Het is me wat. Je bent vijftien, komt uit Canada en treed op in Paradiso Noord voor een uitzinnig publiek. Justin Bieber? Nope. Het grote verschil met laatstgenoemde is dat deze tieners muziek maken die ook aanslaat bij een publiek anders dan pubermeisjes van twaalf.

Tekst Bram van Duinen

Zit er een addertje onder het gras? Nou, een kleintje dan. De frontman van Calpurnia is de vijftienjarige Finn Wolfhard, een van de bekendste tieners ter wereld dankzij zijn hoofdrol als Mike Wheeler in Stranger Things. Natuurlijk vormen zijn bekendheid en ruim 11 miljoen Instagram-volgers de ideale springplank voor een jonge band als deze. Ook de producer van Calpurnia’s debuut-EP, Twin Peaks-zanger Cadien Lake James, heeft de band te danken aan Stranger Things, aangezien Wolfhard aan James is voorgesteld door castgenoot Joe Keery, die Steve speelt in de serie. Maar voordat je dit artikel wegklikt en cynisch in jezelf mompelt dat The Daily Indie je tegenwoordig een standaard middelbareschoolbandje voorschotelt dat dankzij een beroemd lid alles maar cadeau krijgt, zou je eerst eens een nummer van de kids op moeten zetten. Deze bijvoorbeeld:

Het lekker rammelende City Boy heeft namelijk alles wat je van een indie-jam mag verwachten: een prettig oldschool geluid, sprankelende gitaren, een stemmig achtergrondkoortje en op driekwart van het nummer nog een goeie tempoverandering, die ervoor zorgt dat je het nummer graag nog eens op repeat zet. Bij bandleden zo’n leeftijd ga je meteen raden naar hun platenkast – of wellicht die van hun ouders. Daar tref je natuurlijk klassiekers als The Beatles, Led Zeppelin en Jimi Hendrix aan (die grandioos gecoverd wordt door leadgitarist Ayla Tesler-Mabe).

Gelukkig kijkt Calpurnia ook naar recentere muziek dan die van vijftig jaar geleden. Wolfhard zegt erover: “We zijn absoluut geen groepje zure kinderen dat onder iedere Led Zeppelin-video reageert dat we in de verkeerde generatie zijn geboren en dat alle muziek van nu verschrikkelijk is. We houden juist van deze periode en al mijn favoriete bands zijn van na 2001. Het heeft niets met generaties te maken. Wij proberen met onze muziek wel om wat verder te kijken dan sommige muziek van nu, die puur geschreven wordt om een hit te worden. Ik geloof dat muziek veel meer voor je kan betekenen als je daarbij wegblijft. Wij hebben zo al best wat jongeren geïnteresseerd gekregen in rockmuziek.”

Wanneer ik voor de grap vraag of ze wel eens naar Soundcloud-rap luisteren – het genre dat misschien wel het verst van Calpurnia’s muziek af staat – reageert bassist Jack Anderson verbazingwekkend enthousiast. “Ik luisterde gisteren naar het nieuwe album van Earl Sweatshirt. Het is niet echt Soundcloud-rap, maar dat album is zo goed! Soundcloud-rap vind ik ook cool. Lil’ Pump is gewoon super vermakelijk. Het vette aan dat platform is dat je alles zelf kunt doen. Je hebt geen label nodig, je kunt gewoon je carrière starten en soms wel honderden miljoenen streams krijgen. Kijk eens hoeveel Soundcloud-rappers betekenen voor zo veel mensen. Ik vind dat echt bijzonder.”

Ook Wolfhard is niet bang om eens iets zonder gitaren te luisteren: “Ik vind het album van Earl Sweatshirt ook heel goed. We hebben allemaal super verschillende muzieksmaken, maar rock en indie is wel de overlappende factor. Daar ligt de basis voor onze band.”

