Eigen stad, eigen mensen, eigen studio én een nieuwe eigen EP, Love Love Love, om voor te stellen. Wij waren getuige van de thuiswedstrijd die Tusky op 3 mei speelde in Utrecht. De stad waar het vaste oefenkot en opnamestudio dB’s gevestigd is, waar alle vier de bandleden wonen én waar het in 2017 zo’n beetje begon.
Tekst Midas Maas
Beeld Tineke Klamer
Je kan je het moment misschien nog herinneren: gitarist Alfred van Luttikhuizen kondigde live bij 3voor12 Radio aan dat er leven was na John Coffey. “Het was half oktober (2016, red.) dat het klaar was en toen kwam de gitaartech van John Coffey naar mij toe en die zei: ‘Hé, ik ga een nieuwe band met Bas beginnen.’ Bas drumde bij ons. Toen zei ik met natte oogjes: ‘Mag ik meedoen.’ Dat mocht en zodoende zijn we begonnen.” Het grootste doel? “Meedoen aan Popronde. Gewoon kroegen, kleine rotshowtjes en beuken met die hap.”
Maar wie de punkband een langere tijd volgt, weet ook dat de band in veel artikelen vermeld stond als een Alblasserdams exportproduct. Wanneer ik dB’s binnenstap, loop ik tegen Van Luttikhuizen aan, die in de backstageruimte zijn gitaar aan het stemmen is. “Staat dat nog steeds in de bio? Sjors stond eerst ingeschreven in Alblasserdam. Toen wij in 2017 mee wilden doen aan Popronde Utrecht, hebben we dat in onze bio gezet, omdat je niet mag meedoen aan de Popronde in de stad waar je vandaan komt.”
Nadat dat is verklaard, vraag ik hem hoe het gaat. “Ken je dat gevoel dat je niet echt meer doorhebt dat je leeft? Dat moment dat je zo leeg bent? Gisteren speelden we in Dynamo en dat ging weer eens tot lekker laat door. Vanochtend werden we om zeven uur bij 3FM verwacht voor een optreden en later bij KINK voor een interview met Michiel Veenstra.”
Van Luttikhuizen geeft te kennen dat hij zo’n zes weken niet gedronken had voordat Groezrock plaatsvond. “Af en toe moet je dat even doen. Als zanger merk je daar wel het meeste van omdat het je keel enorm uitdroogt. Ik doe al langere tijd oefeningen van Melissa Cross, ken je die? Die grunt-zanglerares. Zo’n twaalf minuten voor de set doe ik ze om de boel op te warmen.”
Ondertussen komt drummer Bas Allein Richir binnengelopen: “Ik ben echt alleen maar aan het eten. Net nog een pasta naar binnen gewerkt. Dat is lichtelijk om de vermoeidheid te compenseren.” Bassist Chris van Teijlingen ploft neer op de bank. Ze hebben het over de avond. Die is uitverkocht en ook de gastenlijst blijkt bomvol te zitten. Dan verschuift het onderwerp naar de fysieke staat die de heren op het moment hebben. Het volgende gesprek vindt plaats:
Van Teijlingen: “Ik heb net ook lekker aardbeitjes en framboosjes op. En amandelen. Bakkie koffie erbij gemaakt.”
Allein Richir: “Goed man.”
Van Teijlingen: “Ik voelde wel een beetje pijn in m’n lijf na het sporten.”
Allein Richir: “Sporten…”
Van Teijlingen: “Ik dacht wel: vanavond kan ik bier drinken. Althans, zo maakte ik het goed voor mezelf.”
De wisseling van woorden wordt onderbroken door geluidsman Joost, die andere zorgen heeft. “Mijn rek was niet terug, verdomme. Nu moet ik het allemaal analoog doorsteken. Gisteren heb ik het in de verkeerde wagen gelaten.” Hij draait zijn nek naar ons toe: “Hoe gaat het interview?” Na mij voorgesteld te hebben, bevestig ik dat dat soepel verloopt. Echter moet het worden onderbroken, geeft Luttikhuizen aan: “Ik ga een peukje doen en dan gaan we beginnen met de soundcheck.”
Ik neem plaats in mijn rol als journalist en observeer de soundcheck. Het is een beetje als het kenprobleem, een theorie die de oude Grieken omschreven als het verschil tussen ervaring en de beschrijving van de werkelijkheid. Want hoe leg je aan een bandlid precies uit hoe je het geluid ervaart? Het grootste probleem blijkt een ruis op een van de speakers te zijn. Wanneer dat verholpen is, zetten we het gesprek voort in de bar.
