Sinds de eerste editie in 2013 zit Dekmantel Festival non-stop in de lift. De twee daagjes dansen in het Amsterdamse Bos van weleer zijn uitgegroeid tot een internationaal toonaangevend evenement van vijf dagen, op verschillende locaties in de stad en inclusief films en een conferentie. Afgelopen twee dagen hopten we per rondvaartboot op en neer tussen de verschillende locaties rond het IJ (Muziekgebouw aan ‘t IJ, het Bimhuis, de Tolhuistuin en Shelter). En dankzij zowel nieuwe ontdekkingen als oude bekenden, tuimelden we van de ene aangename verrassing in de andere.

Tekst Robin van Essel
Foto’s Bart Heemskerk & Tim Buiting

Het festival van het in binnen- en buitenland befaamde Amsterdamse label groeit niet alleen in omvang, ook inhoudelijk worden stappen gezet. Waar in het komend weekend, dat plaatsvindt in het Amsterdamse Bos, Dekmantel in veel opzichten het dancefestival is van weleer, is de opmaat op woensdag en donderdag zoveel meer. We schreven in mei nog over Lente Kabinet, dat haar focus ook elk jaar lijkt te verbreden. Maar focust dit kleine zusje vooral op exotische invloeden uit alle windstreken, op Dekmantel ligt (naast de meer reguliere IDM van het label) de nadruk vooral op genres als ambient, noise, jazz en hier en daar funk. Wat minder toegankelijk, maar muzikaal des te interessanter.

Op woensdag startte het festival bescheiden in Muziekgebouw aan ’t IJ, met optredens van twee legendes: jazzsaxofonist Pharaoh Sanders, die zo’n beetje met alle groten der aarde speelde, en Cybotron, het productieproject van Juan Atkins waarmee de blauwdruk werd gelegd voor de moderne techno. Donderdag stond een aanzienlijk groter programma op vier locaties rond het IJ. Als we daar arriveren, blijkt snel dat kwaliteitsstempel van Dekmantel buiten Nederland niet onopgemerkt is gebleven: het is inmiddels internationaal een begrip bij liefhebbers van de betere elektronica en dat toont op woensdag en donderdag in Amsterdam. We horen meer andere talen dan Nederlands om ons heen.

Cybotron

Ook de diversiteit valt op: hardcore ravers staan rustig naast en ouder echtpaar een uur naar de verstilde ambient van Terekke te luisteren. De Amerikaanse producer, woonachtig in Amsterdam, laat normaliter graag wat meer beats en samples uit platte popplaten horen, zoals op zijn plaat Plant Age van vorig jaar. Maar bij zijn liveshow in het Bimhuis aan het begin van de avond niks van dat. Hij zit meer gehurkt onder zijn apparatuur dan dat ‘ie ervoor staat, ogenschijnlijk zich niet bewust van de omgevingsgeluiden in de zaal: een brandalarm, mensen praten, een telefoon gaat af. Dat is een tikje een stijlbreuk; hoewel sommige ambientartiesten menen dat omgevingsgeluid net zo’n onderdeel is van de beleving als de muziek zelf, breekt het hier de betovering van de surrealistische setting een beetje. Zonde, want de muziek is alsof er een uur lang een vertraagde opname van een onweersbui wordt afgespeeld. De diepe, alles omringende bas, met spaarzame, nauwelijks hoorbare pianoloopjes en in de verte bedoeld omgevingsgeluid – meeuwen en spelende kinderen – is een warm bad voor luisteraars die het kunnen opbrengen om gewoon te gaan zitten, te luisteren en hun gedachten te laten afdwalen.

