Interview

Rostam: “Haat is mainstream geworden”


4 juni 2021

Rostam Batmanglij. Kenners kennen zijn naam. Van Vampire Weekend natuurlijk, daar begon het in 2007, maar na drie albums koos hij voor de afslag productie. Solange, Frank Ocean en Charli XCX wilden met hem werken. De duizendpoot liet op Twitter altijd zijn mening horen, in zijn werk bleef dat wat achterwege. Tot nu.

Zijn tweede soloplaat, de beloofde jazzplaat die voelt als het einde van een pandemie, heeft een duidelijke boodschap. Hij verzon er een eigen naam voor: Changephobia. We bellen met een nog wakker wordende Rostam, nat haar, gapend en zich uitrekkend voor de camera. Rostam zit in zijn studio in Los Angeles. Deze plek is zijn uitvalsbasis. Ingericht naar zijn specifieke smaak. Aan de muur hangen exotisch ogende gitaren. Links in beeld bungelen microfoons over een standaard. In de rechterhoek hangt een Iraanse vlag. Rostam is een producer van het nieuwe stempel. Muziek maken op één plek is iets van het verleden; muziek maken kan op alle uithoeken van de aarde. Hij reist avontuur en vrienden achterna. En toen kwam Covid-19.

Het einde van de pandemie
“De plaat is lang in de maak geweest, voor de pandemie al, dus als jij zegt dat het klinkt als het einde van de pandemie, ben ik blij dat te horen.” Rostam stuurt lachend een duim-emoji in de chat. Door de pandemie had Rostam meer tijd en dat kwam gelegen: “Ik heb het afgelopen jaar gebruikt om muziek te maken. Het was bijna een administratieve taak, het ging om heel veel bestanden. Ik was eigenlijk een file-manager!”

Zo’n administratieve taak is eigenlijk niets voor Rostam. Hij is niet van het stilzitten. Wel van werken. Als ik tegen Rostam zeg dat Hamilton Leithauser mij ooit vertelde dat Rostam “werkt als een maniak”, komt hij komt niet meer bij. “Het is waar! Ik werk als een maniak. Ik werk waarschijnlijk zeven dagen in de week aan muziek.” Geen wonder dat liefhebbers zijn naam bij tientallen artiesten tegenkwamen. Over werkuren wil hij niet nadenken, lacht hij, opdrachtgevers al helemaal niet. “Ik wil op vakantie!”

Bewustwording en verandering
Changephobia is een misleidende titel, geeft Rostam via Zoom toe: “Het betekent ‘fear of change‘. Ik denk dat we allemaal bang zijn voor veranderingen, daarom wilde ik het album zo noemen.” Rostam ziet angst als tweerichtingsverkeer. Angst kan mobiliseren, maar angst kan ook weerstand oproepen. “Laten we accepteren dat er verandering plaatsvindt in ons leven, dan kunnen we onderzoeken wat mensen precies vóélen. Laten we vragen stellen. In contact komen met onze eigen emoties.”

Hoewel het album jaren in de maak was, gaf Rostam de plaat pas in het laatste stadium een naam. “Door het Changephobia te noemen wilde ik mijzelf herinneren dat verandering iets is waar alle mensen mee te maken krijgen. Het was een bewustwording en ik hoop dat mensen die bewustwording horen. Het afgelopen jaar zag je de mate van bewustwording in Amerika sterk stijgen. Het zou mooi zijn als mensen zich bewust blijven van racisme en ongelijkheid. Dat mensen negeren dat er problemen zijn, verandert nu. Langzaam, maar het verandert wel.”

Bewustwording, dat woord laat Rostam vandaag vaak vallen. “Ja, ik denk dat we ons bewust moeten zijn van de manier waarop mensen het gerechtvaardigd vinden om haat te zaaien. Vooral omdat haat ooit obscuur was, maar nu mainstream is geworden. Ik hoor mensen wel eens zeggen: hoe kan ik homofoob zijn als het homohuwelijk bestaat in mijn land. Ik bedoel: het bestaan van het homohuwelijk betekent niet dat er geen homofobie is. We moeten ons hier bewust van zijn, vooral mensen in de queer-community. Weet je, er is een hoop homo-, trans- en bifobie bínnen de queer-community. Bewustwording is het beste medicijn tegen haat.” Bewustwording dus: dat is het idee. We gaan zien of het zich naar de luisteraar vertaalt, of mensen het kunnen horen.”

