In de wintermaanden zoeken naar nieuwe muziek, het drijft soms tot wanhoop. Gelukkig viel er in de laatste stuiptrekkingen van vorig jaar genoeg te vinden op het YouTube-account van de Amerikaanse radio-organisatie NPR. Sinds mensenheugenis presenteert dat platform onder de naam Tiny Desk piekfijne sessies met muzikanten uit even veel genres als windrichtingen (de Volkskrant volgt inmiddels in die voetsporen). Altijd al een genot voor het oor en het oog, maar de afgelopen tijd lijkt het wel alsof NPR extra on fire is. Omdat je voorlopig vast de dag nog niet doorkomt met nieuwe albums, presenteren we hieronder een bondig overzicht van de beste Tiny Desks van afgelopen tijd.

Tyler, The Creator
Met Flower Boy bracht de beruchtste exponent van Odd Future vorig jaar een van de meest gevierde hiphopalbums van 2017 uit. De nieuwe weg die de Amerikaan daarop insloeg is duidelijk terug te horen in zijn sessie. Okonna & co. spelen onder meer prijsnummer Boredom. Nu maar hopen dat ‘ie half zo mooi klinkt als Tyler deze zomer op Best Kept Secret staat.

 

King Krule
23 is ‘ie pas, Archy Marshall, maar hij heeft vast meer meegemaakt dan jij. Althans, dat doet zijn donkere, door jazz doordrenkte punk (of door punk doordrenkte jazz) vermoeden. De Londenaar bracht met The Ooz de langverwachte opvolger van zijn debuut 6 Feet Beneath The Moon uit en behaalde met dat broeierige breiwerk van invloeden menig jaarlijstje. Meer dan terecht, bewijst ook onderstaande Tiny Desk.

 

Moses Sumney
De muziek van de vorig jaar definitief doorgebroken Moses Sumney is zo breekbaar dat we ‘m eigenlijk niet in de buurt van ons rommelige bureau zouden laten slingeren. Liever zetten we Moses’ debuutalbum Aromanticism in een vitrine, in een museum dat de luisteraar de ruimte biedt zijn liefdeloze doch liefdevolle liedjes te bewonderen. Toch moeten we toegeven: het heeft wel wat om Sumney het serene Doomed te zien spelen tussen stapels papier, koffiemokken en puntenslijpers.

 

Courtney Barnett & Kurt Vile
Twee muzikanten in één Tiny Desk, past dat wel?! Wel als het de inmiddels onafscheidelijke Kurt Vile en Courtney Barnett betreft, blijkbaar. Het tweetal vond elkaar vorig jaar in een gezamenlijke visie en sloeg de handen ineen voor Lotta Sea Lice, zonder twijfel een van de lekkerste albums die ooit gemaakt is voor jouw luie dag. Another day at the office? Nee, ‘Kurtney’ transformeerde Tiny Desk moeiteloos tot de open mic-avond van dat bruine café bij jou in de buurt.

 

Phoebe Bridgers
Lange tijd leek het erop dat de zachtaardige singer-songwriter met zoetige liedjes tot het verleden behoorde. Ben Howard? Nee, dat levert je al lang geen geloofwaardigheidspunten meer op. Toch waren er vorig jaar een aantal artiesten – vrouwen, vooral – die het folky idioom vorig jaar eigenhandig naar de tegenwoordige tijd trokken. Julien Baker (check haar Tiny Desk hier) en Julie Byrne, bijvoorbeeld. Of Phoebe Bridgers, die een heuse hartendief bleek toen haar sterke debuutalbum op het nippertje een plekje in veel jaarlijstjes veroverde.

Stiekem wisten we het al, maar afgelopen weekend illustreerde de tweede editie van het Rotterdamse REC. Festival het nog maar eens kristalhelder: rock-’n-roll is dood, leve de rock-’n-roll. Voor daadwerkelijke innovatie en grensverleggende branie moet je op het moment even niet bij de gitaarbandjes zijn, maar bij genres als hiphop en jazz, genres die op andere popfestivals grandioos ondervertegenwoordigd zijn. En tegelijk betekent dat ook dat een notie van dat soort strikt afgebakende genres eigenlijk niet meer bestaat.

Tekst Dirk Baart, Ricardo Jupijn en Robin van Essel
Foto’s Tineke Klamer

Niemand die de bovenstaande observatie beter illustreert dan Danny Brown, een van de grote publiekstrekkers op de vrijdagavond. Zonder spleet tussen z’n tanden en piekhaar is de inwoner van Detroit bijna onherkenbaar. Dat wil zeggen: tot ‘ie z’n smoel opentrekt. Dan doet de immer nasale Brown weer als vanouds denken aan een verwoestende variant op Nicki Minaj. Heerlijk is het, hoe hij Annabel binnen een oogwenk naar zijn hand weet te zetten. De hand van Brown zelf vliegt overigens om de haverklap de lucht in om hét rocksymbool der rocksymbolen, de sign of the horns, te maken. Op REC. toont Brown namelijk als geen ander aan de geest van rock zich anno 2017 manifesteert in stromingen als hiphop. Het begint al als Brown opkomt met Black Sabbaths Iron Man. Als hij daarna onder z’n bontjas ook nog een shirt van Ozzy Osbourne & co. aan blijkt te hebben en een flinke moshpit weet te motiveren, is de dodelijk effectieve Brown helemaal met vlag en wimpel geslaagd. Zoals ‘ie zelf zingt in Die Like A Rockstar, dat refereert aan overleden rockgrootheden als Kurt Cobain, Jimi Hendrix en The Who-drummer Keith Moon: ‘I’m gonna die like a rockstar.

Ook Colin Benders was vrijdagavond op stoom in Perron

 

REC. maakt er niet alleen sport van om genres die normaal gesproken niet voldoende worden gerepresenteerd worden op Nederlandse festivals een plaats te bieden. Het Rotterdamse initiatief maakt meteen duidelijk hoe divers die genres zijn. Zo kan het dat Danny Browns show wordt gevolgd door die van Saba, een jongeling uit de Chicago-stal van Chance The Rapper. Strooide de immer irritante Brown nog zoutzuur in alle wonden, daar is Saba zo zoet dat het glazuur stante pede van je tanden klapt. Om de drie seconden moeten de handjes de lucht in en hoe lief Saba het ook vraagt: dat wordt al snel saai, al geeft het grootste deel van het toegestroomde publiek er gretig gehoor aan. Saba’s mengelmoes van gerapte hiphop en gezongen soul is niet vervelend, de onnodige sitdown tegen het eind van de show is dat wel. Blijkbaar heeft hiphop niet alleen het goede, maar ook het slechte van rockshows overgenomen.

Eenzelfde sitdown weet bijna de show van BadBadNotGood te ruïneren. Bijna, inderdaad, want tot het moment dat de Amerikanen die gruwelijke gimmick inzetten, speelt het viertal een show vol vrijheid voor sensationele solo’s. Vier muzieknerds zijn het, zo weggetrokken uit een conservatoriumklasje, die in Rotterdam laten blijken dat ook jazz lééft. Met speels gemak springen de jongelingen zich, zelfs zonder gastvocalisten, een weg van een mooie dwarsfluitriedel naar een magistrale drumbreak en weer terug. Veel meer dan de vrij gestandaardiseerde show van R&B-hype Banks of de oubollige punkfunkers van !!!, staat BadBadNotGood symbool voor de spannende toekomst die REC. wil laten zien.