Even daarvoor zagen we al onze nieuwe favoriete Nederlandse producer Nadia Struiwigh, die we van de week nog interviewden. Hoewel het nog middag is, zie je geen hand voor ogen in technokelder Shelter, normaliter al geen zonnestraaltje. Struiwigh heeft zelf gevraagd om een zo donker mogelijke zaal. Vanuit het daglicht moeten onze ogen een goede twee minuten wennen, voordat we in zwak rood licht de Rotterdamse producer heen en weer zien schuiven, sigaret in de hand. Struiwighs muziek is live flink steviger dan op haar plaat WHRRu; Shelter beschikt over een uitstekend soundsystem en dat wordt goed benut. De intense, voortstuwende bassen met dikke reverb en spacey acidbliepjes zorgen in combinatie met het ontbreken van licht voor een vervreemdende sfeer, maar altijd klinkt de warme ambient van Struiwighs opgenomen muziek door. Dit is zo’n zeldzame elektronische artiest die zowel op zondagochtend op de speaker als midden in de nacht (of, in dit geval, namiddag) in de club prima standhoudt.

(De tekst gaat door onder de foto)

The Comet Is Coming – Foto Tim Buiting

Wat krijg je als je twaalf stroboscopen aan een komeet hangt, drie saxofoons in zijn uitlaat steekt en het ding volstopt met speed en dynamiet? Nou, The Comet Is Coming, misschien. Aan de overkant van het water in de grote zaal van Muziekgebouw aan ’t IJ is het trio rond Shabaka Hutchings een van de headliners van vandaag. Met de productieve Londense tenorsax-virtuoos voorop dendert de band vanaf seconde één over het publiek. Maar The Comet Is Coming is geen one-man-show; toetsenist Dan ‘Danalogue’ Leavers is minstens zo indrukwekkend. Het schiet alle kanten op, van nu-jazz tot elektro tot psychedelische rock zonder gitaar (sowieso hebben we nog geen gitaar gezien vandaag), en toch blijft het een coherent geheel, dankzij superstrakke drummer Max Hallett.

Het woord coherent kan niet gebruikt worden bij Yves Tumor, die daarna in de hoofdzaal speelt. De Amerikaan ontvluchtte de bekrompen Midwest om in San Diego opgenomen te worden in het gezelschap rond queerrapper Mykki Blanco. Sean Bowie, de man achter Yves Tumor, is een soort elektronische queerversie van John Maus en by far de meest punke act van de dag, maar het slaat op Dekmantel nogal door in zijn platheid. Er is sowieso geen muzikant te bekennen op het podium, maar er is ook duidelijk te horen dat Bowie eigenlijk voor geen meter kan zingen. Hij kan zijn microfoon (met zo’n halve standaard) zo veel in het publiek steken als ‘ie wil, over het podium kronkelen en een rondje doen in de zaal: het verhult niet dat je negentig procent van de tijd naar een backing track staat te luisteren.

Peaking Lights – Foto: Bart Heemskerk

We pakken maar weer de rondvaartboot, gevaren door een hilarische Duitse kapitein-slash-tourguide. Terug naar de Tolhuistuinzaal aan de overkant, voor Peaking Lights, waarschijnlijk de meest TDI’e act van de avond. Echtpaar Aaron Coyes en Indra Dunis wonen inmiddels al een tijdje in Amsterdam en zijn dan ook een graag geziene gast op de festivals van hun label Dekmantel. Live is het in alle opzichten een huwelijk: hij stuurt warme, machinale beats het publiek in, zij zingt en speelt wavey synthlijntjes. Muzikaal is het allemaal niet grensverleggend, maar de combi van de melancholieke eigthies-vibe en begin 2000-elektroclash is wel onweerstaanbaar. Coyes en Dunis hebben inmiddels twee kinderen, iets dat hun tourschema schijnbaar nogal beperkt. Anders was deze act waarschijnlijk zó veel groter geweest.

Het valt hier ook op hoe slim de opbouw is die Dekmantel deze avond aanbrengt. Je sluipt van ambient en jazz richting steeds dansbaardere muziek en voor je het weet sta je full on in een clubsetting. We zijn terug in een (zowaar wat lichtere) Shelter voor Deena Abdelwahed. De Tunesische ontsnapte via techno aan haar conservatieve jeugd, op zijn minst nogal een lastig proces, zo valt te lezen in dit uitstekende interview dat onze redacteur Roelof vorig jaar met haar had.

