaven/I will go to heaven and I won’t see you there!”) vindt al aardig wat bijval, maar bij het daaropvolgende Bodys is het hek pas echt van de dam.

De nieuwe line-up van de band zorgt ervoor dat Toledo geen gitaar meer hoeft te spelen. Aan de ene kant missen we zijn hoekige gitaarlijntjes af en toe wel, maar de meer recht toe recht aan beukstijl van de heren van Naked Giants is ook niet verkeerd. Bij de vorige show in ons land stond Toledo bij tijd en wijlen nog veilig achter een synthesizer, maar vanavond richt hij zich honderd procent op de zang. Met succes, want hij heeft zich inmiddels ontpopt tot volleerd publieksmenner. Met zijn charmant houterige dansjes windt hij het publiek alleen maar verder op en zijn intense voordracht zorgt er voor dat de dikwijls hemeltergende teksten nog meer tot leven komen.

 

Want het is bepaald geen lichte kost wat Car Seat Headrest ons vanavond voorschotelt. Twin Fantasy is een conceptalbum over homoseksualiteit, mentale gezondheid en depressie. Het loodzware sleutelnummer Famous Prophets (Stars) blijft vanavond afwezig, maar ook het eerdergenoemde Bodys (een heus anthem over de vergankelijkheid van het menselijk lichaam) of de epische, een klein kwartier durende, afsluiter Beach Life-In-Death (sleutelzin: ‘I/Don’t/Want/To/Have/Schizophrenia‘. Dat laatste woord met ongeveer een honderd A’s uitgerekt) hebben geen teksten waar je vrolijk van wordt. Dat Toledo al die naargeestigheid uitstekend weet te vangen in heerlijk meeschreeuwbare anthems is de grootste kracht van zijn band.

Na een al uiterst euforische eerste helft gooit Toledo er nog een schepje boven op en krijgen we achter elkaar de drie grootste hits van Teens of Denial over ons heen: Drunk Drivers/Killer Whales, Destroyed By Hippie Powers en Vincent. De een nog uitzinniger dan de ander. Door de vakkundig uitgevoerde publieksparticipatiemomentjes in dit blokje – Toledo die de handen van de mensen vooraan vastgrijpt, een fan die het podium op getrokken wordt om de koebel te bespelen tijdens Hippie Powers – is duidelijk dat we hier allang niet meer met een stelletje misfits te maken hebben, maar met een volleerde set indierock-grootheden. Wat met titanische uitvoeringen van het heerlijk energieke oudje Something Soon en het eerdergenoemde Beach Life-In-Death als afsluiter nog eens bevestigd wordt. Niet heel veel bands kunnen na een uitputtingsslag van ruim een uur nog boeien met een ingewikkeld epos van een kwartier als afsluiter. Dat Car Seat Headrest dat zonder moeite lukt, betekent dat we officieel met een band in de buitencategorie te maken hebben.

Check de rest van de foto’s van het concert hieronder:

Je kent het vast: alle nieuwe muziek dendert constant door je hoofd, je hebt een waslijst aan nieuwe platen die je nog wilt checken en ondertussen blijven muziekblogs maar volstromen met toffe bands en andere muziekmakers. Het lijkt haast wel alsof al jouw favoriete indie-muzikanten gezamenlijk hebben besloten om állemaal tegelijk nieuw werk uit te brengen. TDI gaat je helpen! 

Normaal is het komkommertijd, zo aan het begin van een nieuw jaar. Maar 2018 bewijst nu al het tegendeel: tientallen bands besloten maar gelijk in januari nieuwe tracks de wereld in te slingeren, en dat werpt zijn vruchten af. Wij selecteerden vijftien frisse tracks voor je, van zowel Nederlandse als buitenlandse bodem. Neem bijvoorbeeld de Amsterdamse band Steve French, dat met EP ‘Colinton’ een flink staaltje emo-indie-noise aflevert. Of Das Bisschen Totschlag (wiens clip we deze week in première lieten gaan), die hoge ogen gooit om de nieuwe Homeshake te worden. Ook Frankie Cosmos, Soccer Mommy en Sunflower Bean hebben na een lange stilte weer mooi nieuw werk! Genoeg om te checken dus.   