Niet dat het festival lak heeft aan de muzikale grondleggers van dat alles wat er in Rotterdam gebeurt. Zo is de Italiaans-Amerikaanse innovator Suzanne Ciani eregast op REC. Voor het muzikale programma losbarstte, was met A Life In Waves al een documentaire over haar leven te zien en gaf Ciani een interviewsessie. In die hoedanigheid lijkt de pionier beter te passen binnen het kader van REC. dan op het podium van BAR. Druk is het niet, als de 71-jarige Ciani het podium op stapt en allerhande klanken uit haar Buchla begint te trekken. Het oude apparaat fascineert, maar weet niet altijd de aandacht vast te houden. Ciani dwingt bij vlagen nog steeds het respect af dat ze als grondlegger verdient, maar is verder vooral voorbijgestreefd door de jeugd van tegenwoordig.

 

Dat geldt niet voor oudgediende Shabazz Palaces (over wie je hier een grote feature over kunt lezen), die wel als een zekerheidje in de agenda stond voor de zaterdagavond. Terwijl de visuals op worden gestart achter de machines en de percussie van het duo Maraire en Butler uit Seattle loopt BAR op tijd vol voor een potje afrofuturism. De heren hebben dit jaar twee conceptalbums uitgebracht over Quazarz, een buitenaards persoon dat naar ‘The United States of Amurderca’ gaat en een wereld ontdekt waar mensen praten met geweren en verslaafd zijn aan hun smartphones (ook wel phantom limbs genoemd). In de donkere ruimte van BAR ondergaan we een conflicterende reis door de moderne wereld om ons heen. We duiken langzaam dieper in het universum van Shabazz Palaces en krijgen in het midden van de set – eenmaal vervoerd naar the other side – een duw in een oneindig heelal. De beats worden harder en sneller, Maraire vuurt meer percussiesalvo’s op het publiek af en Butler button bashed steeds heftigere geluiden de zaal in terwijl hij de nummers aan elkaar free-jazz-rapt-en-praat. Shabazz Palaces is one of a kind en zijn als twee sterren uit een compleet andere dimensie, wars van songstructuren of genres. Het kosmische duo maakt muziek in een plek zonder grenzen, zichzelf en het publiek uitdagend, zwevend tussen sterrenstelsels die wij stervelingen op Planet Earth nog niet hebben ontdekt.

 

Moses Sumney is een van de grote beloftes van het festival, nadat hij met zijn eerste volwaardige plaat Aromanticism onlangs werd binnengehaald als de nieuwe Messias van de soul. Of is het indie? Dat is het hele punt dat Sumney beter dan alle andere artiesten op REC. illustreert: genres als soul en hiphop flirten anno 2017 net zo makkelijk met elektronica als met de edgyness van indie-muziek. Zie ‘s mans samenwerkingen met Grizzly Bear, Sufjan Stevens, James Blake en Solange. In de bovenzaal van Annabel pakt het eerste Nederlandse optreden van de muzikant uit LA in elk geval ijzingwekkend goed uit. Hij wordt bijgestaan door een veelzijdige gitarist en een saxofonist/bassist/toetsenist, maar het is Sumney zelf die met zijn loopstation keer op het belangrijkste fundament vormt voor de minimale muzikale ondersteuning van zijn loepzuivere stem en indrukwekkende register. De verhalen van Aromanticism, die veelal gaan over het ontbreken van liefde in het leven van Sumney, zijn live krachtig en breekbaar tegelijk, waarbij dat laatste ietwat problematisch blijkt. Want een deel van het publiek in de bovenzaal van Annabel wacht wellicht alleen op het nachtprogramma en lult derhalve rustig door, waardoor Sumney hen regelmatig bij de les moet roepen, dan wel bedreigen ze neer te steken. Blijkbaar is nog niet iedereen ervan overtuigd dat deze muzikale innovatie zowel de indie- als danceliefhebber kan bekoren.

