Interview

Indian Askin: “De meeste liefdesliedjes gaan over drugs of alcohol”


29 januari 2019

“Ik ben een beetje brak”, vertelt toetsenist Bart van der Elst als hij binnen komt lopen in de gereserveerde ruimte in het Volkshotel. Frontman Chino Ayala vult aan: “Gisteren was weer zo’n avond. Zo’n avond waar die ene maat van je binnenkomt en je die hele avond al voorbij ziet flitsten, wat dan vervolgens ook exact gebeurt.”

Tekst Midas Maas
Foto’s Eva Ruiten

Another Round, nog een ronde voor Indian Askin. Nog een ronde in de kroeg. Nog een ronde om na debuutplaat Sea of Ethanol uit 2016 een fenomenale nu-punkplaat neer te zetten. Of: “Nog een ronde om de aarde”, zoals Ayala hem invult. Het is nog niet zo lang geleden dat Ayala een nieuwe kans kreeg. De bandleden waarmee de band in 2012 startte, gingen ieder hun eigen weg. Ayala vond nieuwe bandleden in de vorm van drummer Ferry Kunst, bassiste Jasja Offermans en toetsenist Bart van der Elst. Het is deze samenstelling die zorgde voor een ware omarming door het muzikale landschap. Indian Askin werd gedraaid op de radio, ontving veel positieve recensies en was welkom op de grote festivals.

“Écht stappen maken kost fucking veel geld. En Nederland wordt er niet goed genoeg betaald om die stappen makkelijk te maken, dus dan is het een gelukstreffer als het toch gebeurt”

Ik wil een observatie met jullie delen uit een column van onze hoofdredacteur, waarvan ik denk dat die toepasbaar is op jullie huidige situatie. Die laat zich als volgt samenvatten: het lijkt in Nederland zo te zijn dat bands die het in vlotte vaart goed doen, op een gegeven moment niet verder weten te groeien. Er wordt over geschreven door alle muziekmedia, ze komen op de radio en hebben op de grotere festivals gespeeld. De stap erna lijkt te ontbreken. De bands blijven in Nederland ‘hangen’, maar hebben daar alles dus al gehad.
Kunst: “Het is een heel klein rondje inderdaad. Voor je het weet, ga je weer datzelfde clubtourtje af. Écht stappen maken kost fucking veel geld. En Nederland wordt er niet goed genoeg betaald om die stappen makkelijk te maken, dus dan is het een gelukstreffer als het toch gebeurt. Dat is denk ik wat de reden is. Wij gaan morgen naar Berlijn. We krijgen honderd euro voor die show. Daar halen we de buskosten niet eens uit! Dus wat gebeurt er: geld dat je verdiend hebt, ben je direct weer kwijt, wat erin resulteert dat je niets verdient met je muziek. Dat maakt het misschien niet zo leuk. Daardoor stop je er al gauw minder tijd in en zeg je makkelijk: dan doen we nog maar een jaartje Nederland, dan hebben we misschien meer geld. Maar wij gaan toch.”

“Wij denken, samen met ons management en onze platenmaatschappij, heel hard na over die stappen. Wij zitten bij Warner Music, zij werken hard aan Indian Askin in de Benelux. Als ze onze muziek willen uitbrengen bij Warner in, ik zeg maar wat, Noorwegen, dan gaat die tak eerst kijken hoe we het doen Nederland. Dat is ook logisch. Sommige bands kiezen voor een kleiner label in het buitenland: die gaat dan misschien even harder voor je lopen, maar heeft vaak weer minder mogelijkheden. Het blijft daarom een beetje een lastig ‘kip-en-eiverhaal’.”

“Het is iets waarin we langzaam moeten groeien. Ons management helpt ons daarbij. Dus: ja, we willen het gaan doen en we gaan het ook doen, maar hoe dat gaat uitpakken: we don’t know. We kunnen bijvoorbeeld wel naar Amerika gaan en dan hebben we in Nederland misschien even een goed verhaal, maar Amerika is enorm. Voor ze überhaupt een idee hebben wie we zijn, zal daar echt heel veel aan vooraf moeten gaan. We hebben liever dat we eerst daar met Another Round een beetje op blogs en in de juiste playlists komen, zodat we iets meer voet aan de grond krijgen. Anders sta je gegarandeerd ergens in een tuin te spelen voor tien mensen. En dat vinden we heel leuk, maar we hebben er geen fuck aan. Er is gelukkig al wel interesse vanuit het buitenland, we stonden bijvoorbeeld met een song op New Music Friday UK, maar dat heeft tot nu toe, behalve een toffe show in London, nog geen winstgevende optredens opgeleverd. Het is ook gewoon heel hard werken en veel geduld hebben.”

Iets anders: ik begreep dat Xander van Dijck, frontman van Anemone, een vriend van jullie is. Hij zei mij naar ‘Koen’ te vragen. Vertel!
De gehele band (lacht): “Koen! Koen!”

Ayala: “Xander is mijn beste vriend op aarde. Serieus, we bellen iedere week met elkaar. Gewoon, om te weten hoe het gaat. ‘Koen’ ontstond op een moment dat we echt hammered waren. Xander versprak zich in een telefoongesprek. Hij zou naar Amsterdam komen. Op het moment dat ik wil ophangen, zeg ik: ‘Oké, ik zie je zo.’ Waarop hij antwoordt: ‘Oké, gaan we Koen, ik bedoel ‘doen.” Dus ik zo: ‘Oké Koen, zie je later Koen.’ En zo was deze inside joke geboren. Nu schuiven we overal ‘Koen’ tussen. Het woord kunstzinnig wordt koenstzinnig. Of Koensington, een hele goede band. Kut-Xander”, lacht hij.

Van der Elst: “Laatst appte hij mij: hey Bart, ik ben best wel geil. En toen antwoordde ik: oké man, ik ook.”

Ayala: “Die joke komt van Death Alley. Ik was met die band op tour voor Lemmy Lives, een tribute-concert voor de gevallen Mötorhead-zanger. De gitarist van die band, Oeds Beydals, zei op alles: ‘Geil! Ik ben zo geil, ben jij ook zo geil?’ ‘Geil’ is nog zo’n inside joke.”

Los van alle inside jokes: Ayala, jij kreeg ongeveer drie jaar terug nog een kans, ‘another round’. De oude bandleden hadden een andere weg gekozen, maar je vond drie nieuwe bandleden. Hoe zijn jullie gegroeid als groep?
Ayala: “We zijn wel echt dichterbij elkaar gekomen, op elk vlak. Ik ben niet meer alleen. Ik had destijds alleen een manager en een producer. Ik ben heel blij met mijn bandleden.” (Richt zich tot zijn bandleden): “Jullie zijn een verrijking van mijn leven. Nee, serieus. Op muzikaal vlak… Ik hou van jullie.”

Van der Elst: “Toen we begonnen was het niet duidelijk wat ieders rol was en dat krijg je steeds meer. Naarmate je meer meemaakt zal dat ook weer verschuiven. Er is zoveel meer duidelijk wie we zijn, wat we willen zijn. Dat is een enorme groei geweest. Jasja maakt de volgorde van het album, Ferry regelt een bus voor de clipshoot, ik doe de socials met Jasja en Chino schrijft nummers.”

“Ik heb wel echt een probleem. Ik heb serieus moeite om te stoppen”

Een andere observatie die ik wil delen is deze: drankgebruik is een terugkerend thema op jullie beide albums. Alcohol wordt geromantiseerd in de muziekwereld.
De gehele band: “Ja.”

Van der Elst: “Dat is onder muzikanten wel een ding, alleen zijn er niet zoveel bands die er openlijk over zingen. Iedereen zingt over andere dingen. Bij plaat één was de alcohol een soort gimmick. Dat werd door iedereen opgepakt als een grappig iets. Op plaat twee praten we er serieus over.”

Ayala: “De plaat gaat letterlijk over de problemen die de meesten wel hebben met alcohol. Het is echt verslavender dan je denkt.”

Zijn jullie er in een mate afhankelijk van?
Ayala: “Ik heb wel echt een probleem. Ik heb serieus moeite om te stoppen. Ik drink af en toe een maand niet, maar dat is één keer per jaar. De eerste week is dan wel weird, maar dat is gewoon omdat je zin hebt in bier. Het is niet dat ik tril of zo. Ik heb Best Kept Secret helemaal volgehouden met alcoholvrij bier en daar ben ik nog steeds trots op. Dat was in juni afgelopen jaar. Ferry ging harder dan iedereen, maar heeft het nu wel echt onder controle.”

Kunst: “Klopt ja! Ik ben gestopt. Ik had echt een probleem. Ik ben heel verslavingsgevoelig. Ik rookte en dronk teveel en daar ben ik mee gestopt. Ik heb in 2017, het jaar dat veel mensen dachten dat ik stil heb gezeten, juist echt stappen gemaakt. Ik heb dingen duidelijker gemaakt voor mezelf.”

Offermans: “Same here. Ik mag mezelf nog steeds wel een alcoholist noemen, maar ik ga er inmiddels wel mee om op een manier dat ik er zelf blij mee ben. Het zit mij niet meer zo vaak in de weg. Hoewel, als het helemaal niet mag, heb ik het daar echt heel moeilijk mee.”

” Je vindt altijd een reden om naar de tering te gaan”

Laten jullie je makkelijk ompraten?
Ayala: “Erin stinken? Ja, tuurlijk! Het nummer Wheels gaat precies daarover. (Zingt): ‘But anyways, when I was singing at the bar. Now I gotta drink.‘ Dat moment dat die ene maat van je binnenkomt en je die hele avond al voorbij ziet flitsten, wat dan vervolgens ook exact gebeurt. Dat is wat ik gisteravond had.”

“De sociale druk is enorm. Er is altijd wel een reden om te drinken. Het mooiste dat ooit tegen me gezegd is over alcohol, zei Mark Meeuwis, de broer van Guus Meeuwis, tijdens een ontbijt. Ik was een verhaal aan het vertellen over een huisfeestje met lauwe halve liters bier. Mark kijkt op en zegt: ‘Lauw bier is ook bier, hè.’ En gaat gewoon verder met zijn eitje. Ik dacht echt: holy shit! Als Ferry en ik in de studio zitten met zijn tweeën dan halen we een sixpackje en lopen we naar binnen en zeggen we: ‘Zullen we het even in de vriezer zetten?’ Maar het antwoord is altijd: ‘Maar lauw bier is ook bier.’ Who gives a fuck. Je vindt altijd een reden om naar de tering te gaan.”

“Een groot thema op de nieuwe plaat is mijn relatie met alcohol. Het is wat metaforisch geschreven, waardoor het kan overkomen als een relatie met een persoon. De meeste liefdesliedjes gaan over drugs of alcohol. De relatie die je hebt tot die alcohol. Het is echt een haat-liefdeverhouding en het doet ook echt pijn om er afscheid van te nemen. Het voelt als een break-up.”

Kunst: “Ik liet mij voorheen inderdaad wat makkelijk ompraten. Ik ben er zo hard mee bezig geweest om alcohol een gezondere positie te geven in mijn leven, maar alsnog vinden sommigen mij een debiel dat ik het vaker niet doe. Anderhalf jaar geleden nam ik mij dat voor en nu hoor ik nog steeds mensen zeggen: ‘Ja, maar die Ferry, die drinkt niet meer.’ Gisteren ging ik weg bij de borrel waar Chino bleef zitten. Er waren bepaalde mensen die dus al teveel gedronken hadden en die zeiden: ‘Ja, maar het is een nieuwjaarsborrel, what the fuck.’ Waarop ik zei: ‘Het is maar een nieuwjaarsborrel. Ik ga naar huis. Is dat een reden om te blijven? Donder toch op!'”

“Het is heel kut om het hier over te hebben, want ik voelde mij echt zo”

Een andere connectie die gelegd kan worden in de tekst van I Feel Something, is die tussen drinken en depressie: Feels like everyday shuts me down / Can’t get to the shoreline / I’m swimming ‘till I drown.
Ayala: “Het gaat over het moment dat ik echt niet door kon. De track is al een jaar oud. Hij is geëvolueerd in die tijd. Het was wat ik letterlijk op dat moment voelde. Ik was naar het plafond aan het staren en aan het opschrijven wat ik voelde. Ik voelde mij vrij nutteloos op dat moment. Het ontstaat vaak in die momenten tussen optredens. Ik voelde in ieder geval iets, ook al voelde ik mij kut. Ik dacht dat ik dood vanbinnen was. Verdwalen in kroegen en het nut er niet meer van inzien. De kroon in dit nummer is trots: ook al voel ik mij kut, ik draag dat uit met trots. Het is heel kut om het hier over te hebben, want ik voelde mij echt zo.”

Om het nummer Island van de eerste plaat maar eens te quoten: hoe ben je nu een ‘changed man’?
Ayala: “Ik heb ook dat geschreven toen ik mij kut voelde. Maar ik dacht: als ik gewoon ga schrijven dat ik het goed ga doen, dan gebeurt dat misschien ook. Ik wenste dat en het gebeurde uiteindelijk ook gewoon. Nou ja, ‘gewoon’, daarvoor moet je soms alles omgooien, zoals Ferry heeft gedaan. Ik heb dat gedaan, voor de plaat. Ik ben gewoon muziek gaan maken met de gedachte: ‘fuck alles’. Ik doe nog steeds veel fout, maar er zijn ook dingen die ik goed doe: platen schrijven, teksten schrijven, liever zijn tegen mensen die ik eerst kut behandelde, beter zijn voor mezelf, vrienden en familie. Ik ga ook bewuster om met het leven. Ik voel me echt een stuk beter dan eerst.”



Indian Askin live zien?

21 februari – Paard
22 februari – Rotown
23 februari – Oefenbunker
1 maart – EKKO
9 maart – Merleyn
14 maart – Bitterzoet
15 maart – Effenaar
16 maart- Metropool

Alle actuele data vind je op de band zijn Facebook-pagina.