Live

Dit zijn de ontdekkingen van de London Calling-zaterdag


30 oktober 2016

Was de London Calling-vrijdag de dag van de Grote Namen, op de zaterdag is het weer een ouderwets showcasefestival met underground-bandjes. We horen post-punk, Britrock, elektronica, shoegaze en garagerock; best een veelzijdige avond, eigenlijk. Maar komt het allemaal ook over? Onze redacteuren geven hun visie over de belangrijkste indiebands van de zaterdag.

 



Communions
Met hun zwarte kleding en donkere uitstraling hebben de Deense Communions wat weg van landgenoten Yung en Iceage. Daarentegen zijn ze minder punk, en heeft hun muziek meer weg van die van The Stone Roses, The Smiths en zelfs Oasis. Toch klinkt Communions niet als een letterlijke kopie van Manchester,  wat voor een groot deel toe te schrijven is aan de catchy, hoge zang van frontman Martin Rehof. Met nummers als Eternity en Don’t Hold Anything Back heeft de band bovendien een aantal sterke songs met scherpe hooks, zo onderstreept het ook nog eens live. Als ze het nieuwe nummer Hurry Up I’m Waiting laten horen, blijkt bovendien dat Communions de lijn van de sterke liedjes door weet te zetten. Maar hoe hard Communions er compositie-technisch ook aan trekt, de vonk springt deze avond nog niet over. Wat mist is bezieling bij de bandleden, die ietwat apathisch op het podium staan. Tot op Eurosonic Noorderslag dan maar. (Jente Lammerts)

 

 

Gold Class
Wat een stageperformance. Gold Class domineert het podium van de grote zaal van Paradiso alsof de band nooit anders heeft gekend. En dat voor hun eerste optreden ooit in Amsterdam. Het Australische viertal brengt zwartgallige post-punk, in het straatje van Interpol en Joy Division. De ongeïnteresseerde nonchalance waarmee frontman Adam Curley over het podium beweegt stoort niet, maar versterkt de duidelijke boodschap die de band wil overbrengen: niet lullen, maar spelen. De nummers van Gold Class zijn sterk en doen absoluut smaken naar meer. Binnenkort maar eens een tweede show in Amsterdam? (Jente Lammerts)

 

Porches
Porches was een van de bands waar wij van The Daily Indie dit weekend in het bijzonder naar uitkeken. De mierzoete indiepop van het vijftal uit New York werkt aanstekelijk bij het doorgaans toch wat stugge London Calling-publiek. Al binnen enkele minuten beginnen mensen te dansen. Ook op songgebied weet de band zich staande te houden; Porches speelt een goede mix van nummers van hun laatste plaat Pool en eerste album Slow Dance In The Cosmos. Frontman Aaron Maine mompelt wat in de microfoon, doet verzoeknummers en verklaart dat het nummer Car de laatste zal zijn van deze tour. Zonde. (JenteL)

 

Flyying Colours
Als het Australische viertal Flyying Colours opkomt zijn we inmiddels weer een paar uurtjes bezig. Het publiek, dat een beetje in is gedut bij Isaac Gracie, is wel aan iets stevigers toe in de opmaat naar Explosions in the Sky. Flyying Colours komt dan ook net op tijd om deze avond nog een beetje op te schudden en de roes van een tweede festivaldag te doorbreken. Zanger Brodie J Brümmer opent met het standaardzinnetje it’s great to be in Amsterdam, guys. Gelukkig, dan hebben we dat maar alvast gehad. Daarna is het motto ‘niet lullen, maar poetsen’ en zet de band een overtuigende set neer waar de energie zelden wegzakt. De shoegaze van de band blijkt er na een maandlange Europese tour goed ingesleten. Flyying Colours zit muzikaal ergens in een fijn schemergebied tussen DIIV en TOY. Het is misschien niet bijster origineel en de meeste nummers zijn niet echt van elkaar te onderscheiden, maar qua liveshow is dit wel overtuigend. (Ricardo Jupijn)

 

Twin Peaks
Het Amerikaanse kwintet Twin Peaks verraste twee jaar geleden met een mix van garagerock en Rolling Stones-invloeden. Die combinatie klinkt wellicht onlogisch, maar op Wild Onion, hun tweede plaat, wist deze mix maar liefst zestien nummers lang te boeien. Ieder nummer overtuigde muzikaal, maar ook compositie-technisch. Dat kun je niet zeggen van de dit jaar verschenen opvolger Down in Heaven. De band lijkt Wild Onion te willen herhalen, maar komt ditmaal met weinig onderscheidende songs. In Paradiso krijgt het publiek deze avond werk van beide platen voorgeschoteld. Tijdens de Wild Onion-nummers ontstaan de moshpits, maar tijdens het nieuwe werk ontstaan de gesprekken. Over van alles; wie er bier gaat halen, wat die gladde Isaac Gracie in vredesnaam op London Calling deed, welke Helloween-feestjes er nog bezocht gaan worden. Over van alles, behalve over Twin Peaks. (Jelmer Luimstra)