Interview

The Lumes: Op het randje van de implosie


2 oktober 2017

Niet iedere gitaarband nodigt het publiek uit om gezellig te participeren in de cirkelpit. Neem het Rotterdamse The Lumes even als voorbeeld: de optredens van dit geruchtmakende trio gaan het ongemak niet uit de weg. Maxime Prins (zang/gitaar), Mitchell Quitz (drums) en Lennard van der Voort (bas) voeren een Spartaanse innerlijke strijd op confronterende wijze. Prins worstelt met zichzelf, met gevoelens die als spinnenwebben de denkkamer vertroebelen. Impulsief wordt alles maar als een stuk vuilnis op straat gesodemieterd.

Op dat podium schreeuwt Prins zijn diepste demonen uit zonder dat het allemaal slim, netjes of poëtisch moet ogen. Eerder hoge nood, net als het heel nodig moeten plassen. Vaak eindigt zo’n show met een overrompelende krachtmeting tussen lichaam en ziel, tot de absolute pijngrens is overschreden. Een abrupt einde ook vaak: de doffe klap van een gitaar tegen een ijskoude vloer, gevolgd door de priemende piep van een versterker. Je hoort Russell Crowe bijna brullen: “Are you not entertained!?”

Hoewel je geneigd bent voyeuristisch te voelen, is dit voor Prins gewoon vaste kost. Ondergetekende kan zich nog een stralende zondagmiddag herinneren aan de Nieuwe Binnenweg. The Lumes speelden die dag op het open podium tussen het scharrelende terrasvolk. Toch een rare setting voor een snoeiharde duiveluitdrijving. Dat dacht een van de buurtbewoners blijkbaar ook. Boos loopt een oude man naar beneden en pakt de microfoon van Prins af.  Prins schakelt echter moeiteloos de knop om en staat de bezorgde burger beleefd te woord. Aan beide kanten heerst verbazing en onbegrip. De vergunning voor dit openluchtpodium is betaald, dus na een korte woordenwisseling maken The Lumes de setlist gewoon af. Na de laatste oerkreet krijgt de groep een nogal onwennig applaus van de omstanders toegekend. Tsja, wat kun je anders?

 

“Wij zijn alledrie buitenbeentjes”

 

 

Drie jaar later zitten The Lumes weer op deze locatie: het terras van Rotown. Prins, Quitz en Van der Voort schuiven, komisch genoeg, in drastisch verschillende toestanden aan. Quitz, overdag boeker bij Rock ’n’ Roll Highschool, oogt wat afwezig, alsof hij urenlang naar een laptopscherm heeft lopen staren. Zijn inktzwarte haardracht, waarachter het gezicht vaak verstopt zit tijdens het drummen, is warriger dan normaal. Van der Voort, de kleine bassist, heeft nog de meeste rockster-allure van het trio: zonnebril op, plus peuk half hangend tussen de lippen. Een ondeugende grijns blijft gedurende het hele interview op zijn gezicht gepleisterd. Prins oogt nog het meest alert en fris van de drie, alsof hij direct uit een lange douche is gestapt en daar goed heeft nagedacht over wat hij tijdens ons gesprek wil overbrengen. De borrelhapjes worden geserveerd, en een erg goed gesprek volgt. Al blijft Van der Voort er nogal blasé onder: “We zijn geen band van praters.”  Prins beaamt: “We zijn alledrie buitenbeentjes.”

Eksit, Stage Left
Sinds in 2011 het Rotterdamse podiumcafé Exit failliet ging, verschuift het ondergrondse muziekklimaat van Rotterdam in rap tempo. Een plek waar je relatief laagdrempelig ‘gewoon bandjes’ kon kijken werd niet of nauwelijks geboden door de gevestigde infrastructuur. Dus muzikanten en kunstenaars zetten maar lekker koppig zelf liveshows op. Interessante, eigenwijze Rotterdamse bands schoten prompt als paddenstoelen uit de grond: Iguana Death Cult, The Afterveins, The Sweet Release Of Death, Cusack, Venus Tropicaux. Prins: “In de Exit heb ik echt hele toffe bands gezien. Bandjes die wellicht geen tickets in de V11 verkopen, maar dat betekent niet dat de muziek niet goed is. Ik vind het belangrijk dat dát er ook is. Livemuziek hoeft niet per se gedaan te worden vanuit dat zakelijke inzicht, om slechts tickets te verkopen. Dat hoeft niet per se de bepalende factor te zijn. ”

