Waar het tijdens de openingsdagen nog overzichtelijk was, kregen we tijdens Dekmantel Festival in het Amsterdamse Bos afgelopen weekend spontaan last van fear of missing out. Jacco Gardners groovy psychedelica tegenover zomerse, warme housegrooves van Shanti Celeste. Technische technomeester Objekt tegenover baas op de bas Thundercat. En zo ging het het hele weekend door. De brandende zon wees ons, en een groot deel van het publiek, dit weekend de weg.

Tekst Jochem Boom
Foto’s Bart Heemskerk, Kasia Zacharko & Niels Cornelis Meijer

Zo is het aan de randen van de UFO-tent, waar manshoge ventilators het publiek van koelte voorzien, een goede plek om even te schuilen. Als het aan Oekraïner Stanislav Tolkachev ligt, komt de zon nooit meer op. Zijn experimentele techno vol snerpende snares en rollende bassen zetten de toon. Ook Clark omarmt de duisternis op Death Peak, zijn meest naargeestige album tot nu toe. De producer bracht zijn achtste album begin dit jaar uit op Warp Records, dat een plek biedt aan meer left field IDM-artiesten als Aphex Twin, Autechre en Flying Lotus. De show, inclusief dansers, led-walls en desoriënterende lichtshow is indrukwekkend, maar eist op deze hete dag iets teveel van de aandacht.

’s Avonds trekt het halve festival naar het Selectors-podium. De enige plek waar vanaf een uur of vijf schaduw te vinden is. Op het podium krijgen dj’s extra lang de tijd én de vrijheid om te draaien wat ze willen. Het is een plek waar je het hele weekend verrast wordt door de meest obscure platen en waar dj’s een andere kant van zichzelf kunnen laten zien. Traditioneel opent zondag een dj van formaat het kleine idyllische veldje. James Smith oftewel Jamie xx staat met The xx prominent als headliner op het affiche, maar openen gaat hem net zo natuurlijk af, zo blijkt al snel. Het staat al snel stampvol en iedereen gaat ervoor. Mannen klimmen in bomen, meisjes bezwijken onder de hitte en de handjes gaan in de lucht bij iedere track.

Langzaam bouwt Smith de intensiteit op: van jazzy en zwoel komt bij James Browns I’m Satisfied de baslijn op. Met Karizma’s Work It Out lijkt het wel een snelkookpan. De song werd gebruikt voor een Google Chromebook reclame en daarna massaal opgepikt door dj’s. Dat is te danken aan de gospelsample uit het in 1980 uitgevoerde Jesus Can Work It Out door Dr. Charles G. Hayes and the Cosmopolitan Church of Prayer Choir. Een beetje versnellen en een kick eronder, en de klassieker krijgt een nieuw leven in de 21ste eeuw. De vlam slaat even later in de pan als eigen productie SeeSaw, met vocalen van The xx-zangeres Romy Madley-Croft, voorbij komt. Ook de andere hit, Loud Places, worden met gejuich ontvangen. Maar voor de gelegenheid draait Jamie xx de plaat waar het refrein van gesampled is, Idris Muhammeds Could Heaven Ever Be Like This.

Ook op zondag blijft het Selectors-podium dé trekpleister. Achtereenvolgens Daphni en Floating Points trekken de ene na de andere parel uit de tas, terwijl vriend en labelmaat Four Tet glimlachend toekijkt, Jamie xx nog een biertje pakt en Call Super ook nog even zijn gezicht laat zien.

Die gemoedelijke sfeer vinden we niet in de nieuwe UFO II, de loods die qua ontwerp, programmering en formaat veel wegheeft van de X-Ray op Lowlands. Een van de hoogtepunten hier is Errorsmith. De Berlijnse producer is al sinds het begin van het computertijdperk betrokken bij de ontwikkeling van softwaresynthesizers en gebruikte voor het maken van zijn laatste album Superlative Fatigue de eigen synth Razor. Het instrument is minstens zo vermeldenswaardig als wat de nerdy veertiger er achter de knoppen mee doet. Razor stelt Errorsmith in staat om van ieder geluid on the fly de wavevorm aan te passen. Zijn hectische dancehall en techno klinkt als een kruiwagen stuiterballen die een uur lang door de loods kaatsen.

Betonkust & Palmbomen II, die we recent nog interviewden, gooien het juist over de lo-fi analoge boeg in de Boiler Room. Een dag eerder vertelde Betonkust nog dat hij zenuwachtig is voor de show, omdat deze voor eeuwig online zal staan. Gezonde spanning zo blijkt, want de show staat als een huis. Het duo volgt de albumtracks van het in het voorjaar verschenen Center Parcs LP, maar geven deze live net wat meer pit.

Een andere liveact die we hoog in het vaandel dragen, is Gesloten Cirkel. Gewapend met een Roland TR-808 en TB-Roland 303, de drumcomputers die aan de wieg staan van de elektronische muziek, voert de Rus langzaam de intensiteit op tot de loods staat te trillen op haar grondvesten. Die Nederlandse artiestennaam komt overigens van een quote van de Nederlandse inspirator I-F. De sleutelfiguur in de internationaal hoog gewaardeerde Haagse electro-scene windt een dag eerder dag ook het publiek om zijn vingers.

Ruimte voor wereldse dansmuziek is er ook. De Turkse dj Baris K bracht al Oosterse disco en house naar het Westen en doet dat dit jaar live met Insanlar. Ze maken bezwerende Turkse volksmuziek met sitar en zang, gecombineerd met een vette housegroove waar de bandleden zelf nog het lekkerst op gaan. De Mark Ernestus` Ndagga Rhythm Force is al helemaal een belevenis. De Senegalezen maken de traditionele dansmuziek mbalax en zijn naar het Westen gebracht door Mark Ernestus, eigenaar van de Duitse platenzaak Hard Wax. Het is hyperenergieke percussiemuziek waarbij iedereen op het podium elkaar opjut en in solo’s naar de kroon steekt. De danseres laat alvast zien hoe je hierop moet dansen: houterig en pijlsnel.

Met zo’n line-up als Dekmantel is het onvermijdelijk dat je optredens mist. De headliners vechten om aandacht. Verbaast dat we de set van afsluiter Four Tet niet aanhalen? Met zijn Destiny’s Child-edit heeft hij onze aandacht al binnen een kwartier te pakken, maar Palms Trax breekt ondertussen de Boilerroom af. Helena Hauff heeft jarenlang opgebouwd naar haar moment op de main stage en maakt het dubbel en dwars waar, maar tegelijkertijd kunnen we de Shazam-knop niet loslaten bij Floating Points.

Dekmantel heeft een haarfijn gevoel voor de belangrijkste liveacts en dj’s van het moment én durft gewaagde keuzes te maken. Het festival heeft daarmee het vertrouwen van fans én dj’s allang gewonnen.

Producers Palmbomen II en Betonkust werkten al langer samen – het duo bracht al twee EP’s uit op de obscure labels Pinkman en 1080p – maar eind mei kwam albumdebuut Center Parcs LP uit op het grote Nederlandse label Dekmantel. Met shows op Lentekabinet, Down the Rabbit Hole en het Dekmantel Festival, over twee weken in Amsterdam, is het duo deze zomer veel in Nederland te zien en te horen.

Tekst Jochem Boom
Foto’s David van Dartel

Eenn dag en een plek kiezen voor dit interview blijkt echter lastig voor de drukbezette mannen. Kai Hugo is woonachtig in Los Angeles en zit de week voor het interview nog in Normandië in de studio voor de opvolger van zijn soloplaat Memories of Cindy, die begin dit jaar uitkwam. Op de plaat schetst hij een beeldende, fictieve wereld rond zijn eveneens fictieve muze Cindy. Niet alleen Cindy heeft in Kai’s fictieve wereld een gezicht. In een aantal video’s worden verschillende karakters geïntroduceerd en in bijbehorende video’s wordt daar met een talkshow en nepreclames een wereld omheen gebouwd. Het verhaal van Memories of Cindy is dat zij net is gestorven. Op de volgende plaat staat Cindy bekend als popmeisje die ooit een italoplaat heeft gemaakt. “Het is niet perse italo, maar een popplaat ergens tussen Britney Spears en Julee Cruise in.” Zo krijgt de wereld langzaam steeds meer vorm.