 

Dorian Concept

Na Moses Sumney glijden we vervolgens in een wildwaterbaan van grootse elektropop bij Little Dragon op het hoofdpodium van Annabel, de op tilt geslagen jazzpop van Knower één verdieping hoger, zakken we af naar Transport waar Moods tijdens Stir It Up bezig is aan een chillout-set. We hijsen we onszelf uit de kelder, trapje omhoog en naar rechts voor een duister en compleet met rook gevulde BAR, waar Acid Arab zijn naam eer aan het doen is, om vanuit daar diep in het gebouw af te dalen naar de kelder, waar klanken van Ramzi, Don’t DJ, Orpheu The Wizard en Zozo de hele nacht zijn te horen tijdens Strange Sounds From Beyond, het platform dat vannacht de stikdonkere kelder host.

Zoveel smaakjes en evenzoveel podia en zoveel sfeer, midden in het centrum van Rotterdam. Het maakt REC. uniek in het continu uitbreidende festivallandschap, en tegelijk zo illustratief voor muziek anno 2017, waarbij genregrenzen vervagen en rock-’n-roll niet meer is voorbehouden aan gitaren.

REC. Festival
1 t/m 5 november, Rotterdam

 

De wereld is een snelkookpan, de muziekindustrie niet minder. Bands zien zich steeds vaker gedwongen binnen afzienbare tijd hun debuutalbum uit te brengen, bang om de aandacht die ze hebben net opgeëist hebben net zo snel weer te verliezen. Het resulteert soms in sensationele doorbraken, maar minstens zo vaak in artiesten die bij hun ‘moeilijke’ tweede album bezwijken onder de druk en als sneeuw voor de zon verdwijnen. Iets doet vermoeden dat Moses Sumney na zijn prachtige eerste plaat Aromanticism niet zo’n terugval zal kennen. De Amerikaanse superster in spe nam de tijd om zich te ontwikkelen, bijvoorbeeld door samenwerkingen met Solange, Grizzly Bear en TV On The Radio. Dat moest ook wel, want Aromanticism is – naast een van de beste debuutalbums van 2017 – een moeilijk eerste album, waarop Sumney worstelt met het idee dat hij nooit ware liefde zal kennen.

Moses Sumney wordt vierentwintig jaar geleden geboren in San Bernadino, een voorstad ten oosten van Los Angeles. Op zijn tiende verhuizen zijn ouders het gezin echter terug naar hun thuisland, Ghana. Moses’ vader begint daar kerken te bouwen, terwijl zijn zoon lid wordt van het kerkkoor, waar hij de heimwee verdrijft met zijn kennismaking met harmonie. Zijn vader, die af en toe terugreist naar huis, brengt cd’s voor Moses mee en de ruwe diamant leert zichzelf zingen met behulp van Beyoncé, Justin Timberlake en Usher. Twee jaar later schrijft Sumney junior al zelf liedjes, op papieren die hij onder z’n matras verstopt. Omdat hij geen instrument bespeelt, zingt hij ze acht jaar lang a capella. Op zijn zestiende verhuist Sumney terug naar de VS, waar hij creative writing gaat studeren aan de prestigieuze Universiteit van Californië.

Op de schouders van reuzen
Naast zijn activiteiten op de opleiding raakt Sumney betrokken bij het universitaire radiostation. Tijdens een van zijn uitzendingen raakt de zanger bevriend met King, een driedelige R&B-formatie. Niet veel later wordt dat trio een maand lang artist in residency bij het Bootleg Theater in Los Angeles. Moses Sumney wordt voorprogramma en al snel de voornaamste publiekstrekker. Het publiek staat avond aan avond vol met mensen uit de muziekindustrie die de ruwe diamant met hun eigen ogen willen aanschouwen. Een van die mensen is Dave Sitek, producer van onder meer Yeah Yeah Yeahs, Foals en Liars en bovendien lid van TV On The Radio. In een interview met The New York Times herinnert Sumney zich dit jaar wat Sitek hem adviseerde: “You’ve got to learn how to do it yourself; no one’s going to make you a star.” Sitek geeft Sumney nog iets mee: de Yamaha MP4X-cassetterecorder die TV On The Radio voor zijn vroegste demo’s had gebruikt. Vanaf dat moment kan Moses zelf meer opnemen dan alleen de loops die hij tot dan toe heeft gebruikt. Tot slot stelde Sitek Sumney voor aan Karen O van Yeah Yeah Yeahs, die het talent onmiddellijk lid maakte van haar band en vroeg het voorprogramma van haar solotour te verzorgen.

