Interview

INTERVIEW: Welcome to The Village


18 maart 2015

Een dorp omgebouwd tot festival? Dat is Welcome to The Village. Met voedsel van de lokale stadsboer, maar indiebands van over de hele wereld.

Medeoprichter Sjoerd Bootsma ontvangt ons in zijn huiskamer in woongroep De Haniahof te Leeuwarden. Overal liggen platen, boeken en in de hoek staat zijn pronkstuk: een jukebox. “Wil je een plaatje horen?”, vraagt Bootsma. Ja, zeggen we en niet veel later galmt Bigmouth Strikes Again van The Smiths door de kamer. “Weet je, mijn huiskamer is eigenlijk een metafoor voor ons festival,” zegt Bootsma. “Hier ontvang ik gasten, ontstaan goede gesprekken en zetten we steeds andere muziek op. Zo beleef ik ook Welcome to The Village.”

Medewerkers van het alternatieve Podium Asteriks begonnen popfestival Welcome to The Village in 2013. Het kleinschalige festival – dit jaar verwacht het 5.000 tot 6.000 bezoekers – vindt plaats op recreatiegebied De Groene Ster, net buiten Leeuwarden. Het festival beeldt een dorp uit, inclusief strobalen en een dorpsstrandje. “De wereld is misschien wel iets te groot geworden,’ verklaart Bootsma. “Een dorp heeft de beste maat. Je kent elkaar, helpt elkaar en komt elkaar tegen.”

Het festival programmeert naast enkele headliners vooral kleine namen. Zoals? Yuko Yuko, The Growlers en Meridian Brothers. “Wij programmeren bewust klein en divers. We willen mensen nieuwe muziek laten ontdekken, zoals Oscar and the Wolf afgelopen jaar. Maar het gaat ons ook om maatschappelijke waarden.”

Zoals het op de kaart zetten van Leeuwarden. “Tien jaar geleden heerste hier nog een negatieve mentaliteit,” zegt Bootsma. “Als je iets probeerde, zei iedereen: dat gaat toch niet lukken. Wij probeerden het en laten zien dat het wel kan.” Leeuwarden is in 2018 zelfs Culturele Hoofdstad van Europa en versloeg in een afvalrace randstadsteden als Utrecht en Den Haag. “Er gebeuren hier veel meer spannende dingen dan in de Randstad. Hier is veel meer ruimte en dat maakt je creatief.”

Een ander belangrijk thema is duurzaamheid. De organisatie haalt het voedsel op zijn festival zelf van een lokale stadsboer. Koffiebonen importeert het direct van de boeren uit Nicaragua en Indonesië. “Het is eerlijker dan Fair Trade. We hebben zelfs ons eigen koffiemerk op de markt gebracht.” Groen ondernemen, zo besluit Bootsma, is de essentie. “Je geeft iets terug aan de wereld. Vorig jaar waren we het eerste festival met mobiele accu’s die op zonne-energie werkten. Dat is toch geweldig?”

 

Bekijk hier de aftermovie van vorig jaar: