Album Review

De pastorale neo-psychedelia op God Bless trekt de koers van The Citradels door en doet er een flinke dot sixties-saus bij


13 januari 2018

Vorig jaar schreven we over Where’s One? van The Citradels dat het een sprankelende plaat was die ons verraste met ijzersterk songwriterschap en bewees dat de band een stuk veelzijdiger was dan we misschien dachten. Een juweel van een album dat desondanks toch onder de radar is gebleven bij de meeste mensen. Maar The Citradels zitten niet stil – nooit. Het nieuwe jaar is pas net onderweg of er is weer een nieuwe plaat van de Aussies uit, met de bombastische titel God Bless. 

Het is een panoramisch werk geworden, met invloeden die reiken van krautrock en dreampop tot country en Gregoriaans gezang. Wat al gauw opvalt bij het luisteren naar God Bless, is dat de plaat zeer afwisselend is qua tempo en in ijzingwekkende vaart allerlei verschillende trucs uit de hoge hoed tovert. Was de band vroeger vooral bezig met hypnotische, lethargische drone-‘n-roll, trekken ze hier de lijn van Where’s One?verder door en voegen ze er nog een extra scheut Brian Wilson-achtige goochelarij aan toe.

De verspringende aard van het album maakt dat het een vrij onevenwichtig geheel is geworden, dat op een bepaalde manier toch gewoon werkt. Het is beknopter en de songs worden niet opgerekt voorbij het absolute minimum dat nodig is om de boodschap over te brengen. Qua thema speelt religie een grote rol en hoewel het niet precies duidelijk wordt wat zich in dit fictieve landschap afspeelt, is het een interessante luisterervaring waarbij de band het gaspedaal meer dan ooit flink intrapt. Nummers als GRC hebben de kenmerkende sixties-sound die we kennen van bands als Allah-Las en Mystic Braves, maar The Citradels zijn hun roots niet compleet uit het oog verloren, want hier en daar komt er nog een flinke brok omineuze neo-psychedelia voorbij – uiteraard met de reverbknop richting standje maximaal.

Een dromerig, aquatisch meesterwerk zoals z’n voorganger is God Bless niet geworden, maar het is een heel aardige plaat die geen ruimte geeft om in te kakken en daarmee een uiterst geschikt startpunt vormt voor mensen die zich in de toch al behoorlijk grote discografie van de band willen verdiepen.