Het is dan inmiddels 2014, en de naam van Moses Sumney begint steeds sterker rond te zingen. Beck, die ook eerder met Dave Sitek heeft gewerkt, nodigt Sumney uit een interpretatie te maken van zijn Title Of This Song. Het nummer wordt de opener van Beck Song Reader, een compilatie waarop allerlei artiesten (onder wie Jack White, Laura Marling, Jarvis Cocker, Lord Huron en Jeff Tweedy) Becks nieuwe nummers coveren. Sumney is dan ook druk bezig met zijn eigen muziek: hij debuteert met single Man On The Moon en volgt dat nummer later in 2014 nog op met zijn eerste EP, Mid-City Island. De kers op de taart? Solange Knowles blijkt fan en nodigt de zanger uit op te treden tijdens de Saint Heron-showcase op de New York Fashion Week. Daar ontmoet Sumney niet alleen de inmiddels zeer gevierde ‘zus van’, maar ook Chris Taylor, bassist van Grizzly Bear. Hij is oprichter van Terrible Records, zat eerder achter de knoppen bij Dirty Projectors, Arthur Russell en zijn eigen band en produceert in 2015 Sumney’s nieuwe single Seeds.

Sumney speelt tussendoor in het voorprogramma van zijn inspiratiebron Sufjan Stevens, James Blake en José González. Daarnaast maakt Moses kort deel uit van de Atomic Bomb! Band die door Talking Heads-frontman David Byrne wordt samengesteld om een eerbetoon te brengen aan de overleden Nigeriaanse legende William Onyeabor. De kers op de taart komt als Solange opnieuw bij Sumney aanklopt. Of hij een mopje mee wil zingen op haar artistiek uitdagende meesterwerk A Seat At The Table? Op Mad, want zo heet het resultaat van de samenwerking, is Sumney’s falsetstem amper te onderscheiden van die van Solange.

Op eigen benen
Het moge duidelijk zijn dat Moses Sumney geen moment stil zit. Alle experimenten en uitstapjes leiden uiteindelijk tot Aromanticism, een uniek album van een unieke muzikant die in gelijke mate geïnspireerd is door Kanye West, Prince, Sampha, Nina Simone, ANOHNI, Jeff Buckley, Björk, Joanna Newsom, Linda Perhacs en de Brazilaanse songwriter Milton Nascimento. Sumney neemt Aromanticism grotendeels alleen op (al roept hij wel de hulp in van Thundercat, Paris Strother van King en Majical Cloudz’ Matt Otto) in thuisstudio’s in en rondom Los Angeles, waarbij hij net zozeer gebruik maakte van de cassetterecorder als de computer. Het proces klinkt door in ieder vezel van het verstilde debuut. Na al zijn samenwerkingen staat Sumney hier op eigen benen. Zo blijkt de Amerikaan zich ook te voelen op dit uitdagende conceptalbum: alleen op de wereld, niet in staat romantische liefde te ervaren. ‘All my old lovers have found others’, zingt hij op Indulge Me. En aan The Times legt hij uit: “I’ve never been in love, in romantic love. I have experienced romantic attraction to varying degrees, and I have platonic love, and I obviously love music. But romantic love is its own genre, and that is something that I have never experienced full-blown.”