Op een middelbare school waar iedereen alleen maar over Ariana Grande, Post Malone en 6ix9ine praat, val je al snel op als jij het hebt over Mac Demarco, My Bloody Valentine en The Lemon Twigs. Voor veel tieners is iedere vorm van nonconformisme een nachtmerrie. Missen de bandleden van Calpurnia wel eens binding met leeftijdsgenoten als ze zo anders bezig zijn?  De zeventienjarige Tesler-Mabe, de vrolijkste en meest spraakzame van de vier, heeft er weinig last van. “Soms is het wel eens frustrerend dat muziek zo’n grote rol speelt in mijn leven en dat sommigen dat niet snappen en waarderen. Het is jammer dat je het dan niet kan delen. Maar ik kan ook makkelijk connecten met mensen zonder dat ik hun muzieksmaak deel. Ik probeer ook niet per se om op te vallen in die zin, hoewel ik het wel leuk vind om mezelf retro te kleden.”

“Ik vind het leuke van ons project dat we de kans krijgen om te praten met zoveel mensen die dezelfde muzikale interesses hebben als wij”, vult Anderson aan. “Dat gezegd hebbende, ik doe juist heel hard mijn best om mijn muzieksmaak niet in mijn normale leven uit te dragen. Ik sta er in de band om bekend dat ik naar heel gekke, experimentele muziek luister. Als ik me daar naar zou gedragen, zou ik nu waarschijnlijk in de gevangenis zitten”, lacht hij.

Er hangt een losse, relaxte sfeer tijdens het gesprek met Calpurnia. Er worden veel grappige zijweggetjes ingeslagen: zo vormt er tijdens het gesprek een plan voor een actiefilm over een spion die Calpurnia’s bandbus leegrooft, het liefst met John Wick in de hoofdrol. Wolfhard en Anderson touwtrekken wat met een ketting. En drummer Malcolm Craig plaagt Finn met het feit dat hij even niet meer weet wat goniometrie (onderdeel van de wiskunde) is: ‘It’s a school thing, Finn.’

Je hebt ook geen tijd om na te denken over sinussen en cosinussen wanneer je zo druk bent met je acteercarrière dat je hele leven op zijn kop staat. Het is leuk om te zien dat deze band – in omgang vooral vriendengroep – Wolfhards carrière respecteert, maar hem absoluut niet als hun meerdere zien of behandelen. Het is hoogtijd om die elephant in the room er eens uit te sturen. Ik weet namelijk dat Wolfhard zijn acteercarrière en de band het liefst zo gescheiden mogelijk houdt, maar zijn faam is simpelweg te groot en belangrijk voor de band om het er niet over te hebben.

De band heeft er veel over nagedacht, vertelt Tesler-Mabe. “Natuurlijk begrijpen we dat dankzij Finns carrière in zo’n unieke positie zijn. Toen wij aan dit project begonnen, wisten we dat het op het begin bekend zou staan als ‘de band van Finn’. Hoe langer we bezig zijn en laten zien dat we echt met zijn vieren bezig zijn met muziek, hoe meer mensen dat ook zullen erkennen. Ik weet niet hoeveel tijd ik heb alleen in mijn kelder heb gezeten, keihard aan het werk om mijn instrument echt goed te leren bespelen. Dat geldt voor iedereen in de band en we hebben allemaal die passie voor muziek. We begrijpen het dus wel als mensen sceptisch zijn, maar ik hoop dat ze ons gewoon een kans geven en naar onze muziek luisteren before they jump on the hatewagon. Dit is iets dat we hoe dan ook zouden doen met zijn allen, we hebben gewoon geluk gehad met onze uitgangspositie.”

Met je acteercarrière in zo’n stroomversnelling (de Europese tour van Calpurnia startte bijna direct nadat Wolfhard klaar was met het filmen van Stranger Things seizoen 3 en hij was vorig jaar ook nog te zien als Richie Tozier in de verfilming van Stephen Kings It) is het moeilijk om veel tijd te vinden voor de band. Hoe pakt hij dit aan? “Ik houd gewoon blokken vrij in het jaar om aan het werk te gaan met deze groep. Iedereen heeft nog andere projecten. Het is niet alsof ze het hele jaar voor het raam zitten, zo van: ‘wanneer komt Finn nou eens thuis?’