Het lijkt een trend te zijn, het bewerken van je eigen werk. Indieveteranen James Mercer van The Shins en Timothy Showalter van Strand of Oaks brachten eerder deze maand nog nieuwe versies uit van hun meest recente albums. Heartworms werd The Worm’s Heart, Hard Love werd Harder Love. Ook eeuwig ruwe diamant Will Toledo komt nu met een dergelijke herdefiniëring van een eerder werk. Het jonge meesterbrein achter Car Seat Headrest heeft altijd een symbiotische relatie met zijn eigen oeuvre onderhouden en kondigt nu met de release van enkele single edits een volledig nieuwe variant van Twin Fantasy aan.

Dat album verscheen in eerste instantie in november 2011 op Toledo’s inmiddels veelgeprezen Bandcamp. Op dat moment was het album niet echt af, volgens Toledo althans. Hij liet zich niet ophouden en zette gezwind koers naar zijn volgende album. Zo gaat dat, op Bandcamp. Jaren later staat Car Seat Headrest onder contract bij Matador en wordt Toledo gezien als een van de grootste beloftes in de wereld der gitaarmuziek. Toledo kan het zich daarom veroorloven wat langer stil te staan bij zijn eigen muziek en heeft nu naar eigen zeggen het eureka-moment van Twin Fantasy met terugwerkende kracht beleefd. Zonde om het album dan niet alsnog in de juiste vorm uit te brengen, toch?

Hoewel, juist? Dat lijkt niet helemaal de juiste benaming voor dit project. De nieuwe singles van het nieuwe Twin Fantasy klinken vooral anders dan hun voorgangers, die op hun beurt hun bestaansrecht behouden in de discografie van rock’s volgende veelreleaser. Nervous Young Inhumans – niet te verwarren met Toledo’s album Nervous Young Man – is bijvoorbeeld niet alleen een beetje veranderd, maar omgetoverd tot een groots anthem met gierende gitaren en scheurende synthesizers die Toledo & co. tot hoogsten stuwen die de Amerikanen nog niet eerder hebben gezien. Het belooft veel goeds voor de nieuwe versie van Twin Fantasy, maar ook voor het volgende écht nieuwe album van Car Seat Headrest.

Bandcamp bestaat tien jaar. Lijkt misschien niet zo’n prestatie, maar wie zich bedenkt dat die tien jaar de periode van 2007 tot 2017 beslaan, snapt hoe sensationeel het is dat het platform zijn huidige positie heeft veroverd. Soundcloud, dat ternauwernood werd gered door nieuwe investeringen, en dergelijke gaan steeds meer gebukt onder het juk van grote streamingservices als Spotify en Apple Music, die er op hun beurt nog altijd niet in slagen een belegde boterham op de plank van veel artiesten te toveren. Komt nog eens bij dat Bandcamp de afgelopen jaren de doorbraak van verscheidene indiefavorieten faciliteerde. Car Seat Headrest, Jay Som en (Sandy) Alex G; stuk voor stuk begonnen ze op Bandcamp.En wie ben je nou eenmaal als je anno 2017, te midden van reissues en reünieshows, je jubileum niet viert? Hiep hiep hoera, dus.

Bandcamp wordt in 2007 opgericht door Ethan Diamond, die eerder al betrokken was bij de oprichting van online maildienst Oddpost, en programmeurs Shawn Grunberger, Joe Holt en Neal Tucker. In 2008 lanceert de dienst zich als een online platenzaak en promotiekanaal dat voornamelijk bedoeld is voor artiesten die niet bij een label onder contract staan. ‘Indie’, zoals je dat nog noemde voor die term gekaapt werd door allerhande gitaarbandjes van wisselende kwaliteit. Wat Bandcamp onderscheidt van andere streamingservices (Spotify is dat jaar ook gelanceerd), is de manier waarop de dienst de onafhankelijke artiesten toestaat onafhankelijk te blijven. Nergens dwingt het platform hen tot tussenstappen: muzikanten maken zelf een microsite die ze aan kunnen passen naar hun wensen en behoeften. Alle albums en nummers op de site kunnen gratis beluisterd worden, waarbij artiesten zelf een prijs per download in kunnen stellen, waarbij Bandcamp tien tot vijftien procent van de inkomsten ontvangt. Kopen kan dus direct bij de bron.

