Interview

Luwten zet een stap in de wind: “Ik ben altijd bezig met hoe iets beter kan worden”


8 juni 2021

Zo’n drieënhalf jaar heeft het moeten duren, maar de langverwachte tweede plaat van Luwten heeft eindelijk het daglicht gezien. Het veertig minuten durende Draft klinkt op het eerste gehoor gelijk volgroeider en melodieus sterker. Luwten zet een stap in de wind. Op de dag van de release zoomen we met een licht vermoeide Tessa Douwstra over wat er achter deze plaat schuilgaat. Hoe het met haar gaat? “Goed, maar ik ben ook heel moe. Door de release kon ik niet slapen, dus ik heb tot half vijf ’s ochtends tv gekeken.”

Tekst Yasmin Roelofs
Foto’s Liz van den Akker

Hoe ging het maken van deze plaat eraan toe?
“Het ging heel natuurlijk. Bij mijn vorige plaat begon ik echt met het idee: ‘nu ga ik doen wat ik zelf wil’, namelijk me helemaal afsluiten van de buitenwereld, want alleen dan ben ik de beste versie van mezelf. Dat heb ik toen ook gedaan. Pas daarna heb ik het ook met mijn band en Frank (Wienk, oftewel Binkbeats, red.) opgenomen. Bij Draft ben ik echter veel eerder begonnen met dingen aan anderen laten horen. Daarnaast heb ik er ook met andere mensen van de band aan gewerkt. Het was meer een hybride proces waarin andere mensen er soms wel en soms niet waren. En als ik iets nieuws maak, vind ik het altijd wel leuk om iets nieuws te leren, zowel op technisch als persoonlijk vlak. Persoonlijk gezien heb ik dit keer meer mensen toegelaten in mijn werk, en op technisch gebied heb ik nu meer zelf geproduceerd. Ik heb wederom samen met Frank aan deze plaat gezeten, maar dit keer wilde ik mijn eigen computer ook iets langer als centrum van het arrangement houden.”

Was het een andere plaat geweest als je hem in een jaar zonder corona had opgenomen?
“Nee, want deze plaat was al af toen de pandemie begon! In februari om precies te zijn.”

De thema’s op deze plaat schipperen tussen alleen zijn versus samen zijn, het loslaten van verwachtingen en de controle willen houden. Hoe zijn de thema’s naar boven komen drijven?
“Dat waren dingen de ik in die periode zelf heel sterk ervoer. Zo erg dat ik me er op een gegeven moment eigenlijk té zelfbewust over was. In mijn geval is het zo dat als ik iets ervaar waar ik tegen aanloop, ik snel de neiging heb om erover te schrijven of vertellen. Dat komt omdat ik het zelf  heel fijn vind als mensen dat doen. Wanneer ik iemand anders iets hoor zingen of uitdrukken in kunst, geeft me dat het gevoel dat ik iets minder alleen ben. Het is toch een soort verbindingsmethode. Ik ben veel bezig geweest met wat je van jezelf laat zien. Wat laat je voor jou alleen en wat deel je met andere mensen? En hoe zorg je ervoor dat je je niet te kwetsbaar, maar ook niet te eenzaam voelt? Ik merk dat de onderwerpen waar ik me vaak tot aangetrokken voel te maken hebben met die onderliggende verbinding: een soort ‘intermenselijkheid’.”

Staat er een nummer op de plaat dat je graag wil uitlichten?
“Ik denk dat de titeltrack voor mij het meest bijzonder is. Ik zat over die onderwerpen na te denken en de vragen die eraan hangen: sluit ik mezelf af omdat ik echt graag alleen wil zijn en ik denk dat ik dan het meest authentiek ben, of doe ik het eigenlijk omdat ik een beetje bang ben voor de rest van de wereld? Daar schreef ik toen een gedichtje over wat ik uiteindelijk heb ingezongen. Het leek me ook een heel gaaf idee dat, wanneer ik dit zou zingen, ik tegelijkertijd herinnerd zou worden aan alle mensen die er wel zijn. Vervolgens heb ik al mijn familieleden en vrienden gevraagd om dezelfde noot in een spraakbericht naar mij op te sturen. Het was voor mij een mooi proces; zowel conceptueel als qua geluid kwam het perfect samen.”