We kunnen ook gewoon doorwerken als we niet bij elkaar zijn”, zegt Anderson. “Soms stuurt iemand gewoon een spraakopname van een idee. Maar het liefst zijn we wel allemaal aanwezig bij het schrijfproces, zodat het resultaat klinkt als iets van ons allemaal.” Tesler-Mabe vult aan: “Al onze nummers hebben uiteindelijk wel dat collectieve geluid. Zelfs als iemand niet per se echt bijdraagt, kan de aanwezigheid van diegene in de kamer nog wel bijdragen. In Nashville hebben ze daar een filosofie over, dat je altijd een deel van de royalties krijgt als je aanwezig was in de kamer tijdens het schrijfproces, omdat je aanwezigheid inspirerend werkt. We proberen dus zoveel mogelijk bij elkaar te zijn in het maakproces. En anders denken we zo hard mogelijk aan elkaar.”


Fans van Twin Peaks hebben momenteel weinig te klagen. De jongens uit Chicago brengen de rest van het jaar maandelijks een kersverse splitsingle uit. Ze noemen het project de Sweet ’17 Singles Series. Bij elkaar zullen alle nummers een heel album vormen. Kort geleden verscheen de derde split van de serie, Come For Me/Fat Chance. De nummers zijn lekker melancholisch en perfect om te beluisteren terwijl je de regenachtige nazomer over je heen laat komen.

Op alle nummers van de Sweet ’17 Singles wordt op een fijne manier voortgeborduurd op het geluid van Down In Heaven, het laatste studioalbum van de band. Op Come For Me en Fat Chance komt de gevoelige kant van de band goed uit de verf. Het Stones-achtige Come For Me begroet de luisteraar met een melodieuze pianopartij en de geruststellende baritonstem van zanger en gitarist Clay Frankel. Het nummer, dat gaat over een verloren liefde, piekt in een effectieve, Dylan-esque harmonicasolo. B-side Fat Chance is een lo-fi akoestisch nummer, dat gaat over thuis, vrijheid en herinneringen. De track doet wederom erg denken aan vroege Bob Dylan en de folkmuziek waar hij zich door liet inspireren. De volgende keer dat je kijkt naar de druppels die over je raam stromen en terug verlangt naar betere tijden, zullen deze nieuwe nummers van Twin Peaks zeker bijdragen aan de sfeer.

Zaterdag 22 juli stond TWIN PEAKS @ EKKO al sinds afgelopen winter in onze agenda in dikke chocoladeletters. Onze favoriete badasses uit Chicago waren namelijk in Nederland en lieten een prettige trail of destruction door ons land achter. 

Na ons interview met de heren stond The Daily Indie uiteraard popelend vooraan, onder meer in de vorm van fotografe Sabrine Baakman. Zij maakte een mooie serie van de avond, die werd gesupport door de Nederlandse vrienden van Jellephant & The Phantoms. Nog even nagenieten? Scroll vooral door.

 

Jellephant & The Phantoms

 

Twin Peaks

Welcome to The Village
21 – 22 – 23 juli

Twin Peaks heeft een nieuwe single. Tossing Tears heet ‘ie, en behalve een stukje zelfverzekerd songschrijven is dat de voorbode van Sweet ’17, een bijzonder project. De band brengt tot eind van het jaar zes singles uit, die met zes B-sides dan weer een compilatiealbum vormen. Sweet ’17 kwam niet zonder slag of stoot tot stand en is een ambitieus sonisch document van een band die zich in de pubertijd van zijn carrière bevindt. Opgroeien of voor eeuwig slacken? We praten erover met voorman Cadien Lake James.

Het kostte nogal wat moeite: krijgen we na drie eerdere pogingen eindelijk Twin Peaks’ voorman Cadien Lake James aan de lijn, is hij niet in opperbeste stemming. De avond ervoor is bij een show in het Canadese Montréal de voorruit van de bandbus ingetikt en zijn er telefoons, skateboards en een laptop met work in progress muziek buitgemaakt. Het was de tweede keer in drie maanden, nadat in mei bij een inbraak de meeste gear uit de studio van de band werd gejat. Maar het meest is James over de zeik dat tijdens de show ook zijn wiet uit de kleedkamer werd gestolen: “I guess we do get robbed often lately. It’s a pain in the ass. Just some assholes. There are assholes everywhere in the world. Never forget that.” Om vervolgens terug te keren bij zijn aimabele zelf en te relativeren: “Gelukkig zijn er ook overall goede mensen. En we zijn nu in de positie dat we niet meteen compleet fucked zijn. We hebben tegenwoordig geld voor een nieuwe ruit.”

 

 

Muzikale wapenwedloop
De moeite die ondergetekende moest doen om een vertegenwoordiger van de band te spreken te krijgen, had een goede reden: Twin Peaks is druk. Cadien, Con, Clay, Colin en Jack zijn bezig met de bouw van een nieuwe studio (het oude pakhuis in Chicago waar de oude studio was gevestigd en waar de gear werd gejat, werd gesloopt), waar op het moment van bellen aan wordt geklust. Tel daarbij op een bomvol tourschema (in de VS en deze maand ook tien shows in Europa, onder andere in EKKO en op Welcome To The Village) en het feit dat de band ook nog een ambitieus idee heeft opgevat: zes maanden lang elke maand een single uitbrengen, die inclusief een B-side op een 7-inch verschijnt. De hele verzameling van twaalf nummers belandt vervolgens op een 12-inch onder de naam Sweet ’17.

“Ik was vroeger een grote fan van de Matador Singles van Jay Reatard (uit 2008 – red.)”, vertelt James. “Eens per maand kon je uitkijken naar een nieuwe single. Zo kregen we het idee, it just made more sense. Waarom zouden we mensen laten wachten, terwijl wij tot het eind van het jaar een plaat aan het opnemen zijn die dan waarschijnlijk pas halverwege volgend jaar naar buiten kan? We dachten: we kunnen gewoon songs opnemen en direct uitbrengen. Zo zijn we net zo productief en blijven we wel relevant en op het netvlies van mensen, you know.”

Een opvallende uitspraak, voor een frontman die ooit aangaf Europese tours te verkiezen boven die in het thuisland, omdat er dan in elk geval niet zo veel publiek op de been zou zijn. Dat is geen valse bescheidenheid, legt James uit. “Begrijp me niet verkeerd, we hebben op festivals voor 15.000 man gespeeld en dat zijn mijn favoriete shows ooit. Maar ik zie het gewoon niet gebeuren dat dat standaard wordt. Zo’n grote markt is er niet voor onze muziek. Neem Thee Oh Sees. Die zijn tien jaar bezig en spelen in het hele land voor zalen van duizend man. Als wij dat hebben bereikt na tien jaar, that would be sick, if not, I don’t give a hell. We zijn vijf jaar bezig. Het is wat het is. Als het groter wordt, ben ik game. Ik ben hier om muziek te spelen en nummers te schrijven.”

 

“Ik wil de muziek maken die ik wil maken, maar ik wil niet dat mensen vergeten dat ik het maak.”

 

Nonchalante coolness, maar dat strookt natuurlijk niet met ‘relevant willen blijven’. Wanneer we James erop wijzen: “Kijk, er zijn zoveel bands tegenwoordig, en die brengen zo veel muziek uit. Als je even stopt, moet fucking huge zijn, willen mensen je niet vergeten. Neem onze vrienden van The Orwells. Die namen twee jaar vrij en moesten weer bij nul beginnen. Mensen hebben de tijd niet om op je te wachten. Muziek uitbrengen zorgt ervoor dat je scherp blijft, en het is een soort vriendelijke competitie tussen bands.”

