Interview

Juan Juan: “Voor zover podia het aandurven gaan we ze allemaal langs”


5 januari 2021

Zoveel is er nou ook weer niet bekend over Juan Juan, maar spreekt de muziek in veel gevallen niet voor zich? In deze band horen we allerlei mooie invloeden die gaan van Devendra Banhart tot The Velvet Underground en veel muzikale sferen uit Zuid-Amerika. Juan Juan speelde onlangs nog op het eindfeest van Popronde en bracht het gloednieuwe album New Mexico uit, dus wij vonden het de hoogste tijd worden om frontman Gertjan van de Geer eens aan de tand te voelen.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op het blog van Popronde en The Daily Indie: Popronde Daily.

Kun je ons wat meer vertellen over Juan Juan en waar jullie allemaal mee bezig zijn?
“Juan Juan is alt-country met Latijns-Amerikaanse invloeden. Twee jaar geleden begonnen we met het opnemen van een album, zonder eerst live samen te hebben gespeeld. Op basis van allerlei onaffe nummers van mij. Het is uiteindelijk geïnspireerd, zo kwam ik achter,  door de vroegere country en Latijns-Amerikaanse invloeden, maar ook Nederlandse acts, die ik vroeger dankzij mijn vader hoorde: The Cats, De Dijk, Rowwen Hèze, zelfs BZN en Andrè Hazes; als je goed luistert zit daar veel Noord-, Midden- en Zuid-Amerika in. Maar ik denk eigenlijk dat de Amsterdamse snik beter wordt uitgevoerd in Latijns-Amerikaanse muziek. Of de Jordanese snik beter gezongen wordt in Juarez, zoals je wil. Daarnaast is op 27 november de debuutplaat New Mexico uitgekomen, bij het eigen Almerica Records (ontstaan in Almere, red.) En geïnspireerd door de Amerika’s, onder de supervisie van Dox Records.”

Wat is er het leukste aan het spelen in Juan Juan?  
“De pauze! Effe lekker naar buiten, de luchtarme oefenruimte uit om een bakkie koffie te halen en samen te wandelen. En dan weer fris de ruimte in om te zien wat er dan gebeurt. Maar het mooie is dus dat we ons nog zo ontzettend kunnen ontwikkelen, elke sessie worden we beter en ontdekken we meer wat we eigenlijk samen kunnen. Omdat ik mij nog nooit zo op de muziek heb kunnen storten als de afgelopen twee jaar. Terwijl ik nog steeds eigenlijk te veel tijd kwijt met betaald werk. Muziek maken kost geld en ik ben veel tijd kwijt aan stomme dingen als het bijhouden van de socials…!”

Op het vlak van inspiratie: waar haal je dat uit?
“Ik zou graag willen zeggen: ‘Van een schilderij van een achttiende-eeuwse, te vroeg gestorven onbekende kunstenaar.’ Of één of andere obscure band die iedereen dan nu moet gaan googelen omdat niemand het kent. Maar eigenlijk is het zo dat ik vooral geïnspireerd ben door muziek die veel mensen leuk vinden. We zijn geen band die vooral luistert naar obscure dingen. De laatste tijd draai ik bijvoorbeeld de plaat grijs van Jeff Tweedy: Love is King. Laatst zongen we de Willy Nelson-versie van Elvis-nummer Always On My Mind. Zo mooi. Ik zie dit soort populaire dingen juist als culturele hoogtepunten. Net als de Lion King commercieel maar fantastisch puur is. En ik heb nu Fleedwood Mac aanstaan.”

Jullie hebben net een gloednieuw album uit: hoe is deze tot stand gekomen en wat is het verhaal achter de plaat? 

“Mijn vrouw en ik zochten een vriend van ons op. Sergio Mendoza. Hij speelt in Calexco. Zo kwamen we in Tuscon na een lange reis. Eenmaal daar kregen we een inkijkje in de muziekscene daar en hoorden we allerlei muziek voorbijkomen. Het ligt zo zuidelijk in Amerika dat Mexicaanse radio daar ook te horen is. Ik moest af en toe huilen bij het horen van de nummers die daar gedraaid werden. Op de een of andere manier raakte het mij. Ik denk nu dus dat dat komt omdat het  relatie heeft met de muziek die mijn vader draaide zoals ik eerder zei. Muziek van je ouders kom je hoe dan ook, in een bepaalde vorm, tegen in je persoonlijke voorkeuren.”


“Terug in Nederland bleken de nummers die ik begon te schrijven, ook een paar Spaanse liedjes, een overkoepelend gevoel te hebben.
Toen heb ik dus mensen om mij heen verzameld met wie ik een plaat kon maken. Naast Jacintha Scheerder, Joost Abbel en Casper van der Lans, doen er nog een rits aan gastspelers mee. Bijvoorbeeld Arno Bakker op de sousafoon, orgel door Matteo Myderwyk en de tres door Carlos Zorita. Ik heb eerder veel verschillende dingen gemaakt, van techno tot Slavische accordeon-nummers, veelal onuitgebracht, maar dit wilde ik tot een goed en tastbaar einde laten komen. Vandaar nu eindelijk een plaat.”

Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd? 

“Voor zover podia het aandurven gaan we ze allemaal langs! Maar COVID heeft wel echt een streep gezet door een viermoment als een releaseparty. Er staan nu wel een aantal optredens geland in Cinetol en Simplon, maar podia zijn natuurlijk afwachtend nu. En we moeten hopen dat we Popronde in een vorm met publiek kunnen spelen. Als er maar iets van publiek is. Klein en intiem is ook leuk om te doen en dat kunnen we. Voor nu pluggen we de plaat online en komen er toffe dingen aan, als een clip voor het nummer Pajarito en een animatie voor de hele plaat, integraal! Door animator Anna Eijsbouts. Verder bereiden we ons zo goed mogelijk voor op het moment dat de deuren van de zalen weer open mogen. Maar misschien moet ik het heft in handen nemen en mensen persoonlijk komen vaccineren zodat we dan eindelijk onze plaat voor ze kunnen spelen.”