Sumney vindt het woord min of meer per ongeluk, als hij ’s nachts aan het googelen is. Aromanticism, prijken plots letters op het scherm voor Sumney’s ogen. Opgenomen in officiële woordenboeken is de term nog niet, maar voor Sumney bestaat er geen twijfel dat aromanticism een bestaand fenomeen is. “A few years, when I was 20, I felt like I had ADHD”, legt hij uit in een interview met The Fader. “But I didn’t know what that was called, and I started googling symptoms obsessively. I spent weeks researching it, and fully felt comfortable diagnosing myself. It was such a strong sense of relief – and then later I ended up going to see a psychiatrist and I actually got diagnosed with ADHD. With this whole Aromanticism thing, I had that exact same feeling of relief. I had the same feeling of like: okay, this is a thing that is precedented, there is a name for this.”

In een uitgebreide post op zijn Tumblr-account legt Sumney het concept achter zijn album in september 2017 verder uit. Hij citeert er onder meer een deel uit Plato’s Symposium, waarin diens medefilosoof Aristophanes de herkomst van de liefde uit de doeken doet. Volgens de Griekse mythologie die Aristophanes naleeft, had elk mens in eerste instantie vier armen en vier benen. Zeus werd bang dat de mensen te machtig werden en hakte hen in tweeën, waardoor ze tot in de eeuwigheid hun wederhelft moesten missen. Vervolgens verwijst Sumney naar Genesis uit de Bijbel, waarin God Adam een wederhelft geeft door Eva te creëren uit een van zijn ribben. Veel van de verhalen omtrent de totstandkoming van onze soort hangen, kortom, sterk samen met het idee van liefdevolle co-existentie: zonder een ander zijn we altijd incompleet.

Op oorlogspad met de maatschappij
Ruim 2000 jaar na de dood van Aristophanes houden die ideeën nog steeds stand, zo stelt Sumney, zijn tinderende medemens observerend. We zien romantische liefde als de kers op de taart, de kroon op ons werk. Wie alleen is, heeft vast last van hartzeer, veronderstellen we vaak. Maar wat te doen als je, net als Moses Sumney, geen kans maakt op die kroon? Het is een vraag die Sumney op Aromanticism continu bezighoudt en ervoor zorgt dat zijn album zich onderscheidt van alle andere nummers die al over eenzaamheid bestaan. Leef ik wel echt als mijn hart zinloos in, vraagt de zanger zich bijvoorbeeld af op het toepasselijk getitelde Doomed. Als God liefde is en ik geen liefde voel, leid ik dan een goddeloos leven? In een tijdperk waarin het in twijfel trekken van alles overwinnende liefde nog steeds gelijk lijkt te staan aan godslastering, is de vraag stellen hem beantwoorden.

Alhoewel, beantwoorden? Het bijzondere aan Aromanticism is juist dat Sumney zijn vragen vaak niet beantwoordt. De worsteling is voor nu voldoende, de worsteling zegt eigenlijk genoeg. Het maakt van het akelig sacrale album een abstracte dreamscape die soms plots pijnlijk helder wordt. Het ene moment vraagt Sumney zich nog af waarom alle tafels in restaurants gedekt zijn voor twee, even later bevraagt hij hoe mensen met privileges wel naastenliefde kunnen kennen maar tegelijkertijd vast blijven houden aan hiërarchische systemen die zorgen voor sociale en liefdeloze ongelijkheid.

When people say ‘we need more love’, what they are telling opressed people is that they need to love the person that’s killing them. And what do they have to gain from that? A clear conscience? Some promise that in the afterlife, after they’ve been murdered by the people taking resources from them, that they’ll go to heaven because they have warmth in their hearts?” De vraag stellen is hem opnieuw beantwoorden: daarin gelooft Moses Sumney geenszins. Op een manier die vergelijkbaar is met A Seat At The Table is Aromanticism dan ook een plaat waarop het persoonlijke en politieke versmelten. ‘Don’t call it a lovers’ quarrel’, zingt Sumney op Quarrel, dat ergens in het grijze gebied tussen The Beach Boys en Stevie Wonder ligt. ‘We cannot be lovers, as long as I’m the other.’

