Feature

Twintig jaar radicaal alles zelf doen, een longread over Phil Elverum: “I work alone”


18 april 2018

Phil tekent geen platen. Hij plaatst zijn handtekening niet op je kopie van The Glow, Pt. 2. Dat heeft een (lange) reden, en het tekent Phil’s normaligheid. Hij zegt: ‘Ik ben ook maar een mens’. Phil Elverum wordt als Philip Whitman Elvrum geboren op 26 mei 1978. Inmiddels is hij 39 jaar oud en twintig jaar muziek verder. Op 16 maart verscheen Now Only als direct vervolg op de verwoesting van A Crow Looked At MeHet persbericht sluit af met: ‘Time continues.’

Tekst Jasper Boogard en Roelof Schipper

Terug naar de opnames van Sauna, 2015: Phil Elverum is in The Unknown, een tot studio omgebouwde katholieke kerk in Anacortes, Washington. Kustplaats onder de zwarte schaduw van Mount Eerie. Phil zijn thuishonk. Het Belgische Canvasconnectie schuift op een goede dag aan en doet verslag. Thomas Werbrouck (Krankland, Little Trouble Kids) ziet het thuis en tekent op:

‘”I work alone“, zegt Phil in het begin van de docu. En je ziet hem voortdurend van de controlekamer op de eerste verdieping lopen, op ‘rec’ duwen, een of andere partij inspelen op zijn instrumenten op de gelijkvloers, en vervolgens weer naar boven hossen om de tape te stoppen, de take meestal weg te smijten en vervolgens het hele proces weer van voren af aan beginnen. Trial and error in zijn meest pure vorm, totaal inefficiënt ook, maar radicaal.

 

Anacortes, WA
Maar het begint allemaal in 1996 als uit de achterkamer van een platenzaak in Anacortes twee cassettes verschijnen: Microphone en Wires & Cords. Een Phil van nog geen twintig draagt zijn eerste poëzie voor als een onsamenhangend test-1-2-3: ‘Test / Far away / Distant, with echo / Close-up / With ringing / Pattern ‘A’ / Pattern ‘B’ / Quiet sound, amplified / Same sound, with echo / Tones at 10k and 1k / Combinations of tests form songs’ (uit Tests).

De eerste schetsen op een kladblok. De eerste probeersels. Dan verschijnt in 1998 het compilatiedebuut Tests onder de naam The Microphones. We tekenen twintig jaar terug en geen haan die er nog naar kraait. Nu spreken we mensen over alle platen die in deze periode onder de vlag van The Microphones en Mount Eerie zijn verschenen. Herinneringen, verhalen, persoonlijke dingen. Time continues.

Op een vrolijke dag
Waar opvolger The Glow Pt. 2 een duister en existentieel verhaal vertelt is deze plaat een zonnige dag op bij een meer in Washington (met af en toe een donderstorm, het blijft Phil Elverum). Mooie lo-fi liedjes, bizarre experimenten, uitgespannen drones, referenties aan en samples van natuurverschijnselen en het contrast tussen klein en gigantisch: deze plaat is een blauwdruk voor alles wat Elverum in zijn volgende platen uitwerkt, en toch is hij voor mij anders dan al zijn andere platen. It Was Hot, We Stayed In The Water is de enige plaat die ik opzet op een vrolijke dag. Menig lentedag heb ik doorgebracht onder het genot van liedjes als Sand en Karl Blau, dagdromend over dobberen in het water van de albumcover.

‘He said someday the moon will reach out to the sun
but for now, it must drift along
but for now, he drift alone.’
(uit Karl Blau)


 

Heftige keuzes, geen concessies
Vier jaar later zegt Phil over The Glow, Pt. 2 in een interview met Diskant: “I was more dramatic back then.” Het is een plaat over hartzeer, fatalisme en hoe klein een mens kan zijn (bijzonder klein). Op The Moon gaat het van ‘there’s nothing left except certain death / And that was comforting at night out under the moon.’ Op I Felt Your Size staat Phil in de keuken, op een verjaardag. Triestig. Alleen. Tussen de nummers door klinkt soms zijn hartslag, soms een gongslag van ver weg; de overkant van het water.

