New Music

Is Robohands de Kevin Parker van de jazzwereld? De voorspellingen zien er goed uit


2 februari 2021

De Londense jazzscene heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot het epicentrum van een nieuwe stroming binnen de hedendaagse jazz, waarbij een generatie van jonge, innovatieve muzikanten het voortouw neemt. Ergens aan de rand van deze explosie van nieuwe, spannende muziek bevindt zich Robohands, het soloproject van de Londense multi-instrumentalist Andy Baxter.

Met zijn derde plaat Shapes bewijst Baxter dat hij ook tot deze generatie creatievelingen mag worden gerekend. In een tijdperk waarin de sound van jazzy hiphop-instrumentals zo populair is, tot het punt dat het haast synoniem is geworden aan muzikaal behang, kan het lastig zijn om op te vallen in de grote menigte van slaapkamerproducers die de wereld rijk is. Gelukkig kreeg het debuutalbum Green van Robohands uit 2018 hier wat hulp bij van het immer mysterieuze YouTube-algoritme, waardoor de plaat in korte tijd miljoenen keren werd beluisterd. Zo ongeveer de natte droom van iedere opkomende artiest met een beperkt promobudget.

Strak en groovy
Zijn debuutplaat was een eclectische mix van jazz, elektronica en op hiphop geïnspireerde beats. Dit wordt doorgezet op het nieuwe album, al klinkt Baxter hier nog meer in zijn element dan voorheen. De sound van Shapes is strak en groovy, en de drums staan lekker hard gemixt. Dat is terecht, Baxter laat namelijk horen dat hij zich in een paar jaar tijd een stuk verder heeft ontwikkeld als drummer. De beats zijn origineel en gevarieerd, en Baxter deinst niet terug voor plotselinge tempowisselingen halverwege een nummer. Een goed voorbeeld hiervan is de track Leaves. De invloed van hiphop is duidelijk hoorbaar in de drums, maar voor het gitaarwerk klinkt het vaak alsof Baxter verder terug in de tijd gaat, naar de hoogtijdagen van jazzfusion in de jaren zeventig.

Kevin Parker van de jazzwereld
Misschien nog wel het meest indrukwekkende aan Robohands is het feit dat Baxter vrijwel ieder instrument zelf inspeelt, waaronder drums, gitaar, bas, piano en synths. Dat is op z’n zachtst gezegd geen traditionele manier om jazzmuziek te maken, wat meestal in groepsverband gebeurt, met ruimte voor improvisatie. Toch slaagt Baxter erin om de muziek spontaan en organisch te laten klinken, alsof je naar een live-band luistert. Hebben we hier te maken met de Kevin Parker van de jazzwereld? De tijd zal het leren.

Als er een kritiekpunt voor dit album is, dan is het dat de muziek soms iets te veel in dezelfde stemming blijft hangen. Toch is de plaat van begin tot eind interessant en met slechts negen tracks en 28 minuten erg de moeite waard om te replayen. Zodra de Londense podia weer openen, zullen ze zeker te maken krijgen met Robohands.