Kliko Fest
Zaterdag 13 juli
Patronaat Haarlem

In een wereld die zo gevoelig is voor vernieuwing als de muziekscene, kun je je afvragen waar een band die door zijn discografie heen niet bijzonder veel ontwikkeling laat horen, zijn bestaansrecht ontleent. Naar aanleiding van de show van Cloud Nothings aankomend weekend op Kliko Fest in Patronaat, legt onze redacteur Mick nog eens uit waarom het nog steeds de moeite is om naar de band te luisteren.

Tekst Mick Arnoldus

Altijd lastig, een genre-stempel op een band plakken. Noise? Post-hardcore? Garage-grunge? Gewoon indierock? Het is dat poppunk zo’n nare associatie heeft met puberale films over high schools in de VS, anders zou je overwegen die voor de sound van Cloud Nothings te gebruiken. De brute gejaagdheid is zeker aanwezig en doet je bij tijd en wijle naar adem snakken, maar tegelijk komen er veel melodieën langs die aangenaam in het gehoor liggen en waarbij je hartslag even tot rust kan komen. De sfeer rond de band uit Cleveland, Ohio ademt de jaren negentig, met name de emo van American Football. Maar bij tijd en wijle doet de energie van Cloud Nothings niet onder voor die van Minor Threat of Anti-Flag. Met zes platen (eigenlijk zeven, daarover later meer) in een kleine tien jaar, voelt in de discografie van de band duiken alsof je een opgerolde bal van stoffig spinrag moet ontkluwen. Toch doen wij in deze klassieke The Daily Indie-longread een poging voor je.

One-man-band
Cloud Nothings had ook zomaar niet kunnen bestaan. Rond 2009 neemt de dan achttienjarige Dylan Baldi met Garageband op zijn Macje nummers op in de kelder van z’n ouders in Cleveland. Hij is dan net gestopt met zijn studie voor saxofonist. Hij maakt meerdere accounts aan op Myspace, die allemaal bedoeld zijn voor andere muziek. Zijn enorme productiviteit valt op in de blogosphere en resulteert in een uitnodiging van concertpromotor Todd Patrick om wat support-acts in New York te komen spelen. Plots moet Baldi vanuit Cleveland een band optrommelen om te openen voor Woods en Real Estate: het kan snel verkeren. Krap een jaar later tekent hij als one-man-band bij Carpark Records, dat de cassettes en EP’tjes die tot dan toe in beperkte oplage door Baldi zelf verspreid werden, uitbrengt op één album: Turning On. De tracks zijn door Baldi bij elkaar geplakt in Garageband, maar ondanks het uitgesproken lofi-geluid van de plaat, valt zijn talent voor catchy melodieën op en wordt geprezen door recensenten.

Turning On zorgt ervoor dat Cloud Nothings het jaar daarop door de Verenigde Staten kan touren en zelfs al bescheiden Europa aandoet, waaronder op 19 november 2010 in de inmiddels ter ziele gegane club Trouw in Amsterdam. Bij thuiskomst begint Baldi aan de opvolger van zijn debuut. Dit album, dat simpelweg Cloud Nothings zou gaan heten, wordt opgenomen in een echte studio in Baltimore, met producer Chester Gwazda. Zonder de zolderkamerruis klinken de liedjes van Baldi plots een stuk meer als gitaarpop, ook vanwege die vaardigheid in het ontwerpen van hooks die blijven hangen. Dat Baldi daar bedreven in is, is een logisch gevolg van het leren spelen van meerdere instrumenten in zijn jeugd. Op zijn basisschool spijbelde hij om piano in de lerarenkamer te spelen. Daarnaast speelde hij banjo in een schoolmusical en gitaar in het koor. “Het concentreren op liedjes hielp mij op de middelbare school, omdat ik niemand daar echt aardig vond”, zei hij daar later over. Baldi benadert de gitaar meer als een piano om tot interessante composities te komen: “Alsof elke vinger afzonderlijk een apart instrument is”.

