Interview

Soccer Committee: “Ik wil iets ongrijpbaars een plekje geven en laten voortduren”


16 september 2021

Volgende week is het al zover: Peel Slowly And See. Het Leidse ontdekkingsfestival heeft een prachtige line-up, inclusief de schitterende ambientfolk die Mariska Baars maakt onder de naam Soccer Committee. Dit jaar verraste ze de wereld met een plotselinge terugkeer: na meer dan tien jaar was er ineens een nieuw album.

Eerder las je op onze website al uitgebreide verhalen over HOWRAH, de onbreekbare postpunk uit eigen land en daarnaast nog onze festivalspecial over Peel Slowly And See.

Op de eerste dag van de zomer was daar Tell From The Grass, een verstild album vol schittering en schoonheid. Fluisterfolk wordt het wel genoemd, omschreven met mooie bewoordingen als ‘quiet is the new loud‘. En ja, misschien is dat ook wel gewoon. In tijden van lockdowns en een verstild leven dat zoemend de dagen aaneen rijgt, komt het album van Baars extra hard binnen. Min keer min is plus. Wij spraken de maakster van al deze muzikale schoonheid ter voorbereiding op haar show op Peel Slowly And See. Onder meer over de totstandkoming van haar album, maar ook over tuinieren, Kekerdom en houtsnede-prints.

Kun je ons een omschrijving geven van je omgeving? 
“Momenteel schieten er bomen aan mij voorbij. Ik ruik de met stof beklede banken van het Blauwspoornet. Onder mij hoor ik het gerommel van de wagon over de rails en de hoge tonen die ik altijd hoor in de trein. Plotseling een fel oranje veld, direct opgevolgd door een industriegebied. Naast het gerommel over de rails voel ik een lichte spanning.”

Waar houd je je op het moment allemaal mee bezig?
“Ik houd mij vooral bezig met muziek. Momenteel ben ik onderweg naar een optreden met FEAN. De afgelopen weken ben ik voornamelijk bezig geweest met het voorbereiden van optredens. En ik heb een paar parttime-banen, ik houd onder andere de tuin van de plaatselijke herberg bij. En mijn ouders zijn de jongsten niet meer, dus daar ga ik vaak naartoe. En als het lukt, ga ik lekker hardlopen of lees ik in Faxen Aan Ger van Nicolien Mizee.”

Wat heb je de afgelopen jaren allemaal gedaan?
“Van 2009 tot 2014 heb ik beeldende kunst gestudeerd aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Naast deze studie werkte ik, waardoor ik geen tijd meer had om mij op mijn muziek te richten. Ik trad soms op met het collectief Piiptsjilling en ondertussen maakte ik ook houtsnede-prints.. Na de studie heb ik beeldend werk soms met mijn muziek gecombineerd in tentoonstellingen. In 2015 en 2016 maakte ik de muzikale compositie voor de dansperformance ‘no.mades’ van choreograaf Piet Rogie en in 2019 heb ik samen met goede vriend Rutger Zuydervelt – ook wel bekend als Machinefabriek – het album ‘eau‘ gemaakt.”

Een paar jaar geleden verhuisde je naar Kekerdom, heeft deze omgeving invloed op jouw muziek en creativiteit? 
“Nadat ik in 2017 naar Kekerdom verhuisde was er geen ontkomen meer aan: ik voelde de inspiratie en drang om muziek te maken helemaal terugkomen. Vanaf dat moment ontstonden er weer liedjes. Ik denk dat het voor een groot deel lag aan de natuur om mij heen en van een nieuw begin in een nieuwe omgeving waardoor ik de kans kreeg mijn leven opnieuw vorm te geven. Er gebeurde ook van alles in mijn persoonlijke leven waardoor ik wilde spelen en zingen.”

Je wilde dit album graag zelf opnemen en produceren: waarom was dat en hoe was dat?
“Ik reageer heel fysiek op geluid. Mijn zenuwstelsel is nogal gevoelig en reactief. Het is een onderdeel van mijn muziek geworden, mede hierdoor laat ik mij leiden. Daarnaast heb ik zoals ieder mens een aantal preoccupaties. Ik was gewoon erg benieuwd wat er zou gebeuren als ik dit alles zou volgen en hoe de muziek dan zou klinken.”

Hoe heb je die onwijs mysterieuze klank van het album vast weten te leggen?
“Er is een plek in huis waar ik graag creëer en opneem. Als ik alleen thuis ben sleep ik daar mijn hele setup naartoe. Het geluid in de ruimte is het mooist. Wat ik maak sla ik op in mijn loopstation en vervolgens neem ik het op met een microfoon in de ruimte. Voor Tell From The Grass heb ik daarna op een aantal nummers subtiele laagjes aangebracht en het geheel bewerkt op mijn laptop.”

Hoe komt een liedje – zo ongeveer – tot stand bij jou?
“Meestal groeit er een verlangen om te spelen en iets uit te drukken. Ik maak iets mee en er is een gevoel dat groeit. Dan pak ik mijn gitaar en kijk ik wat er gebeurt als ik mijn mond opendoe. In dit stadium wil ik zo min mogelijk sturen, maar ben ik wel aan het registreren. Wanneer iets mij verrast ga ik ermee verder en in het proces ga ik finetunen.”

Kun je ons vertellen waar het album voor jou persoonlijk over gaat?
“Wat al mijn nummers met elkaar verbindt, inhoudelijk, is dat ik iets ongrijpbaars een plekje wil geven en wil laten voortduren. Het verlangen naar een te creëren ruimte, is onlosmakelijk verbonden met het geluid in de ruimte. Het gaat om het gebied van taal, klank en ruimte en ondertussen over mijn leven en wat mij omringt.”

Terugkijkend op Tell From The Grass: waar ben je het meest blij mee?
“Het voelt nog wat vroeg om het over ’terugkijken op’ te hebben. De plaat is immers nog maar ruim twee maanden geleden uitgekomen. Maar ik ben heel blij dat ik iets heb kunnen maken dat helemaal klopt voor mij. Dat er zo goed op gereageerd wordt is natuurlijk ontzettend fijn.”

Op 25 september speel je tijdens Peel Slowly And See: wat voor gevoelens wekt het op om weer eens op een festival te spelen?
“Dat vind ik ontzettend spannend en ik kijk er erg naar uit. Dat het in Leiden is, maakt het extra speciaal voor mij. Ik heb daar lang gewoond en had veel fijne mensen om mij heen in de Leidse muziekscene.”