Feature

Column: ‘Dan denk ik: er gaat iets niet helemaal goed’


12 januari 2019

Wat voor muzikaal jaar het gaat worden? Geen idee, dat maakt het ook zo leuk! Zolang er maar niet meer slecht nieuws komt zoals het droevige faillissement van Sugar Factory waar deze week mee begon. Hiermee heeft onze scene echt een belangrijke plek verloren. Niet alleen voor veel beginnende en gevorderde bands was het een perfecte plek om stappen te zetten in een professioneel poppodium en zaken uit te proberen, maar voor iedereen die iets nieuws wilde proberen en daar een plek voor zocht. Bij Sugar Factory was die plek er, ook voor ons. Zonder deze kansen had ook The Daily Indie niet geweest wat het vandaag de dag is en daar ben ik alle Sugars oneindig dankbaar voor.

Goed, laten we dan eerst maar eens beginnen bij januari. Er zit genoeg aan te komen om verlekkerd naar uit te kijken met Eurosonic Noorderslag volgende week en een berg goede releases van onder meer Night Beats, Deerhunter, FIDLAR, TOY, Indian Askin (een interview met de band komt eraan), White Fence, Sharon Van Etten (hebben we ook gesproken) en Steve Gunn, waarmee we overigens een The Daily Indie Presents-avond gepland hebben staan in Paard op 13 maart, een van de vele mooie TDI-shows. Of Balthazar, die we een tijdje terug spraken over het nieuwe en langverwachte album dat 25 januari verschijnt, dezelfde dag als ons interview met frontmannen Maarten en Jinte online gaat.

Om stiekem toch wat verder vooruit te kijken, hoop ik persoonlijk dat we dit jaar nog meer de diepte in kunnen gaan met onze artikelen. Daarbij gezegd hebbende: dieper dan we al gaan. Om mij heen zie ik namelijk een ambitieus team met veel ideeën en redacteurs die telkens meer uit zichzelf en hun verhalen weten te halen. Jaarlijks spreken we tientallen artiesten over hun laatste werk en duiken we dieper in clubs, labels, festivals, artiesten, scenes, muzikale ontwikkelingen en mensen die in de muziekindustrie werken. Aan de ene kant wisselen we onze wat intensievere artikelen af met bondige en frisse muziektips in onze New Music-rubriek en Spotify-playlist. Liever kort en krachtig en lang en diepgaand, dan van die middle-of-the-road-recensies van honderdvijftig woorden waar je eigenlijk nog geen donder leest behalve een verknipt persbericht met willekeurige sterretjes en een losse mening. Uiteindelijk bepaal jij toch zelf wel wat je interessant vindt? Wij geven je tips met artiesten die je mogelijk tof vindt en wil je er écht meer over weten: dan gaan we de diepte in.

Liefde voor de scene
Minstens zoveel aandacht schenken we aan de Nederlandse muziekscene, zo lieten we vorig jaar van ruim honderd bands hun single en/of videoclip in première gaan, inclusief een persoonlijk verhaal en een interview om ze aan je voor te stellen. Dat is iets waar we dagelijks veel tijd insteken en ons hard voor maken, net als alle andere manieren waarop we talent van eigen bodem aan je voorstellen. Of het nou een speciale playlist is, een The Daily Indie Presents-avond, livesessies of een interview is.

Maar hoe goed het ook gaat en lijkt te gaan met Nederlandse acts, hier en daar vertoont het huidige muzieklandschap nog regelmatig wat kale plekken. Ik spreek dagelijks on and off the record met artiesten, labels, boekers, festivals en ik merk dat de grote vraag voor veel bands op dit moment lijkt te zijn: hoe bereik ik de overkant van een soort indie-niemandsland? Eerder kwam het bij ons onder meer in interviews met Amber Arcades aan de orde, maar ook met The Hazzah en Pip Blom.

Want als je als band inderdaad de Popronde hebt gesloopt met dertig shows, Noorderslag hebt gerockt, overspannen streamingcijfers hebt van anonieme luisteraars, op allerlei hippe bandavondjes bent te vinden, coole festivals speelt en allerlei andere smashing CV-feiten hebt. Wat doe je daarna? Dat rondje kun je niet eeuwig blijven doen en het is niet genoeg, want ik zie het veel te vaak gebeuren dat een band zijn eerste clubtour doet en dat er – naast de releaseparty in de eigen stad – twee steden verderop met een beetje geluk maximaal twintig mensen op een show afkomen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van die complete ‘opbouw-logistiek’ die we in Nederland hebben gecreëerd?

“Daar maak je bands mee kapot en zo verpest je een ontwikkelingstraject”

Maar ja, hoe verkoop je kaartjes als je als band ook (vaak gratis) op een van de talloze festivals in de buurt bent te zien, geen hit hebt of je simpelweg niet genoeg bent opgevallen in die mierenhoop van andere talentvolle acts. Tel daarbij op dat er in Nederland tegenwoordig niet veel platforms zijn die nieuwe bands écht een harde push kunnen geven zoals dat een aantal jaren geleden nog het geval was, plus het feit dat er partijen in de bizz rondlopen die bands als wisselgeld lijken te gebruiken. Zoveel mogelijk tekenen, tegen de muur gooien, hopen dat er iets blijft plakken en anders zet je ze weer aan de kant.

