Interview

black midi: “De virtuele wereld is cool, maar mensen in een fysieke ruimte: that’s where the magic happens”


2 juni 2021

Het is een bekend fenomeen in de muziekwereld: het tweede album is het moeilijkste om te maken. Een sophomore slump ligt al snel op de loer, zeker wanneer een debuutplaat hoge verwachtingen schept die er eerst helemaal niet waren. Wellicht zal black midi hier ook aan gedacht hebben toen de leden aan de opvolger van, het in 2019 uitgebrachte, Schlagenheim werkten.

Schlagenheim was als een meteorietinslag, een schokgolf door een vastgeroeste en zichzelf constant reproducerende Britse indiescene, een bewijs dat je anno 2019 nog naar een nieuw album kan luisteren en kunt denken: “Wauw, dit klinkt als niks wat ik ooit gehoord heb.” Het leverde de band onder meer een nominatie voor de felbegeerde Mercury Prize op. Maar hoe verder? De Londense heren besloten snel weer te gaan schrijven en op te nemen, een proces dat werd versneld door de pandemieproblematiek en het daarbij behorende gebrek aan optredens. En nu is hier, een kleine twee jaar na plaat één, nummer twee: Cavalcade genaamd. Hoog tijd dus om eens bij te praten met onze favoriete experimentele zoek-zelf-maar-uit-hoe-je-het-wil-noemen-band.

Oprecht en authentiek
Via Zoom treffen we drummer Morgan Simpson, een oude bekende, ditmaal vergezeld door gitarist en frontman Geordie Greep. Het is half maart en de aankondiging van Cavalcade is nog een paar dagen van ons verwijderd. De twee komen opgewekt over en een gevreesde sophomore slump lijkt niet aan de orde te zijn. ‘‘Album één was goed en we waren er blij mee, maar het waren toch vooral bepaalde omstandigheden waardoor die specifieke nummers opgenomen werden en op de plaat kwamen. Maar met deze plaat hebben we vanaf het begin heel veel werk in ieder nummer gestopt, dus dat geeft toch wat meer een gevoel van trots’’, aldus Geordie. Morgan vult hem aan: ‘‘Het voelt oprechter naar onszelf toe. Het is cool om vergeleken te worden met allerlei bands, maar als je zelf niet actief naar die muziek luistert voelt dat wat vervreemdend aan. Het voelt fijn om muziek te maken waarbij we trouw aan onszelf zijn.”

Op Cavalcade bewandelt black midi een flink aantal paden, van het door Braziliaanse MPB beïnvloede nummer Marlene Dietrich tot het ruige, jazzy en proggy Slow. Het geheel wordt bij elkaar gehouden door het concept dat is opgezet met de titel van de plaat. Met het woord ‘cavalcade’ wordt een optocht van mensen bedoeld, vaak ondersteund door paarden of voertuigen. Geordie stelt: ‘‘Het woord Cavalcade heeft een bepaalde connotatie van levendigheid, van mensen die op en neer paraderen. We zien elk nummer als een stukje van de parade. We wilden vooral muziek maken waar veel levendigheid en humor in zit.’’ Het resultaat is een plaat die na een enkele luisterbeurt wat onsamenhangend kan klinken, maar waar temperament en opgewektheid uit iedere porie druipt.

De plaat mag dan muzikaal gezien wat minder eenduidig zijn dan Schlagenheim, qua teksten wordt wel voor een concreet plan gekozen. In termen van narratief ontwijken de Londenaren het persoonlijke en kiezen ze meer voor abstracte en absurde verhaalstructuren. John L vertelt het verhaal van een cultleider die zijn einde vindt te midden van een razende massa, terwijl Marlene Dietrich kan worden opgevat als een ode aan de Duitse actrice naar wie het nummer vernoemd is. Geordie is groot voorstander van deze manier van schrijven: ‘‘Misschien is dat wat de nummers met elkaar verbindt: alles is in zekere mate fictief. Alles heeft een basis in een dromerige fantasie-logica, wat we veel interessanter vinden dan nummers met realistische verhalen en morele uitkomsten, dingen die je kunt toepassen op je dagelijkse leven. Dat vinden we maar saai.’’ Zeker gezien de tijden waar we nu in leven kan een ontsnapping uit de realiteit een fijne afleiding zijn, aldus Morgan: ‘‘Met de situatie waar we het afgelopen jaar in hebben gezeten, is wat er allemaal om je heen gebeurt het laatste waar je over wilt schrijven, dus dat is nog een reden om voor vormen van escapisme te kiezen.’’

