Live

Hoe de zondag van Best Kept Secret ons verraste en hoe de bliksem en donder ons scheidden van een geweldig weekend


3 juni 2019

De derde en laatste festivaldag van Best Kept Secret breekt alweer aan en kent torenhoge temperaturen. We zien vandaag onder meer Caroline Rose, Big Thief, Princess Nokia, Kurt Vile and the Violators, The Raconteurs en Interpol. Doordat ’s avonds een waarschuwing wordt gegeven vanwege regen- en onweersbuien vertrekken we iets eerder dan verwacht (een gewaarschuwd mens telt voor twee) – maar gelukkig met al genoeg ervaringen op zak die ons verrast hebben – overdonderd en voldaan.

Tekst Bente Hout & Midas Maas
Foto’s Maren van der Burght

Onze verslagen van de zaterdag vind je hier, van de vrijdag vind je hier.

Het is bijna twee uur ’s middags als ik het festivalterrein op wandel. Het is nog redelijk rustig, want ja, het is zondag. Dachten we op zaterdag dat het warm was, werd zondag benoemd tot de eerste officiële tropische dag van het jaar. Veel bezoekers verplaatsen zich direct bij binnenkomst naar een van de schaduwplekjes onder de bomen. Juke Ross mag vandaag Stage One openen. Tientallen waaghalzen staan in de volle zon op het open veld voor het podium naar de Guyanese songwriter te luisteren. Ross beschikt over een prachtige stem, warm en vol emotie. Zijn dromerige liedjes vormen een gemoedelijk welkom op deze festivalzondag. (BH)

Een uurtje later begint ook mijn dag en die begint bij Indian Askin pal voor het One-podium. Een moment voor een ijsje, die overigens bijna uitverkocht zijn, om door te stomen naar een mooie positie vooraan. Het is bloedheet, maar verdorie wat spelen deze vier Amsterdammers hun pakkende nummers hard. Vlak voor I Know How To Party vertelt frontman Chino Ayala, in lang rood kostuum (respect): “Ook deze gaat over drinken in Amsterdam.” Uiteraard verwijzend naar Café de Koe. Het is een vrolijk liedje over feesten en alcohol, maar dat is geen realistische weergave van de verhouding die de band tot het goedje heeft. Het is een haat-liefde-verhouding (bleek uit ons interview met de band), waar de vorige plaat, Sea of Ethanol, volledig aan gewijd was. De plaat die erop volgde, beschreef juist hoe die verhouding een gezondere plek in het leven innam. Die songs werken goed voor dit publiek. Het klinkt meestal een stuk vrolijker dan de achterliggende gedachte, maar dat is op dit punt van de dag perfect. (MM)

Langzamerhand begon ik mij al af te vragen of het moment nog zou komen dat ik compleet overdonderd zou worden door een act en ineens dient dat moment zich aan. In een felrode korte broek en bont overhemd, met een bandana om haar voorhoofd geknoopt, stormt Caroline Rose het podium van de Two op met haar band. Ze geeft geen moer om de hitte en speelt al dansend haar eerste paar uptempo-garagepopliedjes. De energie spat er vanaf. Niets is leuker dan een band die overduidelijk plezier heeft in op het podium staan en dat is hier zeker het geval, concludeer ik, kijkend naar vier non-stop lachende bandleden.

My job right now is to make you feel as bad as possible”, zegt Caroline Rose, wanneer ze een wat droeviger liedje aankondigt, waarop een man uit het publiek antwoordt: “Dat wordt wel moeilijk, want ik ben echt héél vrolijk!” Het ene sterke liedje volgt het ander op met catchy refreinen, heerlijke gitaar- en synthlijnen en de loepzuivere, krachtige stem van de charismatische frontvrouw. Tussendoor zijn er doorlopend grapjes waarmee de Amerikaanse het publiek compleet inpakt. Je kunt de festivalweide wel opvegen wanneer ze ineens My Heart Will Go On op kazoo speelt. Ja, dit is mijn nieuwe favoriete band. (BH)

Even totaal iets anders: Princess Nokia in de Five. Twee dansers verschijnen al voguend aan weerszijden van het podium terwijl de zaal wakker wordt geschud met diepe baslijnen. “Who that is, hoe? That girl is a tomboy!” schalt er door de tent als Destiny Frasqueri de planken betreedt. In haar set snijdt de New Yorkse grote, persoonlijke en universele thema’s aan, verpakt in krachtige raps op vadsige beats.

