Interview

Nynke Laverman: “We zullen het beest in de bek moeten kijken, ook al slaan we dat liever over”


17 september 2021

Het eerste zaadje werd veertien jaar geleden al geplant tijdens een reis door Mongolië. Nynke Laverman verbleef een aantal weken bij een nomadenfamilie op de steppe. Hun cultuur roerde haar. In het afgelopen jaar verscheen elke maand een nieuw nummer van de zangeres en spoken word-artiest. Vandaag is de ‘slow album release’ compleet.

Het zaadje is uitgegroeid tot Plant, zoals de albumtitel luidt, maar volgroeid is het wat haar betreft nog niet. We spreken Laverman en haar man en muzikale compagnon Sytze Pruiksma in hun thuisstudio, uitkijkend over de weilanden rond het Friese Weidum.

Tekst Bente Hout
Foto’s Xanne Wijkamp

Volgens de Mongoolse levensfilosofie zijn mensen in principe niet anders dan een steen of een rivier. “Alles is uit dezelfde materie gemaakt, alleen de vorm verschilt”, legt Laverman uit. “Die manier van kijken staat haaks op hoe wij dat hier doen. De nomadische manier van omgaan met de omgeving is veel respectvoller.” Haar verblijf op de steppe leverde haar veel inzichten op, maar minstens zoveel vragen over de westerse manier van leven. “We hebben onszelf bovenaan geplaatst. De rest heeft geen ziel of is minder belangrijk. We zijn vergeten dat we in evenwicht met al het andere moeten leven, omdat we ervan afhankelijk zijn. In Mongolië begon ik mij af te vragen hoe dat zo gekomen is en wat het ons opgeleverd heeft. Dat fascineert mij nog steeds.”

Stoppen met wegkijken
In de jaren na haar reis door Mongolië zag Laverman in het westen de urgentie groeien om de klimaatcrisis bespreekbaar te maken en vragen te stellen bij het westerse wereldbeeld. Toch was ze in eerste instantie vastbesloten om het hier op haar nieuwe album niet over te hebben. “Ik vind het best een heftig thema, dus ik wilde een luchtige dansplaat maken en het hebben over de vreugde van het leven. Maar dat is niet gelukt”, concludeert ze glimlachend. Het was wederom een reis die haar over de streep trok. In klein gezelschap wandelde ze met een kameel door de Jordaanse woestijn, waar ze elke avond een kloof zocht om in te overnachten. “Iedere kloof die we binnen liepen lag vol met plastic en rotzooi van toeristen. Kunnen we nou werkelijk van geen enkele plek op aarde afblijven? Moeten we overal onze sporen achterlaten? In Jordanië drong het tot mij door: ik kan het er gewoon niet niét over hebben.”

In 2019 namen Laverman en Pruiksma beiden een sabbatical, waarin Plant vorm kreeg. “Ik begin meestal met de teksten, op een gegeven moment komt Sytze dan met muziek”, vertelt Laverman. “Van mijn eerste schrijfronde heb ik alle resultaten meteen weer weggedonderd. Alle rauwe emoties moesten er eerst uit: het boos en gefrustreerd zijn, het vingertje-wijzen en de pittige taal. Het was te verwijtend, te veel in your face. Ik besefte dat het publiek waarschijnlijk snel zou afhaken als ik mij op die manier zou uitspreken en dat was nou juist niet de bedoeling.” In haar tweede schrijfronde kwam ze tot een vorm die meer tot de verbeelding spreekt, zonder minder uitgesproken te zijn. “Dat wist ik wel: ik wilde mij op deze plaat meer uitspreken. We moeten stoppen met wegkijken, want dat kan niet meer. Dit is waar we het met zijn allen over moeten hebben. Het is geen gezellig onderwerp, dat merk je ook op de plaat. Ik slinger heen en weer tussen hoop en wanhoop, frustratie en ontroering. Toch denk ik dat het is wat ons nu te doen staat: onszelf en onze cultuur bevragen.”