Thijs Kuijken van I am Oak schrijft: ‘Toen ik ergens rond 2004 The Glow, Pt. 2 voor het eerst hoorde, werd ik gegrepen door de échtheid van zijn muziek: de kleine of soms pijnlijk aanwezige foutjes in het spel; zijn zang. Het opende een nieuwe wereld voor me. Ik was toen mijn allereerste stapjes in home recording aan het zetten. The Glow, Pt. 2  was voor mij de definitieve bevestiging dat je in je eentje een muzikale wereld kan maken.

Dan schrijft Anne Ceaser van Wieren van onder meer LPG en Karawane: “Als ik een favoriete plaat moest kiezen is het toch – zoals voor velen waarschijnlijk – The Glow, Pt. 2.. Albums van The Microphones en Mount Eerie zijn voor mij echt van die platen waarvan ik een jaar kan vergeten dat ze bestonden. Maar plots komen ze weer langs en je beseft hoe goed het is. Het stomme is dat ik nooit lang naar zijn albums kan luisteren. Ik gebruik ze vooral om er weer achter te komen dat qua muziek schrijven alles kan. Of het nu goed of slecht is opgenomen, wat voor vreemde dingen er ook gebeuren: het werkt super inspirerend. Heftige keuzes, geen concessies.”

Ik werd omver geblazen
Waar The Glow, pt. 2 eindigt, pakt vervolgplaat Mount Eerie in 2003 de draad weer op. Met het geluid van een misthoorn – of iemand die aan de andere kant het water op een gong slaat. Misschien is het Phil zelf wel, die bij aanvang van de plaat met een zakdoek op de kust staat te wuiven. Beide armen de lucht in, maar geen gehoor van gene zijde. Mount Eerie heet het ding; niet toevallig de naam van het scharnier tussen de hoofdstukken The Microphones en Mount Eerie. Stefan Breuer van het Nederlandse undergroundlabel Tiny Room Records (Moon Moon Moon, The World of Dust, Todd Tobias) schrijft:

“Op een dag ben ik in de Sounds op de Oude Binnenweg in Rotterdam. Phils nieuwste werk heb ik op de koptelefoon: dan Mount Eerie van The Microphones. Ik word omver geblazen. Dit is iets bijzonders, iets groters, diepere lagen, iets wat je keer op keer moet luisteren om te doorgronden. Een album dat steeds meer geheimen prijs zou geven. Ik ben dit meesterwerk nog steeds aan het ontdekken.”

Ondertussen ploetert Phil moederziel alleen voorwaarts langs de breekrotsen en schaduwspitsen van Mount Eerie: ‘And I’m aimless, alone, and unraveling / and above barren wastelands stare at me‘ (uit III. Universe). Phil dondert zijn microfoons en draden in de eerste de beste afgrond; en komt er aan de achterkant van de berg als Mount Eerie zelf uit tevoorschijn.

Na de vlucht is er niets veranderd
I work alone’, zegt Phil in The Unknown, Anacortes. Voorafgaand aan Dawn neemt Phil echter de wijk naar een blokhut in Noorwegen: 17 december 2002 tot 13 maart 2003, Bodø. Geen menselijke ziel in de wijde omtrek.

Thijs Kuijken (I am Oak) vult dan aan: “Dawn: negentien autobiografische liedjes, ontdaan van elke versiering. Alle aandacht gaat naar de ruggengraat van het lied; de akkoorden, melodie en tekst, welke stuk voor stuk fenomenaal zijn. Dit is Phil zijn kracht: hoe uiteenlopend en weelderig zijn liedjes ook kunnen zijn, in essentie blijft hij een meester in het schrijven van liedjes. Liedjes die mij raken en verwonderen en inspireren.” 

Phil schrijft: “Ik had twee taken: dode takken verzamelen om vuur mee te maken, water halen uit een gat in een bevroren rivier. De rest van de tijd liep ik rond, keek de ruimte in, schreef liedjes, verloor m’n verstand, werk wakker en zag dat het ochtend werd.” Bij terugkomst komt Phil evenwel tot de bittere conclusie dat het allemaal niet uitmaakt.

