Interview

Het noodlottige escapisme van Baby Galaxy: “Mighty Night balanceert op de rand tussen fictie en non-fictie”


2 maart 2017

Het verhaal achter Baby Galaxy klinkt aanvankelijk alledaags. Drie vrienden uit Maastricht vervelen zich te pletter en besluiten samen muziek te maken om de sleur te ontvluchten. Klinkt bekend toch? Wie het debuut LP Mighty Night opzet, hoort alleen geen luchtige indiepopliedjes die klinken alsof ze met minimale inspanning uit de mouw zijn geschud.

Mighty Night is eerder de muzikale evenknie van een alles scheppende oerknal. Het album vangt ook geen band in complete wasdom. Het is een momentopname van de prille geboorte van Baby Galaxy: drie individuen die nog gejaagd zoeken naar dezelfde creatieve golflengte. Elk liedje voelt alsof je voor het eerst een doldwaze achtbaanrit meemaakt: gitaren in het wilde weg schietend als ongetemde g-krachten, ritmes die retestrak aandrijven tot de apotheose en vervolgens een vrije duikvlucht maken voor de ultieme adrenalinekick.

Je zou bijna nostalgisch worden van het geluid van Baby Galaxy, in het verlengde liggend van gitaarbands als Built To Spill, Superchunk of Sebadoh. Toch klinkt Baby Galaxy niet gedateerd, maar fris, levenslustig en urgent. Het zijn liedjes die het hart als een vuurpijl treffen, net als die eerste bedwelmende liefdeskriebels. Luister bijvoorbeeld eens naar de gouden openingsmelodie van nieuwe single New Flavours, dan begrijp je waarschijnlijk wel wat wij bedoelen.

The Daily Indie schuift aan bij Nick Jongen (zang/gitaar), Robbert Verwijlen (bas/zang) en Kees Berkers (drums) om grondig te praten over het debuut, dat afgelopen 1 maart verscheen bij Subroutine Records.

 

Het artwork van Mighty Night laat een schilderij zien van een brandende auto langs de snelweg. Een doemscenario voor een band die op tour is. Hebben jullie weleens bijna dood-ervaringen meegemaakt?

Nick: Inderdaad een angstaanjagend scenario, maar niet ondenkbaar. De autobahn is een enge plek. Ik besefte dat voor het eerst op de laatste tourdag van mijn oude band eind 2011. We naderden stokkend verkeerd en minderden vaart. Een onoplettende, bejaarde man had niets in de gaten en reed met Duitse autobahn-snelheid in op onze wagen. Gelukkig schoof hij ons de vluchtstrook op en niet de linkerbaan. We zijn er vanaf gekomen met wat kleine verwondingen zoals whiplashes en een scheurtje in een nekwervel. De auto heeft het helaas niet overleefd.

Sindsdien voel ik mij een stuk minder veilig in auto’s. Zelf heb ik geen rijbewijs. Dit terwijl ik graag voor chauffeur speel, de vervelende bijrijder, als het ware. Het Fischer Price-stuurtje dat mij is beloofd heb ik echter helaas nog niet in ontvangst mogen nemen.

Verder ben ik in mijn dagelijks leven werkzaam als fietskoerier en kom dan regelmatig in gevaar. Soms scheelt het niets. Onlangs ben ik bijvoorbeeld bijna overreden door een lijnbus, omdat ik een voorrangssituatie niet begreep. De buschauffeur dacht dat ik het verdiende te sterven, omdat hij volgens de verkeersregels in zijn gelijk stond. Dus hij weigerde te remmen. Ik kon net op tijd de berm in. Ik ben de bus toen gevolgd tot de volgende bushalte, op de bestuurders raam geklopt en gevraagd waarom hij mij bijna doodreed. Terwijl hij mij van mijlenver had zien aankomen. De man bleek een imbeciel van ongekende proporties en begon te schreeuwen. Een absolute proleet.

Andere noemenswaardige bijna doodervaringen: ik ben als kind bijna verdronken in bad. Ik zat klem in mijn kinderzitje, dat ironisch genoeg verdrinking moet voorkomen. Ook ben ik een keer onder schot gehouden, maar in hoeverre iemand je dan “bijna ombrengt” is discutabel.

 

“Het absorberen van flitsende beelden, geluiden en idealen was een van de meest consistente factoren in mijn jeugd”

 

Over de dood gesproken… Het titelnummer Mighty Night lijkt hier expliciet over the spreken: “white light”/”hold your breath and then you’re gone”. Is Baby Galaxy een band van de Grote Thema’s?

Nick: Sinds de opnames van Mighty Night heb ik aan mijn uitspraak gewerkt. De volgende plaat zal beter verstaanbaar zijn, beloofd. De tekst is: a meek one on a white night in the warm glow of the haymarket riots / roll your eyes closed, hold your breath and then you’re gone. Het rollen van gesloten ogen als metafoor voor verborgen bewegingen. Of een geheim ritueel dat men uitvoert om te ontsnappen aan de realiteit. Ik ben een zenuwlijer en ik heb ontelbare tics gehad. Het gevoel dat je losgekoppeld bent en uitvlucht kiest naar de gedachtenwereld, of noodlottig escapisme, dat zijn centrale thema’s op Mighty Night.