Ze heeft het wel heel moeilijk met de temperatuur in de tent, blijkt al snel. Regelmatig draait ze zich even om naar haar DJ om een fles water van zijn tafel te kunnen grissen en tussen nummers door verdwijnt ze telkens backstage. Als het einde van de show in zicht is, vertelt ze ons dat ze uitgedroogd is en van haar dokter niet teveel mag bewegen, omdat ze dan kan flauwvallen. Dat is dus de verklaring. Van dat niet te veel bewegen komt (gelukkig voor ons) weinig terecht, maar daar lijden haar attitude en live-zang helaas wel een beetje onder. Gelukkig is er de backingtrack om haar af en toe op te vangen en heeft ze twee fantastische dansers naast zich staan die een heleboel goedmaken. (BH)

Vrijwel tegelijk met de naar Finse telecomgigant genoemde artieste, staat The Visual op het Five-podium. Het drietal rond de Vlaamse Anna van Rij volgen we al een tijdje en kennen we van de dreampop die het produceert. Alle songs worden door synth- en basspeler Timon Persoon aan elkaar geweven met mysterieuze soundscapes. Tussen alle mystiek door vallen invloeden als Jeff Buckley en Beach House op. De hoogtepuntjes uit dit optreden zijn toch echt wel de nummers Lost in Translation en Under My Skin. (MM)

Een bijna hoorbare zucht van opluchting galmt over het veld als de avond valt en het langzaam wat begint af te koelen. De vele picknickkleedjes op het veld voor Stage One zorgen voor een gemoedelijk zicht. De perfecte setting voor Kurt Vile and The Violators, die om 18.45 uur het podium bestijgen. De lome sfeer, de laidback psychedelische dreampop en de herkenbare, slepende stem van Kurt Vile: alles komt samen op deze derde festivalavond. Stiekem is het best wel fijn dat hij ook zijn bekendste liedjes speelt, want niets is op dit moment fijner dan Pretty Pimpin’ en Jesus Fever meezingen terwijl je op je rug ligt en naar de roze lucht staart. (BH)

Foto: Ben Houdijk

Meteen na Kurt en zijn Violators is het tijd voor iets waar we heel lang op hebben mogen wachten, maar wat eigenlijk niet echt iemand aan zag komen: The Raconteurs. Zo’n vijf maanden terug dropte de groep Now That You’re Gone én kwam het nieuws dat er ook een nieuw album kwam. De band waar White zijn liefde voor de jaren zestig-rock nog maar eens verder verkende, was zijn eerste project buiten The White Stripes. In de razende populariteit van alle rammelende gitaren uit Detroit in 2008, werd deze nieuwe band van het kopstuk van die scene een groot succes. Gelukkig krijgt de volle tent aan het Two-podium ook al dat nieuwe moois te horen, zoals die zojuist genoemde, epische track. Het is een extravagante podiumbezetting. Niet zo zeer in de props of het decor, maar puur in de hoeveelheid instrumenten en effecten die voorbij komen.

Om nou te doen alsof de rest van de band in de schaduw staat van meneer White, zou de andere leden onrecht aandoen. Uiteraard speelt Brendan Benson een grote rol met zijn misschien wel net zo indrukwekkende capaciteiten op de orgel, vocalen en misschien – maar dit is een tricky statement – op gitaar. Hij klinkt net wat melodieuzer en kan net wat mooier zijn uithalen doen. De epische momenten zijn echter vooral wanneer het allemaal samen gaat en de gitaren, orgels en distorted vocalen een ware rock-’n-roll-brij vormen. Het enige, wat ongemakkelijke moment, is wanneer Benson vraagt “how is Amsterdam doing“. Uiteraard vergeet je dat snel door een song als Many Shades of Black. Of de afsluiter waar White het publiek inzet als instrument door de lijn ‘are you steady now’ terug te laten zingen. Steady, As She Goes is nu eenmaal de single waarmee een concert als deze op zijn hoogste octaangehalte eindigt. (MM)

Foto: Ben Houdijk

Wanneer ik op Interpol sta te wachten, komen de berichten binnen over heftig onweer en volgens Buienradar: 101mm regen in Hilvarenbeek. De organisatie waarschuwt om vooral niet naast hoge objecten te gaan staan. Daar sta je dan, naast een grote tentpaal. Eigenlijk is het wel passend bij de kille postpunk van de groep: hoe de regen de extreme hitte van eerder die dag doet zakken naar een koelte, die zorgt voor de eerste rilling. De show om de band is subtiel en veel uitbundiger dan een rookmachine wordt het niet, maar dat geldt ook voor de band zelf.

Het is ook niet wat je verwacht of hoopt tijdens deze show. Strak spelen, staren naar het instrument en vooral niet te veel woorden aan vuil maken. De band heeft zijn meest geroemde album, het debuut Turn On The Bright Lights, zorgvuldig tussen de setlist verwerkt. Je merkt het meteen aan het publiek, als er een nummer van dat album wordt gespeeld. Dat wil niet zeggen dat andere hoogtepuntjes uit de discografie het altijd minder doen, maar het valt op. Als de tent leeg stroomt, begint het sporadisch te druppen buiten. Als de eerste bliksem zich aan de hemel toont, jaagt de angst om in een heftige regen- en onweersbui terecht te komen mij weg van het terrein. Wat een editie was dit! (MM)