Of toch: in Bodø ontvangt Phil een brief van Geneviève Castrée. Ze huwen in 2003. 

 

Ik accepteerde het alleen zijn
Niet alleen Thijs Kuijken heeft warme gevoelens bij Dawn. Nick Jongen (Baby Galaxy, Ghost Bag, Sleep Kit) brengt zijn achttiende levensjaar grotendeels door in het gezelschap van de plaat: “De sfeer en thematiek van deze plaat strookten met mijn gevoelens in die tijd. Maar veel belangrijker dan dat, deze muziek voegde iets toe aan mijn leven. “

Hij vervolgt: “Zoals men op een doorsnee dag probleemloos de fiets uit de kelder haalt, werkt dit plots anders als je een enge film hebt gezien. De kelder is tijdelijk niet meer dezelfde. De wereld om je heen is nauwelijks veranderd, maar de angstgevoelens blijven een poosje hangen. Ditzelfde effect had het luisteren naar Mount Eerie op mij, maar dan in positieve zin. Ik begon mijn omgeving anders waar te nemen. Ik leerde de wereld om mij heen iets meer te waarderen en accepteerde het alleen zijn tijdens de ‘indian summer’ van 2009. Dit is een van mijn mooiste herinneringen uit een slechte periode van mijn leven. Wat zijn muziek tot op de dag van vandaag voor mij betekent heb ik niet verteld. Om eerlijk te zijn denk ik niet dat ik dat zou kunnen overbrengen.”

‘Slow pulsing red towers lights / Across a distance, refuge in the dust.’ (uit Sora Moria)

Alle geweld van wind en duisternis
Wind’s Poem is Mount Eerie’s vierde plaat, een monumentaal werk van wind, storm en duisternis. Eén seconde zit je in het album als er een vernietigende vlaag herrie passeert: black metal, de grond breekt, stormwind en Phil die bijna onhoorbaar zijn poezië opleest. Niek Hofstetter van Subroutine Records schrijft:

“Indruk maakt Phil Elverum altijd, ook al gaat zijn verhaal nauwelijks veel verder dan Anacortes, aan de voet van Mount Eerie, waar de Pacific bruist. Op Wind’s Poem heeft de wind een glansrol. Want in Anacortes huilt de wind; soms mysterieus zuchtend langs de sparren, soms bulderend vanaf zee. Elverum is in alles een baken van rust, ook als alle registers opengaan. Maar het is vooral de onderhuidse spanning die de plaat geweldig maakt, naast de klasse-songs, natuurlijk.”

Vera, Groningen, 2010. Acht jaar geleden. Phil Elverum opent de grond onder mij. Het is er donker, de zaal is klein. Even is het stil, Phil tilt zijn arm lichtjes omhoog, en dan blaast vijf man sterk ineens alle geweld van wind en duisternis de zaal in. Gongslagen en blazende gitaren. Soms mompelt Phil. Soms komt hij nauwelijks boven het kabaal uit.

Mount Eerie voert de plaat integraal uit. Elf minuten lang dreint het orgel van Through The Trees. Het Twin Peaks-thema in Between Two Mysteries passeert en Phil zingt zo ineens boven het gepiel uit: ‘And the songs fade, and the singer’s die / But my heart will not stop thumping.’ Er volgt één toegift: een ronkende uitvoering van The Moon (The Glow, Pt. 2). Bleek maanlicht. Dan graaft iedereen zich verslagen een weg naar buiten. De duwdeur naar de straatkant, de nacht in. Het is koud in de Oosterstraat, de lucht is helder.

 

2015, 2016, 2017: Death is real
In 2015 wordt bij Phil zijn vrouw Geneviève Castrée alvleesvlierkanker geconstateerd. In juni 2016 start Phil Elverum een GoFundMe-campagne om aan de medische onkosten te kunnen voldoen. Geneviève Castrée overlijdt op 9 juli 2016. Ze laat een dochter na.