De kunst om het te kunnen laten zijn
Synchroon aan Lavermans schrijfproces boog componist en muzikant Pruiksma, van oorsprong slagwerker, zich over de muzikale invulling van Plant. Geheel op eigen wijze. Hij grijnst: “Ik gebruik instrumenten graag op een andere manier dan waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn. Alle beats op Plant zijn bijvoorbeeld ingespeeld op een elektrische gitaar. Voor het thema van het nummer Stoarm heb ik kneedgum op de snaren van mijn piano geplakt. Met een galm erover klikt het als een synthesizer.” Dezelfde truc paste hij toe bij het nummer Your Ancestor, waarin zijn pianopartij een herkenbare, repetitieve baslijn vormt. “We waren allebei direct enthousiast over die partij”, herinnert Laverman zich. “Dat zijn de beste nummers, die zomaar ontstaan en meteen kloppen. Het is dan de kunst om het zo te laten en niet te vervallen in perfectionisme.” “Dat hebben we soms wel gedaan”, lacht Pruiksma. “We hebben hier zo’n arsenaal aan slagwerkinstrumenten en gitaren, dat de verleiding groot is om er van alles bij te pakken. Uiteindelijk hebben we het meeste weer geschrapt.”

Zachter spelen, fluisterend zingen
Op Plant spreekt Laverman zich voor het eerst echt uit over hoe we omgaan met onze leefomgeving. Maar als je bij zo’n uitgesproken boodschap een kneiterharde plaat verwacht, heb je het goed mis. Pruiksma: “Ik vind het heel mooi als Nynke zacht zingt. Dan word ik het meest geraakt. Maar als zij zo zacht zingt en ik speel er piano bij, dan klinkt die al snel te hard.” Eerder musiceerde Pruiksma onder andere samen met Nils Frahm, die hem inspireerde met zijn ingenieuze pianotechnieken. Hij besloot voor Plant ook in de weer te gaan met onder andere kneedgum en vilt. “Als je de microfoons dan ook nog eens heel dicht bij het houtwerk van de piano zet, hoor je de hele mechaniek. De machine. Dat vind ik prachtig.” Laverman kruipt op Plant in het fluisterregister van haar stem. Haar vocalen werden door Pruiksma close gemiced, waardoor je iedere ademhaling hoort. “Daardoor ben je als luisteraar heel dichtbij.”

“Het is wel grappig dat je er in zo’n proces achter komt dat je door minder te doen, meer vertelt. Dat je je meer uitspreekt door zachter te zingen”, zegt Laverman. “Het werkte elke keer weer. Dan dacht ik dat ik een goede take had gedaan en zei Sytze: dat kan nóg zachter. Hij had gelijk, het bleek uiteindelijk altijd versterkend te werken.” Het zachte zingen brengt bovendien een praktisch voordeel met zich mee. “Eerder hadden we wel eens dat bepaalde nummers zo moeilijk gecomponeerd waren, dat het live topsport werd om dat te halen, zowel qua hoogte als intensiteit”, vertelt Pruiksma. “Soms zat zo’n nummer aan het eind van de setlist, waardoor je aan het begin van de show al zenuwachtig was voor het laatste nummer. Dat wilde ik niet meer. Ik wilde alles zo componeren dat we het in één keer konden spelen, ook zonder stemoefeningen. Op die manier kan er meer focus naar de intentie gaan. Dat zijn allerlei zoektochten. Je wordt ouder, dus je stem ontwikkelt en sommige dingen willen niet meer. Maar je stem krijgt ook meer diepte en zeggingskracht.”

Slow Album Release
Toen de sabbatical en het opnameproces eindigden, brak de pandemie uit. Wat in eerste instantie een tegenslag leek, blijkt achteraf een zegen. Laverman besloot Plant uit te brengen op een manier die past bij de omstandigheden én de thematiek op de plaat: met een slow album release. Twaalf maanden lang bracht ze elke maand een nummer uit, met bijbehorende podcast. Voor iedere podcast interviewde ze samen met Lex Bohlmeijer van De Correspondent een wetenschapper, filosoof of kunstenaar die haar inspireert. 