De doorbraak
Achteraf blijken leuke melodietjes niet Baldi’s enige kracht. Dit wordt maar al te goed duidelijk met het keiharde Attack On Memory uit 2012. Behalve dat dit album de band definitief faam bezorgt bij een wereldwijd publiek, zou het ook het geluid van Cloud Nothings gaan definiëren. Het samengeraapte zooitje muzikanten dat Baldi uit noodzaak bij elkaar sprokkelde, is vanaf hier een volwaardige band, in dezelfde bezetting live als in de studio. Baldi schrijft de liedjes nog steeds zelf, maar heeft nu een stuk meer input van de bandleden tot zijn beschikking. Neem bijvoorbeeld drummer Jayson Gerycz: als je iemand achter je hebt zitten die honderd procent van zijn talent in één aspect van je nummer kan gieten, is dat ook in de studio een luxe. Bovendien luisterde Gerycz veel ‘hard, noisy stuff‘ in het tourbusje, aldus Baldi. Vooral het ontdekken van The Wipers heeft veel invloed op de periode dat Baldi de liedjes voor Attack On Memory schrijft. Dezelfde band werd al door Nirvana en Dinosaur Jr. genoemd als inspiratiebron.

Attack On Memory werd geproduceerd door Steve Albini, een producer die je mogelijk kent van bijvoorbeeld Nirvana, The Stooges, Mogwai, The Ex en The Pixies. Blijkbaar is een grootheid strikken voor je productie makkelijker dan die namen doen vermoeden: tegen Pitchfork vertelt Baldi dat Albini elke klus aanneemt die hij toegeworpen krijgt. Albini gebruikte toen al twintig jaar dezelfde (goed voorziene) studioruimte om op te nemen en dat is voor Cloud Nothings de voornaamste stempel: “Hij zat bijna de hele tijd Scrabble te spelen op Facebook. Dat wisselde hij dan af met het bijwerken van z’n blog over eten. Ik weet niet eens of hij nog weet hoe ons album klinkt.” Baldi heeft daarentegen al een duidelijk beeld van hoe Attack On Memory moet gaan klinken. Alleen de bewust gekozen albumtitel verraadt al hoe hij wil breken met zijn vorige werk. Baldi wil hardere, moeilijkere muziek maken, die de talenten van zijn band ten volle kan benutten.

Uit geen nummer blijkt dat gegeven meer dan uit Wasted Days, zonder twijfel de sleuteltrack van het album. Een epos van bijna negen minuten was je op de vorige platen van Cloud Nothings nog niet tegenkomen. Hoewel de muziek van Cloud Nothings strikt genomen allang geen lo-fi meer is, kun je altijd een textuur in de productie ontwaren die als een gruizige verzameling bouwpuin in de akoestiek van de studio aanwezig lijkt te zijn. Door die ruis krijg je als het ware een bouwhelm inclusief oorbeschermers en veiligheidsbril opgezet. Desondanks wordt elke nietsvermoedende leek meteen overweldigd door de intensiteit van het nummer en de niet door enige zangtechniek gehinderde stem van Baldi. ‘I thought, I would, be more than this‘ schreeuwt hij in de climax van die track, terwijl zijn voltallige band hun instrumenten tot het uiterste geselt.

Het is ook het moment op Attack On Memory waar Baldi’s persoonlijke verhaal over de angstaanvallen en depressies waar hij regelmatig mee kampt, het meest direct doorklinkt. Baldi is onzeker over zijn muziek en over erkenning, en kan daar als adolecent moeilijk mee dealen. Attack On Memory fungeert in zekere zin als manier om zijn frustraties eruit te schreeuwen. Zelf grapte hij ooit luchtig dat het, als zoon van twee docenten, in de familie zat: ‘I’m continuing the family tradition of yelling at kids.’ Maar wanneer hij twee jaar later, in 2014, in een interview met The Daily Indie op de periode terugkijkt, kan hij er iets luchtiger op reflecteren. Deels heeft dat te maken met de tour van Attack On Memory, waarin Baldi veel liedjes onderweg kan schrijven:

“Ik wilde gewoon een aantal nummers schrijven die ik goed vond, zonder écht na te denken voor wie en waarom ik ze schreef. Op Attack On Memory probeerde ik een boze rockplaat te maken, ik wilde zien hoe dat was. Als ik dat nu zou doen, zou het totaal onoprecht zijn! Begrijp me niet verkeerd, Attack On Memory was heel persoonlijk, alleen bekijk ik nu deze thema’s in een ander licht. Op de vorige plaat was alles voor mijn gevoel fucked up, terwijl ik nu denk: meh, it will be OK!

