Interview

Amyl and the Sniffers: “Sorry, ik hoorde de vraag niet goed”


10 september 2021

In de aankondiging voor het nieuwe album Comfort To Me werd er kwistig gestrooid met verwijzingen naar The Nanny, een sitcom uit de jaren negentig. Hier in Nederland werd deze show nog tot ruim in de jaren nul uitgezonden, en uw interviewer van dienst is er zeer bekend mee. Ik hoefde mij niet eens in te lezen en verheugde mij erop herinneringen aan de nasale stem van het hoofdpersonage (Fran Drescher) op te halen met Declan Martens (gitaar) en Bryce Wilson (drums).

Dat pakte echter anders uit. Kennelijk heeft Amyl zelf maar een halve keer gekeken en de twee heren die ons vandaag te woord staan nog een stuk minder. Zijn ze dan op zijn minst bekend met de – ahum – volwassen rol die Madeline Zima, het kleine meisje uit The Nanny, later speelde in Californication? Ja dat zijn ze, maar daar gaat het gesprek niet bepaald vlotter van lopen. Misschien maar goed ook. Een gesprek met deze band kan al net zo gejaagd en van de hak op de tak zijn als de muziek. We hebben het hier geprobeerd in een coherent geheel te gieten.

Drie singles (Guided By Angels, Security en Hertz) zijn ons al vooruit gesneld en die beloven meer van wat we leuk vinden aan Amyl And The Sniffers. En dat is mooi. De strakke powerpunk-liedjes voelen stuk voor stuk als een sneltrein die over je heen raast en dan dondert het niet dat de rit langer kan duren. Onder de oppervlakte van het voortjakkerende geluid speelt zich van alles af. Van de manische inhoud van de teksten tot de gitaarpartijen die soms eerder thuis lijken te horen bij de poedelkapsels van glam-metal.

Welke muzikanten zijn een inspiratie geweest voor die stijl?
Declan: “Jij eerst.”
Bryce: “Sorry, ik hoorde de vraag niet goed.”

Of er muzikanten zijn geweest die jullie stijl hebben beïnvloed?
Declan legt uit aan Bryce: “Een muzikant is iemand die muziek maakt.”
Bryce: “Bedankt. Ik ben groot fan van Ian Paice, de drummer van Deep Purple.”
Declan: “Ik vind Keith Richards wel vet. Hij ziet er cool uit.”
Bryce: “Ik snap niet dat hij nog leeft, hij ziet er uit als een leren handtas. Als ‘ie overlijdt over tien jaar neem ik zijn gitaar over en dan heb ik genoeg kunnen oefenen om de troon over te nemen.”

Wat vinden de heren eigenlijk van de teksten van frontvrouw Amy?
“We doen het vooral voor de muziek, maar we zijn trots op Amy en de manier waarop ze commentaar levert op de maatschappij. Vooral live. Straks kunnen we eindelijk weer spelen voor een wat groter publiek. Het is in de grote steden nu weer een bende wat betreft corona, hopelijk wordt het wat minder straks in de zomer (Australië ligt op het zuidelijk halfrond – red.). Ik denk niet dat we nerveus zullen zijn. Het helpt als je lekker hard en snel speelt. We kunnen we niet wachten om er weer op uit te gaan. Vooral naar Helsinki, vanwege het weer. En Nederland natuurlijk. Misschien dat we niet zo’n zin hebben om urenlang in een busje te zitten, of in de rij voor de douane.”

Is het moeilijk om poppers (amylnitraat) door de douane te krijgen?
“Nee, wij nemen het niet meer mee. Maar het publiek brengt het alsnog voor ons mee. Je gaat er niet beter van spelen. Tenminste, we hebben zelf geen idee hoe het dan klinkt.”

Hoe ging dat met het opnemen van het album? Jullie hebben bijna heel corona samen in een huis gezeten.
“Toen we besloten om in hetzelfde huis samen te gaan wonen, zou dat maar voor zes maanden zijn, maar daar bracht corona dus verandering in. We konden godzijdank wel naar buiten, er was een achtertuin. Eigenlijk was het best leuk.”

Wat is er gebeurd met de matjes?
“Het is een vet kapsel. Die van Bryce is erg kort, maar hij is er nog. Ik weet niet echt wie er mee begon bij ons in de buurt. Wij waren wel de eerste band die allemáál matjes hadden. Dat was niet bedoeld als grap, we besloten echt samen dat het ‘us against the world’ zou worden en ‘the world against the mullets (matjes, red.)’.”

Zijn jullie eigenlijk groot in Australië?
“Er is hier in de stad een stadion waar concerten gegeven worden voor honderdduizend man. Daar om de hoek zit een kroeg die wij wel kunnen vullen.”