De tekst is een collage van referenties naar uiteenlopende literatuur, cinema, televisie (fictie, red.) en mijn persoonlijke beleving. Ik ben als kind opgegroeid voor de televisie. Het absorberen van flitsende beelden, geluiden en idealen was een van de meest consistente factoren in mijn jeugd. Wanneer men iets, in dit geval overdreven fictie, consumeert en dit vervolgens eigen maakt, plant het inspirerende ideeën in je hoofd. Het roept de vraag op in hoeverre iets daadwerkelijk fictioneel is. Vooral als fictie de macht heeft mensen aan te zetten tot alledaagse, echte handelingen.

Deze wereld van fictie die – in mijn beleving een stuk minder grenzen oplegt dan de alledag in Nederland – leerde mij Engels, leerde mij kennis maken met muziek, stelde mijn geest open voor wereldse thema’s. In hoeverre ‘de televisiewereld’ minder grenzen oplegt dan de echte wereld, is natuurlijk discutabel. De televisiewereld is immers gefragmenteerd, internationaal en divers. Maar een boude stelling op zijn tijd kan geen kwaad.

Het uitgangspunt is dat er correlatie plaatsvindt tussen fictie en non-fictie op een dagelijkse basis. Het is aanwezig in de manier waarop ik mijn eigen leven inricht, hoe ik mij verhoudt tot anderen. Mighty Night balanceert op de rand tussen fictie en non-fictie, zoals mijn leven dat ook doet.

Is het schrijven van New Year’s Ease 14/15 ook tijdens een oudejaarsavond ontstaan?

Nick: Ja, op oudejaarsavond 2014/2015. Kees en ik zijn buren. We hadden de avond in zijn woning doorgebracht. Toen ik het vuurwerk rond middernacht aanschouwde, voelde ik mij geïnspireerd en trok ik terug in mijn kamer. Alles leek samen te komen. Onverschilligheid, het onontkenbare karakter van de dood, het leed van anderen, slepende communicatieproblemen met bepaalde mensen, constante blootstelling aan een overvloed van informatie. Ik had een aha-erlebnis. De outro van dit nummer vat een hoop gevoelens uit die periode samen. Of wellicht heb ik het in mijn hoofd verbonden op een manier die nu onlosmakelijk is. Ik kan er heel emotioneel van worden.

 

Ontlading is een woord dat vaak bij mij opkomt tijdens het horen van de plaat. Hoe belangrijk is humor, of een bepaalde luchtigheid, bij het maken van deze muziek?

Nick: Heel belangrijk, vooral op persoonlijk vlak. Deze band en de muziek die we als collectief voortbrengen is heel belangrijk voor ons. Wanneer iets heel dichtbij je staat is het soms moeilijk om iets helder te waar te nemen. Of de realiteit van een ander te accepteren. Over het algemeen denk ik dat wij hier goed in slagen. Kees is onmisbaar, zoveel is zeker.

Robbert: Muzikaal gezien is de plaat in vrij korte tijd geschreven, met zijn drieën in de oefenruimte. Het is belangrijk dat je je impulsen in de vrije loop kunt laten, zodat je zo creatief mogelijk te werk kunt gaan. Onderling ontstond er dan vaak een melige sfeer. Veel gekloot en domme grapjes, maar je bent jezelf op het gemak aan het stellen, dus het komt het werk ten goede. Voor mij persoonlijk is het niet nodig om in een zwaarmoedige bui te zijn om zwaarmoedige muziek te maken.

Kees: We lachen veel met elkaar bij repetities en vertellen een hoop verhalen. Maar wat muziek maken betreft voelen we ons het fijnst bij redelijk serieuze muziek. Dat betekent alleen niet dat humor geen plek heeft in onze muziek. Tijdens live shows kunnen er in bepaalde improvisatiestukken gekke dingen gebeuren.

Een liedje heet Home Alone I & II. Het klinkt inderdaad alsof het uit meerdere hoofdstukken bestaat. Sommige bands kunnen een liedje schrijven rondom een riff, maar jullie proppen nummers vol met ideetjes, stemmingen en plotse wendingen. Uit welke overwegingen kiezen jullie voor deze manier van schrijven?

Robbert: We zijn niet heel doordacht te werk gegaan. Naïef zou je het zelfs kunnen noemen. Toen wij voor het eerst met zijn drieën samen speelden, ontstond er vanaf het eerste moment al een thema en een drang om daar iets van te maken. Vervolgens zijn we er net zo lang op blijven voortborduren, tot we de vorm van een liedje hadden. Dat is later Home Alone I & II geworden. Onbewust heeft zich zo een structuur gevormd voor het schrijven van muziek: we beginnen ergens en blijven er net zo lang op doorgaan totdat we een vervolg hebben gevonden. Zonder ons te laten afleiden door eventueel andere ideeën. Dat bleek voor alle nummers van de plaat even goed te werken.

