New Music

Volg het lange spoor van The Citradels, van zijn beginjaren als dronerockers tot de pastorale psychpop van de nieuwe plaat Tracs


6 juni 2020

Als je Sunny Down Snuff en de zijnen een jaar of tien geleden, toen The Citradels werden opgericht, verteld had dat ze anno 2020 platen zouden maken met piano ballads erop, hadden ze je waarschijnlijk hardop uitgelachen vanachter hun bong en zonnebrillen. Toch is dat een van de dingen die we horen op Tracs, alweer het tiende album van de zelfverklaarde wimprock band.

Het collectief begon ooit met donkere, psychedelische dronerock, geïnspireerd door Spacemen 3, The Brian Jonestown Massacre en de duistere kant van The Velvet Underground. Het was zware, omineuze muziek die ze een kleine maar enthousiaste schare volgers opleverde. Ze maakten een aantal platen in deze stijl, totdat het met het verschijnen van Where’s One? in 2017 plots een andere kant op ging. Op dit album, één van de beste uit een snel uitdijend oeuvre, hoorden we voor het eerst de kenmerken van ‘de nieuwe Citradels’. Voorman Sunny Down Snuff had zijn alias natuurlijk al geleend van een Beach Boys-tekst, maar nu klonken ook duidelijk de muzikale invloeden van Brian Wilson en co door in het nieuwe werk.

Verandering
Where’s One? was een bijzondere plaat in meerdere opzichten. Het was een prachtig album vol aquatische psychpop, maar het betekende ook een keerpunt in het bestaan van de band. Niet lang daarvoor was hij zijn drummer Connor Tolson verloren, die omkwam bij een tragische brand. Naast de nieuwe muzikale koers van de band, werd er op Where’s One? ook een eerbetoon gebracht aan de jonge Tolson, die naast een hardwerkende muzikant ook een goede vriend was. Het album zou een blauwdruk blijken voor het toekomstige werk van The Citradels.

Zo is daar, na God Bless en Fuck The Hits Vol. 1, allebei uitgebracht in 2018, nu Tracs. De zogenaamde drone ‘n’ roll lijkt inmiddels volledig weggepoetst uit het geluid van de band, want op dit nieuwe album horen we barokke instrumentatie, meer harmonietjes dan ooit tevoren en ja, die piano dus. Er zitten ook beduidend minder U-turns in: veranderden op het oog ‘normale’ popliedjes op God Bless en Fuck The Hits Vol. 1 nog wel eens plotseling in absurde, spookachtige geluidscollages, blijft de muziek hier, eigenlijk voor het eerst, redelijk binnen de lijnen.

Gepolijster
De ruwe randjes en experimentele gekkigheid zijn zo goed als afwezig, maar wat overblijft is wel een fraai, meanderend landschap van psychedelische popsongs, die bij herhaaldelijk luisteren steeds meer details prijsgeven. Want waar de sound van de band heeft ingeboet aan zwaarte en volume, zijn de muzikanten zelf duidelijk beter geworden in het componeren, arrangeren en musiceren. De harmonieën zijn mooier, de mixage helderder en de songs gelaagder dan ooit. De melodieën doen hier en daar denken aan Darker My Love en het zachtere werk van The Vines, maar het geheel is toch duidelijk een eigen product geworden. Een product dat qua inhoud aansluit bij de fraai gestileerde albumhoes.

Met Tracs hebben The Citradels zo’n beetje de tegenpool gemaakt van platen als Our Lord’s Secret Service of Droned & Rethroned en hun transformatie van enigmatische shoegazers tot spoorzoekende zonaanbidders definitief omarmd.