Muziek als bewegend sculptuur
Als je Rostams discografie bestudeert, merk je dat deze uit bepaalde fases bestaat. Op zijn solo-debuut, Half-Light uit 2017, hoorde je strijkarrangementen. De invloeden die dicht bij klassieke muziek stonden, op Gwan en Thatch Snow, hebben plaatsgemaakt voor invloeden uit de jazz. De saxofoon hoorde je al op het door Rostam geproduceerde Woman in Music Part III van Haim, op Changephobia is de saxofoon all-over-the-place. Een liedje als Unfold You is melodisch, als Charlie Parker en John Coltrane. “Jazz is iets waar ik altijd een liefde voor heb gehad. Voordat ik het begreep, opende het al een raam voor mij.”

Het wordt duidelijk dat Rostam altijd heeft geschaakt op meerdere borden. Soms put hij zichzelf uit. Halverwege ons gesprek wordt Rostam onderbroken door een hard alarm. “Hoorde je dat?” Er verschijnen kuiltjes in Rostams wangen. “It’s ten o’clock”, legt hij uit. “Ik heb mijn computer zo ingesteld. Ik ben er recentelijk mee begonnen. Ik denk dat ik het fijn vind, want het helpt me de tijd herinneren. Vaak vergeet ik de tijd”.

“Soms voel ik alsof ik gezegd heb wat ik wilde zeggen”, vervolgt hij. “Muzikaal gezien kan ik chillen voor de rest van mijn leven. Voortborduren op wat ik eerder heb gedaan. Ik zal je eerlijk vertellen: dat is door mijn hoofd gegaan, maar ik denk dat er altijd wel een trigger is die mij inspireert om nieuwe muziek te maken. Muziek is een sculptuur in ruimte. Een bewegend sculptuur. Als muzikant ben je een beeldhouwer. Muziek beweegt zo snel dat je het niet ziet. Onze manier van beleving is luisteren, omdat het zo snel beweegt.”

Drums en zang
We duiken dieper in Rostams visie op productie. “Ok. I have thoughts on it! Heel veel draait om hoe de drums klinken. You gotta feel like the drums ‘hit you’. In the chest. Daar zoek ik altijd naar als ik iets maak. Ik wil een fysieke reactie creëren met het geluid dat uit de boxen komt. Net zo belangrijk als de drums zijn de vocalen, trouwens. Vooral hoe zangpartijen en drums zich tot elkaar verhouden.”

Ik vraag Rostam of hij ooit periodes van creatieve droogte heeft ervaren. “Ja, er zijn wel momenten”, vertelt hij. “Nu ik ouder ben geworden ben ik daar meer oké mee. Het helpt me herinneren dat het belangrijk is om op momenten weg te gaan. Om weer geïnspireerd te worden.” Rostam vindt een afgewerkt liedje soms gezichtsbedrog, het doet geen recht aan het creatieve proces. “Muziek is alsof je een plant laat groeien. Het gaat langzaam. Meestal begint het met een klein ideetje. En dat idee wordt dan groter. Vaak is het idee een akkoordenschema, dat ik schrijf op een piano of een gitaar. Soms is het een drumpartij. Een ritme dat ik hoor in mijn hoofd. En zo ontkiemt een zaadje. Het groeit daarna verder.”

Bijzonder aan Rostam is zijn sound. Je hoort het als Rostam achter de knoppen zat. Hoe kan dat? “I don’t know man. That’s not an easy question. Ik weet wat ik weet. Ik kan je wel dit zeggen: studeer muziek. En muziektheorie. Het maakt je niet een betere schrijver, maar helpt wel verklaren waarom je schrijft wat je schrijft. Ik denk dat dat gereedschap van onschatbare waarde is. Weet je, mensen zeggen vaak ‘I likeeee that’, i don’t know why I like it, but I likeeee it‘”. Mijn beroep is om like te definiëren, de reden te achterhalen. Ik kan er iets mee als een artiest zegt: “Ik wil iets van dit in mijn liedje.” Het is mijn beroep geworden om dat denkproces uit te voeren. Daarom denk ik dat muziek bestuderen enorm belangrijk is. Toen ik een kind was las ik een interview met Pharrell waarin hij de instructie gaf: ‘leer zoveel over muziek als je mogelijk kan’. Leer zoveel als je mogelijk kan. Dat is altijd blijven plakken. Tot de dag van vandaag.”