Abdelwaheds liveset kan niet verder afstaan van de cultuur waarin ze opgroeide: stampende beats met verwarrende ritmes en vocalen in het Tunesisch Arabisch. Rond de enorme subwoofer die eerder ons spijsverteringskanaal binnenstebuiten blies, staat nu een scherm zodat je niet te dichtbij kunt komen. ‘Let’s party and drink so we can be free’, maant ze. Aan de ene kant een prima soundtrack voor het publiek in Shelter, dat zich aan het opwarmen is voor de nacht, aan de andere kant voel je de urgentie. De techno-crowd ten spijt; dit is geen platte stampmuziek, blijkt als de producente halverwege het tempo omlaag draait voor slowburner Saratan.

Sunn O)))

Een oorverdovende slowburner is ook afsluiter Sunn O))) – om dit voor eens en voor altijd uit de wereld te helpen: gewoon uitgesproken als ‘sun’, mensen – in de grote zaal van het Muziekgebouw. Het in monnikskappen gestoken viertal rond Stephen O’Malley en Greg Anderson uit Seattle is een band van wereldformaat en een terechte headliner, maar de vraag is of je na de achtbaanrit van vanavond nog de concentratie kunt opbrengen om anderhalf uur non-stop naar een allesverzengende, meedogenloze drone te luisteren.

Wij houden het voor gezien, maar we durven inmiddels de twee Dekmantel-dagen in de stad al tot nieuwe favorieten te bombarderen. Hier zijn geen moshpits nodig, hier telt de muziek (en, toegegeven, later op de avond ongetwijfeld ook de drugs, maar dat terzijde.) De gewaagde, diverse programmering, het internationale, gevarieerde publiek en het grotendeels ontbreken van gitaren zorgt voor een verfrissend uitstapje uit onze TDI-bubbel.

Dekmantel Festival gaat vrijdag tot en met zondag nog door in het Amsterdamse Bos, maar is helaas hartstikke uitverkocht.

Het is maandagochtend, het is heet en in de schaduw van de Lebkov is het koud; we spreken aan een wiebelig-houten picknicktafel tegenover het transferium van Rotterdam Centraal: een razende carrousel van buslijnen, toeristen en meeuwen. Ik zit aan tafel met elektronica-producente/DJ Nadia Struiwigh. Ergens tussen Boards of Canada en Biosphere zoekt ze, dwars door de stress en het gedrang, naar rust en ontspanning. Mensen lopen, in hoog tempo, af en aan.

Tekst Roelof Schipper
Foto’s Michel Mees

Waar is het voor je begonnen?
“Nu tien jaar geleden, in 2009. Ik ging wel naar feesten, maar dacht ondertussen best veel na over het leven – ik weet het niet, ik voelde mij altijd al anders. Ik kwam nooit zo goed mee met anderen. Ik dacht altijd veel na, ben heel nieuwsgierig. En om heel erg in het verleden te duiken, mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Ik denk dat ik toen echt anders naar dingen ben gaan kijken.”

Zoals?
“Als ik zo door de stad loop, vallen me bijvoorbeeld dingen op die anderen niet opvallen. Maar ook muziek: Ik ben opgegroeid met Enya, van mijn moeders kant, en mijn vader: gewoon Dire Straits, veel gitaar. Ik luisterde nooit naar woorden, maar meer naar melodieën, verschillende frequenties, ik voelde energieën. Ik kon ze zien.”

Het is interessant dat je het woord ‘zien’ gebruikt als je het over muziek hebt.
“Ja, het is zo moeilijk om uit te leggen – om over dingen op zo’n open manier te praten, over spiritualiteit. Zo, dit wordt echt heel warrig.”

Ze lacht.

Wat voelde of zag je dan bijvoorbeeld als je vroeger naar Enya luisterde?
“Wat ik voel en ervaar, is dat muziek een taal, een gevoel, een emotie is, en het kan delen in jezelf openen. Iemand hoort een nummer zegt dan: ‘Oh, die tijd‘ – dat is nostalgie – en je hebt iemand die hoort iets en die voelt: ‘Oh, zoveel pijn‘. En opeens begin je te brullen. Daar begon het voor mij.”