“We hebben helemaal geen zin om fulltime muzikant te zijn”
De leeftijden van de bandleden lopen uiteen, maar zitten tussen de 29, Van Teijlingen, en 34, Van Luttikhuizen. Als de vraag aanbreekt of de bandleden aan het settelen zijn, wordt de toon licht verontwaardigd: “Jij denkt traditioneel!” Mijn tegenreactie is dat de bandleden getrouwd zijn en ik dat passend vind bij die term. Dat klopt: zowel Van Teijlingen als Van Luttikhuizen zijn getrouwd in de prille jaren van John Coffey, maar, zo stelt de bassist: “Betekent dat ineens dat je een saai leven gaat leiden? Daarnaast kun je gewoon een band hebben. Het ligt heel erg aan je thuissituatie en aan je instelling. Wij zijn vroeg getrouwd en het is voor veel mensen dan ondenkbaar dat je dan nog zoveel speelt als wij deden. Het hielp ook dat wij op een gegeven moment van John Coffey konden leven.”
Dat laatste kan in de huidige situatie van Tusky niet, maar ook bij John Coffey was dat nooit het doel. Het gebeurde gewoon. Dan kan dat bij Tusky natuurlijk ook zomaar gebeuren. Zeker als je ziet in wat voor opwaartse koers de band vaart. Zo maakte de band bij de eerste tour nog verlies, maar heeft de band de laatste trektocht buiten de grens quitte gespeeld. Daar moet volgens Richir aan toe worden gevoegd dat er voor tweeduizend euro gegeten is, de band een toursubsidie heeft ontvangen en daarom op stap was met een mini-niteliner.
“De enige reden dat we in een band zitten, los van het muziek maken, is omdat we met maten op dinsdag een biertje willen drinken”
Echt winstgevend worden en er je baan van kunnen maken, is niet wat de band ambieert. Sterker nog: de band houdt het tegen. “We hebben helemaal geen zin om fulltime muzikant te zijn”, zegt de frontman. Hijzelf is eigenaar van pr-bureau Kamikaze, gitarist Sjors Bompa is sociaal werker, Allein Richir is manager bij dB’s en Van Teijlingen werkt bij koffiebar The Village.
“De enige reden dat we in een band zitten, los van het muziek maken, is omdat we met maten op dinsdag een biertje willen drinken”, vertelt Allein Richir. Hij wordt aangevuld door Van Luttikhuizen: “Maar geen zin hebben om op zolder die liedjes te spelen. Het moet wel op Lowlands gebeuren. Lowlands waar blijf je!?!”
Het draait dus om plezier, maar wel op een serieuze manier: “De term ‘lol’ is te kort door de bocht.” De frontman had in de eerste twee weken van Tusky’s bestaan al een plan voor anderhalf jaar: “Dat is m’n werk en het is fucking serieus. We werken ons wel de tering, hé. We hebben nog nooit een deadline gemist en we hebben een album in drie weken opgenomen. Omdat we die deadlines stellen en ervaring hebben, kunnen we het ons ook permitteren om lui te zijn.”
“Het is een trend van de laatste jaren dat degene die veertig shows bij de Popronde speelt, ook op Noorderslag komt. Kom je daar, ga je mogelijk het voorseizoen in. Op een gegeven moment stopt het en is er geen vervolg”
Dat is volgens de band dus een kwestie van ervaring, geen arrogantie. Allein Richir: “Sommige dingen hoef je niet te doen. Niet omdat je er te goed voor bent, maar omdat je het al twintig jaar doet en je gewoon weet wat je wel en niet leuk vindt. Bijvoorbeeld ‘ja’ zeggen op een show om vervolgens voor een lege zaal te staan terwijl je wist dat dat zou gebeuren.”
Ervaring leert ook dat het generen van aandacht tegenwoordig anders gaat dan vroeger. Volgens Van Luttikhuizen draait het veel meer om de afspeellijsten en aantal streams op streamingplatforms. En ook dat lukt de band aardig: je vindt de band nu bijvoorbeeld op de afspeellijst Spotify’s New Punk Tracks, met een mooi plekje tussen Bad Religion, Sum 41 en Frank Carter & The Rattlesnakes.
Ook in de echte wereld gaat dat anders volgens de zanger: “Het is een trend van de laatste jaren dat degene die veertig shows bij de Popronde speelt, ook op Noorderslag komt. Kom je daar, ga je mogelijk het voorseizoen in. Op een gegeven moment stopt het en is er geen vervolg. Ik denk dat het komt omdat er gewoon geen fanbase gecreëerd wordt.” Hij vult aan: “Kijk naar een fantastische band als EUT. Die had op Lowlands moeten staan vorig jaar! Waarom niet? Ik denk omdat de markt verzadigd is. Zij hebben mazzel: ze hebben een goed team van buitenlandse boekers. Ze hebben hun team op orde en moeten als de donder weg uit Nederland.”
De drummer vindt dat het ook om de lange adem draait, waarop de frontman aanvult: “Dat is het. Want het is niet zo dat er dan niets meer te halen is voor die bands. Die lui zijn gefrustreerd. Dat zie je bij 45ACIDBABIES. Die zijn geklapt man! Nu doen ze het weer goed. Ze hebben rust gekregen, twee jaar niet in de spotlights gestaan en konden zo nadenken over hun doel. En nu zijn ze echt goed op weg en gaan ze een fucking goede plaat uitbrengen. Ik heb ‘m gehoord, het is echt waar.”
“Rond die begintijd van John Coffey had ik wel meer het gevoel van een scene”
Allein Richir gaat in zijn hoofd terug naar 2006. De tijd van platform Myspace: “Dat was mooi, man. Ik had met mijn toenmalige band Try Drowning ons eerste Engelse tourtje op die manier geregeld. Dat deed je door Engelse bands en promotors op te zoeken via dat platform. Dan had je een tour van tien shows en dan haalde je daar gewoon je geld uit.”
Destijds was het laten groeien van je band anders dan nu, zo bevestigt Van Luttikhuizen: “De jongerencentra-cultuur in Nederland was vijftien jaar geleden echt nog heel groot en veel beter. Daar kon je nog terecht om te spelen. Dan had je zo een tour van veertig, vijftig shows langs die jongerencentra. Dat is allemaal de nek om gedraaid door bezuinigingen. Tegenwoordig is dat proces volledig geïnstitutionaliseerd en dat brengt heel veel voordelen met zich mee, want je bent binnen no time ergens, maar er zit ook een enorm stomme kant aan. Ik benijd bands die vandaag de dag vanaf niks moeten beginnen ook absoluut niet.”
De drummer lacht: “Rond die begintijd van John Coffey had ik wel meer het gevoel van een scene. Met emobands als Face Tomorrow. Ja, wij wilden daarbij horen.” Toch geeft de zanger aan dat ze toen niet echt bij een scene hoorden. Tegenwoordig dus ook niet. “Dat is vandaag de dag nog onveranderd. Ik denk dat lokale scenes er wel zijn, maar landelijk vind ik het heel moeilijk om een scene te onderscheiden.” Allein Richir voegt toe: “Voor mij is dB’s gewoon mijn scene en dat is niet per se punk, maar wel alles.”
John Coffey had geen problemen met het creëren van populariteit. Zo trok die band op het laatste moment zo’n vijfhonderd man bij veel van zijn concerten over de grens. Dat is volgens de frontman niet heel moeilijk: “Je stapt in een bus en gaat zieltjes winnen. Niemand zit te wachten op een Nederlands bandje. Iedereen zit te wachten op een fucking goede band en die komt toevallig uit Nederland.”
De cultstatus van John Coffey is nog steeds merkbaar. Van Luttikhuizen snapt dat wel: “We waren nog super populair toen we in een keer stopten.” Hij denkt dan ook niet dat ze de stempel van ‘voormalige John Coffey-label’ ooit gaan verliezen. Wat overigens ook helemaal niet hoeft volgens de zanger: “Dat is toch te gek? Weet je hoe trots we daarop zijn? Sjors heeft ook zes jaar met John Coffey getourd. Bas heeft een jaar bij ons gedrumd. We komen allemaal uit datzelfde vaatje. Dat heb ik nooit weggestopt. We hebben heel veel gehad aan die John Coffey-stempel. Het is risicovol, want toen wij begonnen met Tusky had het zomaar eens heel kut kunnen zijn. Dan was je hard op je bek gegaan. Maar nu groeit ook Tusky écht enorm. Dat vind ik heel cool om te zien.”
“Je loopt daar rond, iedereen heeft een kek bandshirtje aan, het is jong volk, overal teringherrie én een goede sfeer”
Het gesprek leidt ons naar een ander relevant onderwerp voor de band: de toekomst van de gitaarmuziek. In een eerder interview met FaceCulture gaf Van Luttikhuizen aan dat hij het jammer vond dat punk een beetje in het verdomhoekje terecht is gekomen. Nu hij daarop terugkijkt, vindt hij dat eigenlijk toch helemaal niet zo erg: “Sommige dingen moeten de underground in. Het hele gitaargenre heeft het ook wel een beetje aan zichzelf te danken door oubollige, stomme liedjes te maken en niet te innoveren.”
Ik leg hem voor hoe punk toch wel wat successen lijkt te hebben. Jera on Air was vorig jaar uitverkocht, Groezrock lijkt het beter te doen en grote metalcorebands als Parkway Drive en Architects staan in zalen als de Afas Live. “Dat klopt en dat is fucking gaaf om te zien. Ik voel mij ook super thuis op Groezrock, maar ook op Jera on Air vorig jaar. Je loopt daar rond, iedereen heeft een kek bandshirtje aan, het is jong volk, overal teringherrie én een goede sfeer. En daarom ben ik blij dat het in de underground zit, want dit is weer die samenhorigheid die je daarbij krijgt. Iedereen die daar rondloopt, heeft dezelfde gedachte: jij bent mijn broertje en jij bent mijn zusje. Dit zijn golven die er altijd zullen zijn.”
Daarnaast, zo voeg ik toe, zijn er vrij grote hiphopacts als Ho99o9 en Scarlxrd die punk de hiphop in trekken. “Ho99o9 is fucking vet! Laatst wees iemand mij op de rapper XXXTENTACION. Ik had er nog nooit van gehoord. De ene helft is super glad, en de andere soms super heftig. Ik hoorde een drone en alleen maar geschreeuw eroverheen. Ik dacht: wat gebeuren daar voor interessante dingen. Er zijn hele vette bands die opkomen.” Allein Richir snapt dat wel: “Punk is underground, maar is ook hard. Hiphop is ook hard en komt vanuit de underground. Het matcht op een bepaalde manier heel goed.”
Het concert
Tegen de tijd dat we ons gesprek afronden, is het tijd om de nieuwe EP live te aanschouwen. Dat wordt voorafgegaan door de goochelshow waar je misschien al over gelezen hebt toen we in maart de single Jawbreaker in première mochten laten gaan. Magic Tom en Yuri waren al in de clip te aanschouwen, maar komen vanavond dan ook echt het podium op. Zoals de mannen, de een gekleed in colbert en de ander in een zelfgemaakt superhelden-kostuum, zelf aankondigen, is het een anarchistische goochelshow mét regels. Ze roepen het publiek namelijk op om hun naam te noemen op het einde van hun liedje en je kaart te laten zien aan de camera, maar niet aan Yuri.
Het tweetal begint met drie kaarttrucjes met mensen uit het publiek en vervolgt dat met een drietal flauwe, maar hilarische korte nummers. Voor het slotstuk trekt Magic Tom zijn broek én zijn onderbroek naar beneden om daar door Yuri een rits zakdoekjes uit te laten trekken die uit een kokertje lijkt te komen dat tussen zijn benen is geplaatst. De band March is de tweede en tevens laatste vooract. Strak, snel, niet altijd even memorabel, maar het doet genoeg om het publiek in beweging te krijgen.
“Utrecht, we zijn thuis”, schreeuwt Van Luttikhuizen door de microfoon wanneer de band aftrapt. Deze avond draait om liefde, net zoals de EP die er wordt voorgesteld, want zoals hijzelf in een eerder statement over de plaat zei ‘kan de wereld wel wat liefde gebruiken.’ Liefde voor zijn oma op Mormor en op de titeltrack Love Love Love over zijn lief. “Het eerste liedje in twaalf jaar dat ik voor mijn lief schreef.” Er staan ook boze nummers op, zoals Faint of Heart, dat gaat over ‘mensen die dingen verkloten… en vervolgens die failure niet ownen. Er zijn maar weinig dingen irritanter dan slappe excuses.’ Of Goosey Goosey Gander, dat gaat over Nils Holgerson zijn woede, toen hij verkleind werd door een kabouter.
Tussen alle EP-nummers door horen we uiteraard Going Out, White Dress en Smack Me With Your Bible Belt. Het werkt niet alleen omdat de band deze zaal volledig aan gort rockt, maar ook omdat de songs blijven hangen, memorabel zijn en met tijden ook erg meezingbaar. Dat punk nog steeds jongeren trekt, bevestigt ook dit concert weer: jongeren genoeg in deze zaal. Jawbreaker is de afsluiter die deze EP-presentatie rondmaakt. Het concert gaat er knallend uit met een greep naar de pubertijd van de bandleden in de vorm van een cover van System Of A Downs Needles. Van Teijlingen doet bijpassende grunts die echt heel de zaal stil krijgen. Om de frontman nogmaals te quoten: “Lowlands, waar blijf je!?!”
Tusky live zien?
9 mei – Vera
16 juni – Retie Rockt
14 juli – Werfpop
Alle actuele livedata van de band vind je op zijn Facebook-pagina.