Kees: Op de plaat staan de eerste zeven nummers die we ooit samen maakten. Die zijn zo ontstaan omdat we muzikaal nog aan het aftasten waren. Mighty Night is opgenomen in een periode waarin we alle drie veel vrije tijd hadden, en in verschillende oefenruimtes repeteerden. Als je dat een tijdje doet, beginnen de ideeën echt te stromen. Je kunt dan op een goede manier verzeild raken in je creatie. Daarom zitten er in sommige nummers meerdere ideeën, riffs en ritmes. Bij Home Alone is het tweede gedeelte veel later ontstaan omdat we steeds het gevoel hadden dat het verhaal nog niet helemaal verteld was. Je wilt het immers voor jezelf ook interessant houden.

Als Limburgse band lig je geografisch gezien dichterbij Duitsland en België. In die landen heb je een breed netwerk opgebouwd. Hoe ontstond zo’n hecht netwerk bij jullie?

Kees: De meeste contacten komen tot nu toe van Nicks andere band Sleepkit, die geliefd is in Duitsland. Zij hebben door veel optreden nieuwe vrienden gemaakt. Ik heb jarenlang bands geprogrammeerd in het Landbouwbelang, een groot industrieel kraakpand in Maastricht. Daar zijn een aantal leuke contacten met bands en boekers ontstaan.

Nick: Je gaat moedwillig op zoek naar een hecht netwerk. Het overkomt je niet vanzelf. Toen ik op de basisschool zat droomde ik er al van om in bands te spelen, mijn eigen muziek als draagbaar medium te zien verschijnen en op tournee te gaan. Al die dromen zijn veelvuldig uitgekomen. Omdat ik er veel voor heb ondernomen, vanzelfsprekend. In die zin kan men als independent muzikant, middels het gebruik van DIY-ethos, absoluut succesvol zijn. Ik heb het over geld noch beroemdheid, maar over het behalen van persoonlijke doelen.

Een soortgelijk non-financieel succes zag ik bij de Duitse band Trainwreck, toen ik een jaar of vijftien, zestien was. Ze kwamen uit de Duitse grensstad Aken. Het zijn echte antihelden die – naar mijn mening – heldhaftige dingen deden: effectieve muziek maken, platen uitbrengen, toeren in Europa, de Verenigde Staten en Japan… en dit allemaal op eigen kracht. Dit heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Het heeft ideeën in mijn hoofd geplant en uiteindelijk ertoe geleid dat ik mij actiever ben gaan engageren in het Europese DIY-netwerk. Dit is een van de belangrijkste dingen in mijn leven geworden.

 

“We hebben nooit afgesproken om 90’s indierock te gaan maken. Veel bands waar we mee worden vergeleken ken ik zelfs helemaal niet”

 

In dit artikel van Consequence Of Sound heerst de stelling dat het engagement van rockmuziek nu vooral in pop en hiphop ligt. Gitaarmuziek wordt gemaakt uit nostalgie, dat is de consensus. Ook Baby Galaxy wordt als een nostalgische ninetiesband beschreven. Wat vinden jullie hier zelf van?

Kees: De pop en hiphop van tegenwoordig heeft mij ook wel degelijk in de ban. Er gebeuren daar hele interessante dingen. Veel ‘rockbands’ van tegenwoordig gebruiken ook studiotechnieken en invloeden uit de popmuziek en hiphop. Dat vind ik maar zelden geslaagd. Ik denk dat wij redelijk ongecompliceerde muziek maken: weinig effectpedalen, simpele drumkit. Dat zou je als een typisch 90’s-ding kunnen zien. Maar we hebben nooit afgesproken om 90’s indierock te gaan maken. Veel bands waar we mee worden vergeleken ken ik zelfs helemaal niet.

Nick: Interessante vraag en lastige kwestie. Voor mij persoonlijk staat Baby Galaxy symbool voor iets progressiefs in mijn eigen levensloop, terwijl het in een historische context wellicht als iets stilstaands of zelfs regressiefs kan worden gezien. Deze discussie is heel theoretisch van aard. Een logische tegenvraag zou kunnen zijn: dient muziek theoretisch te worden beleefd?

Maar Baby Galaxy vloeit voort uit het muzikale referentiekader dat we door de jaren, als individuen, hebben opgebouwd. De keuzes die wij maken zijn gebaseerd op het onderscheid maken tussen mooi en lelijk, tussen kunst en kitsch. Dat wij toekomstmuziek maken – een ander uiterste – lijkt me sterk. Maar ik heb wel het gevoel dat wij een bepaalde energie kunnen transformeren tot muziek. Het is iets dat ik ervaar op repetities, in de studio en ook live. En dit staat losser van de algehele historische context… aan welke kant wij ons ook mogen bevinden.