Ik krijg het idee dat je veel nadenkt over hoe je jezelf als artiest aan de wereld presenteert, door middel van het artwork en de videoclips.
“Zeker. Die plaat was dus al af, maar door corona kon ik het afgelopen jaar wel veel tijd besteden aan het visuele aspect, terwijl ik normaal gezien juist met de live-uitvoeringen bezig was geweest. Het is erg interessant om meerdere disciplines bij elkaar te brengen. Je hebt natuurlijk vijf verschillende zintuigen waarmee je de wereld ervaart. Natuurlijk is muziek op je oren gericht, maar daarnaast ook heel erg op je ogen. Als je tijdens een show iemands gezichtsuitdrukking ziet of een bepaalde podiumvisual, dan draagt dat bij aan de totale ervaring. Ik vind het heel tof om over die aspecten na te denken.”

Deze albumcover was ook geschoten bij een windturbine, toch?
“Ja, dat klopt! Dat was op de TU Delft, we zijn er ook een paar keer langs geweest voor een rondleiding. Ze hebben daar heel veel testfaciliteiten, waaronder een grote windtunnel waar je als volwassen persoon rechtop in kon staan. Daar worden veel dingen getest, zoals bijvoorbeeld de aerodynamica van auto’s. En in het midden van die windtunnel stond een enorme turbine. Oorspronkelijk dachten we: ‘dat wordt echt het vetste, dat willen we fotograferen’, maar dat pakte toch anders uit. Het gaf een heel ander gevoel dan bij de plaat paste, alsof het bijna té mechanisch was voor de organische elementen van de muziek. Dus we liepen verder en op een gegeven moment vond ik een soort hoek in de tunnel waar de wind door panelen de bocht om wordt geduwd. Op die manier verdwijnt het niet in de hoek, maar bewaart het zijn snelheid. En dat stukje staat dus op de voorkant van de plaat.”

Om even een bruggetje te maken: ik hoorde een tijdje geleden dat Eefje de Visser ook veel bezig is met hoe het totaalplaatje eruitziet. Toen stuitte ik recentelijk ook op de podcastserie Drafts die je onder andere met haar heb opgenomen. Hoe was dat?
“Heel leuk! Die podcast ben ik toevallig dus ook vorig jaar begonnen. Er waren door corona niet zoveel momenten waarop je andere mensen kon spreken, dus dit was eigenlijk een persoonlijk excuus om met mensen kunnen kletsen.” (lacht) “Daarnaast ben ik altijd wel gefascineerd geweest door hoe een idee ontstaat en mensen die in de breedste zin een soort potentie in dingen zien die andere mensen over het hoofd zien. Weet je, als je muziek maakt, ben je eigenlijk al je eerste intuïtieve ideeën aan het uitproberen. Er is nog niets, maar dan zie je iets voor je en ga je in feite op zoek naar iets wat er nog niet is. Het is een heel bijzonder proces dat voor iedereen persoonlijk is, en daarom anders. Ik vind het ook heel inspirerend om te horen hoe andere mensen te denken en leuk om die gesprekken voeren, dus dat goot ik in een podcast.”

In die aflevering met Eefje deelde ze haar gedachten over perfectionisme. Zie jij jezelf als een perfectionist?
“Jazeker. Ik probeer dingen altijd heel goed te doen, dat vind ik fijn. Als ik een nummer schrijf, kan ik daar bijvoorbeeld heel lang aan sleutelen. Daar zit een soort precisie in, je moet doorgaan tot het echt goed voelt. Maar wat dat precies is, zou ik je niet kunnen zeggen. Het uit zich sowieso in heel veel tijd doorbrengen met de muziek. Ik leg me nooit makkelijk neer bij hoe dingen zijn, maar blijf altijd bezig met hoe iets beter zou kunnen worden. Al probeer ik dat tegenwoordig wel iets los te laten. Beide methodes leveren namelijk iets op. Het is misschien vergelijkbaar met samen en alleen zijn. Helemaal voor het één of het ander kiezen voelt niet goed, het gaat om het vinden van een balans.”