Live

Postpunkbands blijken publiekstrekker op London Calling-vrijdag


27 oktober 2019

De line-up op de vrijdag van London Calling is een feest voor wie van punk en postpunk houdt. En sinds de komst van bands als Shame en Fontaines D.C. zijn dat er plotseling velen; ook al ontbreekt een duidelijke publiekstrekker, Paradiso is deze vrijdagavond afgeladen. Het traditionele kriskrassen tussen de kleine en grote zaal is niet te doen, want de bovenzaal is geregeld zo vol dat hij afgezet moet worden. Een rij vormt zich tot de begane grond aan toe.

Tekst Jelmer Luimstra
Foto’s Mirel Masic & Ab Al-Tamimi

Dit overkomt The Daily Indie wanneer we het optreden willen bekijken van het Californische wavetrio Automatic – niet te verwarren met de noughties-emo van The Automatic. Na de vroege start op vrijdag, met poppy rariteitenkabinet Wovoka Gentle, een thuiswedstrijd van EUT, folkie Bess Atwell en RVG uit Melbourne, staat Paradiso al snel ramvol.

Automatic – Foto: Mirel Masic

Vanuit een gedegradeerde plek in de benedenzaal kunnen we via het scherm een glimp opvangen van de experimentele en bedoeld kille synthesizerwave van de drie dames die Automatic opmaken. Spannend en veelbelovend, voor wat je ervan meekrijgt. Muzikaal vormen ze een welkome uitzondering op het hoge rockgehalte van de avond. Minder overtuigend is het optreden erna van de Amerikaanse retrorockband Night Moves. De psychedelische, meerstemmige jaren tachtig-pop van de band heeft wat weg van de stadionrock van Fleetwood Mac, maar het is de vraag of Night Moves ooit zulke stadia zal vullen.

Night Moves – Foto: Mirel Masic

Na het succes van Dubliners Fontaines D.C. moeten labels druk in de weer zijn meer postpunkbands uit de Ierse hoofdstad te scouten. Een eerste wapenfeit is daar met het eerder gehypete The Murder Capital. De vijfkoppige band doet het, zoals dat gaat, allemaal weer net wat anders dan wat er al op de markt is en brengt ietwat introverte doomrock. De duistere muziek maakt indruk, maar de neurotisch-staccato drumroffels, ijzige gitaarlijnen en lage zangpartijen hebben soms wel érg veel weg van wijlen Joy Division. Nu is dat in dit genre wel vaker, maar zelfs de kledingstijl van zanger James McGovern – simpele blouse en pantalon – lijkt te zijn gekopieerd van Ian Curtis en de zijnen.

Murder Capital – Foto: Ab Al-Tamimi

Origineler – en vager – is vervolgens Squid uit Brighton. De band met zingende drummer varieert muzikaal tussen schreeuwerige postpunk en meer experimentele stukken, met hier en daar zelfs jazzy fragmenten. Makkelijke muziek is het niet, maar de songs zijn wel dansbaar. Hoogtepunt is de strakke uitvoering van catchy single The Cleaner, het beste nummer dat de band tot dusver uitbracht.

Squid – Foto: Ab Al-Tamimi

In de bovenzaal speelt vervolgens Heavy Lungs, een genadeloos harde rockband uit Bristol rond Brits-Oekraïnse frontman Danny Nedelko, inderdaad de hoofdpersoon in de gelijknamige song van IDLES en beste vriend van diens Joe Talbot. De deprirock van Heavy Lungs vormt een passende soundtrack bij de onzekere tijden in een door Brexit verscheurde UK. De wijde armgebaren en stoïcijnse blik van Nedelko dragen bij aan het indrukwekkende karakter van de show.

Heavy Lungs – Foto: Ab Al-Tamimi

Afsluiter in de grote zaal is vervolgens Sheer Mag. Klonk de Amerikaanse band enkele jaren terug nog vooral punk, het vizier lijkt anno 2019 meer te verschuiven richting glam- en hardrock. Na de bijzondere optredens van Squid en The Murder Capital klinkt het een beetje als een That 70’s Show-soundtrack en is helaas een beetje mosterd na de maaltijd. Zangeres Christina Halladay zit er vocaal ook vaak naast.

Sheer Mag – Foto: Ab Al-Tamimi

Een leukere afsluiter is de Nederlandse band Personal Trainer, die vervolgens in de bovenzaal staat. De band is een een zijproject van Canshaker Pi-frontman Willem Smit en de muziek klinkt dan ook zoals je die zou verwachten: energieke rammelrock uit de polder. Tegen het einde van de show betreedt de hele entourage van de band het podium om allen mee te spelen – al was het maar op een woodblock. We zien de eerste avond van London Calling dus eindigen met zo’n vijftien enthousiastelingen op een veel te klein podium die pretentieloze garagerock spelen – zoals het hoort.