Waan je in een rokerige undergroundclub met nieuwe single Pedres Baixes van The Resurrection
15 april 2021
Als je stil kunt blijven staan terwijl je Pedres Baixes van The Resurrection luistert, dan is dat heel knap. Synthpop, new wave en industrial eightiespop smelten samen in de pompende nieuwe single, die zich uitstekend leent voor een potje raven in het holst van de nacht.
Goed nieuws voor wie Pedres Baixes ook zo’n lekkere track vindt: de EP Breaking The Armour verschijnt begin juli al. De elektronische band produceerde de muziek zelf, in zijn eigen studio. We spreken drummer Wytse Dijkstra over het schrijf- en opnameproces.
Jullie brachten in 2019 de EP Eden Olympia uit, waar zijn jullie sindsdien mee bezig geweest?
“We hebben datzelfde jaar ook aan Popronde meegedaan en kwamen in contact met onze huidige boeker Radar Agency. We hadden vooral zin om veel te gaan spelen en waren van plan om daar een tijdje de focus op te leggen, maar door de pandemie viel ons tourplan in het water. Na een maand balen lukte het gelukkig vrij snel om de knop om te zetten en ons te focussen op schrijven en produceren.”
Dus het idee om nieuwe muziek op te nemen ontstond eigenlijk noodgedwongen?
“Ja, ergens wel. We konden niet spelen. Dat wakkerde de ambitie om met een nieuw schrijf- en studioproces te beginnen wel aan.”
Hoe zag dat studioproces eruit, tijdens een pandemie?
“We hebben een ruimte gezocht, een studio gebouwd en hebben ons daar vervolgens samen op een creatief proces gestort. Nummers ontstaan bij ons door te jammen, dus het was wel belangrijk om bij elkaar te kunnen komen. We hebben de tijd genomen om zelf te leren produceren en dat experiment helemaal omarmd. Daar kregen we overigens wel veel hulp bij van Lake Woozoo. Zonder hen was het niet goed gekomen. Het schrijf- en productieproces hebben we gemengd: terwijl we aan het experimenteren en schrijven waren, waren we ook aan het produceren. Daardoor zit er uiteindelijk zo’n live vibe in onze EP.”
Wat vonden jullie een voordeel aan zelf produceren?
“We hadden dus een eigen ruimte en daardoor konden we veel meer tijd nemen. Als je in een studio opneemt, zit je aan een deadline vast. Het was in zo’n geval voor ons niet mogelijk geweest om de energie van live-muziek op deze manier op de EP te vangen.”
Hoe verschilt de nieuwe muziek van jullie vorige EP?
“De eerste EP was nog veel meer jam-georiënteerd. Daar staat een track op van ruim 8 minuten. Op deze EP wilden we iets meer song-lengte aanhouden. Het zijn nog steeds geen popliedjes, maar we wilden wel dat ze iets compacter zouden zijn. Zonder dat de live vibe verloren zou gaan.”
Waarom wilden jullie de songs compacter maken?
“Misschien heeft het er ook mee te maken dat we niet live kunnen spelen. Ik denk dat, wanneer we uiteindelijk deze songs live gaan spelen, we ze heel anders zullen presenteren. Dan kunnen we weer de lengte opzoeken en meer improviseren. Onze muziek heeft op plaat een andere vorm dan live. Hoe we de muziek spelen, hangt ook weer af van waar we spelen. Een show in een nachtclub vraagt om een andere aanpak dan een show in een venue of op een festival. We spelen met de momenten waarop onze muziek om verschillende uitingen vraagt. Die insteek is een belangrijk onderdeel geweest van de EP die er nu aankomt.”