De aanpak werkt. Steeds vaker komen mensen die muziek illegaal willen downloaden via de zoektermen die ze op Google gebruiken terecht op Bandcamp. In 2014 analyseert Bandcamp een paar maanden lang het startpunt van iedere transactie die op het platform plaatsvindt: “Just this morning, someone paid $10 for an album after Googling ‘lelia broussard torrent.” Daarnaast blijkt dat veertig procent van de fans die een aankoop doen via Bandcamp méér betalen dan de artiest vraagt voor een download. Het stemt hoopvol, net als een blik op de Selling Right Now-feed. Daarop komen alle aankopen die via Bandcamp worden gedaan vaak in rap tempo voorbij. In tien jaar tijd steunden fans hun nieuwe favorieten met ruim 233 miljoen dollar.

Illustratie: Ellis van der Does (Instagram, Facebook, Twitterwebsite)

In 2014 slaat Bandcamp de handen ineen met labels. Onder meer Sub Pop, Ninja Tune, Daptone, Milk!, Jagjaguwar, Death From Above, Epitaph, Late Night Tales, Fat Cat en Fat Possum hebben sindsdien een eigen pagina op het platform. Toch blijft Bandcamp vooral verbonden aan een vreemdelingenleger aan muzikanten. Zij krijgen de kans zich langzaam maar zeker te ontwikkelen in de schaduwen van hun slaapkamers, in plaats van in de spotlight. Tegelijkertijd bouwen ze aan een toegewijd publiek, dat zich in veel gevallen ver buiten de bestaande sociale kringen van de artiest bevindt. Ze maken muziek omdat het móét, maar zonder druk van buitenaf en brengen vaak meerdere platen per jaar uit: “Don’t put anything out that you’re not 100% sold on”, adviseert Alex Giannascoli aka (Sandy) Alex G op de site van Bandcamp. De 24-jarige Amerikaan bracht sinds 2013 liefst veertien releases uit via het platform, waarvan het sterke Rocket de meest recente is. “Make sure that you’re recording because you enjoy it and because you really want to. Record it because it’s a need for you.”

Will Toledo, het 25-jarige meesterbrein achter Car Seat Headrest, valt qua motivatie met Giannascoli te vergelijken: “I always knew that I wanted to release music.” Hij heeft altijd al lijstjes met albumtitels liggen, en als hij dan een manier vind om via een computer muziek te maken en te verspreiden, is het hek van de dam. Toledo ontdekt Bandcamp als hij op de middelbare school zit en in de krant leest over een New Yorkse band die het platform gebruikt om de aandacht van de muziekindustrie te trekken. Tussen 2010 en 2017 brengt hij dertien albums uit op Bandcamp, waarbij Twin Fantasy uit 2011 als creatief hoogtepunt wordt gezien. De eerste twee – toepasselijk 1 en 2 getiteld – hebben car seat headrests op de hoes: ze zijn van de auto van Toledo’s ouders die in de begindagen van het project als studio fungeert.

Toledo vertelt studiegenoten over zijn muziek en wacht af. Al snel realiseert hij zich dat hij geen platencontract hoeft te rekenen. Het besef is echter geen teleurstelling, maar een bevrijding. De muzikanten die we inmiddels kennen met dank aan Bandcamp zijn dan ook opvallend vaak types die door de ‘normale’ muziekindustrie gemarginaliseerd zouden worden. Het lijken veelal (muziek)nerds die niet op kunnen en willen vallen door gimmicks of gekke quotes. De pas 22-jarige Melina Duterte, dochter van Filipijnse immigranten, is daarin misschien wel het beste voorbeeld. Als vrouw met een Aziatische achtergrond is ze niet bepaald het type dat de macht in de muziekindustrie in handen heeft. Mede met dank aan Bandcamp, waar ze sinds 2012 al zeven albums uitgebracht heeft, breekt ze dit jaar door onder haar pseudoniem Jay Som het ijzersterke Everybody Works uit te brengen via Polyvinyl Records. Samen met de Japans-Amerikaanse Mitski Miyawaki en Koreaans-Amerikaanse Michelle Zauner, beter bekend als Japanese Breakfast, brengt ze verandering. Toeval dat ze vorig jaar met z’n drietjes tourden? Toeval bestaat niet.

De ruwe diamanten op Bandcamp schaven, verstopt in het volle zicht, stukje bij beetje van zichzelf af. Net zolang tot ze hun zelf gebrande CD’tjes niet meer op het schoolplein uit te hoeven delen aan hun studiegenoten. Net zolang tot hun muziek op het juiste moment terecht komt bij de juiste mensen. “Focus on improving your craft and making really solid efforts”, zegt Will Toledo. “Even if people aren’t necessarily listening to it right when you release it, if you make something really high in quality, then eventually people are going to catch on and start checking it out.”

