Live

De donderdag van Eurosonic: een toekomstige wereldster, nog meer hypes en vrolijke praatjes


17 januari 2020

The Daily Indie is uiteraard aanwezig op Eurosonic Noorderslag. In Groningen checken we de nieuwste muziek: van hip en upcoming tot de diepste krochten van de underground. Je leest alles in ons dagelijkse verslag. Vandaag de donderdag, hier lees je ons artikel over de woensdag.

Tekst Wout Bekhuis, Bart Breman & Iris Luimstra
Foto’s Maren van der Burght

Dat Celeste één van de grootste hypes van deze Eurosonic-editie is, blijkt wanneer we arriveren bij de Stadsschouwburg. Ruim voor aanvang staat er een grote meute voor de ingang te drommen. Terecht, want wat de 25-jarige zangeres maakt grote indruk. Ogenschijnlijk zonder enige moeite laat ze haar krachtige, soulvolle stem door de zaal galmen, terwijl ze op minimale wijze wordt begeleid door haar band. Hoewel afsluiter Strange een heel klein opgezet nummer is, slaat deze in als een bom. Terwijl er subtiel pianospel op de achtergrond klinkt, weet het supertalent met haar prachtige stem en loepzuivere zang voor een ultiem kippenvelmoment te zorgen en hier en daar wordt een traantje weggepinkt. De groteske entourage, met de sierlijke balkons van de Stadsschouwburg en een projectie van nachtelijk stadsleven daartussen op de achtergrond, onderstreept dit bijzonder indrukwekkende moment. Terwijl we met kippenvel op onze armen naar buiten lopen, zijn we ervan overtuigd een toekomstige wereldster te hebben gezien.

Nog meer hypes
Ook de naam Dry Cleaning zoemt hard rond op het festival. De band klinkt zo actueel als het maar zijn kan en heeft in Florence Shaw een intrigerende frontvrouw. Uiterst onderkoeld en vanachter een lessenaartje draagt ze haar gedichten voor. Daarachter spelen drie bandleden zich in het zweet. De felle en gortdroge postpunk doet de jaren tachtig herleven en vooral in de hitsingle Magic of Meghan komt alles bij elkaar. Maar toch, het lijkt het wel alsof de praatzang van Florence Shaw en haar bandgenoten elkaar niet helemaal kunnen vinden. Wat Sinead O’ Brien een dag eerder wel lukte, lukt bij Dry Cleaning niet: gedichten en muziek zijn in elkaars nabijheid, maar de vonk slaat net niet over. 

Nog zo’n grote hype is Cobrah, uit Zweden. Al was het maar om dat ze ‘the lesbian queen of Sweden’s fetish scene‘ wordt genoemd. Een uitspraak die verwachtingen schept, net als de octopus die ze op haar hoofd heeft op haar persfoto’s. De inktvis heeft ze niet meegenomen, maar ze draagt wel een leren broek die haar billen bloot laat. Samen met haar DJ wisselt ze vlekkeloos tussen verschillende elektronische genres als trap, EDM en drum and bass. Het spannende geheel steekt ver boven het gemiddelde ESNS-niveau uit en zal het op elk festival goed doen als afsluiter. Met een kinderstemmetje zingt ze over seksuele escapades en dat ze het ook allemaal niet meer weet.

Mooie verrassingen
Pak een bandnaam en zoek er een bijpassend podium bij: wellicht staat met die gedachte de Italiaanse band Eugenia Post Meridiem opgesteld in Praedinius Gymnasium. Al gaat het om een klein zaaltje, met een publiek van nog geen dertig man is het angstvallig leeg. En dat is niet terecht, want de band laat een prettig fris geluid horen, waarin allerlei muzikale genres te ontdekken zijn. De overtuiging waarmee de jonge band zijn eclectische muziek voor een droevige ambiance staat te spelen is bewonderenswaardig. Aan Eugenia Post Meridiem zelf ligt het niet; waarschijnlijk heeft het lage bezoekersaantal te maken met het feit dat het gebouw volledig in de steigers staat en het daarmee van buitenaf het minst opvallende podium van het festival is.

In de jaren negentig had je Bristol Sound, met Massive Attack en Portishead als grootste uithangborden. Prachtige, mysterieuze muziek en het Ierse Just Mustard heeft er uitstekend naar geluisterd. Net als Beth Gibbons staat zangers Katie Ball met gesloten ogen te zingen. Het leuke is dat Just Mustard die triphop-invloeden combineert met venijnige shoegaze in de traditie van My Bloody Valentine. Met enige regelmaat wordt er een gitaar als knetterende cirkelzaag door de muziek heen gejaagd. Dat zorgt voor een heerlijke spanning die de band nét niet volledig tot ontlading laat komen.