“Ik was later op een festival en kijk om me heen en iedereen is zo’n beetje naar de kloten, en ik dacht: ‘Is dit het nou? Wat is dit?’ Ik ben toen later naar een optreden van Estroe gegaan. Ze draaide echt harde techno, maar ze had wel een boodschap, iets wat ze wilde overbrengen. Ik was daar en ik had best een drankje op, maar ik had heel sterk het gevoel dat ik door de muziek een enorme connectie had met haar. Ik voelde daarna heel erg een drang om te onderzoeken wat muziek voor mij kan doen; het zelf maken.”

Waar komt die drang vandaan?
“Die drang komt omdat ik het moeilijk vind om over m’n gevoel te praten. En als ik goed naar mezelf had geluisterd, dan had ik dat al veel eerder geweten. Als kind was mijn woordenschat niet heel groot, ik las niet heel veel, ik keek vooral – ik observeerde, dat doe ik nog steeds. Ik kon m’n gevoel niet goed kwijt en ik wist niet waar het aan lag. Is het autisme? ADD? – nou ja, toevallig heb ik dat dus, ADD. Nu weet ik dus dat ik m’n gevoel kwijt kan in muziek. Ik heb het echt nodig, anders functioneer ik niet.”

Hoe werkt dat voor jou, muziek maken om te kunnen functioneren?
“Nou, dat is wel leuk. Ik ben dus net begonnen met soundhealing. Met klankschalen, uit Nepal. De westerse maatschappij zegt: heb je het druk, hier heb je een pil. Terwijl de meer oosterse wereld daar ook op andere manieren mee omgaat.”

Je zou zeggen dat ook de westerse wereld bekend zou moeten zijn met het idee dat muziek rustgevend kan zijn, met of zonder klankschalen.
“Ik geloof daar ook in, dat helende. Ik geloof dat er voor elke mood een frequentie is, en ik geloof dat het feit dat mensen voor tachtig procent uit water bestaat daarin een belangrijke rol speelt. Dat werken met klankschalen vind ik gewoon leuk, en het is echt waar: je wordt er ontzettend relaxt en ontspannen van. Je komt dan ineens tot ideeën dat je goed bent zoals je bent. Ik denk dat veel mensen daarnaar op zoek zijn, die rust.”

Ik heb sterk de indruk dat de meeste mensen vanwege alle drukte gewoon niet in staat zijn te zoeken naar rust. Of zichzelf af te vragen waar rust te vinden is –
“Ik merk gewoon heel erg dat mensen naar afleiding zoeken, in werk, een gezinsleven, een geloof – ik denk dat je terug moet naar de rust die je had toen je een baby was. Ik ben op het punt gekomen dat ik nu, op dit moment, een serene rust ervaar: al valt alles om mee heen weg, dan ik ben ik nog steeds gelukkig.  En dat probeer ik met mensen te delen; ik hoop dat met muziek te communiceren. Bij mij zal dat nog steeds gaan met experimentele beats, want dat ben ik nu eenmaal, maar ook zal het gevoel er nog steeds zijn, de melodie, de beleving.”

Wat betekent dat voor je optreden op een groot festival als Dekmantel?
“Ik was dus eerst bezig met het bouwen van m’n set voor Dekmantel, maar na Nepal is er zoveel veranderd. Ik kwam thuis en dacht: ‘DAT KAN DIEPER.’ En het klinkt misschien naar, maar de meeste mensen zouden anderen blij  willen maken, aan het lachen, maar ik wil dat ze resoneren. Ik wil dat ze huilen.”

Als ik druk meeschrijf – het gesprekstempo ligt vrij hoog – zegt ze ineens:

“Kijk, dít bedoel ik dus: die bus rijdt net langs en ik zie op de zijkant een tekst staan: ‘Het paradijs bestaat echt.’ Zo grappig. Ik was net aan het praten en ik had de gedachte: ‘Zo, ik voel me echt goed.’ En toen reed die bus langs: Het paradijs bestaat echt. Het resoneert.”

Nadia Struiwigh speelt tijdens Dekmantel op donderdag 1 augustus, naast onder meer Yves Tumor, Deena Abdelwahed, Jon Hopkins, Róisín Murphy en Sun O))). Meer informatie over de line-up plus kaarten vind je op de site van het festival.