Voor Will Toledo vormt Chris Lombardi de persoon die die profetie uit laat komen. Lombardi is labelbaas van Matador Records, dat lange tijd de thuisbasis vormde van Guided By Voices en hun frontman Robert Pollard, een notoire veelschrijver en een van Toledo’s grote voorbeelden. Hij ontdekt Toledo’s Bandcamp via een stagiair en zoekt contact. De discografie die Car Seat Headrest al heeft opgebouwd – waarin hij tekstueel ook vaak terug verwijst naar ouder materiaal – blijkt een belangrijke factor in de deal die de muzikant in 2015 tekent, vertelt Toledo aan Bandcamp: “He said that he was just really into the experience of being able to find me and then immediately started digging into the discography and listening to all the old material.” Op Times To Die van zijn album Monomania zingt Toledo erover: ‘Got to have faith in the one above me / Got to believe that Lombardi loves me / It’s a deal / I want a deal.’ In 2015 zet ook Alex Giannascoli zijn krabbel onder een contract: hij tekent bij Domino Recording Company en brengt daar nog dat jaar zijn eerste plaat uit.

Op dat Beach Music blijkt hoe bijzonder de verhouding tussen professionalisme en perfectionisme is die Bandcamp-artiesten kunnen belichamen. Van onzekere jongeren (een van Toledo’s platen heet niet voor niets Nervous Young Man) ontwikkelen ze zich tot volwaardige artiesten die voor hun leeftijd verrassend volwassen zijn. Ze zijn types die zich vanaf hun geboorte druk lijken te maken over hun dood. Of zoals Courtney Barnett, de eigenaresse van het eerdergenoemde Milk! Records die qua doe-het-zelfethos vergelijkbaar is met Giannascoli, Toledo & co., zingt op Elevator Operator van haar debuut Sometimes I Sit And Think, Sometimes I Just Sit: ‘Oliver Paul, twenty years old / Thick head of hair, worries he’s going bald.’

Goed, op professionele wijze zoeken de perfectionisten een pleakje in de voor hen nieuwe wereld: na lang twijfelen gaat Alex Giannascoli overstag en laat hij zijn plaat mixen door een pro, Jacob Portrait om precies te zijn (Bass Drum of Death, TOPS, King Gizzard & the Lizard Wizard, Unknown Mortal Orchestra). “The max I want to collaborate with someone is just some more mixing like that”, legt hij uit. “When I’m releasing it as Alex G, it’s really hard for me to collaborate with anyone, because it doesn’t feel right if someone else is contributing stuff and it’s using my name.”

Will Toledo voelt eenzelfde persoonlijke verantwoordelijkheid in verhouding tot zijn werk. Zijn Bandcamp bevat de waarschuwing niet naar zijn eerste vier albums te luisteren “because they’re not very good”, terwijl hij Little Pieces of Paper With “No” Written On Them omschrijft als “B-sides and rarities and generally just awful shit.” Hij wil voor Matador best het nieuwe Teens of Denial schrijven en daarop samenwerken met professionele producer Steve Fisk (Nirvana, Low, Damien Jurado), maar niet voordat hij zijn Bandcamp-lei heeft schoongeveegd met bewerkingen van zijn oude materiaal op Teens of Style. Toledo’s werkwijze op dat album is er een die duidelijk afkomstig is uit het digitale tijdperk, waarin alle stukjes software eindeloos ververst en verbeterd kunnen worden. In de eerste zin van Teens of Denial zingt Toledo, veelzeggend: ‘I find it harder to speak, when someone else is listening.

