Interview

INTERVIEW: The Vagary


1 december 2012

The Vagary. Ze komen uit Amsterdam, hun bandnaam betekent ‘het onvoorspelbare’, ze maken alternatieve powerpop en de band deed supportshows voor o.a. Pete Doherty en Kurt Vile & The Violators. Nu is het tijd voor de studio, de Popronde en voor de rest van de wereld. Dan maak je The Daily Indie nieuwsgierig.

Door Marjolijn Wolf

In De Opera in Nijmegen spreken we met de band af. Het is het café waar ze diezelfde avond hun eerste Popronde-show mogen spelen, en daar kijken ze naar uit: “We willen natuurlijk zoveel mogelijk spelen en de Popronde is daar perfect voor.” De visuals die vaak te zien zijn tijdens optredens van The Vagary kunnen helaas niet mee: “Maar het is juist wel leuk dat het niet echte venues zijn, dat maakt het ook laagdrempelig. Daarnaast staan we in steden waar we nog niet eerder hebben gespeeld. De helft van de band was überhaupt nog nooit in Nijmegen geweest.” Het spelen buiten Amsterdam is soms wel even een reality check: “In Amsterdam hangt er echt een ‘ons kent ons’-sfeer, hier staan we tegenover allemaal nieuwe mensen. Maar spelen is altijd leuk, al is het maar voor één iemand.” En met zoveel personen begon het ook, want de band is gevormd rond zanger Thijs Havens: “Ik heb in verschillende bezettingen aan mijn nummers gewerkt, maar het voelde nooit helemaal echt als een band, meer als een solo-project. Totdat The Vagary kwam. Het voelt nu als een meer gelijkwaardige band, waar wij allemáál dingen uithalen en in kwijt kunnen.”

Niet bang voor popmuziek
Het viertal is op het moment bezig met het opnemen van hun debuut-EP. De neiging om dat vooruit te schuiven is soms wel eens aanwezig: “Het spelen van shows is veel te leuk, maar opnemen is ook heel erg belangrijk. We zijn tevreden met de drie nummers die we nu online hebben staan, maar we zijn veel meer dan dat.” Al geven sommige bands de meest interessante namen aan het soort muziek dat ze maken, The Vagary is niet bang voor de stempel popmuziek: “Het is de laatste tijd bijna een vieze term geworden. Maar je hoeft echt niet hele wazige muziek te maken om het interessant te laten lijken. Het kan ook heel erg lekker klinken en tegelijkertijd diepgang hebben.”

De beste willen zijn
Concrete inspiratiebronnen kent de band niet: “We luisteren naar veel verschillende muziek, echte voorbeelden hebben we niet. Je moet je sowieso afvragen of er verschil is tussen inspiratie en doorwerken. Soms blijven ideeën maar aankloppen en dan moet je er toch iets mee doen. Er zit ook wel een soort urgentie in: als niemand anders deze liedjes maakt, dan doen wij het wel.” Aan vastberadenheid ligt het niet. Ook over de toekomst zijn ze duidelijk: “We willen de grootste band ter wereld worden. Je moet ook wel de beste willen zijn, anders moet je het niet willen doen.”

Kijk. That’s the spirit.