Interessant gegeven, zo’n muzikale wapenwedloop tussen bands, met de aandacht van het publiek als inzet. Het is een van de verklaringen voor de hoge productiviteit in bijvoorbeeld de garage-scene, en de toenemende voorkeur voor het uitbrengen van EP’s over hele albums. James zegt daarover: “Je moet wel zorgen dat je kwaliteit maakt. Met name bij garagebands is die balans vaak zoek. En wanneer ik zeg: ‘relevant’, bedoel ik het ook niet zo gewichtig of grensverleggend. Ik wil de muziek maken die ik wil maken, maar ik wil niet dat mensen vergeten dat ik het maak.”

 

 

Ouder en serieuzer worden
De volle agenda van Twin Peaks kwam het schrijven en opnemen van Sweet ’17 niet ten goede. Voor de laatste langspeler Down In Heaven verhuisde de band naar het platteland van Massachusetts, waar tussen het drinken en kanovaren door ook rustig aan wat muziek werd gemaakt. Nu was de band gebonden aan een vol tourschema, en moest zoals gezegd ook tussendoor meermaals verhuizen naar verschillende studio’s in thuisstad Chicago. “Het was verre van ideaal. Ik hou van een rustige omgeving, waar ik het kan veroorloven om een beetje lui te zijn en de muziek er meer natuurlijk uitkomt. De clichés over in de studio werken onder tijdsdruk, zijn waar. Je moet continu tegen de klok werken en beslissingen maken. Het is cool, maar ik heb liever meer tijd. Gelukkig hebben we binnenkort onze eigen studio bij onze vrienden van Tree House Records. Ons eigen dromenland, waar we alles kunnen doen en laten wat we willen.” Om er snel aan toe te voegen: “Dat betekent overigens niet dat we niet blij zijn met wat we hebben gemaakt. Ik ben er heel trots op.”

Wat heet: eerste wapenfeit Tossing Tears klinkt als een staaltje zelfverzekerd songschrijverschap, met voor Twin Peaks-begrippen belachelijk uitgebreide arrangementen en andere sonische decoratie. We noemden het op de redactie eerder al een ‘meesterwerkje’. Het is desondanks nauwelijks een Twin Peaks-song: de kenmerkende lo-fi sound van de band is in geen velden of wegen te bekennen. “Het is een song die we al een tijdje hadden liggen”, vertelt James. “We wilden echt uitpakken voor de outro, met de funky gitaren, piano en ‘na na na’s’. Het gebeurde heel natuurlijk.”

 

“Shit man, als je eens wist wat er qua muziek allemaal gebeurt in mijn hoofd, zou je jezelf van kant maken.”

 

Tossing Tears is geen blauwdruk voor de overige singles, benadrukt James. Twin Peaks heeft vier songschrijvers in de gelederen en de nieuwe nummers werden over een lange periode geschreven. “Shit man, als je eens wist wat er qua muziek allemaal gebeurt in mijn hoofd, zou je jezelf van kant maken. Nee, geintje, dat klonk depressief. Ik ben een happy guy. We hebben die sound van Tossing Tears niet bewust gezocht. We hebben sindsdien ook niks meer geschreven dat erop lijkt. Elke single op Sweet ’17 heeft zijn eigen vibe, dat maakte het ook leuk. Het is straks een hoeveelheid nieuw materiaal dat in principe een album is, maar dan zonder dat er enige samenhang in hoeft te zitten. De 12-inch zien we ook als een compilatie. Het was een manier om een album uit te brengen, zonder echt een album te maken, snap je? Het gaat alle kanten op, maar ik weet zeker dat het werkt, want uiteindelijk klinkt alles als Twin Peaks.”

