Interview

Het resoneert: Rotterdamse producente Nadia Struiwigh draait het tempo verder omlaag


30 juli 2019

Het is maandagochtend, het is heet en in de schaduw van de Lebkov is het koud; we spreken aan een wiebelig-houten picknicktafel tegenover het transferium van Rotterdam Centraal: een razende carrousel van buslijnen, toeristen en meeuwen. Ik zit aan tafel met elektronica-producente/DJ Nadia Struiwigh. Ergens tussen Boards of Canada en Biosphere zoekt ze, dwars door de stress en het gedrang, naar rust en ontspanning. Mensen lopen, in hoog tempo, af en aan.

Tekst Roelof Schipper
Foto’s Michel Mees

Waar is het voor je begonnen?
“Nu tien jaar geleden, in 2009. Ik ging wel naar feesten, maar dacht ondertussen best veel na over het leven – ik weet het niet, ik voelde mij altijd al anders. Ik kwam nooit zo goed mee met anderen. Ik dacht altijd veel na, ben heel nieuwsgierig. En om heel erg in het verleden te duiken, mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Ik denk dat ik toen echt anders naar dingen ben gaan kijken.”

Zoals?
“Als ik zo door de stad loop, vallen me bijvoorbeeld dingen op die anderen niet opvallen. Maar ook muziek: Ik ben opgegroeid met Enya, van mijn moeders kant, en mijn vader: gewoon Dire Straits, veel gitaar. Ik luisterde nooit naar woorden, maar meer naar melodieën, verschillende frequenties, ik voelde energieën. Ik kon ze zien.”

Het is interessant dat je het woord ‘zien’ gebruikt als je het over muziek hebt.
“Ja, het is zo moeilijk om uit te leggen – om over dingen op zo’n open manier te praten, over spiritualiteit. Zo, dit wordt echt heel warrig.”

Ze lacht.

Wat voelde of zag je dan bijvoorbeeld als je vroeger naar Enya luisterde?
“Wat ik voel en ervaar, is dat muziek een taal, een gevoel, een emotie is, en het kan delen in jezelf openen. Iemand hoort een nummer zegt dan: ‘Oh, die tijd‘ – dat is nostalgie – en je hebt iemand die hoort iets en die voelt: ‘Oh, zoveel pijn‘. En opeens begin je te brullen. Daar begon het voor mij.”

“Ik was later op een festival en kijk om me heen en iedereen is zo’n beetje naar de kloten, en ik dacht: ‘Is dit het nou? Wat is dit?’ Ik ben toen later naar een optreden van Estroe gegaan. Ze draaide echt harde techno, maar ze had wel een boodschap, iets wat ze wilde overbrengen. Ik was daar en ik had best een drankje op, maar ik had heel sterk het gevoel dat ik door de muziek een enorme connectie had met haar. Ik voelde daarna heel erg een drang om te onderzoeken wat muziek voor mij kan doen; het zelf maken.”

Waar komt die drang vandaan?
“Die drang komt omdat ik het moeilijk vind om over m’n gevoel te praten. En als ik goed naar mezelf had geluisterd, dan had ik dat al veel eerder geweten. Als kind was mijn woordenschat niet heel groot, ik las niet heel veel, ik keek vooral – ik observeerde, dat doe ik nog steeds. Ik kon m’n gevoel niet goed kwijt en ik wist niet waar het aan lag. Is het autisme? ADD? – nou ja, toevallig heb ik dat dus, ADD. Nu weet ik dus dat ik m’n gevoel kwijt kan in muziek. Ik heb het echt nodig, anders functioneer ik niet.”

Hoe werkt dat voor jou, muziek maken om te kunnen functioneren?
“Nou, dat is wel leuk. Ik ben dus net begonnen met soundhealing. Met klankschalen, uit Nepal. De westerse maatschappij zegt: heb je het druk, hier heb je een pil. Terwijl de meer oosterse wereld daar ook op andere manieren mee omgaat.”

Je zou zeggen dat ook de westerse wereld bekend zou moeten zijn met het idee dat muziek rustgevend kan zijn, met of zonder klankschalen.
“Ik geloof daar ook in, dat helende. Ik geloof dat er voor elke mood een frequentie is, en ik geloof dat het feit dat mensen voor tachtig procent uit water bestaat daarin een belangrijke rol speelt. Dat werken met klankschalen vind ik gewoon leuk, en het is echt waar: je wordt er ontzettend relaxt en ontspannen van. Je komt dan ineens tot ideeën dat je goed bent zoals je bent. Ik denk dat veel mensen daarnaar op zoek zijn, die rust.”

Ik heb sterk de indruk dat de meeste mensen vanwege alle drukte gewoon niet in staat zijn te zoeken naar rust. Of zichzelf af te vragen waar rust te vinden is –
“Ik merk gewoon heel erg dat mensen naar afleiding zoeken, in werk, een gezinsleven, een geloof – ik denk dat je terug moet naar de rust die je had toen je een baby was. Ik ben op het punt gekomen dat ik nu, op dit moment, een serene rust ervaar: al valt alles om mee heen weg, dan ik ben ik nog steeds gelukkig.  En dat probeer ik met mensen te delen; ik hoop dat met muziek te communiceren. Bij mij zal dat nog steeds gaan met experimentele beats, want dat ben ik nu eenmaal, maar ook zal het gevoel er nog steeds zijn, de melodie, de beleving.”

Wat betekent dat voor je optreden op een groot festival als Dekmantel?
“Ik was dus eerst bezig met het bouwen van m’n set voor Dekmantel, maar na Nepal is er zoveel veranderd. Ik kwam thuis en dacht: ‘DAT KAN DIEPER.’ En het klinkt misschien naar, maar de meeste mensen zouden anderen blij  willen maken, aan het lachen, maar ik wil dat ze resoneren. Ik wil dat ze huilen.”

Als ik druk meeschrijf – het gesprekstempo ligt vrij hoog – zegt ze ineens:

“Kijk, dít bedoel ik dus: die bus rijdt net langs en ik zie op de zijkant een tekst staan: ‘Het paradijs bestaat echt.’ Zo grappig. Ik was net aan het praten en ik had de gedachte: ‘Zo, ik voel me echt goed.’ En toen reed die bus langs: Het paradijs bestaat echt. Het resoneert.”

Nadia Struiwigh speelt tijdens Dekmantel op donderdag 1 augustus, naast onder meer Yves Tumor, Deena Abdelwahed, Jon Hopkins, Róisín Murphy en Sun O))). Meer informatie over de line-up plus kaarten vind je op de site van het festival.