Uiteindelijk slagen we erin een afspraak te maken in Rotterdam, de Nederlandse thuisbasis van Kai. Hoewel thuis een groot woord is: “Het is meer een opslaghok met een ministudio en een bank om op te slapen”, vertelt hij, terwijl we de auto in stappen. Voor het interview rijden we naar het oude Tropicana. Het grootste waterparadijs van Nederland is nu een broedplaats voor duurzame ondernemers en horecagelegenheden. De ooit met tropisch warm chloorwater gevulde betonnen baden en groene glijbanen liggen er troosteloos bij. Het is een toepasselijke plek om te gaan zitten. Niet alleen klinken bij het aanzicht meteen de nostalgische lo-fi synths van het nieuwe album van de heren in ons hoofd, het zwemparadijs is ook nog eens gebouwd door het vakantiepark-imperium waar de plaat naar is vernoemd. Bovendien kijken ze beiden met nostalgische gevoelens terug. Kai: “Op de middelbare school ging ik met een vriend shoppen in Rotterdam en daarna zwemmen in Tropicana.” Swiere: “Ik zit te denken wanneer ik hier was. Ik denk in 1998, toen ik tien was. Ik weet het nog door de muziek. De Hitzone 4 met het nummer Storm van Storm. Dat is zo’n nummer dat ze draaiden bij de botsauto’s. Ik draai het af en toe nog steeds als het even kan. Het is best wel credible.”

 

Betonkust & Palmbomen II
We zitten op het zonovergoten terras met verse huisgemaakte ijsthee als Swiere twee platen, nog in plastic, uit zijn tas haalt. Ze hebben de Center Parcs LP zelf nog niet in handen gehad. Hij haalt zijn schouders er een beetje bij op. “Ik vind het medium zelf echt niet belangrijk. Of muziek nu op een usb-stick, een plaat, cassette, of op een laptop staat. Het maakt echt niet uit.” Kai: “Vinyl is voor dj’s een bewijs dat ze er echt mee bezig zijn.” Het is vooral iets om in je handen te hebben, denkt Swiere. “Eigenlijk moeten we een plaat uitbrengen waar de muziek niet eens op staat, maar dat je alleen koopt voor het artwork.”

In tegenstelling tot Kai Hugo’s Palmbomen en vervolg Palmbomen II, zullen nog weinig mensen van Betonkust hebben gehoord. Online zijn wel een aantal EP’s, livesets en dj-sets te vinden. Swiere is echter al heel lang betrokken. “In de Palmbomen liveband zes jaar geleden was ik drummer.” Kai: “We hebben altijd gewoon samengewerkt, maar het was meer zo dat hij meekeek en hielp en ook meeschreef met tracks. Hij staat ook gecrediteerd op die platen.” De keuze om samen een album op te nemen, was snel gemaakt. “We hebben altijd al samengewerkt (zoals dus op de in 2016 verschenen EP Hotel Breukelen, red.), dus het is logisch dat we dit nu samen doen.”

Opvallend is hoe snel Palmbomen II en Betonkust werken. Op de Center Parcs LP staan acht nieuwe en vier oude nummers die tot stand kwamen in verschillende sessies, die daadwerkelijk begonnen in Center Parcs de Eemhof. Omdat er nog veel geschikt materiaal op de planken lag, besloot het duo om de studio weer in te duiken. Swiere: “We waren er toen niet mee bezig dat het de Center Parcs LP zou gaan heten, maar nu is het compleet, met alle nummers in de Center Parcs-sfeer bij elkaar.” In de tussentijd werkten ze tegelijkertijd aan de wat duisterdere tracks voor Hotel Breukelen. In tegenstelling tot de Center Parcs LP werd Hotel Breukelen overigens niet op locatie opgenomen. “Het is ook nooit zo geweest dat we er eerst voor zijn gaan zitten om te bedenken over welke plek de volgende plaat zou gaan.”

 

De studio in
Als we vragen of er in de studio een verdeling is, zegt Swiere resoluut nee. “Persoon A begint met een beat en de ander met een baslijn, en dan een melodie en dat heen en weer, maar het ligt niet vast wie wat doet.” Kai treedt in detail: “Omdat we zo snel werken, kan iemand met iets belachelijks beginnen zoals een reggae-ritme of een steeldrummelodie. De ander kan daar overheen gaan met een metalriff en zo kan het alle kanten op gaan. Het is een beetje grappen. We bouwen naar iets op en wat we ook doen, we gaan het afmaken, live spelen en op tape opnemen. Een paar weken na de opname is er alleen nog de mogelijkheid om te schiften. Dat zijn ook de beperkingen die er zijn met op één spoor opnemen. Je kan niet even een snare harder of zachter zetten. Dat is allemaal al helemaal vastgelegd. Dat is ook fijn, want dan ben je meer in het moment aan het werken.”

In de studio werken ze op hun eigen live setup, met hun eigen drumcomputers en synthesizers. Swiere: “Je kent je eigen apparatuur automatisch het best.” Het voordeel is ook dat die setups min of meer hetzelfde is als de studiosetup, stipt hij aan. “We hoeven geen vertaalslag te maken en dat is erg prettig. Als je een maand aan een kick zit te sleutelen, dan kan je die live vrij moeilijk exact hetzelfde brengen.” Kai: “Tenzij je het samplet en eigenlijk gewoon letterlijk je plaat gaat spelen. Dan heb je een soort dj-sets van eigen werk door met sporen te werken.” Dit is een veel gebruikte speelwijze voor de laptop-dj’s waarachter het woordje ‘live’ staat. Nu we het daar toch over hebben: de muziek van Center Parcs lijkt moeilijk draaibaar in een clubsetting. “Klopt. Maar aan de andere kant hebben we ook zoiets van: fuck it, wat maakt het uit”, aldus Kai. “We willen gewoon leuke muziek maken. De dansbaarheid van de plaat is niet zo belangrijk. Live kun je het dan nog wel dansbaarder brengen, ook omdat we dan niet met tape bezig zijn, maar het maakt dj-sets lastig. Zeker als je een dj ervoor hebt die 120 bpm knalt, is het onmogelijk om onze eigen muziek te draaien.”

Bovendien klinkt de lo-fi opgenomen muziek alleen goed op hi-fi geluidssystemen. Kai gaat er wat dieper op in, met een technische uiteenzetting van staande golven, maar voor de leek vat Swiere het probleem eenvoudiger samen. “Zo’n lompe PA, die niet goed is afgesteld in veel clubs, heeft al een level van lo-fi-ness van zichzelf, waardoor muziek kwaliteit verliest. Als hi-fi geproduceerde muziek kwaliteit verliest, klinkt het nog net acceptabel. Maar bij ons is het zo lo-fi dat er niets van overblijft.” Het duo is niet het enige die het zichzelf lastig maken in de manier van produceren. Er is een hele rits producers die net zo goed of zelfs meer muziek maken met de huiskamer in het achterhoofd. Onlangs spraken we daarover nog Âme en James Holden. Maar ook artiesten als Jameszoo, Nathan Fake, Floating Points en Four Tet zijn recente voorbeelden van artiesten die niet voor de floorfillers gaan.

 

Even helemaal weg
 De eerste sessie van de Center Parcs LP vond zoals gezegd plaats in Center Parcs de Eemhof. Kai: “Die plek heeft best veel geschiedenis en was voor ons legendarisch. Toen we daar een huisje huurden om te werken, kwamen meteen die sfeer en titels naar boven.” Maar het draait uiteindelijk vooral om de rust. Aan het begin van de middag vertelt hij al dat hij vooral voor de rust en ruimte naar Los Angeles verhuisde. “Ik ga altijd naar de woestijn net buiten LA voor opnames of om te filmen.” Swiere beaamt dat het er vooral om gaat dat je niet afgeleid kan worden. “We hoeven niet per sé naar een bepaalde plek, maar je wordt niet gestoord als je je voor een periode vastlegt. Dan gaan we gewoon alleen aan muziek werken en verder niets. Er komen geen mensen langs, je zit niet op Facebook of e-mail, je hoeft de kat geen eten te geven.” Kai: “In die tijd moet je het ook doen, anders is het weggegooid geld.” Swiere: ‘Het is letterlijk de slogan van Center Parcs: ‘even helemaal weg’.”