James snijdt hier een heikel punt aan: Twin Peaks werd nog weleens verweten zoekende te zijn. Op de platen Sunken (2013), Wild Onion (2014) en Down In Heaven (2016) speelt de band net zo makkelijk lo-fi sixties pop als luide garagerock. Dat is niet voorbij, claimt James. “We hebben inderdaad twee kanten, maar we zijn niet zozeer zoekende. We vinden het gewoon allebei leuk om te doen. Het zou ons publiek kunnen polariseren en ik denk dat we inderdaad succesvoller zouden zijn als we één ding deden. Maar dat is niet wat Twin Peaks is en dat is speciaal aan deze band. Er zijn zat mensen die het wel beide leuk vinden. We zijn vijf gasten die geode muziek willen maken en we doen gewoon whatever the fuck we want to do.” Het is dus geen gevalletje ‘ouder en serieuzer worden’…? “Fuck no man, I’m getting crazier every year.”

Dat de aanpak van Twin Peaks succesvol is, blijkt: de 7-inches, die als pakket van zes tegelijk te koop waren voor 50 dollar, waren in een dag uitverkocht. “We proberen nog een manier te vinden om extra te laten drukken voor Europa en de UK. Het was niks exclusiefs ofzo, iedereen kan de songs online luisteren. De 12-inch komt ook in een grotere oplage. Maar 7-inches zijn belachelijk duur en we doen er zes in een korte tijd, dus het was een duur project waar we niks op verdienen. Het was alleen voor de echte fans die zaten op te letten.”

Dan wordt James door de andere leden van Twin Peaks weer bij de les geroepen. Er moeten zware houten platen naar de nieuwe studio worden gesjouwd. Laatste vraag: verwacht hij dat de fysieke releases van de singles heuse collectors’ items worden? “You know, we werken heel hard om de band zo goed te maken dat zoiets lukt. We zien wel, haha. Ik moet er vandoor. Zie je in Europa. Peace!”

 

Twin Peaks live zien? De band speelt zondag 23 juli op Welcome To The Village, met nog een hele hoop ander moois!

WEBSITE FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT

 

Ook speelt Twin Peaks op 22 juli in EKKO op onze eigen TDI Presents-avond aldaar. TDI-leden krijgen €2,50 korting.

 

Chicago mag dan beter bekend staan om namen als Sam Cooke, Chaka Khan en Patti Smith, maar ook de laatste jaren brengt de stad nog steeds uitstekende acts voort, zoals Smith Westerns, Wilco en, meest recent, Twin Peaks. Die laatste bracht onlangs zijn nieuwste plaat Down In Heaven uit, de opvolger van het in 2014 verschenen Wild Onion.

Down In Heaven staat bol van de garagepop die nét rauw genoeg is om niet te verzanden in doorsnee pop. Op tracks als My Boys en Butterfly ga je geheid mee in de ‘la la la’-refreintjes, terwijl de band toch altijd die rauwe grit weet te waarborgen. Cadien Lake James kan zijn stem heerlijk te laten meegolven op de zwoele melodieën van de rest van de band, maar is nooit te beroerd om zo nu en dan even flink zijn strot open te trekken.

Compositorisch werkt het ook allemaal als een tiet: Down In Heaven bestaat back-to-back uit fenomenale indiesongs die zowel vocaal als instrumentaal uitstekend in elkaar zitten. We horen invloeden van The Velvet Underground, maar de vergelijking met hedendaagse bands als Ultimate Painting is ook snel gemaakt. Met het afleveren van dit derde album heeft het jonge vijftal een plaat op zijn naam staan waar veel andere indiepoppers een puntje aan kunnen zuigen. Kandidaat voor de zomerplaat van het jaar.

Het mannetje op de coverart van Twin Peaks nieuwe Holding Roses staat zorgeloos tegen de lantaarnpaal te leunen. Althans, zo lijkt het. Wanneer je beter kijkt, zie je dat hij een treurig bosje rozen in zijn hand houdt. ‘Goodbye baby, I really wish you could have stayed’. Deze gemoedelijke doch treurige vibe voel je het hele nummer door.
 
Zoals te zien op de recente bandfoto’s, is toetsenist Colin Croom terug van weggeweest en dat maakt Twin Peaks weer een vijfmansformatie. De pianopartij geeft een hele frisse wending aan Holding Roses. Waar pretty pimpin’ van Kurt Vile in 2015 het ‘wandelnummer van het jaar’ was, maakt Holding Roses nu al kans om deze titel in 2016 binnen te slepen.