Bandcamp is, net als het hele internet, een vrij transparant archief waarin albums vol jeugdige onschuld en onwetendheid worden opgeslagen als oude Facebookfoto’s. Het zorgt, zoals blijkt uit Toledo’s bijschriften, voor schaamte, maar het biedt ook de kans tot zelfevaluatie: riffs worden hergebruikt op een nieuw album, relaties veranderen van plaat tot plaat. Onderwerpen die het ene moment nog door een jongen tussen de regels door worden bezongen, worden door een jongvolwassene een plaat later verheven tot titel. De groei die Toledo, Giannascoli en anderen doormaken op Bandcamp is, kortom, een toonbeeld van volwassen worden in de 21ste eeuw. Het is dan ook niet verrassend dat Toledo op Twitter in de bres springt voor Kanye West, ook zo’n belichaming van de moderne muziekindustrie, als die tot vervelens toe verschillende versies blijft uitbrengen van zijn meest recente album The Life of Pablo. Het is evenmin verbazend dat het werk van West de inspiratie vormt voor veel projecten op Bandcamp, zoals The Life of Winston en The Life of Polo.

Het zijn projecten die een vermoeden scheppen van de gekte en grootte van Bandcamp. De streamingservice bevat niet slechts succesverhalen, zoals naast Car Seat Headrest en (Sandy) Alex G en Jay Som ook Frankie Cosmos, die meer dan vijftig albums op haar naam heeft staan. In tegenstelling tot diensten als Spotify kent Bandcamp geen hiërarchie. Een gemeenschap is er ook niet: (Sandy) Alex G hoorde pas recentelijk van Car Seat Headrest, zo blijkt uit een recent interview met Giannascoli op Drowned in Sound door The Daily Indie-collega Jasper Willems.

Voor het grootste deel laat het platform zijn luisteraar vrij, hetgeen – afhankelijk van je instelling, doel en tijdsbeschikking – zowel frustrerend als spannend kan zijn. Will Toledo zelf zoekt inmiddels geregeld voorprogramma’s voor zijn tour door recente releases op de streamingservice per stad te filteren. Veel meer dan zijn gevestigde en in steeds grotere mate gecureerde concurrenten vormt Bandcamp een moderne variant van crate digging, het eindeloze zoekproces in schijnbaar oneindig veel bakken vol vinyl. Juist dat er zo veel matigs is, maakt de vondst van iets moois zo waardevol.

Gold Connections’ Will Marsh ging naar dezelfde school als Will Toledo van Car Seat Headrest. Na kort in CSH meegespeeld te hebben begon Marsh voor zichzelf onder de naam Gold Connections.

Toen hun drummer verhuisde bood Toledo zich aan als vervanger en samen namen ze een album aan materiaal op. Ontevreden over de mix (“te veel Guided By Voices, te weinig Rolling Stones”) liet Marsh het project links liggen, waarna Toledo doorbrak met Car Seat Headrest. In 2014 stelde Marsh Toledo voor om samen hun beste Gold Connection-nummers opnieuw op te nemen en uit te brengen als EP.

Voor liefhebbers van Car Seat Headrest is dit dus een absolute aanrader. Waar Will Toledo zich vooral specialiseert in emopop, bevindt Marsh zich meer in de Americanahoek. Een van de hoogtepunten van de Gold Connections EP is Isabel, waarop Marsh een pompend en broeierig gitaargeluid voor vijf minuten laat opbouwen tot een explosie van geluid. Neil Young zal trots zijn.

 

Down The Rabbit Hole zit er (helaas) weer op! Ook de laatste dag mocht er wezen, en dan hebben we het niet alleen over het zonnetje dat zich eindelijk liet zien. Gisteren betraden onder andere Car Seat Headrest en DMA’s de podia! Onze fotograaf leidt je door de Zondag van Down The Rabbit Hole!

 

Alex Vargas

Alex Vargas

Alex Vargas

 
Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest
 Daughter

Daughter

Daughter

Daughter

Daughter

 

DMA’s

DMA's

DMA's

DMA's
Nothing But Thieves

Nothing But Thieves

Nothing But Thieves
Suede 

Suede

Suede

Suede

 

The Sore Losers

The Sore Losers

The Sore Losers

The Sore Losers

 

 

 

London Calling staat erom bekend dat er elk moment weer een nieuwe editie aangekondigd kan worden. Begin maart vond het nog plaats met onder andere Black Honey en Authobahn, en gisteravond was het weer raak. Slechts één avondje dit keer, maar een avond die volgestouwd staat met namen die er niet om liegen. Wij (Mabel Zwaan & Jelmer Luimstra), zagen onder andere Car Seat Headrest en Royal Headache!