The Windmill Scene
Dat black midi niet de enige Londense experimentele rockband is wiens naam met Black begint en die dit jaar een langverwacht album uit heeft gebracht, mag bekend zijn. Black Country, New Road wordt regelmatig in dezelfde zin genoemd en leden van de twee bands komen elkaar regelmatig tegen. Zo hebben ze al meerdere shows samen gespeeld onder de naam Black Midi, New Road en zijn ze ook buiten de muziek goed met elkaar bevriend, aldus Morgan: ‘‘In de eerste plaats zijn het gewoon coole mensen, ze zijn leuk om mee om te gaan. Vaak vergeten we zelfs dat we in bands zitten en chillen we gewoon met elkaar. Dat is de vibe.’’ Op muzikaal gebied houdt black midi altijd een oogje op zijn generatiegenoot, laat Geordie weten: ‘‘Het is goed om een vorm van vriendelijke concurrentie te hebben. Ze zijn heel ambitieus, hetzij op een andere manier, en ze ontwikkelen zich ook op een andere manier dan wij. Het is heel cool om de verschillende perspectieven te zien van twee bands die begonnen met het maken van vergelijkbare muziek.’’

De tijden dat black midi en Black Country, New Road sterk als elkaar klonken liggen inmiddels achter ons, maar Geordie en Morgan zijn de scene waarin beide bands hun eerste stappen hebben gezet niet vergeten. Centraal in deze scene staat The Windmill, een kleine, onafhankelijke concertzaal in Londen, met een reputatie voor het binnenhalen van jong, nieuw talent. Morgan spreekt hartelijk over de zaal: ‘‘Een plek als The Windmill is de reden dat we hier zijn. Toen we de band startten waren we zeventien of achttien, wat nogal een beïnvloedbare periode in je leven is. Als je dan in zalen staat waar je je niet op je gemak voelt om te experimenteren en nieuwe dingen uit te proberen, kan dat ervoor zorgen dat je in je schulp kruipt. Maar dat was bij The Windmill totaal niet het geval. We voelden ons meteen vrij om te experimenteren.’’

Geordie schrijft het succes van The Windmill voor een groot deel toe aan de hoofdboeker van de zaal, Tim Perry: ‘‘Hij is van onschatbare waarde voor jonge bands. De meeste zalen in Londen kijken alleen naar hoeveel publiek je kunt trekken. Prima, dat zijn zaken, maar Tim Perry regelt zijn zaken op een manier waarbij er nieuwe bands binnen blijven komen. Als hij een band goed vindt, maar er komen geen mensen naar de show, programmeert hij ze samen met een iets grotere band, zodat ze alsnog publiek trekken.’’ Deze manier van programmeren heeft geleid tot wat in de media soms wel de Windmill Scene genoemd wordt: een nieuwe generatie van spannende Britse bands waar naast black midi en Black Country, New Road ook een band als Squid onder geschaard kan worden. Het is een lokale scene in een tijd waar de lokale scene juist op sterven na dood lijkt te zijn.

Fysiek of virtueel?
Dat het community-aspect van vitaal belang is voor het tot stand komen en in stand houden van een lokale muziekscene zal voor weinigen een geheim zijn. In tijden waarin het vrijwel onmogelijk is met veel mensen bijeen te komen, trekken veel jonge bands en artiesten het wereldwijde web op, in een zoektocht naar een vorm van gemeenschap. Dit proces zal niet door de crisis veroorzaakt zijn, maar het zal er zeker wel door versneld zijn. Morgan is niet overtuigd door het idee van virtuele gemeenschappen: ‘‘We laten onszelf denken dat dit de toekomst is, maar de realiteit is dat Zoom echt klote is. De online wereld is heel erg onpersoonlijk, terwijl een gemeenschap juist om een hoop mensen onder één dak draait. De virtuele wereld is cool maar mensen in een fysieke ruimte…’’ Geordie onderbreekt hem: ‘‘That’s where the magic happens.’’

Desondanks is black midi, wellicht wat gedwongen door de omstandigheden en heersende trends, zich ook meer gaan richten op online, met als hoogtepunt een eigen TikTok-account. Echter, Geordie en Morgen trekken hier snel hun handen vanaf. ‘‘Dat is de afdeling van Cameron (Picton, de bassist, red.)”, grapt Geordie, die zelf veelvuldig op Instagram te vinden is de afgelopen tijd. Vanaf een van zijn vele accounts gaat hij geregeld live en gooit hij allerlei absurde takes de wereld in. Niet met een specifiek doel, ofzo, maar eerder uit een gevoel van verveling: ‘‘Vroeger waren we druk met het spelen van shows, maar nu zitten we de hele tijd alleen maar thuis. En vroeg of laat vinden je vingers een toetsenbord. Het is vooral verveling. Maar misschien kan ik wat van mijn Instagram-accounts maken. Een vorm van indoctrinatie of een nieuwe religie ofzo, haha.’’ Er zal ongetwijfeld potentie in de online wereld zitten, maar black midi gaat de huidige situatie niet gebruiken om een virtueel imperium op te bouwen. Liever wachten de Londenaren nog even tot ze weer in dampende zalen vol zwetende vreemdelingen kunnen spelen. En wij wachten graag met ze mee.