De zomer is officieel begonnen, dus dat betekent natuurlijk dat het nu écht tijd is voor festivals. Dat zullen we weten ook, want op de allereerste editie van Loose Ends was het meteen kokend heet. Nu willen we natuurlijk niet klagen over mooi weer, maar voor een festival als Loose Ends waren deze omstandigheden misschien niet ideaal. Want in de brandende zon heb je toch minder snel zin om te moshen, toch?

Tekst Renier van der Zouw
Foto’s Michael Kattenbeld

Dat er toch vrij veel moshpits ontstonden, is bewijs dat er duidelijk nog een behoefte is aan een dag vol herrieschoppers als deze. Laten we beginnen met de feiten: Loose Ends is dus een spiksplinternieuw festival op de NDSM-werf in Amsterdam, dat ze delen met Strange Sounds From Beyond de dag ervoor, komt uit de koker van Friendly Fire en staat geheel in het teken van de betere (gitaar)herrie. Deze eerste editie heeft genoeg klinkende namen op de line-up: relatief oudgedienden als Sleaford Mods en Metz vullen nieuwe beloftes in de scene als Sports Team en Fontaines D.C. goed aan.

Het terrein is erg klein en biedt naast een pop-up winkel waar concertposters en ander artwork gekocht kan worden geen randzaken, dus het is duidelijk; op Loose Ends gaat het om de muziek. Met die muziek zit het gelukkig wel snor. De verhouding Nederlandse en buitenlandse bands is precies fifty-fifty en het aanbod is breed genoeg dat iedereen wel aan zijn trekken moet kunnen komen. Tenzij je fan bent van het écht harde werk, heel veel hoger dan bij Metz of Ploegendienst sloeg de decibellenmeter niet uit vandaag.

Indiefeestje
Nadat we het terrein verkend hebben – wat je dus in een minuut of vijf kan doen – beginnen we bij Personal Trainer. Deze Canshaker Pi-afsplitsing was ook al te zien op Best Kept Secret, dus de formule is bekend: Willem Smit en een hele hoop vrienden zorgen voor een ongeremd indiefeestje, waarbij de muziek net iets minder hard schuurt dan bij de grote broer. Ook vandaag op het kleine podium aan het water waar de band speelt is het weer een gezellige bedoening. Op het podium wordt er dermate veel gesprongen dat het af en toe lijkt alsof we bij een sessie ochtendgymnastiek zijn terechtgekomen. Vooral de toetsenist weet van geen ophouden. Het speelplezier is op zich aanstekelijk, maar slaat nog niet echt over op het publiek, daarvoor is het waarschijnlijk nog wat te vroeg en bovenal te heet. De springende toetsenist eindigt overigens bovenop een van de speakers, dus aan hem heeft het niet gelegen.

Ploegendienst

Daarna gaan we naar de tent voor Ploegendienst. Even geen zon dus, maar dat betekent niet dat er niet gezweet gaat worden. Ray Fuego’s punkband raast als een malle over het podium en zorgt vanaf de eerste minuten al voor de eerste pit die wij op Loose Ends zagen. Wij zijn overigens niet de enige die het heet hebben: Fuego komt al op zonder shirt, maar trekt ongeveer halverwege zelfs zijn broek uit, waarna hij ook het eerste heldenapplaus van de dag in ontvangst mag nemen. Maakt het dan uit dat zijn teksten niet te verstaan zijn en vrijwel ieder nummer hetzelfde klinkt? Mwah. Er zijn veel technisch verfijndere bands te vinden, maar er zijn er maar weinig die het publiek zo makkelijk mee krijgen als Fuego en zijn mannen.

Ploegendienst

Want dat dat niet altijd makkelijk gaat, bewijst Mozes and the Fistborn even later op het hoofdpodium. De band speelt prima, maar lijkt in de eerste helft niet helemaal hittebestendig. “Ik zie echt niks in de zon”, verzucht frontman Melle Dielesen als hij zijn gitaar probeert te stemmen en de uitroepen van ‘spéleuh!’ die daarop volgen lijken daadwerkelijk voor wat irritatie te zorgen. De sfeer is dus soms wat ongemakkelijk, wat misschien ook verklaart waarom hit Sad Supermarket Song enigszins doodslaat. In de tweede helft komt de band gelukkig meer op stoom. Vanaf een fijn meeslepend Scotch Tape/Stick With Me is het publiek mee. De aanhouder wint.

Mozes and the Firstborn

Vermakelijk
Hoewel er dus op zich genoeg verschillende bands te vinden zijn, ligt de boventoon toch duidelijk op indierock met een punk- en garagerandje. Dat is geen probleem, maar dat zorgt er soms wel voor dat het lijkt alsof je keer op keer naar dezelfde show staat te kijken. Zo kunnen we over Sports Team eigenlijk hetzelfde zeggen als over Mozes: prima band, maar het wil niet helemaal vlotten, totdat het dat uiteindelijk wel doet. Afsluiter Stanton mag zich zelfs tot de hoogtepunten van het festival rekenen. Overigens is het zelfs als de show nog niet helemaal los komt wel heel vermakelijk om naar te kijken, want Sports Team heeft met Alex Rice een frontman waar je je ogen niet vanaf kan houden. Zijn capriolen zijn ook een goed contrast met de zeer stoïcijnse toetsenist annex tamboerijn-speler Ben Mac, die op het podium staat alsof hij voor iedere beweging die hij maakt belasting moet betalen. Als het met de band niks wordt, kunnen ze altijd nog als komisch duo op tour gaan.

Yak

Yak in de tent heeft vervolgens alle in zich om een kolkend hoogtepunt te worden. De live-reputatie van deze Britten is met recht ijzersterk en hun nieuwe album Pursuit of Momentary Happiness behoort tot de fijnste herrieplaten van dit jaar (lees hier het interview dat we onlangs met de band deden terug). Helaas blijkt de tent een maatje te groot voor Yak. In de zaal van een poppodium is het heerlijk zweten op de schurende riffs en slepende zang van Oli Burslem, maar hier komt het niet helemaal over. Het is ook jammer dat prijsnummer Harbour The Feeling wordt overgeslagen. Een band hoeft natuurlijk niet te pleasen, maar Yak heeft nou ook weer niet zó’n geweldige discografie dat de grootste hit niet gemist wordt als die niet voorbij komt. Een heerlijk venijnig Victorious (National Anthem) in de slotfase maakt een hoop goed, maar gezien de hoge verwachtingen mag dit optreden toch de boeken in als een gemiste kans.

Als de middag op zijn einde begint te lopen, beginnen er toch wat kinderziektes op te vallen. Dat het terrein vrij kleinschalig is, is op zich lekker knus, maar zorgt er wel voor dat het gedeelte waar je eten kan halen rond etenstijd volledig volloopt, waardoor je makkelijk een half uur in de rij staat en er voor de langste rijen niet eens echt ruimte is. Daar komt dan ook nog bij dat het aanbod qua eten vrij beperkt is, al zijn we misschien gewoon verwend door de Best Kept Secrets en Down The Rabbit Holes van deze wereld.

(De tekst gaat door onder de afbeeldingen)

Dead on arrival
Niet dat wie in de rij staat heel veel mist, want precies op dit punt begint het programma wat in te kakken. Indian Askin en Iguana Death Cult spelen gelijktijdig degelijke shows, maar wel shows die we van beide bands al wel vaker hebben gezien, zonder dat er echt iets aan opvalt in positieve of negatieve zin. Dat geeft tijd om na te denken, waarna we tot de conclusie komen dat de line-up toch wel iets avontuurlijker had mogen zijn. Op een paar nieuwe talenten na, zien we toch vooral veel namen die al váák in ons land te zien geweest zijn.

Indian Askin

Dat de shows van Nederlandse bands niet echt uniek zijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar je kan je bijvoorbeeld best afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van deze show van Sunflower Bean. Diens album Twentytwo in Blue stamt alweer uit maart 2018 en de band was sindsdien al twee keer te zien in ons land. Daar komt dan nog eens bij dat het drietal qua sound hier niet enorm op zijn plek is en frontvrouw Julia Cummings er vocaal wel eens naast zit en je hebt een show die eigenlijk dead on arrival is.

Sunflower Bean

Gelukkig is daarna Iceage de optater die we wel konden gebruiken. Oké, de laatste worp van deze Denen is ook al weer meer dan een jaar oud en ook hebben we ze sindsdien al wel een paar keer kunnen bewonderen, maar muzikaal gezien past hun theatrale postpunk Loose Ends als een handschoen. Frontman Elias Bender Rønnenfelt struint over het podium alsof de duivel hem op de hielen zit en sleurt de tent moeiteloos mee in het duistere universum die de band met zijn muziek creëert, waar het een klein uur lang goed toeven is. Al kan dat blijkbaar niet iedereen goed smaken: de tent loopt al vrij snel leeg, maar voor de liefhebber is dit onvervalst genieten.  

Iceage

Aan METZ vervolgens de taak om het publiek klaar te maken voor de eindsprint. Dat lukt redelijk, maar toch zien we ook deze band veel liever in pak hem beet de bovenzaal van Paradiso, dan op een open veld in de zon. Aan de Canadezen ligt het niet. Zoals we van ze gewend zijn voeren ze hun stuwende noise-rock met enorm veel passie op. Je voelt het zweet bijna op het podium druppelen, maar vanaf een afstandje is het toch minder meeslepend dan in een setting waar je echt up close and personal met de band mee kan zweten.

METZ

Beste rockshow in tijden
Op het dipje rond het avondeten na hebben we ons prima vermaakt hoor, maar een echt hoogtepunt zijn we nog niet tegengekomen. Enter Fontaines D.C. Dit Ierse vijftal dat we onlangs interviewden heeft waarschijnlijk ook wel de meeste buzz rond zich hangen van alle bands vandaag, met name dankzij het ijzersterke debuutalbum Dogrel. In april zagen we ze nog op Motel Mozaique, waar de show helaas niet helemaal uit de verf kwam. Vanavond gaat gelukkig wel alles goed. Sterker nog, de band geeft een van de beste rockshows die ondergetekende in tijden gezien heeft.

Fontaines D.C.

Fontaines D.C. is simpelweg de juiste band op de juiste plaats. Frontman Grian Chatten is een bijzondere podiumpersoonlijkheid,  heeft dankzij zijn Ierse accent een stem uit duizenden en wordt bijgestaan door een band in bloedvorm. Heel Dogrel komt voorbij, waardoor duidelijk wordt dat die plaat eigenlijk geen zwak nummer kent. Tranentrekkende meezingers voor in de pub (Roy’s Tune, Dublin City Sky) worden afgewisseld met krakers (Chequeless Reckless, Liberty Belle, Boys In The Better Land) die zorgen voor de grootste moshpit van heel Loose Ends. Maar bovenal is Fontaines D.C. vanavond een band die verbroedert. Grote, zweterige mannen vallen elkaar zingend in de armen en pinken bij de ballads misschien zelfs stiekem een traantje weg. Soms zagen we vandaag een bewijs dat de moderne gitaarmuziek een beetje saaiig aan het worden is, maar dit was rock op zijn mooist.

Helaas is na dit zinderende hoogtepunt headliner Sleaford Mods juist de verkeerde band op de verkeerde plaats, want wat geeft dit dynamische duo een strontvervelende show. De formule – Jason Williamson spuwt in zijn zware Britse accent venijnige teksten uit in een gedesinteresseerd toontje, terwijl zijn kompaan rustig de beats op het publiek afvuurt – kan best leuk zijn, maar op Loose Ends slaat het in als een lul op een drumstel. Nummer na nummer komt voorbij zonder dat er maar een enkele klik met het publiek ontstaat. Na een minuut of veertig begint het geheel eindelijk een beetje tot leven te komen, maar dan is voor Sleaford Mods de wedstrijd al lang verloren.

Als afsluiter is dat dus een beetje een domper, maar verder beleefde Loose Ends een degelijke eerste editie. Een echte identiteit heeft het festival nog niet gevonden – geen van deze bands had misstaan op een Best Kept Secret of Down The Rabbit Hole – maar het was aangenaam om even een dag lang ondergedompeld te worden in, meestal, de betere herrie. Een tip van ons: zowel in de aankleding als in de programmering mag het allemaal best wat meer schuren. We waanden ons maar op een paar selecte momenten echt op een ode aan de betere herrie, nog iets te vaak was het een wat brave bedoening. Om de wijze woorden van Fontaines D.C. maar even te citeren: ‘you’re not alive until you start kicking‘.


We hebben op de redactie lang naar Misty Fields toegeleefd, het festival dat afgelopen weekend plaatsvond in Asten-Heusden en elk jaar weer een waanzinnige hoeveelheid toffe acts samen weet te brengen in de bosrijke omgeving van het festival. Vanuit The Daily Indie gingen er twee fotografen naar het festival om de magie van het festival op de gevoelige plaat vast te leggen.

Want er was genoeg te beleven en daarom waren Sabrine Baakman en Ab Al-tamimi te vinden in Brabant en schoten ze de ene na de andere toffe pic. Van Tony Clifton tot Cut Worms, Equal Idiots, METZ, Moaning, Tijuana Panthers, Korfbal en allerhande feestvreugde. Ja, het leven was mooi op Misty Fields.

We leven in vreemde tijden, waarin vrede op het grootste deel van de wereld heerst, maar we steeds minder schrikken van terroristische aanslagen en oorlog tussen de VS en Noord-Korea steeds meer op de loer lijkt te liggen. Een strange peace, kortom. Als beschrijving voor de nieuwe muziek van METZ lijkt die frase wat minder logisch: op zijn derde plaat klinkt het trio nog steeds niet bepaald vredelievend. Sterker nog, eens te meer ontkracht de ongenadige liveband op Strange Peace de onzin van less is more. More is more is more is more!

Op deze derde worp bouwen de Canadezen namelijk verder op de nihilistische laag die werd gebouwd op hun naamloze debuut (2012) en de toepasselijk getitelde opvolger II (2015). Die albums klonken vooral als twee kanten van dezelfde medaille. Goud, zilver of brons? Nee, METZ deed het eremetaal met name zwart-wit kleuren. Nu voegt de formatie rond zanger en gitarist Alex Edkins meer kleur toe.

Dat is opvallend, want het gebeurt juist nu METZ de handen ineen slaat met meesterproducer Steve Albini, die als geen ander de scepter zwaait over het spectrum van hard tot superhard. Als lid van Shellac en Big Black en producer van The Jesus Lizard en Nirvana’s In Utero leverde hij bovendien een belangrijke bijdrage aan enkele inspiratiebronnen van de band zijn eerdere werk. Op Strange Peace zijn Albini’s mixes en masters juist opvallend strak en schoon, ruimte biedend aan het experiment dat in slechts twee weken studiotijd werd uitgevoerd door de drie bandleden.

De details die eerder weleens verloren wilden gaan, verdronken in een poel van effectpedalen en gitaargeweld, zijn nu luid en duidelijk hoorbaar, bijvoorbeeld op leadsingle Cellophane. Luid inderdaad, want dat METZ een zijweg inslaat, betekent niet dat de heren gas terug nemen. Nog altijd stapelen de ruwe riffs en rare ritmes zich vanaf opener Mess Of Wires op, zich stortend over vrijwel afwezige refreinen.

 

Wervelwind van geluid
Meer dan ooit voelt Metz op plaat als de bijzondere band die het drietal live is. Als luisteraar voel je continu de drang je schrap te zetten zoals Alex Edkins dat op het podium doet, wijdbeens weerstand biedend aan de wervelwind van geluid. Op het live opgenomen Strange Peace hoor je hoezeer deze muzikanten zich vereenzelvigen met hun instrumenten, in pogingen maximale frictie te creëren op het hoogst mogelijke volume. METZ maakt geen punkhits, METZ maakt muzikale paniekaanvallen, spasmes en stuiptrekkingen.

De band kijkt nog altijd terug op het rijke verleden van de punkstroming en reflecteert nu ook op zichzelf, maar gebruikt die geschiedenissen altijd ten gunste van vooruitgang. Kunnen we anno 2017 niet bepaald van alle punkbands zeggen, wel? Toegegeven, op Strange Peace staan een aantal mindere momenten, nummers waarvan we weten dat METZ het inmiddels slapend kan schrijven (Dig A Hole, Escalator Teeth). De plaat is dan ook het best op z’n bizarst, bij de zes minuten durende afsluiter Raw Materials bijvoorbeeld. Strange Peace voelt daarop niet meer als een stap in de goede richting, maar als een sprong naar de toekomst.

Op 9 november speelt METZ in Hedon tijdens een The Daily Indie Presents-avond. Onze leden ontvangen vier euro korting!

Na het titelloze debuut (2012) en opvolger II (2015) komt METZ nu met een plaat met een titel waar voor het eerst over nagedacht lijkt te zijn: Strange Peace. Het eerste voorproefje op deze plaat heet Cellophane en dreunt net zo heerlijk voor als we van deze Canadese noiserockers gewend zijn. Al heeft de band wel stappen gezet sinds die vorige plaat, er is nu namelijk wat melodie te ontdekken onder al het gitaargeweld.

Dat is geen verkeerde ontwikkeling, want hoe lekker ze ook zijn, die eerste twee platen van de band zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Als Cellophane indicatief voor de rest van het album is, zal dat hier geen probleem zijn. Het geheel is melodieuzer en de teksten zijn zelfs zo nu en dan te verstaan en, jawel, enigszins meezingbaar! Denk nu niet dat de band direct de radiovriendelijkheid opzoekt, daar schuurt het allemaal nog steeds véél te hard voor.

Wij reiken geen awards uit. Deden we dat wel, dan ging de TDI Award voor Beste Video ongetwijfeld naar Abdomen dit jaar. Voor video’s als deze hebben de Duitsers een mooi woord uitgevonden: unheimlich. Beklemmend, griezelig en onbehaaglijk. Je zag ‘m het eerst bij ons! 

Het Friese garagegenootschap Abdomen maakt muziek die het daglicht niet kan verdragen. Ook op nieuwe single Wrong vloeien bloed, zweet en bier rijkelijk. Genregenoten Thee Oh Sees, Yak en Metz drukten muzikaal hun stempel op deze track die verhaalt over ‘de rare dingen die je doet als je in een neergaande periode zit en de mensen die je daardoor niet goed begrijpen,’ aldus frontman Peter van Beets.

Om de video bij Wrong begrijpt volstaat één keer kijken niet. Daarvoor gebeurt er simpelweg te veel en is het werk van Alpaca Animations té mooi.

De release van deze nieuwe single luidt voor Abdomen een druk najaar in met veel optredens en opnames. Tussen de Popronde-shows duiken de Leeuwardenaren namelijk in Leeds de studio in met producer Matt Peel, die eerder al produceerde voor Eagulls, Bad Breeding en Pulled Apart By Horses. Meer muziek van Abdomen is dus onderweg!

In mei leggen alle vogels een ei, zo ook veel rare vogels van de muziekindustrie! Wij hebben de pareltjes van deze vijfde 2015-maand voor je op een rijtje gezet.

Jacco Gardner – Hypnophobia
1 mei (Excelsior/Polyvinyl)

“In de twee jaar tussen zijn twee albums is ook de muziek van Gardner twee jaar vooruit in de tijd gegaan: van het eind van de sixties naar begin jaren ’70. Voor ‘Hypnophobia’ liet hij zich inspireren door de zogenaamde library music die in dit tijdperk uitzendingen op tv sierde. Gardners dromerige barokmuziek klinkt dan ook alsof het uit een zwartwit-televisie komt.”

Mikal Cronin – MCIII
4 mei (Merge Records/Konkurrent)

“Het valt allereerst op dat ‘MCIII’ een album is in twee duidelijke delen: de eerste vijf songs zijn popnummers, gemaakt met een handjevol instrumenten dat Cronin tot zijn beschikking had. Vooral in dit gedeelte lijkt Cronin ietwat gereserveerd en legt hij meer en meer het accent op zijn popgeluid. De overige zes songs zijn rauwer en doen meer denken aan het werk op ‘MCII.'”

METZ – II
4 mei (Sub Pop/Konkurrent)

“In vergelijking met het debuut is ‘II’ – om het even cliché te zeggen – hetzelfde maar anders. Het geheel klinkt meer uitgebalanceerd. De band bewijst af en toe het evenwicht tussen kabaal en melodie perfect onder de knie te hebben. De melodie mag eens de boventoon voeren, zoals dat gebeurt in het furieuze Spit On You en het nerveuze Eyes Peeled.”

Palma Violets – Danger In The Club
4 mei (Rough Trade)

“Soundwise zijn er een aantal zaken veranderd sinds het debuut van Palma Violets. Veel vaker wordt er naar rustmomenten gezocht, zoals op het Bob Dylan-achtige The Jacket Song – waarachtig een oase van rust. Ongeëvenaard blijven de Londenaren echter in het maken van hoogst aanstekelijke garagepopliedjes, recht uit het hart en deze keer overgoten met een speelse, nonchalante drive.”

King Gizzard & The Lizard Wizard
25 mei (Heavenly Recordings/PIAS)

“Onze favoriete septet uit Melbourne doet niet graag tweemaal hetzelfde en slaat ook nu een geheel nieuw pad in. Op openingstrack The River is het afrobeat en jazz(!) wat de klok slaat en ook janglepop, soul en psychfolk drukken hun stempel op een plaat die daardoor erg zomers en sereen aandoet.”

Verder in mei: 

01 mei

The Womb – The Womb

04 mei

Django Django – Born Under Saturn

Other Lives – Rituals

Best Coast – California Nights

11 mei

Juan Wauters – Who Me?

Crocodiles – Boys

Ben Khan – 1000 EP

The Holydrug Couple – Moonlust

Surfer Blood – 1000 Palms

The Weather Station – Loyalty

18 mei

Hot Chip – Why Make Sense?

Torres – Sprinter

Shamir – Ratchet

Thee Oh Sees – Mutilator Defeated

Tanlines – Highlights

Holly Herndon – Platform

Total Babes – Heydays

25 mei

Unknown Mortal Orchestra – Multi-Love

The Vaccines – English Graffiti

De geschiedenis van London Calling is er eentje die al neigt naar de status van een legende. Programmeur Ben Kamsma is al sinds het eerste uur de man achter dit voorheen Britse showcase-festival. Sindsdien heeft London Calling een imago ontwikkeld waar je ‘U’ tegen zegt, onder andere door de artiesten die de line-up sierden en inmiddels de wereld hebben veroverd, maar zeker ook om de bijzondere sfeer. Maar dat weet je al en anders kom je er vanzelf achter dit weekend!

Het begon in 1992 met slechts vier bands: Bardots, Some Have Fins, Jennifers (die de naam omdoopte tot Supergrass) en Swervedriver. Lastig voor te stellen met een line-up die nu al enige jaren zo’n 24 artiesten over twee avonden verspreid kent. Er is een hoop veranderd sinds de allereerste editie. De poster groeide met het jaar en in het legendarische jaar 1994 – het jaar met Blur – kwam er zelfs al een verlegen tweede editie om de hoek gluren. In 1995 werd er weer teruggedeinsd, maar vanaf 1996 was London Calling definitief twee weekenden keer per jaar.

 

Langzamerhand werd de line-up van London naar de rest van Engeland gesleept. Hier is de verbijsterende lijst met Kaiser Chiefs, The Darkness, Franz Ferdinand, Editors, Bloc Party, Suede, The Libertines, Placebo, The Veils, The Maccabees, Ash, Metronomy, Foals,  Bombay Bicycle Club, The xx, Florence and the Machine, Wild Beasts,  Two Door Cinema Club, Snow Patrol, Peace, Temples en Klaxons het gevolg van. Vervolgens werd de rest van de UK uitgepluisd, maar tegenwoordig staan er bands vanuit de hele wereld op London Calling.  Want waarom zou je je beperken tot één specifieke regio als er zoveel moois voor het oprapen ligt? Dankzij deze omslag zijn de posters naast Britse beauty’s ook gevuld met bands als Wavves, Grimes, Warpaint, Tame Impala, Jagwar Ma, TOPS, METZ, Japandroids, Foster The People, Ty Segall, Haim en Unknown Mortal Orchestra.

Tame Impala – London Calling 2010 – Foto: Atze de Vrieze

Doordat de kans groot is dat tenminste één van de aanwezige artiesten de wereld verovert, is de naam London Calling inmiddels een begrip geworden. Een begrip van een festival dat steevast geheel of grotendeels is uitverkocht. London Calling is dan ook onmisbaar in de Nederlandse festivalwereld. Alle bands moeten ergens beginnen; maar vele begonnen op London Calling. Wie weet welke bands van deze editie volgend jaar het voorbeeld hebben gevolgd van de honderden acts voor hen? Daarover speculeren we verder aan de bar dit weekend!

 

 London Calling 2007 met The Maccabees, Klaxons, Foals, The Wombats, Blood Red Shoes, Friendly Fires e.v.a.

Dit is nieuws waar je ’s ochtends je bed voor uitkomt! De Canadese slopers van METZ hebben namelijk hun nieuwe album ‘METZ II’ aangekondigd, wat haast niet uit kon blijven nadat ze bevestigd waren voor Best Kept Secret op vrijdag 19 juni.