Vorig jaar waren we voortdurend op tour en wanneer we niet aan het touren waren bleef ik doorreizen, omdat ik niet graag stil zit. Vraag mij niet waarom, maar ik kan niet lang op dezelfde plaats blijven. Daarom zijn alle nummers op verschillende plekken in de wereld geschreven, misschien zelfs wel elk nummer in een ander land. Het probleem van toeren is dat je zelfs je beste vrienden gaat haten, doordat je elkaar elke dag ziet. Juist doordat we elkaar een tijd niet hadden gezien, voelde het weer als rondhangen met vrienden. Het is heel fijn om die scheiding tussen die werelden te hebben, waardoor touren nu zelfs aanvoelt als wat aankloten met vrienden! Het heeft dus eigenlijk ervoor gezorgd dat ik gelukkiger ben.

Nieuwsgierigheid en rusteloosheid
De onderweg geschreven stukjes komen pas samen in de studio, wanneer de band bezig is met het opnemen van opvolger Here And Nowhere Else dat verschijnt in 2014. Dankzij het succes van de tour hebben Baldi’s angsten plaatsgemaakt voor nieuwsgierigheid en rusteloosheid. De albumtitel is al net zo letterlijk bedoeld: genieten van het ervaren dat je hier en nergens anders bent, als jezelf, en niets anders dan jezelf. “Dat gevoel, waarbij je gewoon bent en nergens anders over nadenkt, is erg belangrijk voor mij in de afgelopen paar jaar geworden, dus heb ik er een album over gemaakt.” Het nummer Pattern Walks is zelfs een letterlijke reactie op Wasted Days. ‘I thought I would be more than this’ is vervangen door een wat meer mijmerende rasp, die ‘I thought’ blijft herhalen. Het vat precies het verschil tussen iemand die na de tour voor zijn tweede album vreest dat niemand zijn muziek leuk vindt en daar depressief van wordt, met iemand die op tour gaat met een album dat iedereen geweldig vindt.


Maar als je die positieve achtergrond aan iemand uitlegt en daarna het album laat horen, zul je diegene waarschijnlijk nogal slecht voorbereid hebben. Net als Attack On Memory is Here And Nowhere Else wat de muziek betreft een nietsontziend noiserock-monster. Producer John Congleton heeft dan ook met meer indiebands van groot kaliber gewerkt: bijvoorbeeld Modest Mouse en Cymbals Eat Guitars. Gitarist Joe Boyer heeft de band verlaten en is niet vervangen, maar horen doe je dat niet. De gruizige textuur die inmiddels Cloud Nothings’ handelsmerk is geworden, is uiteraard weer aanwezig. Jammer, want zo hoor je niet hoe de band zichzelf uitdaagt in de studio om beter te worden in wat ze doen. Baldi vertelt in het interview bijvoorbeeld, waarin hij Pattern Walks tegenover Wasted Days zet, dat hij in elk nummer expres iets schrijft wat hij nog niet kan spelen.

Foto: Rudy Sablerolle

Album in tien dagen
Ondertussen maakt Baldi in deze periode een interessant uitstapje. Wanneer hij met een kater wakker wordt in het huis van zijn toenmalige vriendin in Parijs, heeft hij een sms’je van Nathan Williams van de Californische band Wavves: ‘Yo, wanna make a record together?’. Binnen tien dagen zijn ze klaar en is No Life For Me een feit. Het is een logisch uitstapje dat zeker de moeite waard is: Cloud Nothings’ eerste twee albums werden al veel vergeleken met het werk van het destijds eveneens zeer lo-fi opererende Wavves, maar beide bands zijn anno 2015 wel uit dat jasje gegroeid.

Ten opzichte van het grauwe Cloud Nothings steekt Wavves af als een kleurige LSD-trip (hoewel dat niet de drug is waar je Williams mee associeert; dat is wiet, heel veel wiet). Samen vullen ze elkaar vooral aan met harder werk, waar Williams ook nooit vies van is geweest. Twee muzikanten die beide de kunst van het liedjes maken onder de knie hebben, en die beide vanuit ongeveer dezelfde zolderkamer bekend werden met een lofi-sound: het is een enorm logische match. Onder het ‘Fans vinden dit ook leuk’-gedeelte op de Spotify van Cloud Nothings staat Wavves bij ons op de vierde plek. Geen enkele algoritmische benadering zal besluiten om het voor jou heel anders te doen.

