Album Review

Het nieuwe album van The Citradels klinkt als The Beach Boys aan de LSD in een verlaten vliegtuighangar – en waarom je dat moet horen


14 mei 2017

Australië is een broeinest van spannende, interessante muziek. Dat is het altijd geweest, maar met de recente opkomst van indiesuccessen als King Gizzard & The Lizard Wizard lijkt er een extra vergrootglas op de Aussies te liggen. De immer productieve bende mafkezen verovert in stormtempo de harten van allerhande muziekliefhebbers, of ze nou into psychedelische stonerjams zijn of gewoon van een rauwe portie garagerock houden.

Maar even verderop, in Melbourne, is iets minstens zo interessants aan de hand. Dit is namelijk de uitvalsbasis van The Citradels, een band die de spotlights nog niet gevonden heeft, maar al wel een aantal jaar werkt aan een bijzonder oeuvre vol experimentele en druggy popmuziek. Het jonge (en continu van line-up veranderende) vijftal, onder aanvoering van een kerel die zich Sunny Down Snuff noemt, is een zelfverklaarde ‘anti-psych industrial wimp rock band‘. Nou, dan weet je al een beetje wat voor vlees je in de kuip hebt.

Al een jaar of vijf brengt de band aan de lopende band platen uit, die voor een ‘name your price’-tarief te downloaden zijn via hun Bandcamp, maar ook uitgebracht worden op vinyl in fraai vormgegeven hoezen. Haalden de bandleden hun inspiratie op de eerste paar albums duidelijk uit iconische acts als The Velvet Underground en The Brian Jonestown Massacre, op hun meer recente werk is er ook een duidelijke sixties-popsound te horen, in de traditie van The Beach Boys en The Zombies.

 

 

Het nieuwe album Where’s One, heeft een sterk barokke pop-feeling, en klinkt zoals The Beach Boys geklonken zouden kunnen hebben als ze destijds hun intrek hadden genomen in een gigantische, doorgeroeste loods en volledig naar de getver waren gegaan onder invloed van (nóg meer!) stimulerende middelen.

In de kern is het popmuziek, maar er wordt zo’n lome, doorgewassen draai aan gegeven, dat er een soort muzikaal valium overblijft waarop het heerlijk meegolven (en af en toe flink opveren) is. Het is minder explosief dan de krankzinnige maalstroom waarin King Gizzard je meevoert, maar op een bepaalde manier toch heel psychedelisch en desoriënterend.  Where’s One doet een stapje terug wat betreft de feedback en drone, maar heeft niets ingeboet aan de traditionele Citradels-sound waarmee aldaar de underground onveilig gemaakt wordt. We horen strijkers, zonnige, harmonieuze samenzang en er is toch weer die galm, die zo kenmerkend is voor de sound van de mannen uit Melbourne.

De plaat klokt in op veertig minuten en is daarmee geenszins een kolos van het formaat Droned And Rethroned Of Our Lord’s Secret Service, eerdere platen van de band, maar wie zich wil onderdompelen in de naar vaseline en crack geurende muzikale wereld van The Citradels, heeft met Where’s One een prima vertrekpunt in handen. Als je gaat watertanden van namen als The Brian Jonestown Massacre, Spacemen 3, Jacco Gardner en The Black Angels, dan mag je deze band eigenlijk niet missen.

 

Of luister via Bandcamp.