New Music

In première: The Vagary is terug met Outta Sight, Outta Mind en dat zagen ze zelf ook niet aankomen


12 juni 2019

Het is alweer een poosje geleden dat wij voor het eerst over The Vagary schreven, we spraken de Amsterdamse band in 2012 toen de bandleden net een jaar bij elkaar waren en aan het opbouwen waren naar hun fijne indiepop-debuut Salute in 2014. Afgelopen week keerde de band terug met de nieuwe single Outta Sight, Outta Mind en vandaag gaat via ons de videoclip de wijde wereld in.

Bij het opstarten van de nieuwe clip vallen de surfy akkoorden als zoute golfjes over je heen terwijl een springende bas recht in je gezicht plonst en je door de geniepige indiepop van het viertal opnieuw in hun wereld mee wordt getrokken. Als de jongens ergens behendig in waren, dan was het in van die zachtjes knetterende riffs, die de band nog steeds haarfijn onder de knie blijkt te hebben. Naar eigen zeggen werd er voor deze single een goede dosis inspiratie uit het archief van Motown gehaald.

Voor de bijbehorende videoclip is het ‘uit het oog, uit het hart-thema’ simpel doch doeltreffend toegepast. “Eén shot, van iemand die in slow-motion wegloopt en nog één keer omkijkt. Een simpele metafoor voor een aantal dingen in de tekst”, vertelt de band daarover. Over dat, en nog veel meer, spraken we The Vagary. Want het is de hoogste tijd om eens goed bij te praten over al het reilen en zeilen van de band.

We hebben jullie een tijdje niet gesproken: waar zijn jullie allemaal mee bezig geweest?
“Het is een tijdje geleden, ja, onze laatste release is meer dan drie jaar geleden. We waren begin 2016 wel even klaar met The Vagary: de rek was eruit. Maar we hebben er altijd dingen naast gedaan dus we hebben ons niet verveeld; Julien (Staartjes, gitarist, red.) timmert aan de weg als schrijver, Bowie (Verschuuren, bas, red.) is fotograaf en onze drummer Lukas hangt deels in Cambridge rond en doet allerlei filosofisch en wetenschappelijk werk waar de rest niet veel van begrijpt. Ikzelf (Thijs Havens, zang/gitaar, red.) werk voor Filmmusem EYE als muzikant-componist en muziekprogrammeur en heb naast wat andere projecten een soloplaat gemaakt waar ik nog iets mee moet.”

Heeft de band door de jaren heen een andere rol of betekenis gekregen voor jullie?
“Zeker, anders waren we niet weer begonnen denk ik. Het zal voor iedere band anders voelen, maar in principe ben je maar één keer een ‘nieuwe band’. Je eerste optreden, eerste release, eerste keer Paradiso: dat gebeurt maar één keer. Er kan een soort druk of verslaving ontstaan om steeds dezelfde rush van de begintijd te willen blijven voelen. Een soort stijgende lijn waar je aan vast wil houden. Toen dat bij ons een tijdje stagneerde werden we cynisch en vervelend, naar elkaar ook. De lol ging eraf en ik werd daardoor eerlijk gezegd ook lui als songwriter.”

“Er was geen dramatische break-up of zo, we zijn elkaar al die tijd gewoon blijven zien, maar we voelden dat het goed was dat we even niets met elkaar hóefden. Net toen we in de zomer van 2018 dachten dat het misschien wel gewoon helemaal over was met de band, vroegen onze vrienden van St. Tropez of we niet langs wilde komen in hun popup-studio in het Centraal Station. Ik had nog een aantal nummers liggen waarbij ik The Vagary altijd in mijn hoofd had qua sound. We repeteerden een paar keer en het voelde erg goed tegen alle verwachtingen in. Juist het feit dat wijzelf, laat staan de buitenwereld, helemaal niets meer van The Vagary verwachtte, maakte dat we zo ontspannen en snel konden werken. Als je mij een jaar geleden had gezegd dat ik nu een tweede Vagary-album aan het mixen was had ik je uitgelachen, maar dat is nu toch echt aan de hand. Bizar.”

Hoe is plaat twee anders dan de eerste?
“Salute hebben we verspreid over anderhalf jaar in verschillende studio’s opgenomen, dit tweede album in drie of vier dagen. We wilden het ijzer smeden toen het heet was en de relaxte vibe van de CS-sessie vasthouden. Hier had engineer Bram Kniest een belangrijk aandeel in: het is fijn samenwerken met iemand die zo’n open blik heeft en zo enthousiast is. Ik schreef nummers vaak pas af in de studio en géén van de arrangementen lag vast, dus met name Julien en ik hadden een totaal andere en lossere dynamiek in onze gitaarpartijen, veel meer ‘duellerend’ en intuïtief. We hebben alles voornamelijk live ingespeeld en we kozen er bewust voor om in tegenstelling tot Salute nagenoeg geen synthesizers toe te voegen om het samenspel centraal te houden en dichtbij de live-sound te blijven.”

Kun je ons iets meer vertellen over de nieuwe single en waar deze voor jullie over gaat?
“Outta Sight, Outta Mind begon met die riff. Ik had even een soort Motown-obsessie en met name met die supervette riffs in sommige nummers van artiesten als Otis Redding, The Four Tops en The Isley Brothers. Die centrale riff is daar sterk door geïnspireerd. Als je een toffe riff hebt, is de rest een makkie! Het nummer gaat over de melancholische en gemengde gevoelens bij het weerzien van iemand waar je ooit iets intiems mee had. Ik realiseerde mij later dat het eigenlijk deels op de band zou kunnen slaan, vandaar dat ‘ie ons ook wel passend leek om als eerste nieuwe track uit te brengen na al die tijd.”

Hoe is de video tot stand gekomen?
“Na een aantal veel te dure en ingewikkelde clips leek het ons wel leuk het een keer supersimpel te houden. Eén shot, van iemand die in slow-motion wegloopt en nog één keer omkijkt. Een simpele metafoor voor een aantal dingen in de tekst.”

Wat zijn de plannen voor de rest van het jaar met The Vagary? 
“De single is een eerste teken van leven, maar er staan zeker nog een paar andere singles op het nieuwe album die we de komende tijd willen gaan releasen. Verder zien we het wel, je hoort toch wel eens dat mensen na een bijna-doodervaring totaal anders in het leven staan en zich blij voelen met ieder moment dat ze er simpelweg nog zijn? Zo voelt dat nu met de band ook een beetje denk ik, heel zen. We hebben een hoop lol gehad met het opnemen van deze plaat, ook juist omdát het zo onwaarschijnlijk was dat ‘ie er kwam. We gaan hem afmaken en hopen dat mensen hem tof vinden natuurlijk. Deels moeten we weer van voren af aan beginnen na zo’n lange tijd. Maar dat is niet erg, we zijn als band een stuk relaxter en meer gebalanceerd, dus we zien het wel.”