Indiestadt Festival
Donderdag 19 september

Supergroepen kennen we allemaal wel. Eens in de zoveel tijd komen er weer een aantal bekende muzikanten samen om muziek te maken. De ene keer klinkt dat nergens naar en de andere keer weet het precies de kwaliteiten te bundelen. Nu is ‘bekend’ een relatief begrip en wil het feit dat de term supergroep regelmatig zeer losjes wordt gebruikt. Dat doen wij ook in deze feature, waarin we je vertellen waarom The Stroppies de moeite is om te checken op Indiestadt.

Wil je naar Indiestadt Festival? Koop dan een Indiestad-pas, dan wandel je zo naar binnen en kun je ook Stars, Cassia, Peaking Lights, Penelope Isles, Pile, Spiral Stairs, Algiers en The Blinders zien.

Melbournse soep
Laten we het eerst hebben over de reden waarom je deze band een supergroep zou kunnen noemen. Het is ontstaan uit leden van bekende acts uit het Australische DIY-circuit. Eén van de bandleden, Stephanie, komt uit de band Dick Diver. In 2016 schreven wij een feature over de zogeheten ‘kiwisound’ en hoe die vandaag de dag nog steeds zijn stempel drukt op de huidige indiemuziek. Dick Diver is precies zo’n band. De sound waar we het over hadden, ontstond eind jaren zeventig in Auckland, waar een levendige punkscene tot bloei kwam. De DIY-bandjes gingen ietsjes liever klinken en implementeerden popmelodieën die deden denken aan de Britse popinvasie van de zestiger jaren. Zijn plaat Melbourne, Florida behaalde relatief veel luisterbeurten op de grote streamingsdiensten.

Nog zo’n band uit het rauwe DIY-straat, The Stevens, bracht bandlid Angus Lord. NPR schreef over de track Chancer, en had er lovende woorden over. De band heeft volgens het medium het talent om vrolijk klinkende muziek en humor te combineren met zware thematiek. Het is muziek met popharmonieën en rammelende snaarinstrumenten.

De andere band waar Angus deel van uit maakt, is Boomgates, wat wordt omschreven als een ‘scratchy popkwartet’. Dat klinkt als een logische voorbode van de The Stroppies. Of, zoals de band het zelf mooi omschrijft: iets als een mix van Big Star, Camper van Beethoven, Towns van Sant, The Velvet Underground en waarschijnlijk nog wel wat andere ingrediënten. Over ingrediënten gesproken: het bijzondere aan de bands uit het Melbournse DIY-circuit is dat als je de samenstellingen langsgaat, je erachter komt dat veel van deze mensen in meerdere bands spelen. Het is één grote mengelmoes. En dat is wat The Stroppies is: een prachtige mengelmoes, noem het supergroep, van de Melbournse scene.

En nu we even bij Angus (of ‘Gus’) stilstaan, is het ook de moeite om zijn andere band te benoemen: Twerps. Het is een band die bovenstaande omschrijving ook zeer goed zou passen. Uncut noemde dit nog ‘de beste Australische band’ dankzij zijn zelfgetitelde EP uit 2008, Pitchfork gaf zijn laatste drie platen stuk voor stuk meer dan een zeven.

Een mooi, bindend, fun fact om deze passage mee af te sluiten, is het feit dat The Stevens, Dick Diver én Twerps allen een label delen: Chapter Music, een label dat bekend staat om goede Australische indiepop.

Aan de keukentafel
Maar laten we het nu hebben over dat eindproduct: The Stroppies. Het ontstaansverhaal van de band wordt uitgelegd door frontman Angus Lord aan het onlinemagazine Stack. Hoewel je door het bovenstaande stuk misschien zou verwachten dat de bandleden elkaar tegenkwamen en besloten een band op te richten, ging dat net iets anders. Lord vertelde hoe het idee voor The Stroppies ontstond toen hij zijn vrouw Claudia ontmoette tijdens zijn tour met de Twerps in Londen. De eerste nummers gaan over de dingen die hij met zijn partner deed toen ze net samen waren, en werden geschreven aan Lords keukentafel.

The Stroppies was dan ook weer één van Angus Lords zijprojecten. Hij ging er meer tijd in steken omdat het voor hem voelde als een plaats waar hij zijn ideeën echt de vrije loop kon laten. Gewoon, in een simpele thuisstudio set-up opnemen. Een drummer had de groep nog niet, dus drums werden zo uit het Casio-keyboard getrokken. De drummer kwam er uiteindelijk in de vorm van Rory Heane. De zelfgetitelde EP werd in de zitkamer in huize Lords opgenomen, geheel in DIY-stijl.

De laatste reden om deze Aussies te gaan checken op Indiestadt, is zijn nieuwste en tevens eerste LP: Whoosh. Het is een album dat volgens de frontman invloeden kent uit zijn leven: werk, relaties, cartoons en de laatste ruim zestig jaar aan gitaarmuziek: “Alles van Bill Fay tot Stephen Malkmus.” Alles dat wij daar aan toe willen voegen, is dat het rammelt, pakt en laat zien waarom Autralische DIY-bands spannend blijven.


Donderdag 19 september in Paradiso, met Algiers, The Blinders, Cassia, Peaking Lights, Penelope Isles, Pile, Spiral Stairs, Stars en The Stroppies.

WEBSITE INDIESTADT | FACEBOOK-EVENT | TICKETS