New Music

Poor Man Richie is de afsluiting van alle jaren in overlevingsstand


14 december 2020

Nostalgie is een prachtig iets. Als jaren na dato opeens de bandnaam Wealthy Beggar weer voorbij komt brengt dat herinneringen boven. Het Tilburgse Poor Man Richie is feitelijk niets minder dan een bijna volledige reïncarnatie van de band die in het begin van het millennium pakkende popliedjes wist te smeden. Dat ambacht voert nu dan ook de boventoon op het ragfijne album Your Mind is Like Mine, waarmee frontman Derrick van Schie zijn keuzes, uitdagingen en emoties vakkundig overdenkt.

Juist in het vreemdste jaar dat menigeen van ons ongetwijfeld tot dusver heeft meegemaakt, blikt Derrick van Schie terug op het voorbije decennium. Na Wealthy Beggar zat hij niet stil en speelde hij met soloproject Dearhunter en in americanabands The Jaydees en Broken Sun. Voor dit nieuwe werk spande hij weer nauw samen met Niels Verweij, zijn oude bandmakker van Wealthy Beggar. Het resultaat is een verzameling aanstekelijke, warme, fijne liedjes vol opgedane levenswijsheid, gegoten in een stijl die doet denken aan vervlogen tijden. De vooruitgesnelde single Gone For the Summer is daar een prachtvoorbeeld van. Met mooie zinsnedes als ‘Back in the days, life was so much better’ word je teruggevoerd onder een warme deken van (vooruit, soms ook een tikje melancholische) herinneringen. We vroegen Van Schie naar de achtergrond van zijn nieuwe project.   

Het duurde heel even voor het kwartje viel, maar de bandnaam Poor Man Richie heeft dezelfde schijnbare tegenstrijdigheid als Wealthy Beggar. Is dat niet gewoon een dikke knipoog naar jullie gezamenlijke geschiedenis?  
“In de zomer van 2019 hebben Niels en ik zitten brainstormen over de naam. Er zijn een aantal namen de revue gepasseerd waarvan we dachten: Dat wordt ‘m! Maar een paar dagen later klopte het dan toch niet. Een naam kan van alles zijn, dat is ook het lastige. Poor Man Richie klonk meteen lekker en de tegenstelling spreekt me aan. Het duurde een dag tot ik de parallel met Wealthy Beggar door had… Dus dat was zeker geen bewuste keuze.”

Typerend voor het hier en nu is misschien wel je nummer Make Believing, waarover je zelf zegt dat om de grauwe realiteit te trotseren je jezelf voor de gek moet houden, je in je fantasie moet duiken. Hoe is dat jaar voor jou geweest?
“Tsja, het is gewoon iets waarvan je nooit verwacht had het mee te maken. Gelukkig heb ik in mijn directe omgeving geen mensen die ernstig ziek zijn geworden. Het is vooral erg saai en als muzikant mis je natuurlijk gewoon het spelen. Gelukkig ben ik niet financieel afhankelijk van optredens, maar een aantal bevriende muzikanten wel. Voor hen is het nog zwaarder. We hebben er toch voor gekozen om de release en de shows door te laten gaan. De medewerkers van Paradox zijn hierin ook erg meedenkend geweest. Als mensen ergens goed in zijn is het wel het zich aanpassen aan omstandigheden. Dat zie je nu ook. Ik denk ook dat het een verbroederende werking heeft omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, denk ik als optimist. Maar ja, ik ben er onderhand wel klaar mee.”

Over Help To The People zeg je dat dit nummer tot stand is gekomen na marathonsessies met de twee platen van Jonathan Wilson. Kan je uitleggen wat zijn muziek voor jou betekent en waarom hij je zo inspireert? 
“Het knappe aan de muziek van Wilson is dat het nergens opdringerig wordt. Hij laat het ogenschijnlijk gewoon gebeuren. Het heeft een kalmte die je maar weinig tegenkomt in de rock, zonder dat het nietszeggend is. Zo rond 2014/2015 draaide ik vrijwel uitsluitend Gentle Spirit en Fanfare en Townes van Zandt.”

De nummers gaan bijna allemaal over kwetsbare onderwerpen. Liefde, de dood, je dochter, je vriendin. Je hebt duidelijk veel nagedacht over de dingen des levens, misschien ook door de levensfase waarin je zit. Hoe kijk je nu naar de plaat, nu die klaar is en het levenslicht gaat zien?
“De plaat is een afspiegeling van de laatste tien jaar van mijn leven. Letterlijk. Sommige nummers zijn tien jaar oud, andere liedjes weer van begin vorig jaar. Ik heb mijn drie kinderen zien opgroeien, maar ook dierbare naasten verloren, waaronder een goede vriend die een soort muzikale oudere broer voor mij was. En de relatie met mijn vriendin kende goede en mindere tijden. In die zin is het een afsluiting van een periode waarin ik vooral in een soort overlevingsstand heb verkeerd.”