Eén boodschap kwam herhaaldelijk terug bij meerdere gasten. Laverman: “Als je je echt verdiept in deze materie, heb je er op een gegeven moment een idee bij: dit doen we niet goed en dat ligt daaraan. Je roest vast in een bepaalde overtuiging. In meerdere podcasts kwam terug dat je eigenlijk zoveel mogelijk perspectieven zou moeten verzamelen. Er is niet één waarheid. Het is goed om een wereldbeeld te bevragen, maar je hoeft je niet vast te leggen of overtuigd te zijn. Perspectieven horen vloeibaar te blijven. Ook nu: we hebben misschien een verkeerde afslag genomen en zitten op een doodlopende weg, maar we hoeven niet vast te leggen wat wel en niet mag. Daar heb ik zelf veel van geleerd. Ik moet niet te star zijn. Dat ik zelf veel met deze thematiek bezig ben en dingen verander in mijn persoonlijke leven, hoeft niet te betekenen dat ik teleurgesteld moet zijn in mensen die er niet in die mate mee bezig zijn.”

De fase van niet-weten
Vanaf half oktober gaan Laverman en Pruiksma samen op tournee langs ruim twintig theaters in Nederland met hun audiovisuele voorstelling, met een decor van videokunstenaar Douwe Dijkstra. In de voorstelling komen alle nummers van Plant voorbij. Laverman: “Plant is een verzameling geworden van alles wat ik wilde zeggen. In de voorstelling komt dat ook allemaal voorbij, maar hij eindigt met de volgende boodschap: volgens mij weten we het even niet, met z’n allen. We hoeven nu niet met een verlossend antwoord te komen, over hoe het verder moet. We zijn gewoon even verloren. We willen alles altijd zo snel mogelijk oplossen, maar denken vaak in short-cuts. Toch kunnen we er vertrouwen in hebben dat we weer ergens gaan komen. Iedereen die creatieve processen doormaakt zal dit herkennen: je krijgt gegarandeerd een moment waarin je even niet meer weet waarom je het ook alweer doet en waar je naartoe wilt, maar uiteindelijk kom je altijd uit op een punt waarop je jezelf verrast en vastberadenheid vindt. Je ontkomt niet aan de fase van niet-weten, waar je doorheen moet. Volgens mij kunnen we dat proces net zo goed naar grotere maatschappelijke niveaus vertalen.”

Practice what you preach
Enerzijds maakt Laverman het zichzelf iets comfortabeler door zachter te zingen, anderzijds daagt ze zichzelf uit door twee nieuwe elementen te introduceren: spoken word en improvisatie. “We leven in een tijd waarin grote opgaven zich aandienen, die we niet zomaar gefixt hebben. We kunnen niet wegkijken, maar ze niet meteen oplossen. Eerst zullen we het beest in de bek moeten kijken, al slaan we dat liever over. Het is oncomfortabel”, aldus Laverman. “In de voorstelling bij Plant gaan we dat aan door af te sluiten met een improvisatie, waarvan we niet precies weten waar die naartoe gaat of hoe lang hij zal duren.” Pruiksma vult aan: “Alle nummers leunen enorm op taal en boodschap, maar dat is met de improvisatie niet het geval. Door daarmee af te sluiten, creëren we een soort vrije ruimte, waardoor het publiek even op adem kan komen en kan landen na een intense trip.”

Voor Laverman was live improviseren tot voor kort ondenkbaar. Ze lacht: “Ik durfde dat nooit, maar bewonderde muzikanten die dat wel durfden, zoals Sytze. Improviseren gaat eigenlijk over vertrouwen. Tijdens het proces van Plant dacht ik: als ik wil communiceren dat het na het niet-weten altijd weer goed komt, dan moet ik dat laten zien. Ik sta al zo lang op het podium en weet wat ik kan met mijn stem. Daar kan ik op vertrouwen. Dit hele project draait om practice what you preach: wat je zegt, moet je ook leven.”

Het album Plant is vanaf vandaag te beluisteren en te bestellen op CD en LP. De audiovisuele voorstelling van Nynke Laverman gaat op 15 oktober in première in DeLaMar in Amsterdam en is daarna in nog zo’n twintig theaters door het hele land te zien. Bekijk de tourlijst hier.