Feature

Kiwisound: blauwdruk voor de indiepop van vandaag


3 juni 2016

Vanuit de punk ontstond in de vroege jaren ’80 in Nieuw-Zeeland de zogenaamde ‘Kiwisound’. Geen riffjes, maar melodieuze janglepop. Deze sound vormde een blauwdruk voor de indiepop van vandaag.

We schrijven Nieuw-Zeeland, eind jaren ’70: in Auckland komt een levendige punkscene tot bloei, waarin onafhankelijke bandjes succes boeken met hun mix van primitieve riffs en lo-fi productie. De DIY-cultuur heeft krachtig toegeslagen en overal staan nieuwe groepen op die met minimale middelen toch heel aardige, rauwe popmuziek weten te creëren.

Rinkelende popmelodieën
Ondertussen gaat aan de andere kant van het land, in Dunedin, de evolutie van de popmuziek een andere richting op. Het barst hier ook van de punkbandjes, maar langzaamaan beginnen deze groepen meer traditionele popelementen te implementeren in hun muziek. De agressieve gitaarriffs maken plaats voor zachtere, rinkelende popmelodieën die de muziek van de Britse invasie in de jaren ’60 in geheugen roepen, maar dusdanig verschillen dat er al snel een type geluid ontstaat dat de ‘Dunedin sound’ genoemd wordt. De bands die volgens deze formule werken, produceren aan de lopende band korte, pakkende popliedjes die bol staan van de melodieuze gitaren, minimale baslijnen en de losse, nonchalante drums.

Vliegende non
Aan het front van deze ‘beweging’ staat indielabel Flying Nun Records, dat al snel bekend staat als hét label voor artiesten die muziek volgens de Dunedin sound spelen. Veel voormalige punkbands gooien het roer om en gaan de traditionele popkant op, zo wordt The Enemy (niet te verwarren met de Britse indierockers) Toy Love en verandert The Same in The Chills.

De Dunedin sound verspreidt zich en wordt steeds meer de norm in het Nieuw-Zeelandse muzieklandschap. Dit heeft als gevolg dat de term ‘Dunedin sound’ begin jaren ’80 op steeds meer plekken plaats maakt voor het bredere ‘Kiwisound’. Bands als The Clean, The Bats en ook The Chills boeken relatief grote successen met hun catchy popsongs. Langzaamaan vinden die ook hun weg over de plas, naar het Australische platteland.

De vooruitgang staat niet stil; kleinere groepen als The Able Tasmans en The Jean-Paul Sartre Experience beginnen ook psychedelische elementen in hun muziek te verwerken. Hierdoor ontstaat een iets meer experimentele vertakking van de nu razend populaire Kiwisound.

Overzees
In het midden van de jaren tachtigvindt de Kiwisound ook zijn weg naar de rest van de wereld. Hoewel er in andere landen niet zo’n levendige scene ontstaat als in Nieuw-Zeeland, wordt de stijl wel opgepikt door veel andere, populaire groepen die de sound op hun eigen, alternatieve manier toepassen in de muziek die ze maken. Bands als R.E.M, Pavement en Mudhoney maken allen heel verschillende muziek, maar stellen allemaal beïnvloed te zijn door de Kiwisound. Dat de Nieuw-Zeelandse school razend populair is bij bepaalde groepen, wordt nog eens onderstreept door releases van Cat Power en Superchunk, die in die tijd nummers uit deze scene coveren in hun werk.

Legacy
De Kiwisound leeft vandaag de dag nog steeds. Veel groepen uit de gloriedagen van de scene zijn inmiddels gestopt, maar onder meer The Chills bestaan nog. Zij brachten onlangs zelfs een compleet nieuw album uit, dat nog altijd trouw blijft aan hun geluid.

De invloed van de Kiwisound op het hedendaagse muzieklandschap is ook niet te onderschatten. De muziekstijl is altijd blijven hangen en is in meer of mindere mate terug te horen in de sound van veel indiebands die op dit moment actief zijn. Groepen als Twerps en Dick Diver klinken zelfs alsof ze regelrecht uit het Dunedin van de eighties komen en houden met hun lome popsongs de legacy in leven.

Ook bands die minder ‘traditioneel’ Kiwi zijn, hebben een stijl aangenomen waarin je sporen van de muziekstijl kunt terughoren. Neem bijvoorbeeld Ultimate Painting en The Proper Ornaments, die, hoewel minder lo-fi, toch heel aardig zouden passen in het Nieuw-Zeeland van toen. Andere artiesten die Kiwi-invloeden hebben zijn onder meer DIIV met hun galmende onderwaterpop en Ty Segall, die een flinke dosis rauwe garagerock aan de formule heeft toegevoegd. In 2009 werd een tribute-album voor Chris Knox, een bekende Kiwimuzikant uitgebracht, met daarop bijdragen van onder meer The Mountain Goats, Yo La Tengo en Jay Reatard.

Flying Nun Records bestaat overigens ook nog steeds. Het releaseschema is niet meer zo druk als in de hoogtijdagen, maar het label brengt nog steeds met enige regelmaat platen uit. Vorig jaar werd bovendien bekend dat Flying Nun voortaan de belangen van Mac DeMarco behartigt op het continent Australië. Dit kan goed nieuws zijn voor de aanhangers van deze scene, die met het ‘binnenhalen’ van een populaire artiest van nu voorzichtig mogen hopen op meer.