Het album komt uit op 4 mei via Sub Pop en de eerste single Acetate kun je hieronder al beluisteren. De opvolger van het meedogenloze en zelfgetitelde debuut uit 2012 belooft weer ouderwets hard te gaan knallen. De nieuwe single trilt je van je stoel met schurende baslijnen, uit de hand lopende en vileine gitaarriffs en zanglijnen die je bij de keel grijpen. Precies zo’n nummer waar we al weer jaren op zaten te wachten.

 

1377544_580906938636314_2106122671_n

 

Nog maar drie dagen en dan is het alweer tijd voor Hit The City! Volgens mij hoeven we je met zo’n line-up niet meer echt te overtuigen om zondag naar Eindhoven af te reizen, maar we zetten hieronder nog wat artiesten op een rijtje die we zeker te weten niet willen missen! Kaartjes voor het festival koop je hier!
*De locatie Nul Zes wordt vervangen door de Grote Zaal van Effenaar, die speciaal om wordt gebouwd naar een kleine en intieme setting.

 

 

 

A5_HTC_tijdschema_plattegrond_fa_def_Pagina_1

 

 

OCEAN VIEW
Om  onze dag lekker te laten beginnen, gaan we om 15:30 naar Ocean View in de Grote Zaal van Effenaar. Post-punk uit Denemarken. Vuig, maar wel iets minder duister dan scene-genootjes als Iceage. Hieronder luister je naar hun laatste plaat OCEAN.PUKE.FUTURE. Goede titel, goede energie en goede muziek. Perfecte opening van de dag.

 

OCEAN.PUKE.FUTURE. by Ocean View</a></iframe]

 

AFTERPARTEES
Daarna blijven we nog even hangen in de Grote Zaal om naar de Limburgse boys van The Afterpartees te kijken om 16:30. De teksten bij hun YouTube-clip spreken boekdelen: ‘Five (Dutch) international playboy jet-setters playing instruments and leaving their mark on music history since 2011. Hailing from Horst-city to play just about anywhere they’re able to.’ Zondag dus in Eindhoven. Swingen!

 

 

 

NATURAL CHILD
Om 17:00 is er maar één mogelijkheid en dat is Natural Child. Sowieso de enige mogelijkheid voor ons, want als er ergens muziek wordt gemaakt met gruizige gitaren, groovy vibes, een seventies sound en catchy garage, dan zijn we erbij! The Rambler dus, 17:00 uur!

 

 

 

GLASS ANIMALS
Na wat seventies gitaargeweld is het tijd om in de Kleine Zaal van de Effenaar rustig de avond in te gaan met experimentele pop van Glass Animals. Een warme en zuivere sound kenmerkt deze beeldschone band, waarbij je qua referenties kunt denken aan Radiohead en Wild Beasts. Zeker niet te missen zondag.

 

 

 

ADAM & THE RELEVANTS
Dan is er een gaatje waarin je om 18:30 Adam & The Relevants kunt gaan checken in The Rambler. Regel effe wat lekkers te eten en check de Amsterdams/Utrechtse band die aan een verdomd goed jaar bezig is.

 

 

 

FOLLAKZOID
En dan komen we uit bij een band waar we überhaupt al een tijd op zitten te wachten: FöllakzoidDit jaar kwamen ze met de fantastische plaat ‘II‘, waar een staaltje Chileense psych en kraut opstaat die je compleet een andere dimensie inslingert. Luister vooral naar Trees hieronder en je weet waarom we staan te swingen om 19:00 uur in de De Grote Zaal.

 

 

 

EAGULLS
Waarom Eagulls zo vet is hebben we hier al lang en breed uitgelegd. Jezus, wat een band! Dat wordt voor ons een hoogtepunt om 19:45 in The Rambler.

 

 

 

TEMPLES
De indie-darlings van Temples interviewden we in 2012 voor de eerste keer en zagen we sindsdien een keer of vier live. Compleet weggeslagen (nog steeds) door de eerste single was het liefde op het eerste gezicht met deze Londense band. Het duurt allemaal wat lang rondom die debuutplaat, maar het wachten gaat het zeker waard worden. 20:45 in de Kleine Zaal van Effenaar.

 

 

 

METZ
Om 21:15 hebben we een andere favoriet van ons op de planning: METZ. Neem vooral je bouwhelm en je overall mee, want The Rambler wordt namelijk compleet afgebroken. Kanonnen, wat maken die gasten toch verwoestende en lekkere muziek.