Door die combinatie heb je als act zo weinig tijd om iets op te bouwen en jezelf te bewijzen, voor je het weet staat de volgende lichting alweer klaar om het stokje over te nemen en hetzelfde ‘hype-rondje’ af te leggen. Een lichting waarmee precies hetzelfde gebeurt. Daar maak je bands mee kapot en zo verpest je een ontwikkelingstraject.

Hip and happening
Het huidige stappenplan in Nederland is in de basis prachtig opgebouwd en er zijn goede en professionele mogelijkheden om te groeien als act. Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat je oud nieuws bent zodra iedereen elk jaar op de nieuwe ‘generatie’ springt die knisperend in de etalage wordt gezet. Heerlijk om daarbij te zitten, maar was je tot voor kort nog hip and happening, voor je het weet blijf je achter in de schaduwen en klik je vanaf de bank door de jaloersmakende Insta-story van alle ‘blitse acts die het deze keer he-le-maal gaan worden’. En zo blijven veel goede acts cirkelen in grijze indie-schmindie-gebieden. Een hartstikke leuke en gezellige scene, daar gaat het niet om, maar ik hoor van veel bands dat ze tegen een muur aanlopen. Die geen idee hebben hoe ze een volgende stap kunnen zetten. Dan denk ik: er gaat iets niet helemaal goed.

En dan ben je aan het eind van de avond ‘blij’ als het aantal bezoekers hoger is dan het aantal band- en personeelsleden”



En dan heb ik het nog niet eens gehad over bands die uit de startblokken kwamen knallen, alles hebben afgestreept wat een beginnend bandje zo graag wil doen en een jaar later de instrumenten aan de wilgen heeft hangen. Want ja, het zag er allemaal zo veelbelovend uit, jouw band was echt hét nieuwe ding en van links en rechts werden er gouden bergen beloofd door allerlei mooie en grote partijen. Maar ja, daar sta je dan een paar maanden later in een luxueus poppodium met al je mooie streamingcijfers (waarvan negentig procent van de luisteraars waarschijnlijk stond te strijken toen je liedje voorbijkwam of op een ander continent woont), de radioshows die je gespeeld hebt en een lijst aan festivals waar je allemaal wel niet gestaan hebt. En dan ben je aan het eind van de avond ‘blij’ als het aantal bezoekers hoger is dan het aantal band- en personeelsleden. Ja, dan kan het allemaal toch wel eens tegenvallen. Ook voor de mensen die jouw act programmeren en die regelmatig hun collega’s spreken in de kleine muziekwereld die Nederland rijk is.

Professionalisering en geduld
Of ligt het ergens aan en hebben muziekpartijen en muzikanten dezer dagen bijvoorbeeld te weinig geduld? Aangezien praktisch elke goed lopende band in Nederland er ook jaren en jaren over heeft gedaan om enigszins een serieuze naam op te bouwen. Want dat gestage bouwen is iets wat minder lijkt te gebeuren, het lijkt steeds vaker om snel succes te gaan, met een soort ‘dat-gaan-we-wel-even-regelen-mentaliteit’ die eromheen hangt. Alsof er een soort checklist bestaat die je af moet strepen om ‘lekker’ te gaan.

“Waar gaat het nou precies om? Wat wordt daar onderwezen?!”

Wat iets vreemds is: want veel muzikanten en partijen lijken zich juist alleen maar tot in het extreme te professionaliseren, kijk naar de wildgroei aan popacademie-bands en afgestudeerde muziekmanagers. Maar als ik zo nu en dan mails ontvang waar ik vele alinea’s over mij heen krijg, waar met veel grote woorden een grandioos meerjarenplan in staat genoteerd, en ik vervolgens moet vragen of ze alsjeblieft, euhhh, ook iets van muziek op zouden kunnen sturen (ik geloof dat het daar allemaal om gaat, toch…?), dan denk ik regelmatig: ‘waar gaat het nou precies om? Wat wordt daar onderwezen?’

En wat verwacht je precies als je een onpersoonlijke mail verstuurd, met daarin een verzoek of wij een ‘mooi achtergrondartikel of een interview’ kunnen maken over band X of Y? Dat wij direct onze autosleutels van het bureau grissen en met 130 km/u naar een bandje rijden om hun levensverhaal vast leggen, terwijl we er nog nooit van hebben gehoord? Het kost simpelweg tijd om een band op te bouwen met een act en überhaupt op zo’n punt te komen. En dat geldt niet alleen voor ons platform.

Nieuwe modellen
Waar het hem precies in zit, we gaan het horen van iedereen, als we ze ook dit jaar weer in de gaten blijven houden en alle betrokken blijven spreken. Ondertussen blijft er gelukkig genoeg te beleven, daar hoeven we ons geen zorgen over te maken, goede Nederlandse acts zijn er momenteel genoeg. Ik schrijft dit, omdat ik hoop dat talentvolle acts niet imploderen en de mogelijkheden krijgen om constructief te blijven groeien.

Daarom hoop ik dat er meer initiatieven van bijvoorbeeld bands als Canshaker Pi komen, die afgelopen donderdag Naughty Naughty Naughty Naughty organiseerden, een avond in Paradiso met steengoede collega-bands als Lewsberg, Bull, Pip Blom en The Mighty Breaks. Het kan wel degelijk, maar er moet mogelijk wat geschaafd worden aan de huidige modellen.