Quitz: “Het is een goede kweekvijver geweest waarin je alles kon en mocht proberen.” Quitz zette drie jaar geleden een reeks shows op in het oude Exit-pand, onder de noemer (u raadt het al) Eksit. Op deze manier kwamen veel gelijkgestemden muzikanten uit Rotterdam plots in aanraking met elkaar. De naschokken van die tijd zijn nog steeds goed voelbaar. Het boekingskantoor Cloudhead van (voormalig Afterveins-gitarist) Xander van Dijck, dat later nog De Likt tekenden, ontstond bijvoorbeeld hier. Voordat hij bij Rock ’n’ Roll Highschool aan de bak mocht, werkte Quitz bij Cloudhead: negen van de tien keer zag je ‘m met een muziekinstrument zeulen. Bij een show van The Afterveins kwam Quitz een keertje Prins tegen, een oud-klasgenoot die hij eigenlijk niet super goed kende. Prins:  “Zit jij nog in een band?”, vroeg ik toen. Ik had daarvoor met Lennard al geprobeerd om een project op te zetten dat uiteindelijk op niks was uitgelopen. Dus ik zei tegen Mitchell: Ja, ik weet nog wel iemand.” En zo geschiedde. Prins: “De eerste paar klappen waren raak.”

Vloeibaar staal
In de beginfase waren The Lumes – als het ware – zo heet en vormloos als vloeibaar staal. De band sprong met ongeremde intensiteit uit de startblokken en trok meteen alle registers open. Nog voordat er een vaste vorm was bepaald en de juiste ammunitie kon worden gesmeed. De eerste EP Satan kwam slechts binnen een dag tot stand in de Sahara Sound Studio van Henk Koorn. Veel galm, veel reverb, veel effecten en (vooral) veel ongepolijste, onaffe gedachten.

Quitz: “In het begin waren de nummers allemaal keihard en minder muzikaal. We hadden veel energie op voorraad, en dat moest er gewoon uit. En nu, drie jaar later, begint het wel muzikaler te worden.” The Lumes was meer een brok energie dan een volwaardige band. Obscuur, tot je ze live zag tenminste: dan was het menens. “Alles of niets”, zoals Prins het noemt. “Zodra je iets opgenomen hebt, dat zit het niet meer in je systeem. Dan is het klaar. Dan kun je door naar het volgende”, vult Van der Voort aan.

 

De band reisde mee met de Popronde en speelde toen in korte tijd behoorlijk wat shows. Misschien meer shows dan uiteindelijk gezond was, want het creatieve proces liep uiteindelijk een beetje spaak, merkt Quitz op. “We hebben in het begin vooral veel live gespeeld en relatief meer aandacht gevestigd op het repeteren dan het schrijven, om de nummer superstrak te krijgen. Ik denk dat wij stiekem iets tegen hebben gehouden in onszelf. Waardoor we in mijn optiek nu veel betere nummers zijn gaan schrijven.” Van der Voort: “Het is niet zo dat een persoon alles moet verzinnen. Er is niet een bepalende drijvende kracht in de band aanwezig.”

Bij The Lumes is het dus niet zo dat Prins netjes een dagboekje bijhoudt met uitgewerkte teksten en akkoorden. Alledrie de bandleden moeten samen in een ruimte aanwezig zijn en elkaar durven aanvliegen: soms met gestrekt been erin. Door die wrijving ontstaat er weer iets nieuws. Quitz: “We hebben volgens mij nog nooit een nummer geschreven waarbij een van ons niet in de ruimte aanwezig is.” Zo’n creatief proces moet je ook niet willen beteugelen, vind Prins: “Soms is het er gewoon niet.” Quitz: “Ik kan wel heel depressief worden zodra het even weg is. Maar dan word ik ook weer intens gelukkig zodra het weer terugkomt.”

De impulsieve gedachteschimmen van Prins treden weliswaar op de voorgrond, ook Quitz en Van der Voort hebben een persoonlijke aanspraak in The Lumes. Dat reikt overigens veel dieper dan slechts zucht naar avontuur en plezier. Van der Voort werkt elke week als begeleider van mensen met verstandelijke beperkingen, die ook nog eens met gedragsproblemen kampen. “Ik krijg best vaak klappen voor mijn kop. Bijna elke dag kan er iets goed misgaan. Ik kom een hoop agressie tegen. Dus dat is best een intensieve job.” Als kleine man, die een persoon niet zomaar fysiek kan overmeesteren, heb je dus een nogal dikke huid nodig. En zelfs dan is Van der Voort niet altijd immuun voor wat hij aantreft. “Ik heb The Lumes létterlijk nodig. Eigenlijk voor het eerst speel ik in een band die ik echt als uitlaatklep ervaar.”

Prins: “Mitchell en ik zijn best extreme persoonlijkheden, dus Lennard is de aangewezen persoon die het evenwicht in de band bewaart.”

“Zonder mij waren jullie elkaar al lang in de haren gevlogen”, grinnikt Van der Voort vervolgens, op zo’n typisch tongue in cheek manier dat je niet zeker weet of hij niet gewoon een grapje maakt.

 

Imperfecties
Voor het nieuwe mini-album Envy, op 6 oktober uit via Duits indie label CrazySane Records, kon The Lumes eindelijk goed nadenken over de vorm waarin die balsturige energie gegoten kon worden. Het cliché zegt ons dat de nummers maar eens goed bijgeschaafd en opgepoetst moesten worden. The Lumes doet op dit mini-album eigenlijk het tegenovergestelde. Het grovere gereedschap werd ingezet om de sound verder aan te dikken: ladders, vallende platen en noem maar op.  Het canvas is niet kleurrijk, smaakvol of egaal, maar als een granieten muur vol krassen, gaten en holtes. Deze zes nummers leggen de kleine imperfecties, nare emoties als afgunst, paranoia en paniek, bloot met een broos maar geducht industrial/noise-geluid. De woorden van Prins worden niet meer door een galmlaag uitgesmeerd, ze zijn zowaar goed hoorbaar.

Op zowel Discharge als Feign klinkt The Lumes als een band die op de rand van imploderen balanceert, en zich tegelijkertijd vertrouwd voelt binnen deze precaire toestand. Single Slow is minder een vulkaanuitbarsting, meer een claustrofobisch tafereel waarin Prins’ stem wanhopig weerkaatst als een soort gevangen spook. Ook het artwork van Envy is een fraai verlengstuk geworden, eentje van ontroerende en persoonlijke aard. Het is gemaakt door de zus van Quitz: “Mijn zusje is heel erg groot Disney fan. Het is een beeld van een prinses die vastzit in een boom, maar die boom wil haar niet loslaten. Mijn zusje heeft een geestelijke beperking. Ze heeft ooit eens gezegd, ik wil een ‘normaal’ meisje zijn. En ik denk dat dat een beetje ‘het beeld’ voorstelt. Het idee dat ze een normaal meisje wil zijn maar dat niet kan.”

Prins: “Het is heel puur. Dat is ook precies wat ons aanspreekt. Het was ook een soort basisbehoefte van Mitchell’s zusje om dat beeld te maken. Het is niet perfect, maar wel super mooi. Dat is ook wat deze muziek belichaamt voor ons. Het hoeft niet perfect te zijn, maar het moet voor ons wel echt zijn. En oprecht aanvoelen.”

Geef je demonen een vorm en je hebt ze in de smiezen. The Lumes vlucht niet meer voor eigen demonen: die demonen vluchten nu voor hen.

Envy van The Lumes verschijnt op 6 oktober bij CrazySane Records. Op diezelfde datum presenteert de band het mini-album in de V11, Rotterdam. Er zijn nog kaarten beschikbaar.