Cullen Omori
Aan Cullen Omori (de frontman van wijlen Smith Westerns) de eer om deze mei-editie van London Calling te openen. En dit doet hij in stijl. Zijn lokje wappert speels heen en weer over zijn John Lennon-zonnebril terwijl een roze gitaar om zijn nek bungelt met een atmosfeer van nonchalance eromheen. Omori heeft de catchiness van zijn oude band meegenomen, maar heeft diens luchtige ondertoon en glampunch vervangen door melancholie. De lo-fi van zijn onlangs uitgebrachte album New Misery wordt door het net wat te harden geluid overstemd. Toch maakt dit de muziek niet minder aangenaam. Tussen verrukkelijke indiebangers (Cinnamon, Sour Silk, No Big Deal) in doet Omori shots, honkbalimpressies en brabbelende speeches tegen het publiek. “I hope you like it, and if you don’t… whatever.” Onze goedkeuring heeft hij. (MZ)

Cullen omori

Cullen Omori

cullen omori

 

Cub Sport

In november 2013 was deze Australische band al te vinden op London Calling. Toen waren het nog vier pubers met mierzoete popliedjes en Beyoncé-covers waar de bovenzaal op stond te springen. Nu is Cub Sport zowaar volwassen geworden en opent de band de grote zaal. De nummers over hondjes zijn vervangen door nummers over hartzeer, de H&M-vestjes zijn verruild voor legerprint. En waar frontman Tim Nelson toen niet achter z’n toetsen vandaan was te rammen, pakt hij nu vaak een gitaar op. De nummers zijn nog steeds ronduit lieflijk, maar met een serieuze onderlaag. Van suikerspinzoet naar zoetzuur. Maar de band blijft de onschuld zelve. Deze ultieme braafheid en dit ultieme binnen-de-lijntjes-kleuren blijft helaas niet zo lang spannend. Over drie jaar weer een kans. (MZ)

cub sport

cub sport

 

Car Seat Headrest
Car Seat Headrest a.k.a. Will Toledo is dé new indiekid on the block van 2016. Toledo rommelt al jaren met muziek, hij heeft zelf twaalf crappy kwaliteitalbums online gezet en nadat hij werd opgepikt door een label kwam er een compilatie uit. En daar was op 21 mei zijn eerste ‘echte’ album, Teens Of Denial, dat door iedereen de hemel in wordt geprezen. En terecht. Sinds zijn optreden op Le Guess Who? is het erg rap gegaan. Toen speelde hij in een volle EKKO, nu in een volle grote zaal van Paradiso. Hij begint het optreden in z’n eentje, breekbaar en intiem. Dit komt nog niet lekker over door het praatgrage London Calling-publiek. Maar zodra de band het podium betreedt lijkt iedereen om. De integere Toledo houdt intieme en uitbundige rock feilloos in balans, als eb en vloed die elkaar moeiteloos afwisselen, zonder dat het hem ook maar een druppel zweet lijkt te kosten. De show steekt door deze beheersing extreem sterk in elkaar. Car Seat Headrest scheurt via London Calling richting de ultieme doorbraak, en sluit zich zo aan bij de legendes die hem voorgingen. (MZ)

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

 

Royal Headache
Royal Headache bestormt het dampende Paradiso met als binnenkomer hun bekende single High. De band maakt zeer aanstekelijke punkrock, maar dan nét wat milder dan wat je je in de eerste instantie voorstelt bij het genre. De performance van frontman Shogun trekt eigenlijk meer de aandacht dan de muziek zelf: als een bezetene springt hij over het podium en horen we nummers als Carolina en Another World in een roes voorbij komen. Ondanks de verslavingsgevoelige songs, blijft Royal Headache vrij eentonig deze avond. Wat na het intense Car Seat Headrest eigenlijk nog meer opvalt. De gitarist lijkt enkel twee akkoorden te spelen, en de bassist en drummer volgen gehoorzaam, en durven niet uit hun ‘hokje’ te stappen. Als de band instrumenteel gezien wat meer uit zou pakken, in plaats van alleen zanger Law, zal de muziek vast een stuk beter overkomen. (JL)

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

 