Tegenover The Times legt Sumney uit: “That song is about two people from different backgrounds in an entanglement. One is in some sort of minority status and the other has social power. I was thinking about the ways social structures influence and characterize interpersonal relationships, and the way people who are the carriers of privilege in those interpersonal relationships often don’t realize that, and therefore see themselves as equal partners to their partners who are not socially equal. For it to be a lovers’ quarrel would imply that we come to the table as equals. And we don’t.

Op dat gebied wordt Sumney niet slechts geïnspireerd door andere muzikanten, maar ook door schrijvers. Door Laura Kipnis bijvoorbeeld, wiens Against Love blootlegt hoe ongezond onze obsessie met liefde eigenlijk is. Nog meer wordt de Amerikaan gegrepen door The Argonauts van Maggie Nelson, de memoires van de auteur over haar huwelijk met een transgender. “She’s not really trying to talk about government and laws”, legt Sumney uit. “She’s just talking about her relationship – which operates under the government and its laws.” Net als Nelson is Moses Sumney pessimistisch wat romantische liefde betreft: hij ziet het fenomeen meer en meer als een manier voor politieke machtshebbers om hun positie te behouden en als een kapitalistische drijfveer.

Wie bedenkt hoeveel geld mensen uitgeven aan cadeautjes voor Valentijnsdag en de perfecte bruidsjurk, kan hem bijna geen ongelijk meer geven. Moses Sumney stelt niet dat we moeten ophouden met liefhebben, maar wel dat we de manieren waarop we dat doen beter bloot moeten leggen. Hij gunt iedereen geluk, maar concludeert ondertussen wel dat we misschien niet allemaal bestemd zijn om gecompleteerd te worden door een wederhelft. Met dat besef komt Sumney na zijn worstelingen boven, enigszins beduusd maar ergens ook zelfverzekerd en tevreden met zichzelf. Kan hij tenminste dat Tinder van z’n telefoon gooien.

Moses Sumney speelt op zaterdag 4 november om 20:45 in de bovenzaal van Annabel tijdens REC. Op donderdag 16 november speelt hij als onderdeel van Paradiso’s Super Sonic Jazz in De Duif.


 

REC. Festival vindt 1 tot en met 5 november plaats op verschillende locaties in Rotterdam, met als zwaartepunt het Central District nabij Centraal Station op vrijdag en zaterdag. Passe-partouts, dagtickets of tickets voor individuele locaties koop je hier. Meer lezen over REC.? We interviewden eerder de organisatie achter het festival. Ook schreven pas nog over Shabazz Places en doken we in de line-up voor onze redactietips.

WEBSITE REC. FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

Hij werkte de afgelopen jaren al samen met Solange, Sufjan Stevens en Talking Heads’ David Byrne en speelde in het voorprogramma van James Blake, maar nu staat Moses Sumney op eigen benen. En hoe. Single Lonely World is, inclusief zijn meeslepende video, een van de vele hoogtepunten op Sumney’s langverwachte debuutalbum Aromanticism.

Op dat album bezingt Sumney op serene wijze de anti-romantiek. Waar die liefde warm is, klinkt alles dat de Amerikaan aanraakt juist als een kaalgeslagen vlakte. Doordat alle begroeiing op nummers als het toepasselijk getitelde Lonely World bewust weggelaten wordt, zijn alle scheuren in Sumney’s ziel duidelijk zichtbaar. De twintiger snapt best hoe liefde werkt, maar werkt er – in ieder geval op dit moment – onder geen beding aan mee: de romantiek sterft op deze adembenemende single in Sumney’s armen. In een soulvol schemergebied tussen zelfvertrouwen en zelfmedelijden levert het een van de subtielste en spannendste albums van het jaar op.

Moses Sumney speelt op zaterdag 4 november op REC. in Rotterdam en op donderdag 16 november in de Amsterdamse Vondelkerk als onderdeel van Paradiso’s Super Sonic Jazz.