Feature

Op de valreep: terug naar Laurel Canyon met de ongerepte liedjes van Itasca


24 december 2019

Ken je dat, dat je na al het jaarlijstjes-geweld van begin december toch altijd nog een paar van die pareltjes ontdekt die je om één of andere reden compleet gemist had? Daarom brengt The Daily Indie de laatste dagen van het jaar traditiegetrouw nog een ode aan een aantal briljante, tot nu toe compleet overkeken albums. Een van die gemiste parels is een plaat om uitstekend bij tot rust te komen: Spring van Itasca.

Fijnzinnig, kalmerend, sereen en reflectief zijn ze: de liedjes van de Amerikaanse muzikante Itasca, artiestennaam van de Californische Kayla Cohen. Het is alsof de kliek uit Laurel Canyon nog een pareltje verborgen heeft gehouden. Ze klinkt als een kleindochter van Neil Young, Joni Mitchell, Stephen Stills of Carole King. Of – van meer recent – als een goed verborgen gebleven zuster van Ryley Walker.

Van klei opgetrokken huisje
Haar plaat Spring drijft op subtiele akoestische gitaardeuntjes en af en toe piano. Voor de opnames trok ze naar New Mexico, om op te nemen in een weidse, verlaten omgeving. Ze koos naar verluidt voor de desolaatheid van deze omgeving om haar demonen uit te drijven. Daar trok ze zich terug in een idyllisch en van klei opgetrokken huisje.

In haar nummers zet ze de eenzaamheid van de woestijn af tegen de hectiek van het geciviliseerde dagelijkse bestaan. De liedjes meanderen op een heerlijke, warme en dromerige manier. Ze brengen rust en stoppen je onder een dekentje van vredigheid, denkend aan een constant veranderende horizon op een road trip door afgelegen, dunbevolkte gebieden. Ingetogen, maar o zo fijn fluisterzingt Cohen in je oor, beetje bij beetje het landschap schilderend zoals zij het in zich opnam. En dat terwijl ze tussendoor haar eigen besognes van zich afzet. Ongehaast en ongerept, met vrijheid in het hoofd.