Dilly Dally
Na Royal Headache rent iedereen door naar de kleine zaal om zich te laten overdonderen door de freaky en harde sounds van Toronto’s nieuwste aanwinst: Dilly Dally. We zien een bassist met een afzichtelijk staartje, terwijl frontvrouw Katie Monks nog even muziek luistert door haar Hello Kitty-koptelefoon: een paar minuten rust voordat de storm begint. Dilly Dally speelt hard, vuig en Monks’ stem zou zo van een baby uit een horrorfilm kunnen zijn. Maar wat opvalt is dat de band, door alle harde geluiden heen (die ons doen denken aan Pixies en Sonic Youth) duidelijk gevoel heeft voor songwriting. Iets wat nogal eens ontbreekt bij de hardere bands. Het derde, wat langzamer nummer heeft een goede melodie en de high-pitch vocalen maken het alleen nog maar vetter. Dilly Dally is uniek, en een verfrissende band ten opzichte van vele andere bands in de scene. (JL)

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

 

Nog meer gezien! Canshaker Pi, Ulrika Spacek en Methyl Ethyl!

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Methyl Ethyl

Methyl Ethyl

Canshaker Pi

Canshaker Pi

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

 

 

 

Zijn ode aan The Cars ontaardde voor Will Toledo in een kleine catastrofe. Zijn idolen bleken het niet goed te vinden dat hij tekstuele en muzikale verwijzingen naar The Cars maakte in het nummer Just What I Wanted/ Not Just What I Needed. Zodoende werd Toledo gedwongen alle fysieke kopieën van Teens Of Denial op het laatste moment terug te roepen en te vernietigen. Enkele weken resteerden nog voor de release en Car Seat Headrest kon weer aan de slag om een waardige, nieuwe track op te nemen.

Toch is de copyrightkwestie niet meer dan een lichte smet op een album dat voor de indierocker uit Virginia een nieuw hoofdstuk inluidt: dat van de hifi. Na een dozijn platen te hebben opgenomen in schuurtjes en slaapkamers, dook Toledo voor zijn eerste plaat bij Matador Records zowaar in een échte studio. En dat merk je.Teens Of Denial is kraakhelder, dynamisch en complex; een studioplaat pur sang en een hele briljante zelfs. Het doffe geluid dat eerdere albums van Toledo nog wel eens kon vertroebelen is vrijwel volledig verdwenen. Hierdoor komen de creaties van meestercomponist Toledo beter dan ooit uit de verf. Het summum hiervan is het geslaagde epos der zelfreflectie The Ballad Of The Costa Concordia. Dit nummer begint akoestisch, bouwt vervolgens op met weemoedige blazers en tedere pianoklanken en eindigt in een overdonderend ensemble met een eindeloze hoeveelheid aan ritmes, timbres en prikkels.

 

 

De loepzuivere alt-rock à la R.E.M en Pixies wisselt Toledo regelmatig af met herinneringen aan zijn werkwijze van weleer. Een jaarsalaris lijkt hij te hebben uitgegeven aan legio nieuwe pedalen, een uitgebreidere drumkit, saxofoons en een cowbell. Toch lijkt de vertrouwde slaapkamermicrofoon zo te horen níét ingeruild. Lichte ruis bedwelmt nog steeds Toledo’s karakteristieke en levendige stemgeluid. Dit geeft het geheel zijn kenschetsende ambiance.

Car Seat Headrest zou verdrinken in zijn eigen elan zonder de levendige verhalen van zijn kapitein, maar gelukkig zijn die verhalen zelden ver verwijderd. Ze gaan over depressie, droefenis en isolatie; thema’s die voor de fans inmiddels welbekend zijn. Pijnlijke hartenkreten en grotendeels gemompelde zelfreflecties gaan gepaard met spitsvondige woordspelingen, zinsstructuren en referenties. Zo durft Toledo het aan om te midden van een existentiële overpeinzing het refrein uit Dido’s White Flag te citeren en zingt hij op Drunk Drivers/Killer Whales: ‘We are not a proud race / it’s not a race at all / I’m just trying to get home.’

Zeventig minuten vraagt Car Seat Headrest van de luisteraar en dat is lang. Een schatkist aan poëtische teksten en een arsenaal aan enerverende sounds houdt de aandacht echter voortdurend vast. Van overdaad is dankzij de bewonderenswaardige virtuositeit van Toledo geen moment sprake. Een moderne klassieker is geboren.

 

Als er iemand is die zich als een gek een weg naar de ultieme doorbraak werkt is het wel Car Seat Headrest.  Na SXSW was de pers laaiend enthousiast, en Atze de Vrieze bestempelde hem terecht als dé nieuwe indie-antiheld. Door de nieuwe track Fill In The Blank kunnen ook wij niks anders dan dit te beamen.  