Wel helemaal los gaat het bij Oktober Lieber. Wat begint als een veilige live-technoset mondt uit in iets experimenteels waarbij het BPM steeds verder wordt opgeschroefd. Op het einde gaat het zo hard dat het bijna op gabbertempo gaat. De strobelights op het podium doen mee en als reactie wordt er vanuit het publiek vol enthousiasme gezwaaid met in regenboogkleuren oplichtende speelgoedzwaarden. De dansvloer wordt alsmaar voller als de muziek harder en gekker wordt. De zangeres, die met haar verdraaide stem doet denken aan Crystal Castles, zingt een onverstaanbare reeks  woorden en de stampende beats overstemmen de vocalen compleet.

Wat minder verrast
Na een bezoek aan Vita Bergen is het zeker dat de locatie een evidente rol speelt in het toeschouwersaantal. Waar het ingepakte Praedinius Gymnasium voor vele bezoekers onzichtbaar is, is het Forum niet te missen. Dat lijkt de enige reden voor het feit dat de zaal hier wél vrij vol staat, want op muzikaal gebied gebeurt hier niks boeiends. De Zweedse heren spelen harde poprock, maar gek genoeg blijkt dat een slaapverwekkende werking te hebben. De groep uit de underground-scene van Göteborg speelt vooral hard om hard te spelen, alles klinkt geforceerd, de verschillende instrumenten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en de beoogde climaxen komen totaal niet uit de verf. 

Ook de dames van Friedberg hebben niet heel veel te melden. Zangeres Anna F. ziet eruit alsof ze uit de kledingkast van Stevie Nicks is ontsnapt en zo klinkt de muziek ook een beetje. De eighties-georiënteerde pop is niet onaardig, maar vooral heel veilig en karakterloos. Alsof je naar The Bangles in een futloze bui staat te kijken.

Vrolijk praten
In het kleine OOST staan de Leeuwarder mannen van Woe Blind Birds. Het is bijzonder donker in het kleine zaaltje, maar dat past uitstekend bij de duistere en extatische sound van deze band. Door het trage tempo van de muziek en de lome zang van Jochem Knoef doet de band af en toe denken aan Radiohead. Toch hebben de Friezen een eigen geluid en je merkt aan alles dat ze in staat zijn om op een podium als deze een magische sfeer te scheppen. Helaas ben je als artiest daarvoor mede afhankelijk van je publiek, want door de druk kletsende toeschouwers wordt deze sfeer niet bereikt.

Daniel O’ Kelly van Silverbacks maakt het niet uit dat het publiek druk door de muziek heen praat. Hij trekt een biertje open en keuvelt rustig mee. Muzikaal is het al net zo (quasi-)nonchalant: de Dubliners spelen leentjebuur bij de dwarse gitaarpop van Parquet Courts. Bij Silverbacks is het alleen wat rauwer, alleen zijn nog niet alle liedjes even sterk.

Bij metal is het ondoenlijk om boven de muziek uit te praten. Het brute volume en riff regeren in studentensociëteit Vindicat en Estoner speelt slepend en kneiterhard. De zanger grauwt en gromt zich een weg door de loodzware muziek en de corpsmeisjes achter de bar staan er wat beduusd naar te kijken. Heel inventief of bijzonder is het allemaal niet, maar met Estoner hebben de Estse stonerrockers in elk geval de prijsvraag voor de meligste bandnaam gewonnen. 

Twee Nederlanders tot besluit
In de imposante Nieuwe Kerk staat Spinvis geprogrammeerd als ‘Spinvis (hat Fernweh)’. Medio 2018 zette Erik de Jong vanuit het niets een Duitse versie van Ik Wil Alleen Maar Zwemmen online en sindsdien probeert de bijna 59-jarige muzikant zich serieus te richten op de Duitse markt. Nadat het publiek in het Duits verwelkomd is, begint De Jong de set dan ook met Ich Will Ganz Einfach Schwimmen, om vervolgens de talen per nummer af te wisselen. Als Nederlandse bezoeker maakt het weinig uit of je nu het Duitse Zehntausend Schwalben (Tienduizend Zwaluwen) hoort, of de originele versie van Artis, veel belangrijker is dat alles prachtig klinkt. De bezetting, met naast De Jong een violiste, celliste, toetsenist, drummer en basgitarist is steengoed, en nummer na nummer is het genieten geblazen. In de sfeervolle setting van de Nieuwe Kerk weerklinkt een kraakhelder geluid, waarin alle instrumenten perfect op elkaar afgestemd zijn. Nadat Spinvis zijn schitterende set afsluit met Komm Zurück, is het haast onmogelijk niet de wens te hebben om nog eens terug te komen.

Op het gratis toegankelijke Eurosonic Air staat Thomas Azier met zijn band voor een volle tent te spelen. Ook deze Nederlanders maken indruk met een fijne en uiterst strak gespeelde set. Veel nummers die de 32-jarige Leiderdorper inzet, beginnen nog vrij rustig, maar ontploffen op een gegeven moment in een heerlijk stukje knetterende rock, dat tot groot enthousiasme van het publiek leidt. Hoewel je je kunt afvragen of je met een cover het origineel zoveel mogelijk moet benaderen, of vooral je eigen draai eraan wil geven, weten Azier en band met een cover van A Forest het geluid van The Cure bijzonder goed te benaderen.



Verder gezien / extra veel lekkere foto’s: