De woensdag van Eurosonic: postplagiaat, bijzondere optredens en bijzondere stemmen
16 januari 2020
The Daily Indie is uiteraard aanwezig op Eurosonic Noorderslag. In Groningen checken we de nieuwste muziek: van hip en upcoming tot de diepste krochten van de underground. Je leest er alles over in ons dagelijkse verslag.
Tekst Wout Bekhuis & Bart Breman
Foto’s Maren van der Burght
De grootste publiekstrekker van de eerste Eurosonicavond is gitaarband Inhaler. Dat zanger Eli Hewson de zoon van Bono is heeft daar natuurlijk van alles mee te maken. Er staan dikke rijen voor Huize Maas. Inhalers muziek is middle of the road en stadium proof. De band lijkt het eigen geluid niet zozeer te missen; hij is vooral een exacte kopie van de vroege U2. Je vraagt je voortdurend af wanneer Sunday Bloody Sunday wordt ingezet. Niet zozeer omdat de band plagieert, maar omdat ze als een soort van levende teletijdmachine op het podium staan. Met zijn zang, zijn gebaartjes en zijn look is Eli Hewson het evenbeeld van zijn vader in 1980. Dit is geen plagiaat, dit is postplagiaat.
Bijzondere optredens
Om dat soort grappen hoef je bij Black Country, New Road niet aan te kloppen. Je zou de Britten kunnen wegzetten als pretentieuze kunststudenten die hun luisteraars de gordijnen in willen jagen met zo ontoegankelijk mogelijke muziek. Ze combineren postrock, punk en spoken word en uit dat samenraapsel dien je zelf maar wijs te worden. Maar het vreemde allegaartje is uiterst intrigerend. De rauwe gitaren, de gierende saxofoon en de zorgvuldig opgebouwde spanning houden je op het puntje van je stoel. In lang uitgerekte nummers praatzingt gitarist Isaac Wood over zonnebrillen en Scott Walker en toetert de saxofonist een neurose van zich af.
In het Grand Theatre krijgt de energieke, zeskoppige formatie van L’Éclair het publiek al snel mee. De volle zaal heeft alle moeite om stil te blijven staan en dat is logisch, want het frisse en aanstekelijke spel van de Zwitserse muzikanten schreeuwt erom om op gedanst te worden. Het geluid van de twee gitaristen smelt volledig samen met dat van de drie percussionisten, waardoor No Filter – de naam die de vrouwelijke toetsenist in deze formatie heeft aangenomen – vanavond de melodieuze leiding heeft over dit bijzondere gezelschap. Maar het zijn de percussionisten die het tempo bepalen, en deze loopt zo nu en dan op tot onnavolgbare hoogte, tot groot genoegen van het geboeide publiek.
Verderop in Der Aa-kerk, net achter de Vismarkt, wordt de avond rustig begonnen. De kerk is donker, maar sfeervol door de blauwe verlichting die achterin de kerk bij het podium, richting het plafond schijnt. Bijna verscholen tegen de donkere achtergrond staat op het kleine podium een piano, waar meteen een bijzonder geluid uitkomt als de Duitse pianist Kai Schumacher het bespeeld. Schumacher blijkt de piano te hebben ‘geprepareerd’ met stukjes kurk, moertjes en andere willekeurige objecten. Zijn minimalistische, maar virtuoze spel, doet denken aan dat van Music For 18 Musicians van Steve Reich. Toch voegt Schumacher op de juiste momenten kleine, meer melodische legato-passages toe, dat zorgt voor een prettige afwisseling. De diversiteit aan geluid die Schumacher in zijn eentje uit een geprepareerde piano weet te halen is bijzonder: bij een nummer als BRNFCK zou je, als je niet beter wist, toch zweren dat er een drummer meespeelt.
Bijzondere stemmen
In de Martinikerk rondt de piepjonge Arlo Parks snel een radio-interview af en rent naar het podium. Na een langere set eerder op de avond speelt ze een nog enkele liedjes in de eeuwenoude kerk. Begeleid door een soulvolle gitaar ontroert de Britse hevig met vier aangrijpende liedjes en fluisterzachte zang. Parks muziek is ontwapenend, teder en ze heeft een pracht van stem. Het contrast met Antti Palaanen kan niet groter zijn. Met een accordeon, een drumpad en vooral zijn diepe, rauwe keelzang verbaast hij het publiek vanaf de eerste seconde. Door zijn snelle accordeonspel en de voortdreunende drumpad creëert de Fin een geluid dat je bijna als echte dancemuziek zou kunnen bestempelen. Palaanen is een rasechte entertainer die met zijn gegrom en gehijg het publiek volledig weet op te zwepen. Je vraagt je af of er ooit een leukere ‘dienst’ is gehouden in dit prachtige, 15e-eeuwse kerkgebouw.
Ook frontvrouw Anastasia Walker van Bang Bang Romeo heeft een dijk van een stem en schroomt niet – waarom zou je? – dit dan ook flink te etaleren in het spiksplinternieuwe Groninger Forum. Het gemak waarmee de 24-jarige Britse haar pittige vocalen tentoonspreidt is een genot om naar te kijken. Jammer genoeg is de muziek van de formatie uit Doncaster dan ook volledig ingericht om constant de hoofdrol bij Walker te leggen, waardoor er op instrumentaal gebied niet veel schokkends gebeurt. Althans niet tijdens de laatste paar nummers van de show. Ook bij Sinead O’Brien draait het om de stem, maar tegenstelling tot Bang Bang Rome is de muzikale begeleiding wel piekfijn in orde. De Ierse dichteres laat haar ritmisch gebrachte poëzie over de staccato gespeelde muziek heen golven, waarbij een inventieve galmgitaar haar tekst nauwgezet volgt. Alsof de geest van punkpoëet John Cooper Clark in PJ Harvey is gevaren.
Op de Grote Markt van Groningen is een kleine boerenschuur gebouwd die de naam Hooghoudt Barn heeft gekregen. Door het grote, U-vormige balkon, kan de kleine schuur toch een relatief groot publiek herbergen. Helaas voor de Finse soulzanger Bobby Oroza weten maar weinig mensen de schuur te vinden als hij er met zijn band een degelijke set weet neer te zetten. Met nummers als Strange Girl en Deja Vu, voegt de in Helsinki geboren songwriter een fijn vleugje funk aan zijn muziek toe. Hierdoor schalt er toch een potentieel dansbaar geluid door de schuur, maar van enige wisselwerking tussen artiest en publiek is geen sprake. Aan de inzet van Oroza ligt het niet: een aantal keer legt hij zijn ziel en zaligheid in een ferme uithaal. Maar op instrumentaal gebied gebeurt er net te weinig om de boel écht spannend te houden en het publiek van begin tot eind te boeien.
In Huize Maas moet Asbest, uit focusland Zwitserland, al net zo hard worstelen om de aandacht van het publiek te behouden. Ze spelen lompe noise, met dreunende gitaren, hakwerk en een zangeres die krijst alsof ze in een kerker is opgesloten. Na twee liedjes gaat er iets mis met het geluid en moet de band het optreden onderbreken. De stilte en het ongemak van de bandleden op het podium zijn zo mogelijk nog oorverdovender. Laat op de avond loopt ook Vera langzaam leeg, al hebben de bandleden van Molchat Doma dat waarschijnlijk niet door. Het podium is omgevendoor dikke lagen rook uit de rookmachine. De Witrussen doet niets, maar dan ook niets, wat Joy Division en vooral New Order nog niet eerder hebben gedaan. Maar na het postplagiaat van Inhaler klinkt het eigenlijk nog best origineel.
Verder gezien / extra foto’s: