Live

Left Of The Dial is een rollercoaster van alternatieve muzikale universums in één festival


18 oktober 2021

Terwijl zo’n beetje de hele wereld rond elektronische muziek zijn blik op onze hoofdstad had gericht, deed Rotterdam afgelopen weekend gewoon waar het goed in is: tering-eigenwijs zijn. En wel in de vorm van Left Of The Dial, de derde editie van het festival uit de koker van popzaal Rotown, dat draait om het ontdekken van gitaarmuziek in alle soorten en maten. The Daily Indie was erbij.

Tekst Arlette Hovinga & Robin van Essel
Foto’s Marieke Hulzinga

Superslim natuurlijk: het is een illusie om als concert- of festivalorganisatie te denken dat je medio oktober met het dance-geweld van ADE kunt concurreren. Dan maar van de nood een deugd maken en iets héél anders doen, dachten ze in 2018 bij Rotown. Maar het doet Left Of The Dial tekort om het te omschrijven als alternatief voor de mensen die nu eenmaal niks met dance hebben. In drie edities is het festival uitgegroeid tot drie dagen rámvol avondprogramma, met bijna honderd bands verdeeld over negen (donderdag) tot twaalf (vrijdag en zaterdag) podia in de hele stad. Plus nog een uitgebreid gratis programma op zaterdagmiddag, op weer andere plekken.

Pure keuzestress tot gevolg, zou je zeggen. Gelukkig hanteert Left Of The Dial een showcase-benadering, waarbij de meeste bands meer dan één keer spelen, zodat je in elk geval meer kansen hebt om je absolute must-sees te aanschouwen. Dat ondersteunt bovendien het uiteindelijke doel: headliners heeft het festival niet, ‘ontdekken’ is het credo. En dat lukt aardig. We durven bij The Daily Indie best te zeggen dat we wel wat weten van gitaarbands, maar ook wij leren bij zo’n beetje de halve line-up wat nieuws kennen. Naast de vele (post)punk en het hardere werk, waar bij Left Of The Dial eigenlijk sinds het begin de focus al lag, valt dit jaar ook de verscheidenheid in genres op. De gitaar speelt nog steeds de hoofdrol, maar zit net zo makkelijk verpakt in frisse popsounds, traditionele folkliedjes of zelfs meer elektronisch georiënteerde subgenres.

En met zo’n aanbod is het onmogelijk om alles op de wishlist te zien, dus besluiten we onszelf dit jaar ook maar in het diepe te gooien en te zien wat we voor ons kiezen krijgen. Dat loopt in eerste instantie niet overal soepel. Ondanks het belachelijk uitgebreide aanbod dat elke dag in een tijdsbestek van een uurtje of acht wordt gepropt, heeft de gitaarliefhebber duidelijk ook zijn festivals gemist: Left Of The Dial is stijf uitverkocht en zalen, nog op beperkte corona-capaciteit, stromen steevast voor aanvang van een show vol, waardoor we regelmatig niet meer binnenkomen. Zoals op de vrijdag bij de soos van christelijke studentenvereniging NSR, waar bands als Lumer en Ex White oorverdovend hard hun muziek over het naastgelegen Eendrachtsplein blazen, maar we vriendelijk worden geweigerd.

Even verderop mogen we wel de WORM in, waar Heisa op ons lijstje van favoriete nieuwe ontdekkingen belandt. De band uit het Vlaamse Hoeselt speelt sludgy mathrock, met bassnaren op de gitaar en vage effecten op de zang, en die dankzij de retestrakke drummer net zo dansbaar als desoriënterend is. Left Of The Dial heeft dit jaar sowieso behoorlijk wat Belgische bands op de lineup (de afkomst van de bands beperkt zich om de bekende reden vooral tot noordwest-Europa). Zoals ook The Guru Guru, waar we de zaterdag in dezelfde venue mee uitdansten, en waardoor we nog maar weer eens bevestigd krijgen dat onze zuiderburen behoorlijk wat straatlengtes voorliggen als het op grensverleggende alternatieve muziek aankomt.

Het Verenigd Koninkrijk is, als bakermat van de postpunk en ondanks de logistieke moeilijkheden rond corona en Brexit, gelukkig ook nog behoorlijk goed vertegenwoordigd op het festival. Vanwege de nieuwe invoerrestricties is het voor bands onmogelijk om merchandise mee te nemen, wat Left Of The Dial sympathiek oploste: bands konden een ontwerp insturen dat ter plekke op shirts kan worden geprint. Corona gooit soms alsnog wel roet in het eten: een handvol acts moet toch lastminute cancelen.