 

 

 

YUCK
Afsluiter van deze mooie zondag worden de light-shoegazers van Yuck, die om 22:15 in de Kleine Zaal spelen. Hun nieuwe plaat ‘Glow & Behold’,  is net uit en klinkt aan de ene kant fuzzier en aan de andere kant ook weer meer poppier. De band heeft sinds dit album een nieuwe frontman, wat wel even spannend was natuurlijk, maar de band is er eigenlijk alleen maar op vooruit gegaan. Mooie headliner voor een prachtig mooie dag in Eindhoven.

 

 

 

 

Hit The City | Effenaar | The Rambler | Studentenkapel | Kelderman en van Noort | Zo. 03 nov |
Aanvang: 15.30 u. open 15.00 uur | € 17,50


De voorverkoop voor Hit The City loopt  via 
www.hitthecity.nl,  www.effenaar.nl en Ticketservice Nederland.

 

 

 

 

B1_HitTheCity_2013_typo_fa

 

Ja hoor, daar is ‘ie dan: de winactie voor Hit The City! Op 3 november is het weer feest in Eindhoven, met een potje toffe bands die je zeker niet wilt missen! Een eerder bericht over de line-up, activiteiten en bijbehorende clips/geluiden kun je hier lezen, onderaan deze pagina vind je de speciale Spotify Playlist om je goed in te luisteren.

 

Line-up
Met artiesten als METZ, Temples, Yuck, Wolf Alice, Eagulls, Nadine Shah, Glass Animals, Föllakzoid, Adam & The Relevants, The Afterpartees, Schultz and Forever, Natural Child en Killer View wordt ’t een mooie dag in Eindhoven, dat staat vast. En er is niet alleen maar op het gebied van muziek, zo is er ook een literatuurprogramma en een expo. Een compleet dagje uit dus.

 

 

Kaartjes winnen
Wat je daar allemaal voor doen? Nou, wat je doet is: je stuurt een mailtje naar prijsvraag@thedailyindie.nl (mailen kan tot en met zondagavond 23.59) met jouw naam en de reden dat jij naar Hit The City wil en misschien ga jij 3 november dan gezellig naar Eindhoven. Heuj!

 

 

 

 

 

image001

 

Effenaar en Friendly Fire presenteren een dag vol met spannende muziek, literatuur en expo in Eindhoven. The Daily Indie is dit jaar met trots mediapartner van het evenement, dus we houden je op de hoogte van alle nieuwtjes rondom het festival! Bij deze alvast het eerste officiële bericht met een aantal niet te missen namen: Let’s Hit The City again!

 

Op zondag 3 november 2013 presenteren de Effenaar en concertorganisator Friendly Fire de tweede editie van Hit The City. Het festival zal plaatsvinden op diverse podia in de binnenstad van Eindhoven, zoals Effenaar, The Rambler, Studentenkapel en Kelderman en van Noort.

De eerste namen voor het festival zijn inmiddels bekend. Zo zullen er optredens zijn van METZ, Föllakzoid, Natural Child en Glass Animals. Aan het programma worden de komende tijd nog flink wat namen toegevoegd uit genres als indie, garage, folk, rock en singer-songwriter.

Literatuur + Expo
Onder curatorschap van de Eindhovense schrijver Henk van Straten zal er ook dit jaar een literatuurprogramma plaatsvinden in het gebouw van Kelderman en van Noort op het NRE terrein, nabij de Studentenkapel. Naast Van Straten zelf, komen er weer enkele (inter)nationale schrijvers en dichters langs. Hierover wordt snel meer bekend gemaakt. Datzelfde geldt voor de bijzondere expositie die er te bewonderen zal zijn.

 

 

 

 

Hit The City | Effenaar | The Rambler | Studentenkapel | Kelderman en van Noort | Zo. 03 nov | Aanvang: 15.30 u. open 15.00 uur | € 17,50


De voorverkoop voor Hit The City begint zaterdag 6 juli om 10.00 u. via
www.effenaar.nl en Ticketservice Nederland.

In de komende weken volgen meer acts, een tijdschema en een uitgebreidere beschrijving van het programma. Check de updates op www.facebook.com/hitthecity en volg het festival via Twitter of Instagram: @hitthecityNL.