Feature

Een ode aan de voorpret: waarom een festival veel langer dan een weekend duurt


22 februari 2021

We zullen het komende maanden nog even zonder onze favoriete weekendbesteding moeten stellen: voorlopig mogen we nog niet naar festivals. Om toch een beetje in de stemming te komen – fingers crossed – brengt redacteur Jurriaan een ode aan de festival-voorpret.

Tekst Jurriaan Hupjé
Foto’s Mirel Masic

De jaloersmakende nostalgie-naar-beter-tijden-opwekkende fotoserie van Mirel Masic bij dit artikel is gemaakt tijdens Down The Rabbit Hole 2019.

Een van mijn favoriete dingen aan het festivalseizoen, is de eindeloze anticipatie die eraan voorafgaat. Van het speculeren over nieuwe namen op online fora tot gaten in tourschema’s proberen te ontdekken. Van playlists van bevestigde namen door te struinen en te zoeken naar nieuwe parels die live bewonderd kunnen worden tot de dilemma’s van de clashes wanneer het blokkenschema eindelijk beschikbaar is. Nee, een festival is echt niet enkel drie dagen op een veld of in een tent staan, jezelf fysiek alle grenzen opduwen en veel te duur eten kopen waar je in iedere andere situatie wel twee keer over na zou denken (misschien mis ik Karma Shoarma wel het meest). De voorpret maakt het festival het festival, zeker wanneer deze al maanden van tevoren begint. Maar hoe werkt zoiets nu dan, in een tijd waar het doorgaan van festival onzekerder is dan ooit?

Voorpret
Normaal gesproken blijft het festivalgevoel het hele jaar wel in meer of mindere mate bij mij rondhangen. Op het moment dat het festival is afgelopen en je nog helemaal in de sfeer zit, is het toch al wel leuk om te fantaseren over wie er volgend jaar op de line-up staat, zelfs als er nog helemaal geen concrete aanleidingen en geruchten zijn. Als jullie meelezen, Mojo en Friendly Fire: wie Sufjan Stevens op een festival weet te krijgen, is mijn persoonlijke held en krijgt van mij een taart naar keuze.

Dit gevoel wordt nog sterker als er daadwerkelijk namen binnen beginnen te stromen en het plaatje duidelijker begint te worden. Op fora als Festileaks hebben mensen er haast hun tweede baan van gemaakt om de berichtgeving van andere festivals en tourdata van bands in de gaten te houden om zo gaten te ontdekken. Als Nick Cave op 30 juni in Kopenhagen en op 3 juli in Barcelona staat, zou hij op 2 juli perfect op Down The Rabbit Hole kunnen spelen, natuurlijk.

Het voelt als het leggen van een puzzel, ondanks dat je in eerste instantie eigenlijk geen idee hebt hoe deze in elkaar zit, waardoor je maar losse stukjes in elkaar steekt in de hoop dat dat is hoe het hoort. Maar natuurlijk is het giswerk juist het leukste onderdeel. Later, wanneer tourschema’s duidelijker worden en programma’s van andere festivals bekend worden, kunnen er logische voorspellingen voor de line-up gedaan worden, die zowaar ook uitkomen zo nu en dan.

Wanneer de line-up van een festival ongeveer bekend is, begint het tweede deel van de voorpret: het inluisteren. Op een festival als Best Kept Secret staat elk jaar een flinke hoop namen die ik al ken, maar vooral aan de onderkant van het affiche bevindt zich dikwijls een flinke lading verborgen parels die ik anders waarschijnlijk niet snel had ontdekt (je zou ze goed bewaarde geheimen kunnen noemen, pun intended).

The Avalanches
Een festival, ongeacht de grootte, biedt mij een bepaald frame. Vanuit waar ik muziek ontdek die ik normaal gesproken misschien nooit gevonden had. Je zoekt met een doel, immers: alle nieuwe bands en artiesten die je in een playlist van een festival ontdekt, zul je binnen aanzienlijke tijd live kunnen zien. Het geeft een extra stimulans om te ontdekken en biedt vaak ook een andere invalshoek om artiesten vanuit te bekijken.

Begin vorig jaar ontdekte ik The Avalanches, dat op Best Kept Secret zou staan. De dansvloervullers en festivalkrakers van de band werden mijn soundtrack voor de voorpret (check ook de meest recente plaat We Will Always Love You). Als ik dit album aanzette, waande ik mij al een beetje in Hilvarenbeek, terwijl ik met een veel te dure maar ontzettend lekkere Fritz Kola de zon onder zag gaan in het meer.

Maar goed, door redenen die ik hier niet verder zal belichten, hebben we vorig jaar geen echte festivalzomer gehad en staat ook die van 2021 op losse schroeven. Glastonbury is al afgelast en hoewel dit natuurlijk nog niks zegt over de rest van de zomer, kan ik niet bepaald zeggen dat de festivalkoorts al aanwezig is. Wellicht tegen beter weten in heb ik afgelopen zomer een kaartje voor Primavera Sound 2021 gekocht, sterk gemotiveerd door misschien wel de sterkste line-up van een festival die ik ook heb gezien.

Maar zelfs voor een evenement als dat voel ik de anticipatie nog niet. De onzekerheid is te groot, de realisatie dat dit jaar misschien nog net te vroeg komt om weer op volle kracht te gaan. Toen de festivalzomer van 2020 definitief de das omgedaan werd, vond ik troost in het idee dat alles in 2021 waarschijnlijk toch wel weer terug bij het oude zou zijn. Nu dit ook niet het geval blijkt te zijn, begin ik de leegte van de festivals maar vooral van de voorpret steeds meer te voelen.

Thuisfestival
Enfin, de festivalzomer staat op losse schroeven. Help, wat nu? Ondanks alle onzekerheid, ben ik er toch op gebrand iets van te maken deze zomer. Zelfs als de zomer niet op volle kracht door kan gaan, ben ik overtuigd van de inventiviteit van organisatoren. ESNS bewees een paar weken geleden al dat een festival via livestream zelfs leuk kan zijn.

Misschien breng ik de festivalsfeer dit jaar wel naar mijn huis. Als ik niet naar Primavera kan, komt Primavera maar naar mij. Wie weet transformeer ik mijn achtertuin wel in een festivalweide met meerdere stages (lees: tafels met laptops die allemaal een andere livestream uitzenden). Dan trommel ik mijn vrienden op, sla ze een zelfgemaakt bandje om de pols en verkoop ik ze blikjes Grolsch voor vijf euro per stuk. Wanneer er een paar te hard door de livestream van Squid praten, maak ik ze dat dwingend doch vriendelijk duidelijk en een moshpit met zijn vijven moet ook wel goed komen, lijkt mij.

Maar waarschijnlijk zullen we toch aan het einde van de dag neerploffen in het pas gemaaide gras (bedankt, pap) en weemoedig terugdenken aan het échte festivalgevoel, een gevoel dat moeilijk in woorden te vatten is. Dat het allemaal een stuk leuker kan dan het nu is, is een understatement. Toch stelt het mij gerust dat dit niet voor altijd zal zijn. Op enig moment zullen we weer met zijn allen in een tent staan, dansend op de muzikale ontdekking van het jaar. En op dat moment zal alle voorpret eindelijk ingelost worden.