Wel het Kanaal overgestoken is Qlowski, dat in V2 op vrijdag enigszins theatrale muziek speelt in de stijl van Futureheads en The Rakes, of, als je nog verder terug in de tijd wil: Television. Afgereisd uit Manchester is DEAFDEAFDEAF, dat we je enige tijd geleden al tipten. Het zit de band niet mee op vrijdag in het ruim van lichtschip V11. De geluidstafel laat het regelmatig afweten, waardoor keer op keer de gitaar en zang uitvallen. Uiteindelijk werkt de band zich stoïcijns door zijn setlist, maar speelt al met al nog geen 25 minuten. Dan is het dus best fijn, dat je de dag erop gewoon nog een kans krijgt om je van je beste kant te laten zien.

Later die vrijdag heeft Beachdog in V11 geen enkele moeite met het geluid, en ook niet met het veranderen van het ruim in een feestende massa. Zanger David Achter de Molen heeft dan ook zat vlieguren gemaakt als frontman van John Coffey, waarmee hij tussen 2012 en 2016 zo’n beetje iedere zaal en festival van Europa in kolkende moshpits veranderde. Sinds de break van zijn band en na een paar jaar podcasts maken, is Beachdog zijn terugkeer op het podium, vergezeld door vier retestrak spelende, jonge gasten van de Rockacademie. Het is grungy rock, maar de punk van wijlen John Coffey is nooit ver weg, en het feest van weleer ook niet.

Ook op zaterdag staat het tijdens het gratis toegankelijke middagprogramma overal alweer ramvol muziekliefhebbers van allerlei pluimage. Ook bij het akoestische concert van Nagasaki Swim in De Riddert is het wederom afgeladen vol, met rijen voor de deur, en toch: muisstil. Een prachtig contrast. Left Of The Dial presenteert alle uithoeken van de alternatieve muziekscene, waar je jezelf 360 graden in kan omwentelen.

Ook op de vroege zaterdag is het dus alweer druk. We moeten onszelf naar binnen wurmen bij Voorheen Voight voor een potje snoeiharde, pissige, knettergekke noisepunk van DYATLOV, net als in Bar3 voor Hearing Dogs For Deaf People, de vuige liefdesbaby van Arctic Monkeys, The Beatles en een stevige dosis ranzige punkrock. Ook doof worden is optioneel na anderhalf jaar stilte. Ach, het went wel, zouden we later die dag ondervinden. En hier hebben we anderhalf jaar echt heel, heel erg naar verlangd, toch?

Onze vooraf favoriete Britse shoegazers van BDRMM moeten hun show op zaterdag cancelen, maar die avond klimt Memes wel het podium op in Arminius, misschien wel de allermooiste concertlocatie van Rotterdam. Het duo speelt zelfvernoemde ‘laptoprock’ met de weirdness die vaker uit de krochten van de UK opborrelt. Extra weird is de charme van Arminius zelf: want laten we wel wezen, in de kerk zitten met vijfhonderd vreemden was de afgelopen tijd nou niet echt onomstreden. Ook vervreemdend is het bij Joe & The Shitboys in WORM. Deze hardcorepunkers, die kennelijk van de Faeröer Eilanden komen, duiken het publiek in, vissen er iemand uit, besluiten dat ‘ie jarig is, zingen een liedje en duiken de moshpit weer in. Enfin, met de humor en de publieksinteractie zit het wel snor. Dat mag ook wel, met tracks van ongeveer tien seconden per stuk en flink wat activistische tikken.

Terwijl we tijdens de zaterdag afsluiten bij de eerdergenoemde The Guru Guru, concluderen we dat Left Of The Dial één grote, extreem interessante muzikale ontdekkingsreis is door gitaargenres anno nu én de stad Rotterdam. Als we er een boek over zouden schrijven, zou het een zwarte kaft hebben en met guerillamarketing en graffiti worden aangeprezen. Het zou meeslepend zijn, en groots, en soms zou je je tijdens het lezen even heel klein voelen, al de perfecte beschrijving van de rollercoaster die al deze alternatieve muzikale universums in één festival zijn.