Ook dit nummer gaat, zoals veel van zijn voorgangers, over depressies en pijn. Maar dit kom je slechts te weten als je luistert naar de tekst; de muziek doet het prima op een zomerse dag. De toonverschillen en breaks worden aaneengelijmd met pakkende gitaarriffs en een herkenbaar couplet, wat het tot een nummer maakt dat je al na enkele luisterbeurten niet meer uit je hoofd krijgt. Leuke extra: het videoclipspelletje, waarbij je alle ‘blanks’ kan proberen in te vullen.

 

Kraakhelder klinken de eerste tonen van Vincent. Dat was voorheen niet zo vanzelfsprekend bij indierocker Will Toledo, maar sinds zijn band Car Seat Headrest tussen Savages, Yo La Tengo en Kurt Vile getekend is bij platenlabel Matador Records zijn de mogelijkheden eindeloos. Het is gedaan met de slaapkamersound.  

Teens Of Denial is de eerste échte langspeler die Toledo bij Matador uitbrengt, hoewel in oktober al een verzamelaar verscheen met een selectie van zijn vele internetreleases. Eerste single Vincent, onverminderd groots en evenzeer vies van de gebruikelijke songstructuren, bewijst dat Car Seat Headrest ook in volle glorie en productie zijn mannetje staat. Wilde de vocalen voorheen nog wel eens verzuipen in een gruizige zee van geluid, valt alles hier precies op zijn plaats. Ondanks de introductie van tweeënhalve minuut, de neurotische blazers en het knotsgekke slotstuk is het makkelijk om van dit bevlogen epos te gaan houden. Dat de Amerikaan hier klinkt als Julian Casablancas met borderline is alleen maar mooi meegenomen.

 

Ontstond lo-fimuziek ooit als het onvermijdelijke eindproduct van low-budgetopnames, tegenwoordig wordt het steeds meer een opzichzelfstaand genre. Muzikanten die ongetwijfeld hoogwaardige productietechnieken tot hun beschikking hebben, verleggen zich doelbewust tot een slaapkamersound. Eén van die muzikanten is Will Toledo, een Amerikaanse multi-instrumentalist die zijn Bandcamp-pagina in de afgelopen vijf jaar rijkelijk met albums heeft weten te vullen onder het pseudoniem Car Seat Headrest. Inmiddels heeft Toledo getekend bij het roemruchte label Matador Records en dient een groter publiek zich aan, dat op zijn wenken bediend wordt met de release van ‘Teens Of Style’.

Voor ‘Teens Of Style’ koos Toledo ervoor om het allerbeste van Car Seat Headrest opnieuw op te nemen en dit van een iets helderder geluid te voorzien. Een iéts helderder geluid, want aan de theatrale bombast die was ontstaan als dit elftal nummers in high fidelity was uitgevoerd, had zelfs Arcade Fire niet kunnen tippen. De grillige indierock van Car Seat Headrest blijft op deze manier zowel meeslepend als intiem, zowel groots als gevoelig. Gevoelig is ook het schrijven van Will Toledo, die zich als een ongeveinsde autobiograaf blootgeeft. Op misschien-wel-de-mooiste-track-van-het-jaar, ‘Times To Die’, zingt hij over zijn leven als muzikant in een omgeving waar niemand het muzikantenleven waardeert, met daarin zelfs een shoutout naar Matador-oprichter Chris Lombardi (“It’s a deal / I want a deal”) en op ‘Something Soon’ jammert Toledo over de troosteloosheid van zijn routineuze bestaan. Vaak is het onbeschroomd, hard en hartverscheurend.

‘Teens Of Style’ is niet alleen een compilatie van Toledo’s beste nummers; de beste facetten van bijna zes decennia aan rockmuziek komen aan de orde. Soms heel direct – de stem van Toledo vertoont een wonderlijke gelijkenis met die van Julian Casablancas – maar veel vaker verstopt onder de oppervlakte. Het is ontroerende muziek, het is weerzinwekkende muziek, het is eclectische muziek, het is nerveuze muziek, het is herriemuziek, het is wonderschone muziek, maar bovenal is het overweldigende muziek. De muziek die Toledo speelt en de teksten die hij schrijft sluiten naadloos aan bij de ongepolijste productie. Vergeet de kinderachtige naam: Car Seat Headrest ademt lo-fi perfectie.