Cloud Nothings’ volgende eigen wapenfeit Life Without Sound wordt eind januari 2017 uitgebracht. Het is op eerste gehoor het meest toegankelijke en, zoals dat dan vaak gaat, misschien wel het minst spannende album van Cloud Nothings, dat met de komst van gitarist Chris Brown inmiddels weer een viertal is. De softere sound heeft een andere reden. Baldi is veranderd, vertelt hij aan The Daily Indie: “Ik ben ouder geworden, heb alles meer op een rijtje en heb meer rust. Dat zou goed kunnen komen doordat ik een poosje thuis geweest ben. Ik was gewoon een beetje een gek: crazy. Egoïstischer ook. Ik geef nu meer om andere mensen”.

Voor het eerst is hij écht goed zitten om de teksten te schrijven, iets wat normaal gesproken hooguit twee uur van tevoren gebeurde. Sprak Baldi in het verleden niet graag over hoe zijn muziek door zijn persoonlijkheid gevormd werd (‘interview-modus’ noemt hij het, wanneer hij meestal verklaarde ‘gewoon liedjes’ te maken), op Life Without Sound wil hij opener zijn. Juist op het album waar hij zich voorneemt goed na te denken over de teksten, valt het denken zwaar. Baldi belandt opnieuw in een depressie via een verslechterende relatie en de eenzaamheid van een vreemde stad. Het mantra van Here And Nowhere Else werkt niet meer, wanneer je niets anders dan jezelf hebt. Hij schrijft de depressie niet van zich af, maar accepteert de duisternis, het daarbij ook loslatend. Ervoor kiezen je niet zo te voelen: ‘It’s supposed to be inspiring.’ Baldi verhuist terug naar zijn vertrouwde Cleveland, waar hij een huis deelt met drummer Gerycz vlakbij waar hij ooit opgroeide. “Als je hiervandaan komt, ga je er snel weg of je blijft hangen. Ik ben uiteindelijk alsnog blijven hangen”, concludeert hij er nuchter over.

De nabijheid van de bandleden gebruikt Cloud Nothings om, onafhankelijk van kostbare studiotijd, samen muziek te maken. En dat hoor je nergens beter dan op recent wapenfeit Last Building Burning. Het album grijpt terug op de verzengde energie van Attack On Memory en doet daar nog een schepje bovenop. Producer Randall Dunn weet als ex-geluidsman van Sunn O))) als geen ander hoe je een goede bak herrie neer moet zetten. Het album vangt goed hoe Cloud Nothings live is: keihard en catchy. En toch is het nooit bedoeld als stomp in je maag, zegt Baldi zelf op KEXP in een anekdote over de zanger van The Wipers: “Greg Sage ontwikkelde zijn teksten vanuit ideeën die hij kreeg door in een koffietentje te gaan zitten. Hij luisterde naar de mensen om hem heen en schreef hoe de toekomst eruit zou komen te zien op basis van wat ze zeiden. Allemaal vrij vreugdeloos. Die aanpak heb ik mij ook eigen gemaakt.”

Last Building Burning is het meest intense werk dat Cloud Nothings ooit uitgebracht heeft, een die het het niveau van ‘sleutelplaat’ Attack On Memory benadert. Dan rest de vraag hoe je die eventueel moet gaan overtreffen, of hoe je op dit constante niveau kunt blijven. Bij KEXP gaat Baldi ook op die vraag in: “Ik vraag me af op welk punt je de top bereikt. Ga je nog intenser? Like, wat kunnen we nu nog doen?” Om de vraag direct te beantwoorden: “Ik speel ook free jazz op de saxofoon in Cleveland. Dat gaat al helemaal alle kanten op als ik met Jayson (drummer, red.) even niet in rock mode ben en we vrij aan het jammen zijn. Ik vraag mij vaak af of we met Cloud Nothings uiteindelijk een free jazz-album zouden kunnen maken dat niemand wil hebben. Waarschijnlijk niet.”


WEBSITE PATRONAAT | FACEBOOK-EVENT | TICKETS