Op 18 januari 2017 verschijnt een nieuw nummer van Mount Eerie: Real Death. Phil zingt: ‘Death is real / someone’s there and then they’re not’, om eraan toe te voegen: ‘And it’s not for singing about’. Met plaat A Crow Looked At Me antwoordt Phil Elverum direct op het verlies van Geneviève. De wereld is volledig veranderd: er zijn geen metaforen meer, geen verhalen over natuur, zon en maan. Wel zijn er ziekenhuizen, er is rouw.

Death is real’: het zijn de eerste woorden die beenhard door de Jacobikerk galmen. Phil staat onder het vraagteken van Le Guess Who? 2017. Gewapend met een akoestische gitaar. Het publiek is stil. Soms huilt het, dan lacht het. Skrillex en Weyes Blood figureren in luchtige momenten. Dan ontsnapt Phil Elverum vanuit de schaduw, even.

Veel plezier, snij je polsen niet door, hè? 
Telefoonruis en stadsgeluiden. Aan de lijn de Belgische zangeres Naomi Sijmons (Reena Riot) die zich in Gent bevindt, net uit de trein. Debuut aan het mixen, toch even tijd. Ze zegt: “Het moet met de Canvasconnectie zijn geweest dat ik Phil Elverum heb leren kennen. Wel een heel boeiend figuur, ja. Je ziet aan hem dat de kunst en het leven niet gescheiden zijn. Hij belichaamt het.”

“Later heb ik ‘m dus gezien in de kerk van Sint-Denijs, in Kortrijk. Hij kwam daar solo spelen. A Crow Looked At Me, bijna helemaal. Ik had daar dus twee tickets voor. Mijn moeder had dat ook met die Canvasconnectie gezien, ze ging dus ook zo mee. Een goede vriend van me die ook ging zei nog: ‘veel plezier, snijd je polsen niet door, hè?”

“Ik dacht eigenlijk eerst ‘het gaat misschien wat te veel zijn. Of wat te heavy, ook voor mijn moeder. Ik ging er dus met mijn bevend hartje naar toe. Het was bijzonder. Tja, er werd gelachen. Na het tweede nummer begon er ineens iemand te klappen. Phil reageerde zo van ‘ach klap maar, let’s get past the weird thing.’ Het was zeer maf en bij momenten ook zeer grappig. Hij lacht er zelf ook wel mee… Hoe ging dat ook alweer (zingt): people get cancer and die…

Weinig later is het, in Thomas Werbroucks geschreven woorden ‘een therapiesessie voor een publiek van monddode psychiaters. Vooral die setting, ook. Phil stond zijn liedjes eigenlijk te zingen voor God, of voor de ziel van zijn overleden vrouw. Wij keken ernaar en werden er héél stil van.” Naomi: “Aan het eind van het optreden deed hij zijn gitaar weg, geen bisnummers en ging achter zijn platentafel staan. Wie zijn wij nu om te pretenderen dat je de mens kent, maar je voelt dat het zeer eerlijk is wat hij speelt.”

‘People get cancer and die,
People get hit by trucks and die,
People just living their lives get erased for no reason,
with the rest of us averting our eyes.’
(uit Now Only)

Zonder reden weggevaagd
Niet alleen Geneviève sterft. Op nieuwe plaat Now Only kijkt Phil omhoog en ziet maar zo dat ze niet de enige is die sterft om schijnbaar niks. Mensen sterven. Sterven om ziekte, verkeersongevallen. Zonder reden weggevaagd. Now Only is de plaat waarop Phil zijn boeltje bijeen raapt en zo nu en dan weer een glimp van de wereld opvangt. Over Weyes Blood, Father John Misty en Skrillex op een festival, en dan, in de grond van de tuin, de levensloze restanten van zijn vrouw: een kootje, een streep as.

You’re sleeping out in the yard now’, schrijft Phil. Hij schrijft een hele vervolgplaat vol. Vanwege de tijd die verstrijkt en de manier waarop alles verandert. Phil glijdt langzaam weg van het plaats delict. Dan staat hij er weer alleen voor. Alleen, met dochter, aan de keukentafel. Time continues.