 

Na Walk ToThe One You Love deelde Twin Peaks een tweede voorbode van hun volgende album Down In Heaven. Butterfly vliegt niet lieflijk voorbij, maar voelt eerder woelig en onstuimig aan. De band verduidelijkt dat als volgt: ‘A sort of doomy dance song that quite honestly could be summed up as: let’s have sex because we’re all going to die’.

Als deze boodschap toch nog wat troebel zou zijn, is Clay Frankel daar met een oplossing. Hij voorzag de single van een wel heel letterlijke clip. Handgeschreven karaoke voor beginners als het ware. Twin Peaks volledige plaat Down In Heaven komt uit op 13 mei via Grand Jury.

 

Niet alleen verschijnt er volgend jaar een nieuw seizoen van de legendarische TV-serie Twin Peaks van David Lynch, we krijgen binnenkort óók nog eens een nieuw album van de gelijknamige band.  

Twin Peaks’ nieuwe single Walk To The One You Love klinkt een stuk scherper en meer doordacht dan de fijne garagerock van het vorige album, ‘Wild Onion’ uit 2014. Voeg daar ook nog eens een laagje country aan toe en je hebt een verdomd leuke eerste single die veel goeds belooft voor de nieuwe plaat.  Het nieuwe album van Twin Peaks heet ‘Down in Heaven’ en verschijnt op 13 mei.

Eten en drinken: het inspireert de muzikant. Koffie (en tv – Blur), bruine suiker (a.k.a. heroïne – The Rolling Stones): het zijn nummers. Ooit gehoord van een wilde ui? Wij niet, tot de Amerikaanse band Twin Peaks afgelopen jaar zijn tweede plaat ‘Wild Onion’ uitbracht – het schijnt overigens een bijnaam voor een wilde plantensoort te zijn.

Wild is hij, die plaat. Uptempo garagepunk. Toch, tussen al dat rock-‘n-rollgeweld schuilt melancholie. Onvervalste meehuilmomenten, daar heb je geen gesneden uien voor nodig. Acht maanden na ‘Wild Onion’ laat de band zich opnieuw van zijn gevoelige kant zien met het nummer Got Your Money. Koortjes, mineurakkoorden: pure rock-‘n-rollmelancholie.

 

twin peaks chicago

 

Met debuutalbum ‘Sunken’ verscheen Twin Peaks halverwege vorig jaar op de radar. Na wat gedonder met de bandnaam (Peak Twins, Twin Peax?) zijn ze eind december terug met een casette met twee nummertjes, gewoon als Twin Peaks. Ook hierop is hun catchy, poppy garage te horen. Dit keer met meer Smiths Westerns-achtige glam dan op het debuutalbum. Het schurkt tegen het foute aan, maar ‘flavor your heart and your soul’ zing je de tweede keer gewoon luidkeels mee. Hopelijk is deze oorwurm een voorproefje voor een tweede album in 2014.

 

 

 

twin-peaks-sunken

 

Het hemelse liedje Irene van Twin Peaks is al net zo prachtig als de rest van het schitterende debuutalbum ‘Sunken’ dat de band eerder deze maand uitbracht. Deze laatste single is een prachtvoorbeeld van de zacht glinsterende nummers die de band weet te maken. De wiegende melodie in het nummer lijkt continu in- en uit te ademen en blaast alle instrumenten met een zomers briesje rond zich heen. De 19-jarigen uit Chicago doen een beetje denken aan hun stadsgenootjes van Smith Westerns, met het licht naar voren tuimelende nummer dat drijft op een zoete zee vol gitaren met zachte reverb en fuzz dat kabbelend de kust raakt door een frisse bries vol lo-fi .

Ideaal voor deze zomeravonden, Irene voelt aan als een slowmotion van dat ‘aaahhh’-moment wanneer je je eerste verse biertje opentrekt na een dag hard werken. Luister hieronder en je weet wat we bedoelen.